Algemeen L A SI El B O U W 15 L D. 18 FEBRUARI. FRIiSCH BÜOBD. Sösie Jaargang. ADVE RTESTIE- j\lEl W S- J. WINKEL, Jacht en Visscherij. Ao 1886. TE SOHAGEN, Laak, Wijk D, No. 5. HE Gemeente Scha gen. Bekendmakingen. De Burgemeester der gemeente Schagen Brengt ter kennis van belanghebbenden, het navolgende De Commissaris des Konings in Noord- H o 11 and, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten van 27 Januari 1886, No. 27 Gelet op art: 11 der wet van 13 Juni 1857, (Staatsblad No. 87) Brengt ter kennis van belanghebbenden 1. dat de jacht op eenden in deze pro vincie zal worden gesloten met 28 Februari e. k.; 2. dat de jacht op ander waterwild zal worden gesloten met 15 April e. k.; 3. dat het weispel van kwartel en met steekgaren of vliegnet zal mogen worden uit geoefend van 1 Mei tot 15 Juli e. k.; 4. dat de kooilieden, met uitzondering van die in de gemeente Texel, op wie deze be paling niet van toepassing is, hunne kooieenden opgesloten of gehokt moeten houden van het tijdstip der sluiting van de jacht op eenden tot 1 Mei 1886; 5. dat de visscherij met uitzondering van die met den hengel in de hand, van die met aalkorven, aaldobbers en palingfuiken, van die met het schepnet of de gebbe om kleine vischjes te vangen voor de aaldobbers, en van die §p snoek in de gemeente Texel, zal worden ge sloten van 1 April tot 1 Juni e. k. En zal deze in het Provinciaal Blad worden geplaatst en voorts in elke gemeente der provincie Noord-Holland worden aangeplakt. Haarlem, den lsten Februari 1886. De Commissaris des Konings voornoemd, (GetSC LI ORE R. Schagen, den 12en Februari 1886. De Burgemee ter voornoemd, G. LANGENBERG. Binnenlandsch Nieuws. ra Wordt Vervolgd. Jlo fïJGO. SCHAGER T. Dit blad verschijnt tweemaal per week Wioens dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertenliën in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. UITGEVER: van A. Lütetsburg. 10) - Tegen don middag opende vrouw Hilkewine liare oogen. Zij zag hare nicht met eenen vertoornden blik aan. „Fentje Anna, zendt om den notaris Bender mijn testamenthet moet veranderd worden. Maar dadelijk Fentje Anna waagde hot niet, tegen te sproken. Zj haastte zich, den knecht het bevel over te brengen. Deze was op de deel bezig met hooi af te werpen. Hij was dadelijk bereid, en terwijl hij een ander wambuis aantrok, haalde de jonge boerin een paard uit den stal. Juist op het oogenblik toen zij buiten kwam, kwam er een ruiter regelrecht op het huis aanrijden. „Hoor, mijn Heiland Dirkriep Fenfjo Anna uit. „Is er een ongeluk gebeurd „O, vrouw, oen ongeluk wel juist niet, maar sodert gij weg zjt, gebeurt er ook niet veel goed's meer." Tegelijk was de knecht van het paard gesprongen, „Hoe meent gj dat vroeg Fontje Anna bevreesd. „Ja, wat weet ik het Ik kan het zoo niet zeggen, maar overal mist men u. Men moet wel denken, dat gij de zege mede hebt genomen." „O!" zeido do boorin afwerend. „Waarom zjt gij gekomen, Dirk?" Do knoclit nam zijn muts van hot hoofd, on haalde cr een brief uit te voorschijn. II j lachtto goheimzinnig, terwijl hij Fontjo Anna het schrijven overhandigdo en zejde Schagen, 17 Februari 1SS6. De lang verbeide openbare vergadering der rederijkerskamer „Docendo Discimus" adder, aangekondigd tegen 16 Februari des avonds 8 uur, in het lokaal van den heer Kos te houden, is alweder verstreken. Lang verbeid was die avond, daar er reeds in het begin van Januari bekend was geworden, dat de heer van Maurik zou optreden, Justus van Maurik, als schrijver zeker bij ieder onzer welbekend en welbemind. Vele malen had men reeds moeite gedaan den heer van Maurik hier te doen optreden, doch telken reize, was er „een kink in den kabel" gekomen, tot eindelijk de kamer D. 1). er in mocht slagen de besliste toezegging van den lieer van Maurik te ontvangen. Aan hen, die misschien niet kunnen begrijpen waardoor D. D. zoo gelukkig mocht zijn, willen wij hier wel een klein geheim toe fluisteren, namenlijkDe heer J. v. Maurik is wat men noemt de petevader van D. I). Ook uit do omliggende plaatsen waren, onder begunstiging van een prachtigen winter avond, zeer talrijke toehoorders opgekomen, om deze vergadering bij te wonen. Op het bepaalde uur trad dan Ook de heer Justus van Maurik voor de eivolle zaal op en vergastte de toehoorders op de voordracht van I/Grootvader'' een novelle, door hem zeiven „Ik donk, dat onzen boer de tijd te lang valt. Hij weet niet eens, dat hij een jonge vrouw heeft, on en neem liet mij niet kwalijk, vrouw, maar mij dunkt, gj waart bij uwen man noodiger dan hier". Do boorin waagde het niet don knecht aan to zien. Bovend on met kloppend harte nam zij den brief aan. Wat bracht die haar? IrituSschon verscheen nu de groots knecht van peteraooi en nam Fentje Anna de tengels uit de hand. „Binnen anderhalf uur bon ik weder terug, vrouw", zeide bj onder het wogrjden. „Brong het paard in den stal, Dirk," zeido Fontje Anna, terwijl zj op den hals van het dier klopte. „Kom dan méde in do keuken, daar kunt gj een glas warm bier krjgen. Het zie t er hier niet goed uit, moei Hilkewine ligt op sterven." Zj ging den knecht voor en gaf in de keukon bevel, Dirk to verzorgon. Daarna keerde zj naar do oudo vrouw terug, alhoewel een geheime macht haar aandreef den brief te lezen. Deze was van Willem wat had hij te schrijven Do zieke lag. roerloos on met gesloten oogen. Do boerin boog zich over haar heen, want het scheen haar toe, dat er geen adem moer in kon zijn. Maar zj leetde nog; de adem kwam rochelend uit de borst. Fentje Anna dacht er aan den brief later te lezen," maar het kwellend ongeduld haar's harte liet zich niet langor bedwingen, zelfs niet in het aangezicht dos doods. Met bevende hand verbrak zj het schrijven. Dat was niet Willem's schrift, dat zj zag; alken het adres bad lij geschreven. Heldere, duidoljjko lettors kreeg zij te zien, de eone evengroot als de ander. Do boerin las. In het eerste oogoublilt was het haar geweest als draaiden de letters in do rondte, maar zij wist zich toch to bedwingen. Fentje Anna was van oogonblik tot oogenblik blcekor gewordon. Nu zonk haar arm machteloos Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.CO Afzonderlijke nummers f 0.05. Adoertenüën van één tot vijf regels f 0.75 iedere regel meer f 0.15. Groote letters vrop den naar plaatsruimte berekend. geschreven. Daarna gaf spreker eene beschou" wing ten beste over de verschillende wijzen van voord ra gen. Weet de heer v. Maurik in zijne novellen de harten te treffen en den lezer door humor een gullen lach af te dwingen, niet minder heeft hij zich bij allen, die hem gisterenavond mochten hooren, bevriend en bemind gemaakt door zijne overweldigende en bezielende voor» dracht. Dat de heer v. Maurik ook geen onverdien stelijk dichter is, bewezen een viertal door hem gemaakte versjes, blakende van geest en schalksheid, welke spr. nog als toegift voor droeg. Voorzeker is het ieders wensch dat de heer Justus van Maurik, die voor de eerste maal hier optrad, het niet bij deze eene keer moge laten. Op de vergadering van den „Deutschen Verein te Schagen en Omstreken", gehouden te Noord» Schanvnude, den 13en Febr. jl., word door don voorzitter medodeoling gedaan van een ontvangen schrijven van don Geheimraad Zijner Majesteit den Duitschen Keizer en Koning v. Pruissen, v.Bismarck, in antwoord op den door genoemden Deutschen Verein aan Z. M. den Duitschen Keizer gezonden golukwensch op den 2sn Januari 1886. Aan de missieve, waarbij de Geheimraad verklaart, dat hem is opgedragen den Deutschen Yeroin to Schagen en Omstreken den allerhoogsten dank van Z. M. don Keizer en Koning te brengen, is toegevoegd de volgende afkondiging; Afschrift, Geheim Civiel Kabinet Zr. Majesteit don Duit schen Keizer en Koning van Pruissen, „Toen ik in .Januari 1861, door Gods genade daartoe „geroepen, den troon mijner Voorvaderen besteeg, „durfde ik op den toen reeds door mij bereikten lioogon „leeftijd, naar menscheljjke berekening, nauwelijks „hopen, dat mij nog eene langdurig© rogeering mocht „worden gegeven. Heden mag ik, in vereeniging mot „mijne gemalin, terugblikken op eone reeks van '25 „jaren, waarin het mij vergund is geworden onder „vreugde- en liedvolle ervaringen, mijne moeiolijko, nedereen gekreun ontwrong zich aan haar borst, „Wat scheelt er aan, Fentje?" vroeg eensklaps petemoei, die zich opgericht had ia haar bed. „Van waar hebt gij dat schrijven?" „Van hem, van liet gerecht". „Van Willem „Heden over vier weken wordt do zaak behandeld", Nu was bet er uithare stem klonk hard on dor, „Gij licht hot immers niet anders gewild. Wat zult gij nu beginnen „Wat weet ik hot? De lieve God zal wel verder helpen „Zoo vroeg do oude bits, nog dezelfde als in do gezonde dagen. „Meent gij, dat die niets meer te doen heeft, dan zich om lieden van uw soort to bekommeren Dat sterft en kwijnt wog, maar buigt zich niet." Fentje Anna wilde nog zeggen, dat zij diep genoeg vernederd was, maar in hetzelfde oogenblik zag zij de zieke hare oogen verdraaien, en voor zij nog kou toespringen, was dezo reeds achterover gevallen en had haar laatstcn adem uitgeblazen. Vrouw Hilkewiqo was dood, en toen do notaris kwam, kon hij alleen met een medolijdenden blik op do jongo bloedverwante der gestorvene, verklaren, dat cr reeds een testamont gemaakt was. Nadat er een paar uren verstreken on de eerste noodwendige maatregelen genomen waren, kwam Dirk om van do boerin afscheid te nemen. „Zoo," zeido hij, „nu hebt gij uw plicht gedaan en kunt gij binnen ceu paar dagen terugkceron. „Moet ik nog iets bestollen „Niets, voor zoover ik weet," antwoordde do boerin, maar een liooge gloed overtoog haar gelaat. „Gjj weet immers, hoo liet er hier uitziet."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 1