XXIX.
Binnenlandsch Nieuws.
Snee 11 w.
Slot.
In December 1S36 werd een huis, waarin
twaalt kinderen bij elkander waren, door eene
lawine aangegrepen, voortgeschoven en bedekt
zonder dat een der kinderen omkwam ter
no<* zelfs de uit een ander huis toesnellende
ouders van hun schrik bekomen waren kwamen
de kleinen welgemoed uit de sneeuw te voor
schijn. Dikwijls gebeurt het dat menschen uren
lan"r onder de sneeuw blijven liggen. Allen,
die°dit ondervonden hebben verklaren, dat zij
elk woord dat door de zoekende tot hen ge
sproken werd, duidelijk konden verstaan, tei-
wijl daarentegen ook daar, waar zij eene groote
vrije ruimte rondom zich hadden, hun angst-
geschrei nooit tot de ooren der om hun giaf
staande menschen kon doordringen. W at deze
menschen dan wel moesten gevoelen, wanneer
zij hoorden, dat zij, die naar hun zochten, de
hoop begonnen op te geven, en voornemens
waren, terug te keeren, daarvan kunnen zelfs
diegenen, welke het ijzingwekkend verhaal
zeiven aanhoorden, zich nauwelijks een denk
beeld vormen, maar we kunnen ons toch
voorstellen, dat zulke ongelukkige menschen
bijna krankzinnig moeten worden, wanneer
zij voor zich zeiven overtuigd zijn, dat hunne
redders zoo nabij zijn en ze zich toch niet in de
mogelijkheid bevinden, om eenig teeken te
geven, waardoor men hen op 't spoor kan
koinen. Dat is in waarheid duizend dooden
sterven!
De groote en daarbij op geregelde tijden
heerschende gevaren, waarmede de sneeuw in
bergachtige landen het leven der menschen,
hunne woningen en kudden bedreigt, moeten
natuurlijk de menschen tot het daarstellen van
middelen genoopt hebben, waardoor men de
dreigende gevaren zooveel mogelijk voorkomt.
De natuurlijkste en eenvoudigste raad zou
ongetwijfeld zijn, om zich en zijne eigendommen
niet aan zulken gevaren bloot te stellen, en
daarom geene woningen noch stallen te bouwen
in de nabijheid van zulke plekken, die door
hunne ligging gewoonlijk aan lawinen zijn
blootgesteld en verder, om ook in dien om
trek geene wegen aan te leggen. Dit is even
wel niet altijd mogelijk, vooral niet met het
aanleggen van wegen, want daar deze moeten
dienen, om twee of meer plaatsen te vereenigen
heeft men zeer dikwijls geen keus en moet
het er dan op gewaagd worden.
Behalve dit zijn op sommige plaatsen de
lawinen ontstaan lang nadat de woningen ge
bouwd waren, en dan valt het den landman,
die als 't( ware met haar is opgegroeid, dik
wijls zeer moeielijk, om zijne woning te ont
ruimen en tegen eene andere te verruilen1,
Wij, Nederlanders, zien dat in ons eigen land.
Wanneer men nagaat, hoe menig malen de
menschen, die aan onze groote rivieren wonen,
aan overstrooming en ijsgang zijn blootgesteld,
en hoe die menschen, niet tegenstaande die
gevaren en al worden hunne woningen ver
nield, ze toch weer opbouwen en er toch weer
gaan wonen, dan kunnen wij zeer goed be
grijpen, dat ook die menschen, gehecht aan
hunnen geboortegrond, en als vertrouwd met
de hen omringende gevaren, na elke vernieling
met een nieuw vertrouwen hunne tenten daar
wederom opslaan. Maar even als de Neder
landers door kunstig aangelegde dijken hunnen
erfvijand bestrijden, zoo trachten ook de be
woners dier bergstreken door kunstig uitge
dachte hulpmiddelen het kwaad zoo veel
mogelijk te keeren.
Wat de gebouwen aangaat, zoo bestaat het
eenige hulpmiddel tegen de lawine in eenen
sterken steenen of aarden muur, die'aan de
smalle, «aar den berg toegekeerde zijde van
tdak, de hoogte van den nok bereikt, en de
lawine eenen scherpen hoek toekeert Tegen
dezen muur wordt zij verbrijzeld, en rolt dan,
verzwakt en verdeeld, langs de beide zijden
der woning naar beneden, hoewel ze er ook som
wijlen over heen springt: Te Davos is de
beschut t°U^A ei'C door Zlldc eenen muur
beschutte S Antoine steunen de meeste huizen
met^ardp b nSlngen' die grotendeels
_iet aaide bedekt en met gras begroeid ziin.
sommige stallen heeft men door eenen sneeuw-
muur omgeven, die door het met water begieten
en den daarop volgenden vorst eene aanmer
kelijke vastheid verkrijgen.
De straten worden, wanneer men dek
maar eenigermate kan bestrijden, dooi z
genaamde galerijen of overdekte gangen tegen
de iawinen beschermd. Zij bestaan of int steenen,
met vensters voorziene gewelven, of uit hou
op steenen voetstukken rustende daken, en
worden zoodanig tegen de helling van den
berg gebouwd, dat het eveneens schuins al-
loopende dak aan de lawine geen weerstand
bl Dit middel werd het eerst door de Oosten-
rijksche straatleggers op den Stelvio in prak-
tijkgebracht en daarna zijn ze ook op den
Sint-Bernardino en den Spliigen gemaakt.
Op verscheidene andere wegen in die streken
kan dit middel door de groote kosten niet
aangewend worden, tewijl daarenboven de
plaatselijke gesteldheid het niet altijd toelaat.
Om echter het reizen door de diepe sneeuw
zooveel mogelijk gemakkelijk te maken, en de
menschen met hunne goederen eene schuil
plaats te verschaffen, heeft men op die wegen
huizen opgericht, in welke men zijn toevlucht
kan nemen, terwijl er dagelijks eon aantal
werklieden op den weg zijn, om de baan open
te houden of reizigers hulp te verschaffen.
Ook heeft men op den St Bernard en op meer
anderen, ten einde gevaarlijke plaatsen te ver
mijden, de winterbaan in eene van den hoofd
weg afwijkende richting gemaakt.
Zoo weet de mensch het hoofd te bieden
aan de hem bedreigende machten en krachten
der natuur, en waar de kunst hem niet meer
kan beschermen, geeft zijn verstand hem de
noodige maatregelen van voorzichtigheid aan
de hand. Men weet, dat op de wegen, die
aan lawinen zijn bloot gesteld, het gevaar, na
verschgevallen sneeuw in elk geval zoolang
duurt, ais de nieuwe sneeuw zich aan de dunne
takken der dennen vasthoudt, hetwelk somtijds
eenige uren, somtijds twee dagen duurt. Bij
zachte sneeuw is het reizen bij den nacht
meestal veel veiliger en geschikter dan bij
dag. De uren voor 't aanbreken van den dag
zijn de geschiktste en zoo heeft men nog eene
menigte van voorzorgsmaatregelen.
Hiermede nemen we afscheid van de sneeuw,
die ons waarlijk deze winter niet vergeten heeft.
Deutichem. P. v. d. Velde Mz.
Schagen, 27 Februari.
Het golfje vliet, het windje waait;
De zon en maan gaan op en neer;
Ja, 'k hoor, de heele wereld draait,
Is er dan niets bestendigs meer?
Vast, veel bestendigs is er nietl
Maar iets toch staat onwrikbaar pal
Hoe 't windje waait, hoe 't golfje vliet,
Hoe ook de wereld draaien zal.
En luide roept in ieders hart,
Al houdt men zich ook willens doof
„Dat, wat des levens wiss'ling tart,
Is kloeke Moed en vast Geloof"—
Dr. J. P. HEI JE.
Onwillekeurig kwam ons bovenbedoeld
gedichtje van den bekenden dichter Heije, in
gedachte, toen wij hedenmorgen ons nederzetten,
om onze lezers verslag te doen van den gisteren
avond alhier in het Noord-Hollandsch Koffie
huis gehouden tweede of laatste Volksvoordracht
in dit seizoen, en bij ons rees de gedachte
op: ja, er is nog iets bestendigs, namenlijk,
het goede, dat uit eenige bespreking of han
deling voortvloeit.
Onbestendig is het genot, dat wij gisteren
avond mochten smaken, bestendig de verede
lende invloed, al is het ook in oogenschij 111ijk
nog zoo geringe mate, die de Volksvoordracht
van gisterenavond moet hebben op de toe
hoorders.
W ij schrijven met opzet, oogenschijnlijk nog
zoo geringe mate, omdat wij niet den schijn
op ons willen laden, als zouden wij, als ijverige
voorstanders van dergelijke Volksvergaderingen
door overdreven loftuitingen en aanprijzingen
deze zaak willen opdringen aan hen, die nog
niet doordrongen zijn van het nut van zulke
V oiksvergadenngen.
Dat de Volksvoordracht, zooals die gisteren
avond door de flinke en degelijke samenwer-
-ïng van eigen krachten, eenen gunstigen indruk
moet hebben gemaakt op het volk en bij hem
ook eenen goeden naklank moet hebben, zijn
wij zoo vrij als eene waarheid aan te nemen
Bovendien ïshetmeteen zelf voldoeningoT.vend
bewustzijn, dat door den verstrekten finantiëlen
steun van velen onzer medeburgers, aanjouze be
hoeftige plaatsgenooten, die zich onmogelijk de
weelde kunnen veroorloven tegen betaling van
entree door het bijwonen van een muziek-of een
tooneeluitvocring, zich ook kunstgenot te Vcr.
schaffen, een paar malen in het wintergetij^
scnaneu, i i nterSetijde
de gelegenheid wordt aangeboden benevens iets
goeds ook iets aangenaams tekunnen gemeten
Een Volksvoordracht blijft zich uit den aard
der zaak bewegen op maatschappelijk gebied
en zii die nu eenmaal aan alle openbare
vermaken den dood hebben toegezworen,
zullen zeer waarschijnlijk ovei het nut ervan
hunne schouders ophalen, doch degenen, di0
leven met hunne medemcnschcn, zullen, c.unkt
ons het houden van Volksvoordrachten be
schouwen uit het ware oogpunt: om nanien.
lijk onder gezellig samenzijn door het houden
van een nuttige en aangename lezing bene.
vens het verstrekken van verschillend kunst,
genot, bij onze minder gegoede burgers den n
druk der dagelijkschc zorgen voor eenige uren te e
verbannen en hen eenige oogenblikkcr. genoege.
lijko ontspanning te verschaffen. g
Wij hopen dan ook van harte dat ook het 3
bestaan der comraisiie van volksvoordrachten
alhier, bestendig moge blijven en bij
volgend jaar, degenen, die thans nog om c
betrekkelijk zeer vage bezwaren, hunne onder. -
steuning weigerden, een kleine gift zullen
willen afzonderen, om het der commissie
mogelijk te maken op den ingeslagen weg
voort te kunnen gaan.
Het programma van gisteren avond nog
eens overlezende, komen wij onwillekeurig
tot de erkentenis, dat wij in lang niet voor
de Volksvoordrachten zulk een flink program-
ma hebben gehad.
Nu, het liep der commissie in dit geval
dan ook nu eens flink mede, en een wooril
van hartelijken dank aan hen, die gisteren-
avond hunne medewerking zoo welwillend
verleenden, is voorzeker ten volle verdiend.
De keer Jb. Denijs Jz. wist dan ook door
zijne zoowel aangename als nuttige lezing over(
eenige spreekwoorden, in den mond van liet,
volk gebruikelijk, zijne hoorders uitstekend te-
boeien en bewees, dat al is zijn jarental ook J
toegenomen, zijn geest daarentegen nog de-
frischheid der jeugd bezit.
Dat deze vergadering zoo uitstekend slaagde
is voor een groot deel mede te danken aan
onze Harmoniekapel, die als altijd
trouw op haar post was en door de flinke i
uitvoering van eenige opgewekte en schoone
muzieknummers de vergadering in eon *ck
prettige en gepaste stemming bracht. Vooral
maakte het een eigenaardigen indruk toen bij
de Potpourri naar Volkswijzen, de geheels
vergadering de bekende melodiën medezong.
Het was toen inderdaad een aardig schouw
spel al die opgeruimde gezichten te zien van'
hen, die de verschillende melodiën, w. b. o. a,
ten slotte ons geliefd volkslied Wien Neerland»,
bloed", met geestdrift medezongen.
Ook de Rederijkerskamer D. D. maakte
zich tegenover hare hoorders zeer verdienstelijk
door de opvoering van het zeer aardii
blijspel „De Gunning."
Ten slotte vermelden wij hier nog, dat de
jongejuffrouw T. Vader, welke een allerliefst
nummer pianomuziek ten beste gaf, en de
jongeheeren J. Roggeveen Lz. II. llaven en
P. Groot Jz. welke een flink trio voor viool
en piano voordroegen, zich uitstekend t«i
hunne taak kweten, waarvoor hen dan ooi
ten volle de dank der Commissie en van bol
publiek toekomt.
Met de hoop dat het bestaan der Cornniii'
sie van Volksvoordrachten en de belangstelling,
hierin van het publiek, „bestendig"
blijven niet alleen, maar dat de laatste mogs;
toenemen, besluiten wij dit, ons verslag.
i
De tweede tooneelvoorstelling in ds«'
winter, ten behoeve van een Sint- Nicoli"'
fonds voor kinderen van minvermogenden,1(1
Barsingerhorn, is gehouden op Woensdag ij'
niinder dan bij vorige gelegenheden,
de dames en heeren werkende leden van
gezelschap, ondersteuning gevonden ter b®'f
king van hun doel, zoowel bij hen, door
bemiddeling de nog al talrijke benoodig^8
den voor het tooneel bijeengebracht Kon®''
worden, als bij het ruime bezoek. De °P?8
voerde stukken waren: „8. of Z." van
Maurik, en „de Bloedzuigers" van A. Ru'js,c
Het voornemen bestaat, om Maandag
len Maart, in de Kolfbaan van den
Groen, nogeens dezelfde stukken op te vocrei
en daarbij vrijen toegang te verlcencn
minvermogenden.
In den nacht tuSschen Woensdag
Donderdag j, j8 door eejl6 nog onbo*e11