DONDERDAG
N i e I w s-
Landbouwblad.
28 JANUARI.
Ao 1886.
J. WINKEL,
30slc Jaargang.
ALGliMEEiV
ADVE R T E N T I E
Gemeente Scha gen.
Bekendmakingen.
Eerst© TCennisgeving.
Nationale Militie.
FRIKSCH BiOlD.
#1 innenlandsch Nieaws.
vii im
SCIIASE
A M T,
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Adoertcntiën in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
De Voorzitter van den Raad der Gemeente
Schagen, gelet op het 2de lid van art: 7 der
wet, regelende het kiesrecht., noodigt de inwo
ners dezer gemeente uit, om, zoo zij behalve
in deze gemeente, ook elders in de Directe be
lastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór 15
Februari 1886, door overlegging van de bij de
wet gevorderde bewijsmiddelen te doen blijken.
Schagen den 19 Januari 1886.
De Voorzitter voorneemd,
G. langenberg.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Schagen,
Brengen, ter voldoening aan het tweede ge-
deelte van Art, 28 der Wet op de Nationale
Militie van den 19den Augustus 1861 (Staats
blad No. 72.), voor de Eerste maal ter kennisse
van de belanghebbenden, dat de loting van de
in 1885 voor de Nationale Militie ingeschrevenen,
overeenkomstig de ontvangene aanschrijving van
van A. Lütetsburg.
.4.)
De avond was gevallen en nog altjjd had do boerin
Fentje Anna, de opkamer niet weder vorlaton. Zij
zat voor de geopende eikenhouten kast en rondom
haar lag een chaos van fjjn linnengoed on ook geheelo
rollen lijnwaad, die in het huis zelve vorvaardigd waren.
Deze schat van linnen was Fontjo Anna's trots, ovon-
als die roods de vreugdo van moeder on van ovor-
groolmooder was geweest. De fijn bewerkte tulen
tusschenzetsels had zij zelvo op de lange winteravonden
gehaakt, en zij ging anders zoo voorzichtig mot dit
goed om, dat haar zooveel moeite had gekost. Heden
echter lag alles door elkander, en daarnaast de met
zilver beslagen huisbijbel, het gozangenboek met do
gouden hoeken en het gouden slot, ook grootmoeders
zwart zijden tasch mot do r.waron, kostbaren beugel
van godogen zilver. Fentje Anna's handen hielden
/een verkreukeld papier vast, dat zij wedor van don
grond had opgenomen, en do olielamp aan don wand
boscheen haar doodsbleek gelaat.
Zij las cp herlas, het kon daar niet staan en
ioch, de lettors weken niet. Zwart op wit had zij nu
voor oogon; volgens recht en wet hoorde Schrijvers
plaats aan "Willem van den Buitendijk.
En zij, wat was zij dan?
Haar berst bewoog zich ongeregeld en gejaagd op
•On neder; een smartelijk zuchten kwam over do
bleeko lippen. Jlet stuk papier was aau hare
handen ontvallen, en zij had de handen tegen hare
Blapen gedrukt. Haar arm hoofd dreigde te berston.
Heere God, in den Hemel"Wa3 het dan toch
mogelijk
Fentje Anna zat toen langen tijd stil. De groote
staartklok ,deed onafgebroken baar krachtig tiktak,
tiktak hooron. Daarnaast, in de in den muur aange
brachte kast, waar het meel bewaard werd, piepten
oen paar muizen, en eens spatte do kous der olielamp
knetterend een paar vonken uit. Dat was alles, wat
oe diepe stilte verbrak.
"Wanneer ik het maar had geweten 1" klonk hot
eindelijk uit Fontjo Anna's mond.
UITGEVER: -
TE SOMAGEN,
Laan, Wijk D, No. 5.
PcijsJpcr jaar ƒ3.Franco per post 8.60
Afzonderlijke nummers f 0.05,
Advertenhën van één tot vijf regels ƒ0.75
iedere regel meer 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
Zijne Excellentie den Heer Commissaris dezer
Provincie, dato 2 Januari 1886 No, 8/s M.S.,
zal plaats hebben op den 17en Februari a. s.
des voormiddags ten 9J/S ure, ten Raadhuize
dezer gemeente en worden zij, welke daaraan moe
ten deelnemen, gelast, om op den bepaalden tijd
aldaar, tot dat einde aanwezig te zijn, of, bij
verhindering, zich aldaar door hun vader, moeder
of voogd te doen vertegenwoordigen.
Alsmede dat, overeenkomstig Art, 34 van
gemelde Wet, dadelijk na dc trekking van hel
J\ummerde redenen van vrijstellingwelke
de Ingeschrevene inocht hebbenmoeten worden
opgegeven,
Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen
erlangen wegens broeder dienst of op grond van te
zijn eenu/e wettige zoon, zal hij op Vrijdag den
lüen Februari des voormiddags ton 10 ure, in
het Gemeentehuis moeten verschijnen, vergezeld
van twee bij den Burgemeester bekende en
ter goedor naam 011 faam staande ingezetenen,
die de vereischte getuigenis kunnen afleggen
en het aldaar op te maken getuigschrift onder
teekenen, Wanneer hij aanspraak maakt op
vrijstelling wegens broederdienst, zal hij mede
voorzien moeten zijn van zijne gcboorteacte
en van de geboorte-acten van al zijne nog in
leven zijnde broeders, alsmede van do zakboek
jes of paspoorten van gediend hebbende broe
ders.
Bij overlegging van laatstgenoemde stukken
zullen door den Burgemeester bij don Noniman-
Ja, wanneer zjj het had gowoton, dan zou er veel
anders zijn geworden. In Willem bedroog zij zich
geheel en al. Niet hij was de gedulde gewoost, maar zij,
Fentje Anna Schrijver, die zich zoo hoog boven hem
in stand waande. En zij had hem willon vernederen,
omdat hij het gewaagd had, ziph lo verzetten tegen
hare heerschzucht!
Zoo was zy opgygrooid, en in dezelfde mate als zij
een wild, trots kind was geweest, werd zij ook
een hoogmoedig meisje maar schoon, Velo vrijers
waren er gekomen, om haar te werven, maar zy had
allen onverschillig afgowezenzy was niet van zins,
den eerste den boste met haar gold to nemen.
Doch Willem had niet to vergoefs vele jaren ge.
leefd in do nabijheid van dit meisje dat zoo geheel
anders was dan al do anderen, Fentje Anna's ge
broken zag hy geenszins over hot hoofd, maar toch
had hij niet kunnen zeggen, hoo zy anders moest
zyn, zonder to verliezen van hetgeen haar in ziju
oogen bekoorlijk maakto. Zy was zeer hoogmoodig
maar alleen tegen diegenen, tegen wie zjj het wilde
zijn 5 zij deed zich hoerschzijchtig voor, wanneer
"Willem haar had trachten to plagen, en dat was
niet zelden voorgekomen, De armen en noodlijdende
daarentegen kondon van Fentje Anna niet het min
ste kwaad hooren, want op baar plaats vonden zij
ten allen tijde milde handen en oen bereidwillig oor
voor hunno klachten.
Niet lang dan ook verborg Willem zijne genogen-
hoid, al sprak hy tot haar ook goen woord van liefdo.
Hij trachtte haar aangonaam to zijn en zocht eiken
strijd mot haar uit don weg te gaan. Vanaf dien tijd
werd zij tegen hom nog grilliger, tot eiudclijk deze
schijn-vrede weder teneinde was,
Fontjo Anna werd wild bij de godaohte, dat WilJom
zoovor zijno afteer, dio hjj voor haar gevoeld had,
van het eerste oogenblik, dat hij cp don hof kwam,
kou verbergen. Hij was niet beter dan da anderen.
Schryver's plaats jachtte opk liera toe, Zooura ochter
deze gedachte in haar was levendig geworden, verliet
deze haar ook niet meor, Met argwanenden blik sloeg
zij hem gade in al zijn doen en laton, en dan zag zy moer,
dan zij zien wilde, IIij zocht zich by baar vador
onontbeerlijk te maken; hij nam don schijn aan alsof
hij de beste, oubaatzuchtigste mensoh ter wereld
was, bij was daarbij nog vlijtig en werkte rusteloos
van den vroegen morgen tot den laten avond. Diens
volgens verwonderdo hot haar niets, toen het testament
geopend werd, en zy daaruit de bepalingen vernam,
die haar vader had gouomcu. Bctor had Willem van
dant van het korps waarbij zijne broeders dienen
of gediend hebben, worden aangevraagd de be--
wijzen van werkelijken dienst of een uittreksel
uit het Stamboek.
Schagen, don 22en Januari 1886,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G, LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS,
Schagen 27 Januari 1886.
Gisteren, Dinsdagavond, gaf de heer W,
TIart, directeur van het Noord- en Zuid- Ilol-
landsch Tooneelgezelschap, alhier in het locaal
van het Noord-Iloll. Koffiehuis, met zijn gezel
schap eene tooneelvoorstelling, met de opvoering
van de //Koerier van Lyon," of //de noodlot
tige gelijkenis", historisch drama in 5 bedrijven
naar het Fransch van Gérondin en De la
Court. Het stuk zelve behoort nog tot don
ouden stijl, doch mag genoemd worden een
degelijk, kiesch stuk te zijn en maakt daardoor
reeds een gunstige onderscheiding boven zoo
vele drama's van den nienweren tijd.
De opvoering zelve overtrof verre onzo ver
wachting, en met geen mogelijkheid kunnen
wij anders zeggen, dan dat de uitvoering
uitstekend geslaagd is.
don Buitendijk hot immers voor zich niot kunnen
verlangen
In het eerste oogonblik was do toorn in al zijn
kracht in haar ontstoken; zij wildo hom niet huwen.
Harentwege mocht hy hooron, dat zij eer oen dienst
maagd dan zyno vrouw wildo worden, en dut zij
nimmer op Schryver's plaats wildo blijven.
By ieder ander zou Fontjo Anna haar plan hebbon
weten door te drijven, doch tegenover Willem was
dat anders. Zij zag zyn groote, slanke gestalte, zijn
schoon gelaat met do goedige oogen, dio somtijds
half tartend, half toeder op haar rustton, voor zich,
on zy bekende zich zelve, dat hy eon man was, dien
het rijksto meisje ook gaarne zou willon hebben.
Wanneer het nu maar niet juist Willem was geweest
Nu kreeg hy toch zijn zin. Haar vader had hot
zoo gewild, en ten slotte bloef het toch gelijk, of zij
Willem huwde of een ander; zoo bleef alles in orde,
en zij vervulde don laatsten wenscb van den over
ledene. ïrots haro tweo en twintig jaren had zij nog
nooit liefgehad; wat kou haar dus or nog van terug
houden, Willem's vrouw to wordon Braaf en recht
schapen als hij was, dat moesten zulfs zyno bemjdor
erkenneD, on dan wilde zy het bestuur in hauden
houden, en hem niot verbergen, dat zy hem beschouwde
als een verachtolijkon erfeuisjager.
En hoo geheel anders was het nu uitgekomen?
Hij de meester on zij
„Gij hadt mij moeten laton loopen," zeide zjj, En
hij had daarop geantwoord
„Dat zou hot beste geweest ziju, en wanneer ik
mijn zin gehad had, dan zou dit ongeluk ook wel
nooit gebeurd zijn."
Dat ongeluk! Voor hem was hot dus eon ongeluk,
dat zij zijn vrouw was geworden. Deze gedachte
bracht hot koude zweet haar op het voorhoofd. Hij joeg
haar uit hare knielendo houding op. Mot don voet
Stiet zij do fijne hoofdkussons weg, en hot was haar,
als deed die gcdachto haar stikken. Wie zou haar
vroeger gezegd hebbon, dat het voor oon man een
ongeluk was, Fontjo Anna Schrijver to huwen.
Wanneer do tijd niet to kort was geweest, Willem
zou or zich wel voor behoed hebben, haar mede in
den koop to nemen. Zij moest er onwillokourig on
ophoudelijk aan denkou on hare vuisten halden zich
in machteloozo woede. Wat moest zij doen? Wat
beginnen?
Zij schoof het venster opde koperon stift aan
het blank geschuurde kettinkje kon zij met haar
sterk bevende hand r.iet op dc rechte plaats in het