XLVÏ.
Verkeerde Opvatting.
Wordt Vervolgd.
Hinnenlandsch Nieuws^
0§0
't Menschel ijk leven heeft, cenc Inzonder-
heid, die het op eene merkwaardige wijze
kenmerkt en dat is zeker wel altijd zoo ge
weest, want de ouden hadden reeds de spreuk
„dwalen is menschelijk.' In dien goeden ouden
tijd was men evenwel nog niet zoo knap en
ontwikkeld als tegenwoordig Het beroemde
Griekenland telde niet meer dan zeven wijzen
Billijkerwijze zou men dus moeten verwachten
dat met de toenemende beschaving en ver
lichting en hoe reusachtig snel en krach
tig gaat dit niet alles wijs en geleerd en
verlicht zoude worden. Toch wordt de aange
haalde spreuk nog in eere gehouden, ennf^
nigeen, clis dwaalt, cn niet gaarne eikcnt,
dat hij, op den keper beschouwd, dwaas en
verkeerd gehandeld heeft, verschuilt zich zeer
behendig achter die woorden, en geeft daar
door dan tevens te kennen, dat het dwalen
nog wel degelijk onder de tegenwoordige ge
leerde menschen gevonden wordt.
Op vreemde wijze gaat dat dwalen veree-
nigd met het bewustzijn, dat men zelf niet
dwaalt en dat anderen dit wel doen. Mijn
buurman was ernstig ongesteld en riep ge
neeskundige hulp in (Ik neem maar zoo n
voorbeeld.) 't Liep uit op een sukkelpartij.
Beter en niet betertoch was hij de oude
niet meer.
Goede raad was duur. Vooral het bijvoege*
lijk naamwoord doet hier veel af, want raad
is goedkoop, maar goede raad is duur. Hij
moest het nu hoog zoeken en zocht het dan
ook hoog want hij ging naar een professor,
die hem als eenig redmiddel voorschreef, om
naar eene badplaats te gaan en daar eenige
weken door te brengen.
Nu is mijn buurman er juist de man naar,
om zich te 'kunnen vereenigen met dat denk
beeld van een badplaats't Joeg hem een
schrik op 't 't- lijf! Niet zoo zeer om de
kosten, want hij is rijk genoeg, maar 't idee
om, z,oo ver van huis te gaan, zich onder
vreemden te bevinden, en dan al dien omslag,
dien men op dergelijke plaatsen in acht moet
nemen. Dat alles bij elkander genomen was,
zooals ik reeds opmerkte, genoeg, om hem
vrees aan te -jagen.
Daar hij toch in de stad der geleerdheid was,
besloot hij een anderen professor te raadple
gen, en niet te zeggen, dat hij reeds bij een
ander was geweest. Terwijl hij No. 2 alles
aangaande zijn kwaal mededeelt, doet de vrees
hem vindingrijk worden, en hij belsuit met dat-
ook later begunstigen. Hoe hoogen dunk ik ook
beb van uwe bekwaamheden, meer dan dezen nog
zal een gunstig oordeel van 't hof u nuttig zijn."
„In dit alles geef ik u gelijk en toch heb ik
geaarzeld, of ik de onderscheiding zou aanvaarden.
Nooit beb ik zoo zeer naar u verlangd, om met u
te spreken, dan in deze dagen. Ik moest spoedig be
sluiten en ik heb immers geen bloedverwanten
meer, die ik om raad kon vragen. Mijn vader
heeft mij verstooten."
„Gij hebt toch zonder mij het goede .gekozen".
„Misschien, ik weet het zelf niet," antwoordde
Horst hierop. „Dikwijls is in mij het verlangen opge
komen, te gaan reizen; door de goedheid van mijn
grootvader ben ik nu in staat gesteld, aan mijn
verlangen gehoor te geven; ik zou dezelfde reis als
vrij man en op eigen kosten kunnen maken."
„Ik begrijp, dat deze gedachte u lu verleiding
bracht," antwoordde de jonge arts ernstig, „en toch
zou ik u in den geest van uw tegenwoordig be
sluit geraden hebben. Gij zijt nog jong, uwe be
schouwingen worden misschien nog gewijzigd, gij
moogt daarom nu nog niet een besluit nemen, waar
van uw geheels leven afhangt. Ik ben er vast van
overtuigd, dat uwe beschouwingen op reis ruimer
zullen worden; is het, na uw terugkeer nog uw
verlangen, uw tegenwoordig beroep prijs te geven,
dan kunt gij dat altijd nog doenallen benijden u
om deze reis en ik denk, van niet ten onrechte. Dat
zou ik u gezegd hebben, wanneer ik u gesproken
had, en gij uwe beslissing nog niet hadt genomen."
Horst reikte den vriend de hand.
„Ik wil u nog dit eene zeggen," gingWarberg
voort. „Gij weet, welke wensch mij bij mijne
studiën leidde. Met alle kracht streefde ik er naar,
de academische loopbaan te betreden; ik wilde mij
alleen aan de wetenschap wijden en toen mijne
bekwaamheden ook maar eenigermate mijn ijver
evenaarden, durfde ik ho^en, de wetenschap ook van
nut te zijn. De gedachte, arts te worden, had iets
benauwends voor mij. Door den dood van mijn vader,
die,mij geen vermogen naliet, en door de ver
gene voor clen dag
eigenlijk doodsban
waarvoor hij
rt het
e komen,
is, en hij oppe
denkbeeld, of hot ook goed voor hem zou zijn.
naar eene badplaats te gaan.
Volstrekt niet, is 't antwoord, dat zou
voor u juist geheel verkeerd zijn. Geen baden,
volstrekt niet
Wanneer de professor geweien had, hoe
heerlijk deze woorden den patiënt in de ooren
klonken, dan zou hij er zeker nog meer van
gezegd hebben.
Wat er verder met mijnen buurman is ge
beurd, doet bier weinig ter zake. Hij is na
tuurlijk niet naar de badplaats gegaan, en als
ik mij niet vergis, heeft hij den raad van den
anderen professor ook niet opgevolgd, want hij
was een zonderling man, maar hoe vreemd
en zonderling hij ook was, toch kon ik_ hem
waarlijk geen ongelijk geven, toen hij bij zijne
terugkomst zijne grootte verbazing betuigde
over die twee zoo geheel uiteenloopende opinies
van twee heeren," die beiden hun vak door
en door bestudeerd hadden en daarom profes
sors waren geworden.
Hij stond dan ook verlegen en wist niet
wiens raad hij zou volgen, Van twee kwaden
moet men het minste kiezen zegt het spreek
woord, maar waren het hier twee kwaden
Dat mocht, dat kon men toch waarlijk niet
aannemen. Waren het niet eerder twee goeden
En ik geloof, dat de goede man juist door
die zoo uiterst moeielijke keuze er toe over
ging om niets te doen.
Hoe dit zij, een der beide raadgevers moet
toch in alle gevalle gedwaald hebben. Elk
hunner beschouwde den patiënt naar zijne
zienswijze en meende in hem verschijnselen
op te merken, die aanleiding geven, om een
middel voor te schrijven en goed te keuren,
dat door den ander ten eenen male werd af
gekeurd. Toch kon men beiden
kwaamheden ontzeggen.
Verkeerde opvattingen kunnen lastig en ge
vaarlijk zijn, zij kunnen haren grond vooreerst
hebben in een bekrompen begrip. Als voor
beeld dieue 't volgende
Mevrouw A. had eene nieuwe dienstbode
gekregen, die volstrekt niet tot degenen hoorde,
van wie men zegt, dat ze het kruit hebben
uitgevondenvooral liet hare bekwaamheid
in de edele kookkunst nog al zeer veel te
wenschen over. Ongelukkiger wijs verbeelden
zulke menschen zich meestal, dat ze alles
zeer goed weten, dat men gewoonlijk met den
naam van eigenwijs bestempelt, maar deze
dienstmaagd was daarvoor te eenvoudig.
Op zekeren dag moesten er eieren gekookt
worden. Mijnheer was nog al lastig aangaan
de den juisten graad van hardheid en daarom
oordeelde Mevrouw het hoogst noodzakelijk,
dienaangaande de noodige instructien 'te
bracht de dienstbode een zandlooper
geene be-
om
geven. Ze
plichting, voor mijne moeder, die ter voltooing
mijner studie alles had opgeofferd, te moeten zorgen,
was ik tocli genoodzaakt, mij als arts neder te zetten.
Ik heb tot nu wel is waar, weinig geluk gehad,
doch iets heb ik toch in dezen tijd bereikt; ik ben
namenlijk geheel en al met mijn beroep verzoend,
het verschaft mij nu zelfs voldoening. Ik hoop dat
het u insgelijks zal gaan. Wanneer zult ge de reis
aanvaarden
„Waarschijnlijk zeer spoedig, de dag is nog niet
vastgesteld."
„Bn zij zal twee jaar duren?"
„Misschien nog langer."
„Zult gij van uw vader afscheid nemen
„Ik zal hem schrijven."
„Niet persoonlijk? Zooals ik u ken, zult gij ge
ruster reizen, wanneer gij u met hein verzoent."
„Zal mijn vader eene verzoening willen P" vroeg
Horst. „Ik geloof het ter nauwernood, en als hij
eens mijn hand terugstiet, dan zou mij zulks noo-
meer smart veroorzaken. Ik heb hem immers nooit
aanleiding gegeven, om op mij toornig te zijn, en toch
doet hij het."
„Schrijf hem dan tenminste in zeer verzoenlijken
geest; dit zal u bepaald rust verschaffen."
„Ik zal het doen," verzekerde Horst.
Warberg greep nu naar zijn hoed, om te ver
trekken.
„Zullen wij nog niet een avond samen door bren
gen vroeg Horst.
„Zeker gaarne! Mijn tijd staat mij dit im
mers volkomen toe."
Heden avond
„Goed. W ij zullen elkander gelijk vroeger, in de
sociëteit, in de oude hoek, waar wij zoo dikw'jls
zaten, ontmoeten. Zie, het is toch goed, dat ik van
hier vertrek, want daar alleen te zitten, zou mij
onverdragelijk zijn. Hoe menigen vroolijken avond
hebben wij daar doorgebrachtDus tot heden avond
De vrienden scheidden.
en gelastte haar, de eieren met dezen zand]
(dat wil zeggen, niet raadpleging daarv?1
koken.
Er verliep een kwartier en de eieren
schenen nog niet. Mevrouw werd 0iige 7*'
ging naar de keuken en vernam, dal de^8'1
voorwerpen nog altijd in den ketel
Natuurlijk grootte verbazing van Mevro^
die knorrig uitriep: en ik heb je no» 'UT|
een zandlooper gebrachtWaar heb 11 r
gelaten? J'dle
Eu 't antwoord was wel, die ligt jn
ketel onder de eieren Men oordeele nu
Verkeerde opvatting doorönnoozelheid'
Dcntinchem. P. van de Velde Vz
I)e uitslag der herstemming voor twe
leden der Tweede Kamer der Staten General
in het kiesdistrict Goes is als volgt
Uitgebracht zijn 2489 geldige stemmen*
werden gekozen de heeren
Jhr. Mr. A. F, de Savorniti Lobman, (a.r.) 1431
tegen Dr. L. Pompe v. Meerdervoort, (lib.)
e 11
A. Baron Schimmelpenninck v. d. Oye, (at)
1439
tegen W. L. A. Bybau (ltb.,) opwien 962 st!
werden uitgebracht.
In eene buitengewone vergadering van
den gemeenteraad te Alkmaar, is beslotentot
den aankoop van een huis en een pakhuis te
zamen voor f 1.9.000, tot vergrooting van de
kaasmarkt aldaar. Aan Burg. en W.ëlh, is
overgelaten zoodra mogelijk te onderhandelen
met de eigenaars van nog 2 andere perceeh
tot den aankoop daarvan. Bij Raadsbesluit van
7 Juni 1877, hetwelk echter niet door Ged.
Staten werd goedgekeurd, werd tot aan
van bovengemeld huis en pakhuis
voor f 34.000. Het wachten is dus ditmaal
niet onvoordeelig geweest.
-De sociaal-democraat Belderok, colpor
teur van het blaadje van Domela Nieuwen-
huis, is VI oensdagnacht, omstreeks 2 ure op
heeterdaad betrapt, terwijl hij groote oranje
kleurige biljetten aan het paleis van Justitie;
te Amsterdam aanplakte. Bij onderzoek bleet,!-
dat hij nog 106 exemplaren van die biljetten
bij zich had. Hij is oogenblikkelijk gearresteerd1
door de rijksveldwachters A. Verbraak eik
J. W. E. Van Schuijlenborg, die, op last va»
den officier van Justitie, op een schuit in du
Prinsengracht hadden post gevat. Reeds ge-,
durende enkele nachten hadden zij van daar-j
uit een waakzaam oog gehouden, wijl reeds
vóór enkele dagen een smaadschrift tegen het j
Paleis van Justitie was aangeplakt.
In de Zaterdag te Amsterdam gehou
den zitting der Koninklijke Academie van j
Wetenschappen (afdeeling Natuurkunde) heeft j
0. a. prof. Forster de belangrijke ontdekking i
bekend gemaakt, dat uit door hem en door
dr. Van Geuns verrichtte onderzoekingen ge-
bleken is, dat de cholera-bacille (de komma-1
bacile) hare levensvatbaarheid verliest, I
neer de vloeistof, waarin zij vervat is, tot 551
Celsius verwarmd wordt.
De Amsterdamsche politie vond e
21-jarig meisje uit Kampen, door den conj'l
missaris van politie aldaar opgevraagd, aig
dienstbode in een verdacht huis. Zij is118111
Kampen teruggebracht. Op verzoek van
moeder is uit' een dergelijk huis tc AmsU a
O u Tv-
dam eveneens een meisje van 21 jaar g
de politie bevrijd. h
Uit Delft wordt medegedeeld, da'"|
daar in het begin van deze week, een FI
geboren kind overleden is, tengevolge van
vergissing, van een geneeskundige. Eene krajI
vrouw wilde voor haar kind, zes dagen 0 J
geneeskundige hulp inroepen, en zont I
meisje van 13 jaar met een boodschap ,1
jou,, v,^.. - V.
den geneesheer B. Deze, meenencJe f
moeder pijnen had, schreef een 11,01 j' ^1
drank voor, die dadelijk bij het km
dood ten gevolge had. jej,|
Het lijkje is naar 's-IIage öPs0.^^,j
en vertoonde de kenmerken dei'verg' j
N. R. c'
V op(lt' j
Eene dappere vrouw is vroin „eii
Middelste gracht te Leiden. Dinsdag
had zij na het verrichten van ee!11^ eB kind
schappen, haar kinderwagen, waai'1" vyonin21
van 7 maanden was gezeten, voor
laten staan. Van dat onbewaakt 00ge