8 JULI. DOADERDAU A I r, E 51 E E A I> V E K T E i\ 'I' 8 E Brandspuit dionst. DWALINGEN DESHARTE. i 1 Bekendmakingen. HOOISTEKERS. Nationale militie. Ao. 1886 o()s/r Jaargang. 2030. l E l' \V S» A 5) II O II W II L A SI. Gemeente Schagen. V E Ifc m I T drie Schapen, Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen ter kennis van het dienstdoendpersoneel' dat wegens ontstane vacatures zijn benoemd bij de Roode Spuit Tot Brandmeester, Dirk Vroon van Hoolwerff len Kommandeur der Pijp- en Slangleiders enz., Pieter Honijk 2en Kommandeur der idem, Pieter Voorthuijsen. IV. UITGEVER: TE SCHAGEN, Laan, Wijk D, No. 5. bij de Blaauwe Spuit Brandmeester, Arie Commandeur len Kom mandeur der Pijp-en Slangleiders, enz., Simon Overtoom; 2en Kommandeur der Kringsluiters, Rudolph Gerar;1 van der Wal tot 2en Kommandeur der Lantaarndragers en reserve, Anthonie Bakker. voor de Buitenwijken len Kommandeur 4n Wijk G, Cornelis Asjes; 2en Kommandeur in Wijk G, Dirk Stammes; le. Kommandeur in Wijk K, Jan Buis Jz. Schagen, 2 Juli 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Schagen Gezien art: 174 en 175 van hetpolitieregle- ment dezer gemeente Gelet op art179, letter O der wet van 29 Juni 1851, (Staatsblad No. 85); Brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen, dat door hen, voor het jaar 1886, tot hooistekers voor de geheolo gemeente zijn aangesteld Jan Hoos en Tij* Bij post. Wordende belanghebbenden tevens herinnerd aan de bepalingen, voorkomende in de hierboven genoemde artikelen van het politiereglement. Schagen, 2 Juli 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. i i\ Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens dag- en Zaterdagavond. 13ij iiizentTmg tot 's middags 12 ure, worden Advertenhën in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stulcken één dag vroeger. POLITIE. op de markt alhier van 24 Juni jl allen geknipt en met roodaard gemerkt boven den staart. Inlichtingen hieromtrent worden verzocht ter Secretarie dezer gemeente. Ter secretarie zijn nog inlichtingen te be komen omtrent tWCC llOSldeil, waarvan een alhier, de ander te Barsingerhorn is opgevangen. Roman van F RIED II IC II FR IE DR1C11. 9.) Horst bleef alleen achter. Warberg's woorden bleven hem in de gedachte; hij zou er veel voor gegeven hebben, wanneer hij met zijn vader ver zoend had kunnen scheiden. Lag dit in zijn macht? Droeve herinneringen trokken door zijn brein; zijn geheele leven scheen hem toe, nutteloos te zijn. Hij benijdde den vriend. Had deze ook met veel tegen spoeden te kampen, zoo stond hem toch een lief hebbende moeder terzijde; zij deelde in zijn vreugde en zorgen, en het was hein vergund, voor haar te arbeiden. Hoe arm was hij daartegen, niettegen staande hij een aanzienlijk vermogen het zijne kon noemen. Zich met zijne gedachten bezig houdende, liep hij langzaam het vertrek op en neder. Daar werd de deur geopend, enzijn vader trad binnen. Verrast, bijna verschrikt, bleet hij staan, doch dc baron liet hem niet lang nadenkeu over het verras sende van zijn bezoek. i/Goeden dag, Horst!" riep bij uit, naar zijn zoon toesnellende en hem de beide handen toestekende. //Ik wilde u verrassen, daarom liet ik mij niet aandienen. Jongen, zoodra ik las, welke onderscheiding u ten deel is gevallen, ben ik hierheen gesneld, om u de hand te drukken en te zeggen, hoezeer ik mij er over verheug. Waarachtig, ik ben er zeer blijde om!" Hij bad Horst's hand gegrepen en schudde die, hartelijk, terwijl Horst ternauwernood iu staat was, te antwoorden; zoo zeer verrastte hem de vriendelijke en onverwachte tegemoetkoming zijns vaders. De baron scheen dat ook niet te verwachten, want op vluggen toon ging hij voort//lk, uw vader, wil uwe verdiensten volstrekt niet miskennen, doch deze onderscheiding hebt gij toch te danken aan den naam Buschbeck. Die heeft altijd een goe den klank gehad en aan het hof altijd veel gegolden. Voor mij zeiven heb ik daar nooit voordeel uit getrokken, liet verheugt mij dus te inecr, dat het u nu ten goede komt.'' WINKEL, Horst antwoordde verlegen met eenige losse woorden. Zijn vader scheen die ternauwernood te hooren. Nieuwsgierig dwaalde zijn oog door het vertrek - hij was immers sedert jaren niet bij zijn zoon geweest. (/Horst,'' sprak hij. //Nog een andere rede heeft mij hierheen gedreven. Ik heb u onrecht gedaan gij weet wel, wat ik bedoel. Ik was op dien dag opgewonden de slag viel mij te zwaar, ik kon mij zeiven niet beheerschen - toen dronk ik een glas wijn ik weet zelf niet meer hoe het kwam mijn hoofd eu hart werden zwaar kortom het heeit mij later leed gedaan, dat ik zoo grof tegen u ben geweest. Zult gij dit kunnen vergeten //Ik heb het reeds vergeten!" zeide Horst, terwijl hij zijns vaders hand vatte, en in dit oogenblik had hij het volkomen vergeven ook. Het bloed was hem naar het gelaat gestegen, zijne wangen gloeiden hij had liet immers niet voor mogelijk gehouden, dat zijn vader zoo tot hem zou kunnen spreken. /,Gij zijt altijd een goede jongen gewees t,« ging de baron voort, //ik geloof, dat er tusschen ons altijd iets heeft gestaan dat moet wegvallen; tusschen vader en zoon moet het volle vertrouwen spreken. Gij zijt immers mijn eenig kind." Horst had zich wel aan zijns vaders borst willen werpen, doch hij waagde liet niet, want terwijl deze sprak, keek zijn oog de kamer rond. z/Vader, er staat niets tusschen ons," verzekerde hij. //Wanneer gii geloott dat Ebers ooit eea woord tegen u z/Laat rusten laat rusten!" viel de baron hem in de rede. „Ik weit, dat ik mij bedrogen heb laat ons daarover zwijgen. Ik heb in mijn leven, veel kommer en zorgen gehad, en zorgen maken prikkelbaar, verbitteren ik wil openhartig erkennen, dat zorgen onrechtvaardig maken kom nu en zet u naast mij neder." Hij trok Horst naast zich op de sofa. //Vertel mij nu het een en ander omtrent u zel- ven," ging hij voort. „Ik las, dat gij den prins twee jaren lang op reis zoudt vergezellen." „Ja, misschien nog langer." „Prachtig!" Gij reist natuurlijk op kosten van Prijs per jaar f 3.Franco per post 3.60. Afzonderlijke nummers f 0.05. Advertentiën van één tot vijf regels f 0.75; iedere regel meer f 0.15. Gp-oote letters wor den naar plaatsruimte berekend. De Burgemeester van Schagen, daartoe de noodige aanschrijving ontvangen hebbende, brengt ter nlge- meene kennis dat tot den werkelijken dienst worden opgeroepen, de onderstaande verlofgangers der lich ting 1883, te weten: Hessel IJskes, behoorende tot het korps Pontonniers, (garnizoen Dordrecht), tegen 28 Juli a.s. Ids Tjalkens, behoorende tot het 8e regiment Infanterie, (garnizoen Deventer) tegen 11 Augustus a.s. Welke verlofgangers op genoemde datums bij hun korps present zullen moeten zijn vóór des namiddags 4 ure. Schagen, 6 Juli 18S6. De Burgemeester voornoemd, G. LANGENBERG. den prins /Zeker." ,/Haha 1 Weet gij wel, dat ik u zou benijden, wanneer gij niet mijn zoon waart? En bovendien ook niet mijn rijke zoon 1 Het heeft mij oprecht verheugd, dat Sambow u tot zijn erfgenaam heeft benoemd en om deze daad heb ik hem menig onrecht vergeven, hetwelk hij inij heeft aangedaan," Horst zweeg. „Ja, hij heeft mij onrecht, aangedaan," ging de baron voort, „lk ben met mijn landgoed ongelukkig geweest; mislukte oogsten, verkeerde rentmeesters, de inkomsten zijn menig jaar g ring, zelfs uiterst gering geweest; ik moest toch volgens mijn stand leven; toen hel) ik mij meer dan eens tot Sarabow gewend cn hem gesmeekt, mij te helpen; dat had hij ter wille van uwe moeder moeten doen; hij heeft mij altijd fgewezen en toch kon hij niet eens de renten van zijn vermogen verteren. Dat heeft m:j veel verdriet veroorzaakt eu ook uwe moeier ja ook haar, ofschoon zj er niet over sprak, want Sambow was haar vader. Het is altijd mijn streven geweest u het landgoed eens vrij van schulden na te 'aten, doch het is in'j niet gelukt, lk moest hypotheken op het landgoed nemen e.1 daar menig jaar de in komsten ternauwernood voldoende waren, o;n de renten to dekken, zoo moest ik liet steeds meer en meer bezwaren." IIij scheen te geloove.i, dit H >rst van zijne verkwistende en loszinnige leefwijze norit iets vernomen had, en Horst zweeg, teneinde dit uur van verzoening niet te ontheiligen door een wan klank. „Lieve zoon, g'j kunt de toestanden, zooals zij geweest zijn, niet beoirdeelcn," sprak Buschbeck verder. „Ik ben misschien niet vrij van schuld, de hoofdschuld evenwel is te wijten aan de steeds toe nemende moeiclijkheden, waarin ik mij bevond. In liet streven, om voor uwe moeder mijn benarden toestand te verbergen en haar de zorgen daarover te besparen, geraakte ik steeds verder op den dwaal weg. llad Sambow mij een enkele maal slechts voldoende geholpen, dan zon alles heel anders uitgekomen zijn. Hij deed het evenwel niet. lk klemde mij vast aan de hoop, dat gunstige tijden mij zouden redden, maar de oogsten werden steeds

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 1