zoadag wmmmi a i e L W S- 14 februari. Ao 1SSG. 30 ste JanrsanS- J. WINKEL, Jf£ 1039. Algemeen Advertentie- Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens- \m foff' en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's ?ff middags 12 ure, worden Advertentiën in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Gemeente Scha gen. Bekendmakingen. ëel qk jtuui r De Burgemeester der gemeente Schagen; Golet op de circulaire van den Heer Com missaris des Konings in deze provincie dd. 2 Januari 1886, No. M.S., 4e Afd. (verz: No. 1), waarin, met betrekking tot de aanstaande loting voor de Nationale Militie, onder meer voorkomt het volgende: „Daar overigens de ondervinding heeft „geleerd, dat vele lotelingen zich, op den „dag der loting schuldig maken aan het „misbruik van sterken drank, zoo verzoek „ik de Burgemeesters om al de hen ten „dienste staande middelen te bezigen om „dit misbruik zooveel mogelijk tegen te „gaan". Herinnert aan de geldboeten en gevangenis straffen, waarmede bij de artt. 21 en 22 der drankwet worden bedreigd, zij die zich in kennelijken staat van dronkenschap op den openbaren weg bevinden, in dien staat het openbaar verkeer belemmeren, de orde verstoren, of eens anders veiligheid bedreigen. Brengt ter algemeene kennisse, dat door hom, Burgemeester, met den meesten nadruk aan het verzoek van den Heer Commissaris voornoemd, gevolg zal worden gegeven, en mitsdien gedurende den dag der loting alhier, de voornoemde wetsbepalingen, ten strengste 9) van A. Lütetsburg. cq Z'J h'oel. Petemoei werd door de jicht geplaagd Landbouwblad. UITGEVER: TE SCHAGEN", Laan, "Wijk D, No. 5. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60 Afzonderlijke nummers f 0.05. zullen worden toegepast. Wordende ten slotte nog aan de tappers en anderen in herinnering gebracht, de strafbepa lingen dierzelfde wet, op het verstrekken van sterken drank, aan personen, kennelijk reeds verkeerende in beschonken toestand. Schagen, den 9en Februari 1886. De Burgemeester voornoemd, G. LANGEN BERG. Jacht en Visscherij. De Burgemeester der gemeente Schagen Brengt ter kennis van belanghebbenden, het navolgende De Commissaris des Konings in Noord- Holland, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten van 27 Januari 1886, No. 27 Gelet op art: 11 der wet van 13 Juni 1857, (Staatsblad No. 87) Brengt ter kennis van belanghebbenden 1. dat de jacht op eenden in deze pro vincie zal worden gesloten met 28 Februari e. k.; 2. dat de jacht op ander waterwild zal worden gesloten met 15 April e. k.; 3. dat het welspel van kwartelen met steekgaren of vliegnet zal mogen worden uit geoefend van 1 Mei tot 15 Juli e. k.; 4. dat de kooilieden, met uitzondering van die ii> de gemeente Texel, op wie deze be paling niet van toepassing is, hunne kooieenden opgesloten of gehokt moeten houden van het tijdstip der sluiting van de jacht op eenden too 1 Mei 1886; 5. dat de visscherij met uitzondering van die met den hengel in de hand, van die met aalkorven, aaldobbers en palingfuiken, van die met het schepnet of de gebbe om kleine viscbjes te vangen voor de aaldobbers, en van die op snoek in de gemeente Texel, zal worden ge sloten van 1 April tot 1 Juni e. k. En zal deze in het Provinciaal Blad worden geplaatst en voorts in elke gemeente der provincie Noord-Holland worden aangeplakt. Haarlem, den lsten Februari 1886. De Commissaris des Konings voornoemd, (Get:) SCHORER. Schagen, den 12en Februari 1886. De Burgemeester voornoemd, G. LANGENBERG. Burgemeester en Wethouders van Schagen; Gezien eene Missieve van den Heer Adriaun Willem Gezellen, gedateerd Zaltbommel 6 Februari 1886, waarbij deze als concessionaris voor de gasverlichting in de gemeente Schagen, aan den Raad dier gemeente mededeelt, dat van af zeven Mei 1886, door hem te Schagen geen gas gefabriceerd of geleverd zal worden Gezien de concessie voor de gasverlichting in deze gemeente vastgesteld bij acte van den zevenden Mei 1866; Overwegende dat deze mededeeling van den concessionaris Adriaan Willem Gezellen, in volkomen strijd is met den inhoud der gezegde acte die zijne verplichtingen regelt: Wordt Vervolgd. Minuut Ingezonden stukken één dag vroeger. a iol dei 8 i fiiisciT¥töiih Fentje Anna zat intusschen in droevige gedachten verzonken, achter de tafel; het was haar bang te moede. Niet dat zij een beteren oatvangst verwacht lel ba|f> maar de woorden der oude vrouw haddeu indruk op haar gemaakt; zonder twijfel bevatten zij veel waarheid. Zij k< ek er naar, hoe vrouw Hilkewine den tinnen koffiepot en de blauwgebloemde kopjes van Dresdensch porcelein op tafel zette, en brood on boter, ook een stuk kaas daarbij plaatste; maar zij bewoog zich niet, om de oude vrouw iu hare bedrjj- 5j vigheid bij te staan. Zij bibberde van koude, want T l/T Sleeding was vochtig, en in de ongezellige I-a6 n r.der oude vrouwi heerschte eene strenge Koude. Derhalve was Fentjo Anna blijde, toen vrouw «URewine haar om negen uur zeide, dat zij nu naar hli jj° ?aan'.. ^aar 'anger opblijven, niets anders ui i e, dan licht en vuur onnoodig te verbranden, fni !i°UW "hkewine wees baar de oude achterkeuken vun*5-88 'aat8 aan. Hier, waar sedert een lange reeks D°j 8e'ucht, noch gestookt was, vond haar 1 u* ,ucht D0g onverdragelijkcr; het werd dicnon r^i enauw<h Toch zonk zij spoedig in een me{j 8 aaP' .waaruit zij eerst ontwaakte, toen de Vrnn n-8||,n ^6B 8'a' aau bet wurh waren- dien „aWht .e*,D® was n°g niot opgestaan. Zij bad der n> >L 8 geslapen, zooals zij zeide, tengevolge *er<u r°tplnJ'' Wolke Ter8ehijning harer nicht had eeluir, T, j scheen nog prikkelbaarder, nog slechter 1 *ÏÏ£a da" dea yorigen avond, en de jonge boerin H den J Zl;' nlet heter gedaan had, bij vreem- Staa11 0-ü men te zoeken. I 0P3taan T -eZeD dag niet me6r Tan haar legerstede I voor n lge verschijnselen van koorts deden zich La' u m°est Fentje Anna wel blijven. I Ker8tt?,7^ Vfcr''epeu do herfstdagen en naderde de I At»na had *aren moeielijko dagen, die Fentje l hardvochr oorwors'elen met de altijd ontevredene, tge petemoei. Fentje Anna, het bevelen en COURANT, Advertentiën van één tot vijf regels f 0.75 iedere regel meer 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. heerschen gewoon, moest zich nu laten bevelen en wel is waar op een wijze, dio haar ten zeerste moest beleedigen. Overal meende de zieko verkwisting, zelfs diefstal te bespeuren; ieder dubbeltje, dat zij moest uitgeven, wekte haar toorn op, en Fentje Anna durfde, met hot oog op het pijnlijke, zware lijden der oude vrouw, niet tegenspreken. Maar zij leed er niet weinig onder, boe kalm zij zich ook uiterlijk voordeed. Reeds na weinige weken was in haar de bloeiende, krachtige jonge vrouw niet meer te herkennen, en menigen morgen was het grove linnen van haar hoofdkussen van tranen doorweekt. Fentje Anna weende niet om een goluk, dat zij verloren bad, maar dat zij van zich gestooten had. Nog in het laatste uur van het afscheid, had haar het woord op de tong gezweefd „Laat mij blijven, ik kan niet van n gaan." Zij had het niet uitgespro ken, nlhoowel zij wist, dat hij haar bemind had. Ja, hij had haar op zekeren dag bemind, daaraan viel niet meer te twijfelen. Uit liefde had hij haar genomen en niet uit eigenbolang. En zij Het bloed steeg naar hare wangen, wanneer zij er ook alleen maar aan dacht, hoe zij hem had miskend en beleedigd. Wanneer zij het goed had kuDnen maken 1 Doch daartoe was het nu te laat. Ja, wanneer zij nog de rijke erfgename was geweest 1 Dan had zij bem om vergiffenis kunnen smeken. Kersttijd kwam. Fentje Anna was in de kerk geweest, en de preek, die daar was gehouden, was baar tot diep in het hart doorgedrongen. Zij had bit terlijk moeten weenen, weenen over hare eigene onhartelijkheid. Ach, zij wilde wel vergeven, en ver geten, hare vijanden lieihebben, maar zij kon nimmer vergiffenis vinden. Wanneer Willem maar gekomen ware. Eenmaal deed deze gedachte haar trillen, maar zij durfdo die niet verder vervolgen. Hij had in al dien tijd geen woord van zich doen hooren. Toch kon zij zich van deze beschouwing niet losmaken. Yrouw Hilkewine lag in haar bed te jammeren. De meiden had zij baar kerstgeschenk in geld gegeven; zij wisten zeiven het beste, wat zij noodig hadden aan Fentje Anna had zij niet eens gedacht. Ik wil slapen," zeide vrouw Hilkewine, nadat zij hare nicht nog bad gezegd, dat het rookvleescb te lang iu den rook had gehaugen en nu cigeulijk niet meer te gebruiken was. „Denk aan mijAlles, wat gij in uw leven heb misdaan, moet gij eenmaal boeten. Morgen zal ik zelve opstaan en alles nazien." „Goeden nacht I" zeide Fentje Anna alleen en niet eens op onvrieudelijkeu toon. Zij had zich ook wel dadelijk te bed willen begeven, maar bet was nog zoo vroeg, en hare gedachten ontroof den haar den slaap. Zulk een kerstfeest had zij nog nooit beleefd. Op Schrijver's plaats had men altijd op buitengewone wijze den kersttijd gevierd, en ieder verheugde zich dan over den kerstboom, die jaarlijksch naar de beste krachten werd behangen en wiens lichten zoovele van gelukstralendo kindergezichten had beschenen, dia anders in dio uren wel bezorgd en ernstig zouden gekeken hebben. Fentje Anna buide zich in een wollen doek, want zjj bibberde van koude. Daar buiten lag de sneeuw hoog en kraakte onder eiken tred en aan den onbe- wolkten blauwen hemel fonkelden de sterren in ongekende pracht, zooals dat alleeu voorvalt in heldere, vriezende winternachten. Daarbuiten heerschte doodsche stil e, en ook in huis was do grootste rust. Zoo stoorde Diets hare gedachten. Hoe zou Willem wel den avond doorbrengen Zij wist op die vraag geen antwoord Ie gaven. Brandden heden de kerslboomkaarsen op Schrijver's plaats, evenals in vorige jaren, of was ook daar het feest stil en kalm verstreken De zekerheid, dat dit laatste het geval was geweest, zou haar in deze bange uren gelukkig gemaakt hebben. Laat legde zij zich ter ruste neder, doch zij had nog niet lang geslapen, toen zij weder gewekt werd. Vrouw Hilkewine'8 toestand was sedert eenige dagon werkelijk verergerd. In dezen nacht was zjj oubomerkt opgestaan, misschien in de kcorts, en bad door het huis een wandeling gemaakt. Zjj was voor het bed der meiden gekomen en had haar bevolen op te staan. De ontstelde meiden deden dit, doch bemerkten spoedig, dat de boerin niet bij baar verstand was. Toch waagden zjj het niet, zich te verzetten, maar wek ten FeDtje Anna, aan wie het gelukte, de oude vrouw iu het bed te brengen. Nog in den nacht werd de doctor gehaald, en deze verheelde voor Fentje Anna niet, dat de oude vrouw haar einde Daby was.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 1