1 Zandstrooien bij gladheid der Straten. zonder dat zulks vóóraf door ai van wege hem, Burgemeester, behoeft te worden gelast, ter breedte van minstens een halven Meter, met zand te be strooien, en bestrooid te houden zoolang de gladheid zulks vordert. Niet naleving dezer bepaling is strafbaar met eene boete van f 3. Schagen, 5 Februari 1886. De Burgemeester voorn. G. LANGENBERG. Wordt Vervolgd. Binnenlandsch Nieuws. Schagen 10 Februari. Hebben wij nog kort geleden verklaard, dat hier in onze gemeente de kunst op mu zikaal gebied sterk werd beoefend, opnieuw ontvingen wij hiervan een bewijs, op Zondag avond 11., toen onze Harmoniekapel haar bui tengewoon Concert gaf. En inderdaad, het programma beloofde bij uitstek veel kunstge not. Dat de kapel zich zeer verdienstelijk van haar taak kweet, zal wel niet behoeven ge zegd te worden; immers onder de leiding van den heer Rügers, heeft zij het thans zoover gebracht, dat wij niet anders van haar ver wachten. Bij elk Concert der Harmonie kunnen wij duidelijk merken dat zij sterker wordt en in het juiste uitroeren der stukken steeds meer en meer vorderingen maakt. Zelfs be ginnen enkelen der leden zich op verdienstelijke wijze te onderscheiden, getuigen de solo voor piston, in het „Standoliën" van Schubert, voorgedragen door den heer J. Roggeveen Wz. en de solo voor piccolo uit, „lm grünen Walde" (concert-polka) van den directeur L. E. Rügers, voorgedragen door het nog jeugdige lid J. Roggeveen Lz. Dat de Harmoniekapel er naar streeft zich op Muzikaal gebied zooveel mogelijk te be kwamen, getuigde dezen avond vooral het tweede gedeelte van het programma, onder de rubriek „Strijkmuziek". Door eenige leden der harmonie was namenlijk voor eenige weken geleden, besloten, een strijkorkest te vormen en zich daarin te bekwamen onder de leiding van haren ijverigen en bekwamen directeur; en door dit strijkorkest in vereeniging met enkele blaasinstrumenten werden dan ook als eerstelingen een viertal nummers ten gehoore gebracht, die ruimschoots de proef konden doorstaan niet alleen, maar waarvan o. a. de ouverture „Le Chevalier Breton" van A. Her- mann op zelfs zeer verdienstelijke wijze werd ten gehoore gebracht. Over deze nieuwe poging om edel kunst genot te verschaffen, kunnen èn Directeur èn dilettanten ten overvloede tevreden zijn. Gaf dus de harmoniekapel met eigen krach ten reeds veel te genieten, het kunstgenot van dezen avond werd nog verhoogd, door het op treden van twee solisten, namenlijk: de heer F. IJantzsch, solovioloncellist, en de heer Blok ker, Hobo-solist, beiden van het corps der Kon. NTed. .Marine te Helder. De heer F. Ilantzsch, gaf „het Allegro en Andante uit het eerste Violoncel-concert," en eene „Ballade", beido gecomponeerd door Golterman, welke beide nummers op gevoel volle en kunstvaardige wijze werden voorge dragen, en met recht door het publiek met daverend applaus werden begroet. Niet min der lof oogstte do heer Blokker in met zijn solo „Romance voor Hobo, van Kosleck", en dat beide heeren zich hier ter plaatste bij gelegenheid nog eens zullen doen liooren, is voorzeker de wensch van het publiek, dat het genot mocht smaken, hen te hooren. Tot ons genoegen zagen wij, dat ditmaal de opkomst van het publiek op dit concert vrij talrijk was, en wij hopen voor onze kapel, dat dit het sein moge zijn voor anderen, die', alhoewel lid zijnde, toch door hunne afwezig heid schitterden, om den arbeid en het prij zenswaardig streven der kapel te waardeeren, door in de eerste plaats hare inderdaad genot volle concerten getrouw te bezoeken. Aan den gisteren alhier gehouden Bil- jardwedstrijd, in het koffiehuis de Beurs, van den heer W. Roggeveen Cz. namen tien zeer ervaren spelers deel en werd er dan ook niet warmte en inspanning van alle krachten ge- streden. Door de spelers werd het spel vastgesteld op 100 carambols. Deprijs werd behaald door den heer J. Peetoom, van St. Maarten, tegen den heer J. Heddes, alhier, die hierdoor de premie won. Dat de Kampstrijd nog al hevig was blijkt zeker wel hieruit, dat op het laatst van den strijd de beide spelers stonden met 98 tegenover 97 carambols. Door den Kerkeraad der Hervormde Gemeente alhier, zijn tot Huismeester en -meesteres van het Oude Mannen en Vrouwen huis alhier, benoemd: de heer D. Vader en Echtgenoote. Eene dienstmaagd te kapelle heeft door een speldeprik haar vinger verloren. Toen zij zich met een speld geprikt had, veegde zij het bloed met een lapje rood flanel af. Het schijnt dat dit lapje arsenicum bevatte, want de vinger is daarna zoo hevig ontstoken dat hij afgezet moest worden. Men bericht ad. „VI. Ct." dat de arbeider Simon Kwak te Heenvliet, wiens jeugdige vrouw op den 9en Januari vermoord werd, tengevolge daarvan in staat van waanzin verkeert. Buitenlandsch Nieuws. De heer James Bryce is onder-secreta ris van Staat bij het departement van buiten- landsche zaken, de heer Wadehouse tot onder secretaris van Staat bij het departement van koloniën, de heer Collings tot secretaris van de „Board of Locaal Goevernement," en de heer Heneagu tot kanselier van het hertog dom Lancester benoemd. Volgens een door „Daly News" medegedeeld gerucht zou lord Granville geheim zegel-bewaarder worden. Groote wanordelijkheden hebben eer gisteren te Londen plaats gehad, na aflossp van een bijeenkomst van werkeloozen op het Trafalgai'-plein. Door den Sociaal-Democra- tischen Bond waren allen, die zonder werk zijn, opgeroepen om in den namiddag op het genoemde plein te verschijnen, waaraan min stens tien duizend personen gehoor hebben gegeven. Een aantal socialistische redenaars voerden het woord, die allen de noodzakelijk heid betoogden van onmiddelijke maatregelen om de werkeloozen in hunne ellende te helpen. Natuurlijk moest het kapitaal het weder ont gelden en de sprekers deden niet minder dan de werklieden tot eene sociale revolutie aan te sporen. Een der sprekers ging zelfs zoover, dat hij een rood vaandel ontplooide, en een dringend beroep op de werklieden deed om den Bond te volgen, die hun het sein zon geven tot een aanval op de westelijke wijken van Londen, voor het geval de regering geen hulpmiddel mocht vinden om in den nood te voorzien. Van drie verschillende spreekgestoelten werd de menigte tegelijk toegesproken. Niet te verwonderen was het dan ook, dat na het hooren van zulk eene opruiende taal, de menigte bij het verlaten van het plein verre van kal® was. Zij trok door de voornaamste straten van het West-End, wierp in het voorbijgaan de glazen der clubgebouwen en der winkels is roofde verschillende artikelen, welke in laatst' genoemde waren uitgestald, hielden rijtuigen en voetgangers tegen en ontnam aan deze laatste» alle voorwerpen van waarde. In de richting van Trafalgal-square naar Hydepark is bijna geen ruit heel gebleven en uit de winkelkasten werden allerhande voorwerpen als schuiers, flessche», doozen, laarzen ciiz- gestolen om de glazen der opvolgende woning611 er mede in te werpen. De politie, die versterking had gekregen slaagde na veel moeite er in de orde te her stellen. Vele personen zijn in hechtenis genomen Onder het opschrift van „de vooroude® van Parnell" maakt iemand in de „Pall Ma"- den stamboom der familie Famoll openbaar-^0 schrijver voegt er bij, dat het misschien een vol doening voor Parnell's politieke tcgenstande® zal zijn, wanneer zij zien, dat twoo dor voor vaders van Faruell het leven op het schavot he"' Hij die bij de Zeemacht, bij het leger hier te lande of bij het krijgsvolk in 's Rijks Overzeesche Bezittingen heeft gediend, wordt niet als Vrij williger bij de Militie toegelaten, tenzij hij bij het verlaten van den dienst, behalve een Bewijs van Ontslag van den Bevelhebber onder wien hij laatstelijk heeft gediend, een Getuigschrift hebbe ontvangen, inhoudende, dat hij zich go- durende zijn diensttijd goed heeft gediagen. Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn Veertigste Jaar volbracht is, als Vrijwilliger bij de Militie worden toegelaten. Schagen, den oen Februari 1886. Burgemeester en Wethouders voorn. G. LANGEN BEïtG, Burgemeester. DENIJS, Secretaris. T)e Burgemeester van Sta!sagfen.ontw*ard hebbende, dat vele ingezetenen, wat aangaat het bovenstaande, niet aan hunne verplichtingen voldoen, brengt in herinnering, dat, ingevolge art: 75 van het Politiereglemcnt dier gemeente, elk ingezetene verplicht is, bij gladheid der straten, door ijzel, sneeuw of vorst, de straat vóór en terzijde van zijne woning, oi van het door hem gebruikte pand, De Burgemeester der gemeente Schagen; Gelet op de circulaire van den Heer Com missaris des Konings in deze provincie dd. 2 Januari 1886, No. 8/g M.S., 4e Afd. (verz: No. 1), waarin, met betrekking tot de aanstaande loting voor de Nationale Militie, onder meer voorkomt het volgende: vurig naar, baar gemoed te ontlasten. Zij hield niets voor vrouw Ililkewine verborgen; wat deze niet vroeg ver telde zij vrijwillig, tot zij niets meer wist mede te deelen. Toen zij baar verhaal geëindigd had, ontstond er eene lange pauze. Foutje Anna trachtte nu in vrouw Hilke- wine's oogen te lozen, wat zij er van dacht, doch de lamp brandde duister, en de oude vrouw hield hare oogen naar don grond gericht. Maar eensklaps richtte zij haar hoofd op en het gelaat der oude vrouw stond plechtig. Ja,4 zeide zij toen op een toon vol hoon en innige vorachting, zooals Fentje Anna het nog nooit in haar leven had gehoord, „met voorname gedachten zijt gij altijd opgestaan en naar bed gegaan; anders kan men van u niet verwachten, dat is zeker. Maar hier is het niet meer te doen om voorname gedachten; doch in uw hoofd kan het niet meer in orde zijn. In plaats van uw God te danken, dat Willem onver standig genoeg geweest is, u uit genade en barm hartigheid aan te nemen, verzet gij u tegen hemen loopt van hem weg. Maar weet gij wel, wat dat beteekent? Gij zijt arm, wanneor Willem u niet vrijwillig geeft." „Maar ik wil geen geschenken hebben. Juist omdat hij mij uit genade en barmhartigheid bij zich heeft willen houden, ben ik heengegaan. Ik ben arm, maar ik ben toch het kind van mijn vader, en behoef mij niet dpor een ander te laten voeden." Fentje Anna's jijelaat glooide van verontwaardiging, terwijl zij deze woorden sprak. Maar de oude vrouw lachte op hare honende wijze, ofschoon haar dorre, door den arbeid vereelte handen sidderden en de bouten leuning van haar stoel omklemd hielden. „Maar door mij wilt gij u wel laten voeden," voegde zij baar op bitsen toon toe. De jonge boerin was nu doodsbleek, het werd haar groen on geel voor de oogen, maar zij verloor toch niet haar bewustzijn. „Neen, petemoei ook van u niet," zcide zij bedaard. „Hebt gij werk voor mij, dan blijt ik; hebt gij dit niet, welnu, een enkelen nacht zult gij toch wel uw eenige bloedverwante willen herbergen." Vrouw Hilkewine bromde nog iets in zich zelve, maar bedwong zich toch. Geld wilde Fentje Anna zonder twijfel niet van haar hebben, en daarmede was haar toorn voor een groot gedeelte ontwapend. „Mijnentwege," zeide zij toon luid, „ik denk, dat gij u nog wel zult bezinnen. Vooreerst kunt gij blijven, en mij helpen spinnen; tot nieuwjaar hebben wij volop werk." Vrouw Hilkewine nam daarop do tang, en pookte bet vuur op. Het water begon spoedig luider te zingen, en weinige oogenblikken later, sprong het bruisend en sissend in het vuur, terwijl petemoei koffieboonen maalde. Daar overigens de ondervinding lieeft geleerd, dat vele lotelingen zich, op den "dag der loting schuldig maken aan het "misbruik van sterken drank, zoo verzoek "ik de Burgemeesters om al de hen ten "dienste staande middelen to bezigen om "dit misbruik zooveel mogelijk tegen te „gaan". Herinnert aan de geldboeten en gevangenis straffen, waarmede bij de artt. 21 en 22 der drankwet worden bedreigd, zij die zich in kennelijken staat van dronkenschap op den openbaren weg bevinden, in dion staat het openbaar verkeer belemmeren, de orde verstoren, of eens anders veiligheid bedreigen. Brengt ter algemeene kennisse, dat door hem, Burgemeester, met den meesten nadruk aan het verzoek van den Heer Commissaris voornoemd, gevolg zal worden gegeven, en mitsdien gedurende den dag der loting alhier, de voornoemde wetsbepalingen, ten strengste zullen worden toegepast. Wordende ten slotte nog aan de tappers en anderen in herinnering gebracht, de strafbepa lingen dierzelfde wet, op het verstrekken van •sterken drank, aan personen, kennelijk reeds verkeerende in beschonken toestand. Schagen, den 9en Februari 1886. De Burgemeester voornoemd, G. LANGENBERG.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 2