Algemeex Advertentie- ZOMG JU 1995 NI E I \Vs- Landbouwblad. 20 JUM. DWALINGEN DES HARTE. K E R I Se Ao. 1886. •>0,s/65 Jaargang. J WINKEL Gemeente Schagen. Bekendmakingen. SCHAGER #U A I Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertenhën in het eerstuilkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. 1 S O E V EII TE SCJrIAGEISr, Laan, Wijk D, No. 5. POLITIE.' w: SI MI T uit eene weide nabij Haringhuizen, op 16 dezer, slsie Examineren, zwart gemerkt op den kop en het linkeroor en onduidelijk met rood aan den hals. Inlichtingen hieromtrent worden verzocht ter Secretarie dezer gemeente. Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen, brengen, naar aanleiding van art. 228, alinea 2, der wet van den 29en Juni 1851, (Staatsblad No. 85), aan belanghebbenden in herinnering, dat alle vorderingen ten laste der gemeente, zullen moeten ingediend zijn, binnen zes maanden, volgende op het jaar, waarover dezelve loopen, en dat, bij gebreke daarvan, die vorderingen zullen verjaard en vernietigd zijn. Wordende dus allen, die nog eenige vordering ten laste dezer gemeente mochten hebben, over den jare 1885, uitgenoodigd, die, vóór den 30en Juni a, s. in te leveren, ten einde zich daardoor voor de nietigheid en verjaring er van te vrij waren. Schagen, 4 Juni 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd. G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. Roman van FRIEDRICI1 FR1EDR1CH. II 4.) De eerste flesch wijn was spoedig geledigd, daar do baron zeer snel dronk hij scheen zoo menige herinnering, die bij hem opsteeg, met geweld te willen onderdrukken. De bediende moest een tweede en een derde fleseli wijn brengen. Terwijl de majoor veel en ter zake vertelde, sprak de baron slechts weinig, zijne wenkbrauwen waren nog steeds sterk gefronst, zijne oogen staarden nog altijd recht voor zich uit. Plösznitz liad trots alle gedweeheid tegenover den vroegeren vriend nog niet bet gewenschte gevoel van veiligheidde geheimzinnige toorn van den baron stond hem niet aan, vooral omdat hij de oorzaak er van nog niet kende. Dat uit die gifron ste wenkbrauwen niet de smart om de afgestorvene sprak, wist hij, maar hij wist niet, of ze hem niet golden. Ziju scherp oog had het gelaat van den baron herhaaldelijk onderzocht, zonder evenwel eenige opheldering te vinden. Zijne woorden werden der halve door hem zorgvuldig gekozen, zij hadden iets tastends, om ongemerkt het punt, dat Busbeck zoo ontstemde, te vinden. „Beste vriend, het verwondert mij, dat uw zoon dat Horst niet hier is," zeide hij. „Hij is hier!" gaf de baron ten antwoord. „Op zijn kamer?" vroeg de majoor verder en liij sloot half de oogen, als om scherper toe te zien, opdat niet de geringste trek in het gelaat van den baron aan zijn blik ontging. „Op de pastorie is hij riep Busbeck uit en sprong nijdig op. „Gij weet immers, dat hij zich daar meer tehuis gevoelt, den hier in het huis zijns vaders. Wat hem daar toch boeit Ik weet het niet, maar ik meen toch, dat hij reeds lang had moeten gevoelen, dat daar een lucht waait, die jegens mij vijandig gezind is." Hij liep gejaagd de kamer op en neder. Plösznitz had wel van blijdschap willen juichen, want nu eindelijk had hij de oorzaak gevonden, welke Buschbeck verbitterde. En hij zelve haatte den De Burgemeester van Schagen Gezien art23 en 29 van het politie reglement dezer gemeente Verleent Vergunning, aan de tappers, om gedurende de kermis, muziek te laten maken, danspartijen te doen plaats hebben en na bezetten tijd te mogen tappen. Schagen, 15 Juni 1886. De Burgemeester voornoemd. G. LANGENBERG. Burgemeester en Wethouders van Schagen Gelet op art: 89 a van het politieregloment dezer gemeente Brengen ter algemeen© kennis Dat het van af den 21'en tot en met den 25en Juni en op den 27en Juni a. s. in het belang der openbare veiligheid verboden is, in de kom dezer gemeente anders dan stapvoets te rijden. Overtreding wordt gestraft met een boete van vijf gulden. Schagen, den 16 Juni 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG. de Secretaris. DENIJS. Tot de jaarlijks terugkeerende gewoon ten, mogen we zeker in deze streken, waar men nog niet doet aan afschafferij, het Ker- predikant, daar hij geloofde, dat hij liet aan Ebar's invloed moest toeschrijven, dat de overledene barones hem van het landgoed had verjaagd. Dus nog altijd gelijk vroeger," zeide hij haflluid als sprak hij tot zich zei ven. Het scherpe oor van den baron had deze woor den evenwel toch gehoord, hij bleef voor den majoor staan en vroeg op hefligen toon: „Hoe bedoelt gij dat Plösznitz baalde ontwijkend de schouders op, „Beste Buschbeck. mag ik ope ilurtig tegen u zijn?" vroeg hij. „Spreek riep de baron. „Gij weet, dat ik niet spoedig en alleen met tegenzin iemand besehuid g, maar de kiem voor menig treurig uur, dat u het levei heeft verbittert, is gelegd daar in de pastorie. Ik heb daarover nooit gesproken; ik wil ook Ebers niet beschuldigen, want ik geloof bepaald, dat hij e m zeer eerbiedwaardig man is, maar hij heeft ii nooit begrepen en zal ook nooit leeren, u te begrijpen." „Hij behoeft zich evenwel volstrekt niet om mij en de mijnen te bekommeren!" barstte Buschbeck in woede los. „Ik blijf ver van de wegen die hij bewandelt, maar ik verlang ook, dat hij de mijnen op generlei wijze kruist „Volkomen mijne meeniug," verzekerde Plösznitz „Gij hebt liet recht dit te verlangen, en zijt het zelfs aan uw naam en rang verschuldigd." „En ik zal dit recht doen gelden," viel de baron hem in de rede. „Wanneer Horst bi r 'is, hoort hij hier in inijn huis „Beste vriend, maak er uw zoon geen verwijt van," zeide Plösznitz den schijn van goedhartigheid aannemende, ofschoon hij Horst nooit had mogen lijden. „Hij wordt nog beheerscht door de indruk ken, die hij in zijne kinderjaren in de pastorie ontvangen heeft en welke steeds versterkt worden, want toen hij reeds lang van hier was, hield hij nog altijd een levendige briefwisseling met den geestelijke. De iudiukk'en van de jeugd werdeu niet zoo gemakkelijk vergelen en uitgewischt." „Ik zal ze uitwisschenliep Buschbeck heftig uit, terwijl hij het glas opnam en iiet in een teug ledigde. X, r}s por jaar f 3.Franco per pos 3.60 Afzonderlijke nummers f 0.05. Advertentiën van één tot vijf regels ƒ0./!) iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaa'sruimte berekend. misliouden ook wel rekenen. De Kermisdagen zijn voor het volk, voor de burgerij; brengen vrienden en kennissen tot elkander, en verschaffen in het algemeen ontspanning aan oen ieder. Voor plaatsen als deze, is, naar onze mee ning, de kermis evenzeer gewenscht als bijv. een groote yoorjaars- of najaars-marktdag. Dat in den tegenwoordigen tijd, waarin het reizen het iemand gemakkelijk maakt, andere plaatsen te bezoeken, en aldaar het merkwaardige te zien, voor velen, misschien ook te dezer plaatse, de kermis aan beziens waardigheid nu juist niet overgroot zal zijn, ontkennen wij volstrekt niet, doch zeker is het. dat de kermis in haar geheel alhier een bedrijvigheid in zaken ontwikkelt, die voor velen onzer burgers voorzeker een niet onaar dig voordeel afwerpt; ja, wij durven zelfs beweren, dat er wel zaken zullen zijn, wier jaarlijksch bestaan grootendeels afhangt van een goede of slechte Kermis. Met liet volste recht kunnen en mogen wij, burgers, elkander dus een genoeglijke, maar tegelijk ook voordeelige kermis toewenschen. Voor de minnaars der tooneelspeelkunst zal ditmaal te genieten zijn bij den heer W. Hart, die gedurende de kermis alhier, een viertal voorstellingen zal geven in het Noird- hoüandsch Koffiehuis. Dat liet gezelschap van den heer Hart een De \v:jti luid zjii wangen gekleurd, zijne anders zoo doffe oogen hez'eld. „Beste vriend, wind u niet op," zeide de majoor geruststellend, en toch verheugde hij er zich in, dat de baron de onile neiging tot drinken nog nh-t verleerd was. Ongemerkt vulde hij diens glas weder. „Ik heb altijd uw rechtvaardigheid bewonderd, werp do schuld niet op uw zoon, want hem treft ze het minste." „Hij is geen knaap meer en moet weten, wat hij doet," voor Buschbeck heftig voort. „Ik weet wel, dat hij van mij onafhankelijk is, want hij ontvangt alles uit een hand, die voor mij steeds gesloten blijft, innnr waueeer hij hier is, virlaug ik van hem den eerbied, welken hij mij verschul digd is." „/.eer juist zat juist, maar het hindert mij, wanneer ik u zoo opgewonden zie," merkte de majoor op. „Kom, oule vriend, zat u neder en bedaar Hij hield liöin zjn glas wijn voor. Buschbeck gre-p het zijne en ledigde het; hij zag niet, dat Plösznitz hetzelve dadelijk weder vuile, wilit hij was te eerlijk van karakter, om het doel van den majoor te vermoeden. „Mijne toorn is gerechtvaardigd!" antwoordde hiï- „Dat geef ik u volkomen toe, maar hij schaadt u,> bracht de majoor hiertegen in. „Het kon mis schien op eene andere wijze verholpen worden; laten wij eens bedaard de zaak bespreken. In dit oogenblik trad Horst juist binnen. Ver schrikt bleef hij op de drempel staan, toen hij Plösznitz bemerkte, wiens tegenwoordigheid hij niet vermoedde, en dien hij genoeg als den boozen geest zijns vaders kende, en die eigenlijk de oorzaak was van al de droeve, ongelukkige uren zijner moeder. Ziju blik ontmoette dien van den majoor, en een seconde koken zij elkander vijandig aan; daar spr ng Plösznitz eensklaps op, en snelde hem tegemoet. „Ah, ik verlangde er naar, 11 weder te. zien, jonge vriend!" riep hij uit. „Sedert jaren" is mij dit geluk niet ten deel gevallen, maar mijne vir- beeldiug heeft mij er een denkbeeld van gegeven, hoe de schoone jongeling langzamerhand tof man moer zijn ontwikkeld, en zij heeft mij niet bedrogen;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 1