r;'J, J- 18?e ,v.'"ouw hard ziek, maar ze
hebben er letterlijk mets in huis, geen vuur
en geen eten." -
Su riT rsloue
Binnenlnndsch Nieuws.
Gemengd Nieuws
Zelfs het luiden der doodsklok, dat Mmber
over de vlakte klinkt, stoort de jeugd met in
het vermaak, tenzij misschien een enkele even
omrijdt om den stoet te zien.
Die stoet is eenvoudig genoeg. Baar wordt
eene oude vrouw begraven, die misschien den
geheelen winter reeds gebrek en koude leedt,
alleen als ze woonde en te trotsch als ze was,
^Toch^feUegenstaande dat alles had ze „den
bode" wekelijksch betaald en waren hare
bloedverwanten in staat haar fatsoenlijk
begraven. Zij ruste in vrede.
Zóó is het buiten.
Hoe geheel anders is t weer gesteld in
de woning van den landman C., die op een
kleinen afstand van 't dorp woont. Daar houdt
juist een rijtuig stil, en met den persoon die
daar uittreedt, willen wij zoo vrij zijn, even
binnen te stappen.
Aangename binnenkomst, als men zoo uit
den barren Noordoostenwind in het achter
eind komt, achter de koeien.
De man met wien wij binnenkomen, slaat
dan ook direct de kraag van de goedgevoer-
de overjas naar omlaag, kijkt even rond om
zich aan het half duister te gewennen, en
zegt dan tot een paar arbeiders, die bezig zr/n
op hun r/emaJc stroobanden te maken: „Zoo
kan jelui 't hebben?" hetgeen beantwoord
wordt met een //ja, Dokter, dat Kal wel
gaan."
Docter gaat intusschen binnen. Daar zit de
landman zelve met de pijp in den mond,
in den rug van zijnen stoel, met buurman D.,
die eens is komen overloopen, de waarschijn
lijkheid van vorst of dooi en tevens de nood
zakelijkheid te bespreken, om, als de gelegón-
heid gunstig wordt, met kracht den arbeid op
het land aan te vatten.
„Goeden morgen," zegt Dokter. „Allen wel
Ik zal even bij de vrouw kijken."
Hij gaat naar de bedstede. Daar ligt moe
der in bed van haar vierde. Wat ligt ze daar
warm en heerlijk verzorgd. Docter voelt haar
den pols; alles goed. „'t Gaat best; houdt je ge
mak maar, en eet maar,1 goed, dan ben je
gauw klaar."
Nu, daaraan zal 't niet mankeeren. Eten is
er in overvloed en personeel genoeg om 't
huishouden enz. bij te houden. Werkelijk, wat
voor zoovele vrouwen een tijd van last en ver
driet is, hier is het kraambed midden in den
winter een genot. En voor de kinderen, wat
een pret hebben ze; ze brachten al stapels
leege doozen naar den koekbakker terug en
nog steeds komt er meer.
Daar is alles weelde
Hoe geheel anders is 't in de woning, die
dokter daarna binnenkomt. Daarzitdehuisvader
in den hoek, met de beide beenen op een stoof
en een boezelaar voor, bij de tafel, boontjes te
pellen, die als 't voorjaar komt, voor zaaisoort
moeten dienen. Drie kinderen met de pet op
en een das om, maar evenwel nog wit van de
kou, zitten om de tafel en zoeken er de slech
ten uil.
Doch hier gaat de dokter na korten groet
naar de bedstede. Ook hier is de vrouw on
gesteld. Hij beschouwt haar een oogenblik,
voelt den pols en zegt het hoofdschuddende
„je bent er wêer uit geweest."
„Och dokter," steunt de arme. „Ik moet toch
wel, ik kan toch de boel niet zoo laten in de
war loopen
„Ja" zegt dokter, „maar (tegen den echtge
noot) ze moet er toch in blijven hoor en ze
moet wat hebben te eten ook, zóó kan 't niet."
Intusschen ziet hij eens rond en ontdekt
noch in den haard, noch ergens anders, een
schijn van vuur. „Heb jelui het eten al op?"
„Neen, dokter", is 't antwoord. „Zoo ik zag
geen vuur in den haard, of kook jelui vandaan1
niet?"
„Ja, ziet u," zegtde werkman verlegen, „Jaap
en Kees zijn er op uit om wat brandstof
btj een te zoeken, en als die terug komen,
zullen we deze boonen kooken."
„Die boontjes? „Ja ziet u, altijd de slech
ten, de besten moeten bewaard blijven voor
de zaai."
„Zoo", zegt dokter. Hij gaat. Hij laat ech
ter door zijn knecht bij den landman C. een
briefje afgeven van den volgenden inhoud
Juist als dat briefje binnengebracht en voor
gelezen wordt houdt de moeder haar pasge-
orene 111 de handen, beschouwt die met trots
en gevoelt zich zoo innig gelukkig in de ge
dachte, dat het aan niets onbreekt. Zij i^00
gC,ToenSZij den inhoud van het Mofje «no-
men had riep zij haren man tot zien,e
fluisterde: „C. zal je zorgen, dat zediaa.g
wat krijgen (met een traan in het ooB) j
zijn zoo erq gelukkig en daar
„Ja, wijf," zegt C, geeft haar een hartelijke
kus en gaat om het noodige te bestellen.
De tweede opvoering van „S of Z te
Barsingerhorn heeft met goed gevolg p aats
gehad op Maandagavond. Het puoliek bestond
ditmaal uit eene groote menigte geintroduceer-
den, die zich gewoonlijk om verschillende
redenen allerlei genot ontzeggen.
Door de vriendelijkheid van een der toe
hoorders werd men nog in de gelegenheid
gesteld ter afwisseling een aardig stukje piano
muziek te hooren.
Jongstleden Dinsdagnamiddag werd van
wege de IJsclub te Barsingerhorn een wed
strijd gehouden in het prikken op het ijs.
De prijzen bestonden in eetwaren. Van een
20tal der deelnemers werden de hoogste prijzen
behaald door H. Prosper, en een zoon van
de Wed. Koning.
Als eene kleine illustratie van den be-
staanden en toenemenden strijd tegen knoeie
rijen in den boterhandel, deelt het „L D.
het volgende medeOnder de boter, die Zater
dag morgen aan de markt te Leiden ten verkoop
aanwezig was, kwamen voor een paar vaatjes,
gevuld met kunstboter. Ze werden aan
geboden door een persoon, geheel als land
bouwer gekleed, en waren geplaatst midden
tusschen de andere ter markt gebrachte vaatjes.
De toeleg om dit kunstproduct voor natuur
boter, te verkoopen, werd tijdig ontdekt en
gaf aanleiding tot een opgewekt standje, dat
ten gevolge had dat de verkooper met zijne
waar ijlings het hazenpad koos.
Te Valom (Friesland) hebben twee grijs
aards, 91 en 85 jaar oud, tegen elkander om
't hardst op schaatsen gareden. Na een vinnigen
strijd, waaronder óón kamprit, gelukte het
den jongsten kampvechter den vierden rit te
winnen, 't Was een lust, om te zien, hoe snel
ze beiden langs de baan reden.
Een echt grappige wedstrijd werd verleden
week te Sloten op het ijs gehouden. De heer
O. was in bezit van een karper en daagde
den heer T. D. (beiden wonen te Haarlemmer
meer) uit om het hardst te rijden. De winner
zou eigenaar van den visch zijn, doch verplicht
wezen een rondje te geven. Na hardnekkigen
strijd bleef T. D. winner. Toen het „rondje"
was gegeven, zou de visch, die in een pijpen-
mand aangevoerd was, uitgepakt worden. Wer
kelijk kwam een karper voor den dag en wel
een ter grootte vaneen decimeter. Overi
gens was de mand met steenen gevuld. Dat
een dergelijke fopperij tot veel vroolijkheid
aanleiding gaf, laat zich begrijpen.
De politie te Roermond heeft zich naar
Helmond begeven, tot onderzoek eener geheim
zinnige zaak. Twee gezinnen aldaar, begon
nen plotseling ie lijden aan keelontsteking,
aandoeningen van het strottenhoofd, zware
buikkrampen en stierven binnen eenige dagen,
op een drietal lijders na, die nog misschien
kunnen behouden blijven. Vreemd mag het
genoemd worden, dat allen, na hot intreden
der ziekteverschijnselen, door den neus spraken
en dat ook de neusvleugels bleken aangetast
te zijn. Een der doctoren bleef aan vergif
tiging denken, en dit schijnt tot het onderzoek
der justitie aanleiding gegeven te hebben. Daar
de begrafenis reeds eenigen tijd geleden is
geschied zal het moeielijk zijn te constateeren,
of er al dan met vergiftiging heeft plaats gehad,
als men hier met een plantaardig gif te doen
heeft. Iwee der lijken, één van een volwassen
persoon en een van een vijf-jarig kind, zijn
te Roermond aangekomen, en zullen in de
lokalen der hoogere burgerschool voorloonig
worden onderzocht.
nr"~(,Te HamburS wordt eene zonderling
procedure gevoerd. Peter en Simon Schlomer
batten veekoopers uit Holstein en JuZd'
pee en onlangs, in den spoortrein zittende'
secks-und-sechzig. Schlomer verloor en was boni
over ztju verl.es en maakte de opmerking dat
I i/"L| Wat 'ortuin betrof, zou willen
rmlen. Koch antwoordde dat Schlomer dan een
en zij gaven er elkander de hangop.
Schlomer had de geheele zaak als een
beschouwd, maar Koch vutte die heel ernstig
op en beriep zich op getuigen Naar de
dedicer van Schlomer meedeelde, was het Ver.
ino"en van den eischer van met de
betëekenis, terwijl zijn cl.ent verscheiden honderd
duizenden bezit.
Het Gerechtshof stelde de zaak voorloop;,,
uit, ten einde eerst nog meerdere getuigen
kunnen oproepen.
Tucht bovenal. Toen koning George Van
Griekenland .laatstelijk te St. Petersburg
verhaalde bij de volgende anekdote uit zijn
leven i
Hij was nog geen achttien jaar oud, diende
in de Engelsche marine en was wegens eetl
onbeduidend vergrijp tegen de tucht veroordeeld
eenigen tijd boven in den mast te blij ven zitten.
Terwijl hij daar zoo in de hoogte zat, kreeg
de bevelhebber van Imt schip een telegram.
Toen hij het gelezen had, wendde hij
tot den eersten officier en vroeg, wanneer de
straf van prins George zou zijn afgeloopen?
Over tien minuten, was het antwoord,
Goed, Iaat hem nog zoolang zitten en zeg hem
dan, dat hij hij mij inoet komen.
Nadat de tien minuten waren verloopen, ver
scheen de prinselijke kadet voor den admiraal,
Deze sprak hem aldus aan
lk hoop dat ge u 111 het vervolg niet meer
aan dergelijke wanordelijkheden schuldig iu|t
maken.
De prins beloofde het.
Lees dan dit telegram. Ik wenscb u van harte
geluk.
Het telegram behelsde het bericht, dat het
Grieksclie volk hem tot koning had Verkozen,
Duidelijk bewijs. De in het jaar 1864
overleden, door zijn volk diep betreurde koning
van Beieren, Maximiliaan H, deed gaarne, in je-
wone kleeding en zonder gevolg, groote wande
lingen huiten de poort zijner residentie. Bij
zulk eene wandeling viel het hem op zekeren
dag op, dat een klein huisje, dat reeds langen
tijd ledig gestaan had, sedert zijn laatsten tocht
naar deze streek weer bewoners had gekregen,
In den tuin werkte een krachtige, vriendelijk
uitziende man, en de koning trad, zooals bet
zijne gewoonte was, nader en vroeg, van wa-tr
de nieuwe bewoner kwam, en of de kleine
bezitting zijn eigendom was. Hij ontving de
inlichting, dat Michael Ebner, zoo noemde ziet
de man, met vrouw en kinderen tot nu' toeio
Salzbnrg gewoond had, daar echter in weerwil
van alle moeite en goeden wil niet vooruit
gekomen was- «Daarom hebben wij onze\jjenv'
gepakt," voegde de man er aan toe, «enviyt
naar Beieren getrokken. Hier moet het god
zijn te wezen, en wanneer iemand eene gegronde
klacht hééft, dan gaal hij naar den koning,en
die helpt iemand gaarne, terwijl men ginds niet
eens bij den lieer graaf zijne klachten kon in
diene»." «Zeker, dat doet de koning gaarne," ineen-
de Max lachend, «maarzoo gemakkelijk is hel
toch niet, hij hein te komen, als gij schijnt te
meenen, vriend; er zijn wachten en lakeien ei
kamerheeren," «Och kom, dat weet il
beter", zeide de Salzburger. «men heet
in 'tgeheel niet noodig, naar den konioj
te gaan, die komt zelf bij iemand in huis, wao
neer men er liet minste aan denkt, en zietd'
huishouding aan en helpt, waar nood heerscht;
«Dan hebt gij gelijk," zeide de voornam'
bezoeker, «en het verheugt mij, een braaf mat
te hebben ieeren kennen, die, waarschijnlijl
zijn nieuw vaderland eer aandoet. Ik ben 4
koning, en nu behoede u God Met deze woord»
wilde Max gaan, maar de man hield hem tegw
«Och kom," zijde hij lachend, «gij wilt m
foppen, zulk een koning moet er toch prachtig8
uitzien dan gij." «Het kleed moet het niet
wijzen," meende de koning. «Zie dit geldstii'
en vergelijk
Bij deze woorden stopte hij den SalzW
een goudstuk in de hand. «Welnu, ben ikw
of ben ik liet nietr'" De boer bekeek hel 1"!
stuk op de munt, «Waarachtig het gelijk'"P
u Het is mijnheer de koning I" riep hij. "^r
spoedig Een jonge, aardige vrouw ijl^®1
het tuintje om den hoek, waarop Michael'®!
uitgestrekte vingers op den blijkbaar zich
makenden moBareh wees en riep; «Zieden'11,
daar aan en bewijs he:n den noodigen eed111
het is onze heer koning zelf!" Wil'!;
rno
mij voor den gek houden riep de -
vrouw. «Wat zoude do koning bij 0D y
dat is hem nooit!" „Zoo, fi'j ivil1,,
met gelooven Bewijs dat domme vrouwtj^
koning, bewijs het haar I" Een tweede 6°°?^
ging uit Maximiliaans zak over in de haa
vrouw. «Jezus Maria, hij is liet waarlijk"!
deze terstond, «dat moeten de kinderen o<d
«Jozef, Maria, Anna!» riep zij tl,aDS 1
schelle stem, «komt spoedig!» Weldra vtrSj
nen zij om den hoek, de eene blondkop °,a
ander, maar nog voordat zij hein bere'i,(
had de koning zich uit de voeten gemaakt,®11.'
hij tehuis kwam, was zijn eerste werk de
zijne gemalin, de koddige geschiedenis 'e
teilen, «liet was hoog tijd,» voegde bij
toe, «dat ik heenging, want wanneer Je'n