15 JU AI.
Algemeen
Advertestie-
ZÖADAG
n i i<: L w s-
DWALINGEN DES HARTE.
Ao. 1886.
J WINKEL,
SCHUTTERIJ.
AAN DE KIEZERS,
30ste Jaargang.
L -'4 O B> O li YV L
Laan, Wijk D, No. 5.
Gemeente Schagen.
Bekendmakingen.
Ao 1993.
SCHAKER
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot s
middags 12 ure, worden Advertentiën in het
eerstuilkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
JUI.TJt V KR
TE SC HAGEN".
Pv:-> per jaar f 3.Franco per pos 3.60
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Advertentiën van één tot vijf regels /0./ö
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
Burgemeester en Wethouders der gemeento
Schagen, brengen, naar aanleiding van art. 228,
alinea 2, der wet van den 29en Juni 1851,
(Staatsblad No. 85), aan belanghebbenden in
herinnering, dat alle vorderingen ten laste der
gemeente, zullen moeten ingediend zijn, binnen
zes maanden, volgende op het jaar, waarover
dezelve loopen, en dat, bij gebreke daarvan, die
vorderingen zullen verjaard, en vernietigd zijn.
Wordende dus allen, die nog eenige vordering
ten laste dezer gemeente mochten hebben, over
den jare 1885, uitgenoodigd, die, vóór den 30en
Juni a, s. in te le/eren, ten einde zich daardoor
voor de nietigheid en verjaring er van te vrij
waren.
Schagen, 4 Juni 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
(1. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
Gelet op art11 van het Koninklijk Besluit
van 21 Maart 1828, (Staatsblad No. 6,) en artt
Roman van FRIEDRIOH FRIEDRICH.
I.
2.)
Ebers liep in de enge ruimte opgewonden heen
en weer; hij kende de weinige genegenheid van
den baron van Buschbeck voor zijn zoon. Hij had
de reden daarvan nimmer begrepen. Slechts ééue
verklaring was hem mogelijk.
De baron had Horst nooit begrepen, en zich nooit
tot hem getrokken gevoeld, daar deze in karakter
en wezen, zoo weinig op hem, en zoo geheel op
zijne moeder geleek. Zoolang Horst als kind in het
ouderlijke huis vertoefde, had de baron zich niet
in het minst om hem bekommerd; zijn wild en
losbandig leven had hem daartoe ook weinig
tijd gelaten. Onder de leiding en zorg zijner moe
der was de knaap opgegroeid; van den geestelijke
had hij het eerste onderricht ontvangen, en de
predikantswoning was hem tot een Iweede tehuis
geworden. Hij hield van Ebers, als van een vader,
en de kleine predikant, wien geen zoon geschonken
was, had hem steeds als zijn zoon beschouwd,
cn in het ontvankelijke gemoed van den begaafden
knaap al die kiemen gelegd, die een vader hoopt
en vertrouwt, dat zijn kind eens ten zegen zullen
zijn.
Horst had lust in studie, doch de baron was
daartegen, en had die neiging tot studeeren, als
een dwaasheid belachelijk gemaakt. Hij beschouwde
het als eene vernedering, dat een Buschbeck zich aan
de studie zou wijden, en ook Horst's grootvader, de
overste von Sambow, had zich er tegen verklaard. Hij
had van den knaap, het kind zijner eenige dochter, zoo
innig veel gehouden, en daar hij den militairen stand
met zijn geheele hart was toegedaan, ook den vurigeu
wensch gekoesterd, dat Horst militair zou worden,
en zich bereid verklaard, alle kosten voor den knaap
op zich te nemen. Thekla van Buschbeck en Ebers
hadden den wensch van den overste niet durven
tegenwerken, daar beiden de noodzakelijkheid inzagen,
om Horst zoo spoedig mogelijk aan den invloed
van zijn vader te onttrekken.
Zoo was Horst, nauwelijks veertien jaren oud, op
een kadet ten—school geplaatst, en sedert slechts in
de vacanties naar huis teruggekeerd. En dan nog
bracht hij den ineesten tijd in de stille, vredige
predikantswoning door.
10 en 11 der wet van 11 April 1827, (Staats
blad No. 17);
Brengen ter kennis van belanghebbenden
lo. dat de alpbabetische naamlijst van alle
de binnen deze gemeente voor de Schutterij
ingeschrevenen voor de lichting 1886, vanaf heden
tot en met den 18en Junia. s. ter Secretarie
ter inzage is nedergelegd
2o. dat de loting zal plaats hebben ten Raad-
huize op Zaterdag 19 Juni a. s., des voormiddags
ten 11 ure.
Schagen, 11 Juni 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS,
Indien do verbondene kerkelijke partijen bij
deze verkiezingen eens de zege behaalden? In
dien zij, hier eene zetel winnende door de
flauwheid en moedeloosheid der liberalen, el
ders eene plaats verkrijgende door de karak
terloosheid der conservatieven, ginds door eige
ne? kraclusinspannit waen politiek beleid een
tegenstander verdringende, eens meerderheid
werden? Indien in het parlement van 1886
de partijen elkander eens niet meer in even-
Later was hij officier geworden, en had reeds
menige onderscheiding bekomen, zoowel voor zijn
voorbeeldig gedrag, als voor zijne degelijke kennis,
zoodat ieder hem een schitterende toekomst voorspelde.
Alle kosten voor zijne vorming, had de zeer ver
mogende overste von Sambow gedragen, die hem
ook nu nog op de onbekrompenste wijze onder
steunde.
En dit was het voornamelijk, wat den baron
van Buschbeck ergerde, daar hij zich zeiven daar
door benadeeld beschouwde; het vermogen van
zijn schoonvader moest na diens dood aan zijne
vrouw ten deel vallen en reeds jaren lang had
hij met ongeduld gewacht op het afsterven van den
ouden ziekelijken overste. Hij haatte den vader zij
ner vrouw; herhaaldelijk toch had hij zich in pijn
lijke geldverlegenheid tot hem geweud, doch was
steeds teruggewezen, en nu gaf de overste het geld
met volle handen aan Horst.
De predikant wist dit alles; hij wist ook dat
vooral hierdoor de wrok van den Baron tegen Horst
vermeerderd was, doch hij mocht daarover niet spre
ken: uit genegenheid toch voor Horst wilde hij
alles vermijden, wat in het gemoed van den jongen
man het beeld zijns vaders nog meer zou kunnen
verduisteren.
,/Kom Horst, laten wij maar naar m'n huis gaan,"
sprak hij.
Horst, die in droevige gedachten verzonken had
neergezeten, hief het hoofd op en nooit had zijn
fraai gezicht met de donkere, met een licht waas
bedekte oogen zoo zeer de trekken zijner moeder
weer gegeven als in dit oogenblik, nu zijn wangen
zeer bleek waren, en de uitdrukking van smart op
zijn gelaat zoo zeer aan de stil doch zoo hevig lij
dende trekken van de afgestorvene herinnerden.
„Ik moest naar huis gaan" antwoordde Horst lang
zaam, vermoeid en afgemat omstaande.
„En wilt ge dan Hedwig niet begroeten?" vraagde
Ebers.
//Zeker, zeker" riep Horst en over zijn gezicht
vloog een vrolijke glans. Hedwig, de dochter van
de predikant, was altijd zijne trouwe speelnuote ge
weest; niet slechts vroeger, maar ook later, toen hij
met de vacanties t'liuis was. Hij hing aan haar
met de zelfde innigheid als aan haar vader.
Zij verlieten de sacrisfy. Op liet kerkhof waarlangs
hun weg liep, getuigden nog slechts de hier en
daar verspreidde bloemen en het groei dal heden
iemand ter ruste was gebracht, overigens was alles
wicht zouden houden, maar de kiezers, de
beschermers der volksschool, in de minderheid
zouden gebracht hebben? Wat dan? Zoude
er dan rust zijn in Nederland, zoude dan de
strijd om grondwetsherziening, de strijd om de
openbare school zijn geëindigd? Zoude er dan
werkelijk een tijdperk van vruchtbaren wet-
gevenden arbeid aanbreken, zoude dan de
natie ruimer adem halen, en de ban van
machteloosheid en van moedeloosheid, die thans
op ons drukt, gebroken zijn Wie is er, die
't gelooft? Wie is er, zoo onervaren in de
geschiedenis, zoo blind voor de teekenen des
tijds, zoo ongevoelig voor de lessen van 't
verleden, die niet weet, dat de gezamenlijk
behaalde overwinning voor catholieken en
anti-revolutionairen beiden het begin zou
de zijn van een wilden, woesten strijd om
den buit? Is er iets dat de orthodoxe protes
tant meer verfoeit dan Rome? Gaat in de
kerken, en hoort met welk een afschuw, die
eeuwen van samenleving niet hebben ver
minderd. de orthodoxie spreekt van die. Kerk,
die zij liefst vergelijkt bij de zedelooze vrouw
van Babyion. En omgekeerd, lees de werken
en de bladen der catholieke partij, is er iets
dat haar dieper grieft, dan de scheuring, die
stil, de menschen waren allen naar huis teruggekeerd.
Bij het verlaten van het kerkhof, traden zij onmid-
delijk in deti tuin van den predikant, en hier trof
Horst eeu bakende, aangename gewaarwording. Hier
kende hij eiken boom, elk bloembed. De jaren
schenen hier niet het minste te hebben veranderd
dezelfde herfstbloemen als vroeger; de asters
en balsaminen straalden hem tegen; ginds de
rosmarijn en salie, wier geuren hem zoo sterk waren
bijgebleven. Het kwam hem voor, als een droom
beeld; de weinige jaren hadden in zijn leven zoo
veel verandering gebracht, en het was hem vaak,
alsof hij zelf een geheel andere was geworden.
Dat het de hand van Hedwig was, aan wie de
zorg voor den tuin was toevertrouwd die alles
met overleg zoo hield als het vroeger was, ver
moedde hij niet. Voor haar knoopte zicli aan eiken
kleinen bloemstruik, aan elk bed, aan eiken boom
herinneringen vast, en daarop teerde zij in de vele
stille uren van haar leven. Zij had hare moeder
reeds voor jaren verloren, en sedert dien tijd leefde
zij met liaar vader stil en afgezonderd, aaugewezen
op den engen kring van het huis en dec omlig-
genden tuin.
Bij het naderen van het huis, trad Hedwig, uit
een prieel komende, hen te gemoet. Over haar
lief, bleek gezichtje, mot de groote donkere oogen,
vloog een vluchtige blos, toen zij Horst de hand
reikte. Zij scheen te willen spreken, doch hare
lippen bewogen zich, zonder eenig geleid te geven.
De jonge mau hield hare hand in de zijne.
„Horst, ik kan u niet zeggen, hoe ik deel in uw
verdriet/' sprak zij eindelijk. ,/Ik heb voor jaren
hetzelfde leed doorleefd, maar ik weet ook dat de
tijd het lenigt."
z,U bleef nog uw vader over," riep Horst.
,/Eu blijft ook u mijn vader niet over .J"
voer Hedwig voort. //Hij bemint u als zijn zoon en
wij zijn als broeder en zuster samen opgegroeid.*
„Ja," antwoordde Horst half verstrooid.
De predikant was in huis gegaan. Horst en Hed
wig liepen zwijgend tusschen de bedden vol herfst
bloemen heen en weder. Hoe vaak hadden zij als
kinderen hier zamen gespeeld. Dat waren gelukkige
dagen geweest.
,/Ik vrees dat wij elkaar nu zeldeu zullen ont
moeten" sprak Horst eindelijk.
^Waarom vroeg Hedwig haastig.
y Mij li vader zal niet zeer op mijn bezoek gesteld
zijn: ik vermoed dat hij het. niet wenscht, en hier