Algeiiee
Advertentie
ZOADAG
27 JU AI.
A I E l w s-
L A N D B O L W BLAD.
DWALINGEN DES HARTE.
3(Vs/f Jaar san
M 1997
III
Gemeente Scha gen.
Bekendmakingen.
POLITIE.
VERMIST:
«ïs'ic Schapen,
J ffWKEL,
de (^el/edeae//e.
XLV.
Ken Kijkje.
Wordt Vervolgd.
Ao. 1886.
rr
Roman van FRIEDRICH
Hdwig, Althaus was zooeven bij mij," zeide
[Ebers, toen hij voor zijn dochter stond. //Hij
mij medegedeeld, dat hij u zijne liefde be
tend heeft, en ook, dat gij hem hebt afgewezen."
«Niet afgewezen," viel Hedwig hem in de rede.
«Ban heeft hij u verkeerd verstaan riep Ebers
Jterheugd uit. „Dan wilt gij de zijne worden?"
«Neen neenantwoordde Hedwig.
«Waarom niet
L »lk kan het niet. Tk wensch hem al het goede,
M wensch, dat hij zoo gelukkig m >ge worden, als
'J net verdient, maar ik kan de zijne niet
'orden 1"
'Hedwig, waarom niet Hij is een voortreffelijk
°i oprecht en eerlijk aan geen anderen man zou
1 I,200 oerust toevertrouwen."
k.weet wel, dat hij goed is, maar ik bemin
niet- zijne vriendin zou ik alles voor hem
IV °m,z'ju ëe'uk te bevestigen."
pM h ''f i scbudde langzaam en bedenkelijk
I Bil" 1 's eene vraag, waarvan uw ge.heele toekomst,
"H'ongt; hebt gij rijpelijk overwo-
c[u .L.Jt g'j werkelijk en ernstig uw hart onder-
niet d - S'j z'Jt vr'J i" cwe keuze; 'k WH
-,]s 1 *lngeni maar het is mijn plicht, u als
oedriegiD Z^f'e sta"11'- Het menscheüjk hart
bobben T Z0° ge,nakkelijk. Het gelooft lief te
vtuchtiL A|'jt llet gevoelt, is niets meer dan een
"leent n,\ Hjk verflauwende neiging, en het
misschien "T' te Hebben, en toch sluimert
>ajge en tzeHde hart, de kiem, waaruit eene
■'arde der U|Jrza,I1e liefde ontspruit. De eerste voor-
ezegd dat de 's de achting, en gij zelve hebt
mend J™ Althaus acht, en hem voor een
,^ct1 houdt."
bebl>en i" a°'lt Hem, maar ik kan hem niet lief-
.Gij "JJP Hedwig uit.
.vil7lr\ge? rede °p-"
ht ?e&( Het hart naar een rede?"
""Oerde 2;'J- \Zwee& Hedwig had gelijk. Hij
l"rr vro,) et uur> waarin hij eens om de hand
;'*en ook t geworventoen had hij zich
Cide, en 'j1', cfg:vraagd, waarom zijn hart be-
hij to H'J Z'CH die vraag gesteld, dan
od 'U In staat geweest zijn, er een ant-
.Bedïi» l8e?U-
biao r"°»,uw Hart reeds een andere keuze
lsje en otuin i°3 Hle"rc'e Het g laat van het
tegeD
J' OQv»rC]l 1 UCk O
hart, aisof 1;:eL}r'° drukte zij de hand
01 !it\
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woen«- i
jy- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Adoertentiën in het
eerstuifkomend nummer geplaatst.
f7'Ingezonden stukken één dag vroeger.
op de markt alhier van 24 Juni jl.,
allen geknipt en met roodaard gemerkt boven
[den staart.
Inlichtingen hieromtreut worden verzocht
ter Secretarie dezer gemeente.
Ter secretarie zijn nog inlichtingen te be
komen omtrent een op denzelfden dag alhier
I opgevangen hoild.
FRIEDRICH.
ETC. E VER
TE SCJrlAGEN,
Laan, Wijk D, No. 5.
Pro per jaar f3Franco per pos /8.6U
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Advertenliè'n van één tot vijf regels /O./O
iedere regel meer f 0.15. Groote letters vror
den naar plaatsruimte berekend.
0§0
a»in
gen.
zj het hevig kloppen ervan wilde
Dat voorjaar geeft dus eene nieuwe l ichting
aan velerlei zaken en wekt zoodoende niet
alleen nieuw leven in de natuur, maar ook in
menschen en denkbeelden Wat niet don win
ter op den achtergrond is geschoven, komt
nu geheel en al te voorschijn. Zoo menig
bouwplan, zoo menig lang bepraat herstellen
of vernieuwen van gevel of kamer wacht op
het voorjaar.
Of dat voorjaar aan alle gekoesterde ver
wachtingen zal voldoen, is eene tweede vraag,
»Nt-en, neen!" riep zij uit en toch verried
haar gejaagd antwoord, dat haar mond de waarheid
niet sprak.
Zij had niet den moed haar vader in de oogen
te zieD.
Dit ontging Ebers niet en er kwam bij hein een
vermoeden op, vcor hetwelk hij bijna terugdeinsde.
„Kind, kind, geef uw hart niet over aan eene
dwaze lietde en ijdele hoop", sprak hij ernstig, ver
manend. „Gij zijt te verstandig om te vergeten,
dat er in het leven verhoudingen e:i afstanden zijn,
die zelfs de liefde niet kan overwinnen."
„Ik geef mij aan geen hoop over ziide Hedwig
op hartstochtelijken toon, terwijl heete tranen haar
langs de wangen biggelden.
Een smartelijke trek lag er in het edele gelaat
van den geestelijke.
„Ween niet," zeide hij zacht, bijna medelijdend.
„Wanneer gij kalmer zijt geworden, zult gij mijne
woorden overwegen. Vergeet dit eene niet: elk
mensch wordt wel eens ten plicht gesteld, een
vurige wensch te ontzeggen; doe het bij tijds, vóór
deze wensch met uw liart vaster en vaster ineen-
g, smolten is; de smart der ontzegging zou anders
des te heviger worden. Ween nu niet 1"
Hij verliet snel het prieel en den tuin en begaf
zich in bet vrije veld, teneinde zijne eigene ont
roering te verbergen. Hij liep verder en verder;
hoe vrijer zijn blik over akkers en heide voort-
zweefde, des te ruimer scheen zijn borst te worden.
He onbegrensde blik had iets geruststellends voor
hein; wel is waar klopte zijn hart nog luide.
Hij twijfelde er nu niet meer aan, dat Hedwig
Horst beminde, en deze ontdekking had hem ver
schrikt. Op eens w.is hem nu veel, wat hij vroeger
ternauwernood opgemerkt, en ook niet recht begre
pen had, duidelijk geworden. Hij had steeds de
verhouding tusschen Horst en zijn kind opgevat,
als die van broeder en zuster; zij waren te zamen
opgegroeid, hadden met elkander gespeeld, en toen
de tijd van spelen voorbij was, hadden zij als
broeder en zuster met elkander omgegaan. Nooit
had bij er aan gedacht, dat in hunne harten nog
een ander gevoel kon plaats vinden.
Was zijn vrouw nog in leven geweest, baar
scherp oog zou misschien scherper toegezien hebben.
Hij verweet zich zei ven nu en toch moest hij
bekennen, dat hij geen schuld had. Wat had hij
moeten doen, om datgene te verhinderen, wat du
eeschicd was? Had hij Hoist uit zijn huis moeten
houden Dergelijke vragen kwamen bij hem op
Hadden de beide jonge harten 'elkander reeds hun
ne lietde bekend? Hij kon dit niet gelooven, want
Hedwig zou niet in staat gew< est zijn, dit voor hem
ie verbergen sluimerde de liefde alleen als een
gehein in borst van zijn kind? Of gevoelde
Horst iets dergelijks?
Gedurende eenige oogenbhkken bet hij ach in
desiepen door de verleidelijke gedachte, Hedwig
die volstrekt niet altijd toestemmend kan be
antwoord worden. AchWat zijn toch in
den regel de menschelijke planen, die van
zoo oneindig veel bijkomende omstandighe
den afhangen, dikwijls eene bron van teleur
stellingen!
Aangenaam is en blijft het evenwel, wan
neer men, op welk gebied dan ook, nieuw
leven, nieuwe ontwikkeling mag waarnemen.
Mij dunkt, dat in ons vaderland op politiek
gebied dit verblijdend verschijnsel kan gecon
stateerd worden. In ons kalme Nederland is
een verkiezingsstrijd nooit zoo lievig als bijv.
in Amerika, waar alles in rep en roer wordt
gebracht; velen maakten weinig of geen ge-
biuik van datgene, waarnaar men eerst reik
halzend had uitgezien, namenlijk van het recht,
om hunnne stem uit te brengen Het nieuwtje
was er afde een vergat het, een tweede
aan Ho'st's z'jdu te zien; Horst's edel karakter zou
hem immers de zekerste borgstelling gegeven heb
ben, vo ir liet geluk van zijn kind. Doch weldra kreeg
zijn kaim en helder verstand weder het overwicht.
Yoor hem stond de afscheiding van stand, welke
in dit geval gebiedend was. Yan Horst verwachtte
hij wel, dat deze in zijne lietde die afscheiding
zou minachten, doch Ebers zelve, durfde zulks ter
nauwernood wenschen. De gedachte, dat Horst door
zijne bekwaamheden, door zijn ernstig en nauw
gezet streven zich eene hoogere positie zou verwer
ven, wis bij liera eene vaste overtuiging g worden;
mocht Hedwig hi< rin nu een hinderpaal worden
Dat z:j bet zou zijn, daaraan twijfelde hij geen
oogeublik. Al kon Horst zich ook heenzetten over
het veroordeel van stand, de menschen, en vooral
diegenen, van wie zijn lot- afhing, deden dit niet,
want zij stonden niet op dezelfde trap van bescha
ving en ontwikkeling.
In het gemoed van den kleinen predikant streden
twee wenschen om den voorrang: '.lier het geluk
van zijn kind, daar de trolsche gedachte omtrent
Horst's toekomst. Te vergeefs trachtte hij deze
beide wenschen inet elkander te vereenigen.
Hij was nu gekomen bij een stuk grond, met
pijnboomen beplant, toen nauwelijks tien schreden
voor hem uit, de baron en de majoor van dat land
afkwamen. Onwillekeurig ontstelde hij. Hij zou
beiden gaarne ontweken ziju, doch nu kon het niet
meer. Hij had den majoor sedert jaren niet gezien;
hij wist dat de man hem haatte, en hij zelve
gevoelde een grioten afkeer jegens hem. Des
te pijulijker w<s hem dus deze onverwachte ont
moeting. Groetend wilde hij beiden voorbijgaan.
„Mijnheer de predikant, ik zon wel een woordje
met u willen spreken!" riep de baron op half
bevelenden, half honendan toon.
De roode kleur van zijn gelaat bewees, dat hij
den wijn goed had aaugesproken.
Ebers bleet staar. Hij keek den baron, die wel
een hoofd grootcr was, bedaard aau, ofschoon de
toon, waarop de baron tut hem sprak, hem belee-
dig le.
„Ik wil u alleen een paar woorden zeggen om
trent uwe verhouding tot mijn zoon," ging Busch-
beek voort.
Mijnbeer dc baron, ik geloof niet, dat het hier
de geschikte plaats is," antwoordde Ebers. „Wilt
gij tot mij komen, z >o zal mij dat aangenaam z'jn;
wenscht gij, dat ik u bezoek, dan zal ik ook
dit gaar na doen en bereid ziju, u elke verklaring
te geven, die gij verlangt."
„Ik wil het een noch het ander," riep Busch-
beck uit. „Ik heb geen verklaring noolig, maar wil
u eenvoudig en kortweg mededeelen, dat ik een
voortzetting van uw omgang, hetzij dezelve mon
deling of schriftelijk is, met mijn zoon niet langer
duld."
I