mm Ao *ï'4 I m h i ii j-a ril li A l i: si e e v A ÖVÏRTEilITIE ZÖNDAG 1/1 J. VVI.Mi.KI., TE SCHAGEN, r< - Gemeente Scha gen. Bekendmakingen. /Nationale Militie. Burgemeester en Wethouders van Schagen, gelet hebbende op het bepaalde bij Artikel 19 der wet op de Nationale Militie van 19 Augustus 1361 (Staatsblad No. 72), herinneren bij deze de belanghebbende Ingezetenen, aan hunne verplichting tot het doen van aangifte voor de dienst bij de Nationale Militie, met verwijzing naar het bepaalde bij de Artikelen 15 en 20, alsmede 16, 17 en 18 der Wet, luidende: Voor ingezeten wordt gehouden De Schoone Weduwe. Burgemeester en Wethouders voornoemd brengen tevens ter kennisse van de belang hebbenden: dat, tot de inschrijving gelegenheid zal bestaan van 1 tot 31 Januari aanstaande ter Secretarie dezer Gemeente, dagelijks, uitga zonderd des Zondags, van des voormiddag*! 9 tot des namiddags 4 ure. Schagen, den 19en December 1885. But^emeester en Wethouders voornoemd G. LANGENBERG, de Secretaris, DENIJS. XXII. iheia nfeitw levesi? 3()ute JaapjJftsig, I J-1 bg QU M fc-s I ©M Tfy J Ti? V* C* x a >èw S® L A N B O 8 'is x T^,t U W II L A P, T A Ffe 1" i i| p >-• .X aa. i-iL m. JEs. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens- dat}-- en Zaicrdar/avond. Bij inzending tot V middags 12 ure, worden Adoertentiën in liet eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden slakken één dag vroeger. UITGEVER: Laan, Wijk D, No. 5. Prijs per jaar ƒ3.- Muonuerïijk e nilm IISI^ Oproeping tot de inschrijving voor het jaar 18SG, volgens de wet van 19 Augustus 1861, (Staatsblad No. 72.) Art. 15. Jaarlijks wotdon voor de Militie injr schreven alle mannelijk# ingezetenen, die op den lsten Januari van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden lo. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moedor, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de Wet van 28 Juli 1850, [Staatsblad No. 44]. Hij, die geene ouders of voogd hebbende, gedu rende de laatste achttien maanden voorafgaande aan den lsten Januari van hot jaar der inschry ving 20. Roman van E. II. v. Dedenroth. (G9.) Vijf en Twintigste Hoofdstuk. „Het is waar," zeide prins Emil, „maar ik verdien niet, dat gij daarover toornig jegens mij zijt. Ik bad u noch niet gezien. Ik was het jonggozellonleven moede en haakte naar verandering. Ik leerde een vrouw kennen, van wie ik mij inbooldde, dat ik mij aan hare zijde gelukkig zou kunnen gevoelen. Mijne bloedverwanten waren er tegen, omdat zij van burger afkomst wasmen zeide mij, dat haar eerzucht naar ren voornamen titel baakte, ik geloofde hot niet. Ik was nog met mij zeiven in tweestrijd, toen zij ont maskerd word. Ik had twee medeminnaars, de een werd des avonds laat in den tnin aangetroffen en op raadselachtige wijze doodelijk verwond, terwijl zij aan een ander een rendez-vous had gegeven met dezen laatste is zij verloofd. Ik heb u dus geene verovering verzwegen, Marietta, waarmede ik had kunnen pralen, maar eene herrinnoring die mij doot blozen." Het oog der Italiaansche gravin rustte doordringend op hot gelaat van den prins; de uitdrukking van haar gelaat helderde op on eene inwendige neiging volgende, stak zij hem hare hand too. „Men heeft mij do geschiedonis anders verhaald", zeide zij, „maar ik geloof u, gij zoudt u zelvon bedriegen, wanneer gij mij bedroogt". De prins drukte zijne lippen op do teodero hand. „Ik zal u nimmer bedriegen, Marietta", zeide hij on zijne woorden droegen het stempel der zuivere waarheid. „Ik kan u dadelijk bekennen, dat ik er nog aan twijfel, of ik dio vrouw toch niet te hard hob booordooldvelen hadden er belang bij mij van haar to vervrcomdon, en ik heb alleen diegenen gehoord, die haar aanklaagdon. Maar ik bob mij niots te verwijten en ik heb mij vrij govoeld van do ketenen, toen men mij meldde, dat de barones von Lieben zich met mijn gowezon cavalier verloofd hadik was genezen van eene dwaling mijns harten. Ik gevoel hot nu in do volle beteekenis, sedert ik u heb gezien on hob loeren konnon, wat liefde is. Wijst gij mij terug, dan is het leven mij niots meer waard. Ik zou dwaas handolen, u tot eene beslissing to dwingen. Onderzoek uw hart, of hot mij werkelijk vortronwon kan." Een eigenaardig lachjo vertoondo zich om Marietta s Jjjipon, maar warm on hartelijk was do blik, waarmede 3o in Nederland verbljjf hield 3o. Hij, van vvions ouders de 'langstlevende hige zetene was,, al is zijn voogd geeningèzöteu, raiis hfj binnen hot Rijk verblijf houdt Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreem deling beboerende tot. eeuen Staat, waar de Ne derlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien dor dienstplich tigheid het beginsel van wederkeerigheid is aan genomen Art. 20. Hij, die eerst na het intreflon van zijn 19de jaar, doch vóór liet volbrengen van zjjn 20ste ingezeten wordt, is verplicht zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bjj Burgemee ster en Wethouders der Gemeente, waai de in schrijving volgens Art. 16, m#et geschieden. Art. 16. De inschrijving geschiedt: lo. Van een ongehuwde in de gemeente, waar de Vader, of, is deze overleden, de moeder, cf, zijn heiden ovorledon, de voogd woont; 2o. Van een gehuwde en van een weduwnaar in de Gemeente waar hjj woont; Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens; voogd'bui ten's lands gevestigd is, in de Gemeente, waar hjj woont- 4o. Van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van's lands dienst in een vreemd land woont in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland ge woond heeft. Art, 17. Voor de Militie wordt niet ingeschre ven: lo. De, in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is; 2o. De, in een vreemd Rijk vebljjf houdende ouderiooze zoon van een vreemdeling al is zjjn voogd ingezeten; zij hem in do oogen zag. „Het moest eigenlijk een verrassing zijn," antwoordde zij en zij aarzelde verder te gaan, als vreesde zij, dat de prins zich door hare mededeoling beleedigd zou gevoelen „mijn broeder hooft het bevolen gij mocht het niet weton de villa Zampa is verhuurd.1' Uit den toon, uit de geheole houding van Marietta was het te raden, dat deze oogenscbijnbjk onbedui dende mededeeling, eene bijzondere beteekenis had. Do prins boorde vreemd op. „Ik wil openhartig zijn," ging Marietta voort, en haar blos bewoes, dat bet besluit daartoe haar strijd bad gekost, „mijn broeder vernam gisteren toevallig, dat eene dame, die van nit Bern hier kamers bestelde, de villa Zampa huurde de naam der dame trok zijne aandacht het is eene barones Lieben zij komt heden of morgen aan. Een hoogrood bedekte het gelaat van den prins, onwillekeurig keek hij naar hot meer. De stoom boot lag reeds aan de landingsbrug, de afsteigonde passagiers tradon aan landde weg, dien zij nemen moesten, om naar de hotels te komenvoerde voorbij de villa Cannoro. De prins bevond zich onder den druk van het pijnlijke, onbehagelijke gevoel, te ontdek ken, dat men inlichtingen omtrent hem had ingenomon dat het misschien niet geheel en al toevallig wass wanneer de barones Lieben in de onmiddelijke nabij heid der villa Cannero oen woning was aangeboden, en dat, wanneer dit ook al oen toeval was, de verrassing, die hem had aangogropon, oen zeer pijnlijke was geweest. „Ik beken," zeide bij op een toon, welks koelheid verried, dat hij zich beleedigd gevoelde, „dat eeno ontmoeting met de barones Liobon mij ongewenseht zou zijn, maar ik begrijp niet, hoe zij naar Italië komt, wanneer zij baren naam nog niet heeft veran derd; doch is zij reeds gravin Stornheim, dan zou pene ontmoeting mij dubbel pijnlijk zijn; dio man heeft zich aan mij zoo verachtelijk getoond, dat ik zou weigoren oen groet van hem te beantwoor den/' „Voor zooveel ik weet, is do villa alleen gehuurd voor een dame, die slechts door een kamermeisje is begeleid, en zij noemt zich barones Ella von Liebon." „Dat is zij I" fluisterdo de prins, die even als Marietta door bet myrten loof verborgen was voor de blikken dor voorbijgangers, en hij wees op een dame, eenvoudig in bet zwart gekleed „zonderling zij kleedt zich andors veel schitterender, zij ziet er niet als een verloofde uit, dio misschien bier denkt Jpare bruijoft to vieren bet schijnt wel; dat zij iq Franco per post 3,00 ;fs ƒ1).0*5. Adverterdiën van één tot vijf regels ƒ0.75 iedere regel meer 015. Groote letters wof dert naar plaatsruimte berekend. Art. 18. Elk die volgens Art. 15 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoq by Burgemeester, en Wethouders aan te geven, tusschen don iston en den Sisten JANUARI; Bij ongesteldheid, afwezigheid, of ontstentenis is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doeg van die aangifte verplicht. We zijn in Januari, in do eerste week van de eerste maand van een nieuw jaar. Dg nieuwjaarsdag ligt alweer achter ons en behoort den rouw is." „Hoe schoon is zij!" fluisterde Mariotta, die voop een poos den prins van ter zijde aanzag. „Ah uw hart klopt toch sneller, prins wat deert u Marietta had redenen, zich over het uiterlijk van den prins to verwonderen. Ella was reeds voorbij ep hij staarde nog altijd voor zich uit; hij scheep vergeten te hebben, dat Mariette naast bom stond. „Dat is zonderlingfluisterde hij. „Ziet gij diep man daar achter dien olijfboom, h;j spreekt met een commissionnair -*• dat is Sternheim. Zijne verloofd^ gaat alleen, hij schijnt te wachten, tot zij verdwonop is, alsof hij haar iu het geheim volgt. „De man heeft geen gunstig gelaat. Gij schijnt toch zeer voel belang in dat paar te stellen!" De toon waarop de gravin dit zeide, verried jaloerschhoid. Do prins ontwaakte uit eou droom. „Gij hebt gelijk," zeide hij, „het gaat mij eigenlijk niots aan, maar wat ik daar zie, is bovreemdend, en wanneer de barones Lieben misschien tegen dien mensch beschermd moest worden, dan zou het mjj eeno voldoening zijn, haar die bescherming te mogep verleenon. Mariette, ik herhaal het u in dit oogenbflk, ik zal nummer eene andere vrouw liefhebbon dan gij maar ik zou geen uur langer in Laveuo vertoeven, wanneer ik niet mocht hopen, u er van fo kunnen overtuigen, dat ik alleen.om uwentwille blijf, en dat gij mij niet van laagheden naoogt verdenken. Marietta had een der rozen, die zij eenige minuten van te voron over zijn hoofd bad gestrooid, wodor aan hare borst gestoken, nu nam zij die mot bevondo band en bood ze hem aan. „Daar hebt gij," zeide zij, terwijl een hoogo blos haar gelaat bedekte, „wat gij vorlangdot." Hjj breiddo do armen uit en zij vorzotte zich niet Uwer, toen hij haar zegevierend aan zijn borst trok. In de groote duitsebe bladen, die den prins in den laatsten tijd in handen waron gekomen, had omtrent let voorval in het hotel „den Kroonprins" in Berljjp alleen gestaan, dat de poging tot zelfmoord van den lieer v. I. vermoedelijk een gerechtelijk onderzoek na zich zou slepen; de naam was niet voluit geschreven en prins Emil, die in Laveno door andere gedachten werd in beslag genonieu, had niet op dit bericht gelet, on evenmin als hij kon graaf Erminio Cannero, die, gelijk de prins te recht giste, onderzoek had gedaan naar den aanbiddor van zijn zuster, vers imeden, wat toch de barones Lieben aauloiding haj gegeven, Berlijn to verlaten. Wordt vtmfyd,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 1