ier», Mam, Siuitenlandsch Nieuws, woning. worde. De directie moet er zorg voor dragen dat men niet kan zeggen „och, we gaan maar niet meer naar 't concert der Harmoniekapel toe, want men heeft er niet veel aan door de luidruchtigheid van 't jonge volkje." Omtrent het concert zelve zijn wij uitstekend tevreden en herhalen het voor de zooveelste maal, dat de Harmoniekapel ten zeerste aan spraak heeft op de ondersteuning en mede werking onzer plaatsgenooten. Stelt u eens voor, plaatsgenooten, dat de Harmonie uiteenspatte uithoofde van te geringe finantiëele ondersteuning onzerzijds Te drom mel, wat zouden wij bij verschillende, ja bij verscheidene gelegenheden zulk een gemis ten zeerste betreuren! Niemand van die onverschilligen, die zeggen niets met de Harmonie op te hebben, heeft zeker bedacht, dat de kapel zelfs voor vele zaken en vele burgers bij zekere gelegenheden dumisbaar is niet alleen, maar aan de gemeente zelfs stoffelijk voordeel verschaft. Men zal misschen zeggen „o ja, dan halen we maar muziek van Alkmaar, of den Helder." Wel zeker, alsof dat zoo maar voor 't commandeeren is. En vraag dan eens wat voor geldelijke opofferingen daarmede gepaard moeten gaan. En was het nu, dat men moest getuigen „het is ook al zoo'n muziek, wat men te hooren krijgt 1" fiat, dat zou nog eenige gegronde reden kunnen zijn, maar zooals de Harmonie- kapel de laatste tijden, onder de uitstekende leiding van den heer Riigers, is vooruitgegaan, kunnen we gerust tegen de vreemdelingen, die bij openbare feestelijkheden onze plaats bezoeken, verklaren dat wij een flink eigen muziekkorps hebben, dat zich volstrekt niet over hare uitvoeringen behoeft te schamen. Integendeel. Zij gaat geleidelijk vooruit en wat zij ten gehoore brengt wordt inderdaad op verdienstelijke wijze uitgevoerd. Nog willen wij vermelden, dat de kapel een zeer belangrijken aanwinst heeft ge kregen door de toetreding van den heer Borst lap, organist en muziekonderwijzer te dezer plaatse, die blijken gaf zijn instrument, bariton Tuba, flink machtig te zijn. We willen hopen dat de directie aanleiding moge vinden, voor dat het ruwe jaargetijde ons zou verbieden 's avonds in den tuin van den heer Broersma een concert bij te wonen, nog een t wee- of drietal concerten op Zondag avond aldaar te doen houden. Zij zal daardoor den minnaars van muziek onvoorwaardelijk een lieven dienst bewijzen. Te Amsterdam zal het rondventen van het socialistisch blaadje Recht voor Al len geen aanleiding tot opstootjes meer geven //Zij heeft mij afgewezen „Dora?" vroeg Plösznitz, ofschoon hij reeds lang alles wist. »Ja" /Onmogelijk, Buschbeck! Gij vergist u gij moet u vergissen!" z/Het is toch zoo!" riep de baron uit en drukte de rechter hand tegen het voorhoofd. Plösznitz trad naar hem toe en legde geruststel lend de hand op zijn arm. ,/Beste Buschbeck," zeide hij. ,/Gij hebt gezegd, dat mij de verantwoording trof. Goed ik neem die nu ook nog op mij. Maar daardoor heb ik dan ook het recht, te verlangen, dat gij mij alles mede deelt, hoe het gekomen is, want ik moet tenminste in den stand der zaak een helderen blik kunnen slaan." De baron liep gejaagd het vertrek op en neder, teiwijl het zweet hem op het voorhoofd parelde. z/Ik bid u Buschbeck, vertel mij alles/' ging Plösznitz voort. De baron antwoordde nog niet. z/Ik trof haar alleen aan," zeide hij eindelijk. „Haar vader was uitgegaan ik weet niet waar heen ik geloofde het gunstige oogenblik mij ten nutte te moeten maken en ik bekende haar mijne liefde. Ik weet niet meer wat ik gezegd heb, ik weet alleen, dat zij verschrikt achteruitdeinsde, dat het bloed uit haar gelaat week, dat zij mij toeriep Nooit nooiten daarop het vertrek verliet z/En is dat alles vroeg de majoor. //Is u dat nog niet voldoende Zijn deze woorden niet duidelijk genoeg riep Buschbeck in hevigen toorn uit z/Neen, want deze woorden bewijzen niets. Zij geven mij alleen het bewijs, dat uwe bekentenis Dora in dat oogenblik onverwacht overviel, en zij niet in staat is geweest haar gevoel tebeheerschen, u half onbewust nooit nooit l' heeft toegeroe pen en daarop het vertrek heeft verlaten. Van de honderd meisjes zouden misschien vijftig evenzoo gehandeld hebben. Hebt gij haar later nog gesproken ,/Neen." Haar vader ook niet wijl het venten van dit en andere bladen thans door den burgemeester verboden is. De bekende socialist P. Van der Stadt is in hechtenis genomen. Onder de Maandag ge- dooden behoort ook Kramer, een der rond- venters van Recht voor Allen. Een onderzoek op de drukkerij der socia listen //Excelsior" in Den Haag ingesteld, schijnt tot geen resultaat te hebben geleid. De veelbesproken agent van politie Korfinaker, die in de Laurierstraat z >o laf hartig werd mishandeld, is niet dood maar wordt in het Binnen-Gasthuis verpleegd. Zijn toestand is zelfs bevredigend. Er moet in Londen werkelijk een goed georganiseerd complot bestaan tot besteling van de Amsterdamsche bankinstellingen. Men zal wèl doen, op zijn hoede te zijn niet alleen in Amsterdam, maar ook in andere groote plaat sen van ons land. De Twentsche Cour. bevat het volgende als een staaltje van onmenschelijkheid. De landbouwer G. S., wonende te Reutum, gein. Tubbergen, had een koeherder(je. Het ventje was nog piepjong, pas 8 jaar, en daar om nog al speelsch en wat achteloos achter de aan zijne zorgen toevertrouwde koeien. De boer peperde hem daarom telkens in met de zweep, wat het jongske bewoog zich hij zijn vader, zekere G. J. te Agelo, over de wreede handelwijze van zijn meester te beklagen. Proefondervindelijk werd het den vader toen duidelijk, dat zijn zoontje met geen onwaar heid was thuis gekomen. De algemeene als zeer ruw bekend staande S. onthaalde J. op eene geduchte aftakeling, hetwelk zoo ver ging dat S. met een zwaar ijzeren voorwerp, eene blaaspijp of zoogenaamden //puuster" J.'s arm dermate trof, dat deze spleetVolgens ver klaring van den heelkundige was zulks veel erger dan of de arm gebroken ware. Tegen den zweep- en f/puuster"-held is door de Rijkspolitie van Ootmarsum proces-verbaal opgemaakt, zoodat het hem op zijne beurt nu wel zal worden ingepeperd. Zaterdag zijn nog een tiental belhamels, die aan het oproer hadden deelgenomen, gear resteerd. Hieronder bevindt zich de aanvoerder op de barricade in de Lindenstraat, die de roode vlag vasthield. De man heet Van den Broek en is een weggejaagde maiinier. Voor het fonds tot het verleenen van ou derstand aan zieke en herstellende agenten van politie te Amsterdam is reeds ingekomen aan verschillende gitten, ook van buiten Am sterdam waaronder een van f7000, een f4990 en een van f3035, „van eenige be langstellenden" het belangrijke bedrag van f 17,095.36. z/Neen, ik verliet dadelijk het huis en ben on verwijld teruggekeerd De majoor lachtte. „Beste vriend, wees niet boos op mij, maar gij hebt juist gehandeld als een jongmensch van zestien jaren, die voor de eerste maal bemint, en de beken tenis zijner liefde natuurlijk op d® onhandigste wijze uitspreekt. Zie, nu moet ik, oude jonggezel, u nog onderricht geven in de liefde en in het doen van een huwelijksaanzoek. Had Dora uwe liefdes verklaring kalm aangehoord, en u afgewezen, ware zij bedaard in de kamer gebleven, dan zou ik u raden, waarde Buschbeck, de gedachten op te geven, haar te vergeten, dat zou voor u het beste zijn, en zoo voort. Doch dat heeft zij niet gedaan; zij is, gelijk gij mij gezegd hebt, hevig ontsteld het vertrek uitgesneld en dat heeft zij eenvoudig gedaan, omdat zij u niet in de oogen durfde zien, daar zij dan verraden zou hebben, dat zij u bemint!" „Zou het niet de natuurlijkste wijze geweest zijn, wanneer zij dit had bekend, indien zulks het geval ware geweest bracht de baron hiertegen in. //Waarde Buschbeck, het natuurlijkste zou het wel is waar zeker geweest zijn," antwoordde de majoor, „ma ir even natuurlijk is het, dat een jong meisje, hetwelk nog nooit zulke woorden heeft ge hoord, en er niet op voorbereid was, juist het tegendeel zegt van hetgeen zij gevoelt. Gij schudt twijfelend met het hoofd, omdat gij de vrouwen minder goed kent dan ik. Gij moogt u intusschen op mijne ervaring en mijne kennis van het vrouwe lijke karakter verlaten en aannemen dat mijne meening omtrent Dora de eenige ware is. Uw on verwacht aanzoek heeft haar misschien zelvo eerst tot bewustzijn gebracht, wat zij in stilte reeds lang voor u gevoelde; met echte jonkvrouwelijke beschroomdheid heeft zij u die niet durven beken nen en is zij daarom in verwarring de kamer ont vlucht, om haar haar gevoel niet te verraden. Dat is mijne uieening, die wel is waar lijnrecht tegen over de uwe staat, maar naar het mij toesclëjnt, op betere gronden rust, Dora bemint u, dat is mijne overtuiging Wordt Vervolgd. Betreffende de socialistische Zondagavond te 's Gravenhage e(.i.n waar Domela Nieuwen hu is als sprei-'!'11 èi wordt gemeld, dat een der agenten v^' buiten de zaal, van een als heer gHi' soon met een voorwerp een sla» o H' ontving. De „heer" zette het 0p ee ,n*H met achterlating van zijn hoed dip':" 0oPf der politie bleef. "W|t Als een bijzonderheid zij nog Verm bij dc discussie zich een spreker onl H hot voorstel opperde, om op de M en koffiehuizen, waar do dagblad en ter], w yuiijm stelsel van boycotten toe te passen inrichtingen niet meer te bezoek ll' onze li lagen, die tegen de socialisten schreve' w -en, we|]r n stel door den voorzitter Ëaye onder werd, die het publiek aanraadde, slecliH"' koffiehuizen te bezoeken, „waar 'o—- - ter lezing liggen." Iemand in Friesland, die een in huis kreeg wegens wanbetaling van tebelasting, gaf deze 's morgens, 's av0lj, 's middags niets anders te eten dan saladS der iets er bij. Dit begon den 6! spoedig te vervelen en hij vertrok zonderd' de schuldenaar een cent had betaald y» feit is aanklacht gedaan bij de justitie zal ons benieuwen of deze herhaalde Say aanbieding ook strafbaar is. In Spanje heeft men een minisjerie/ Crisis. Reeds Zatermiddag liep het gerucht, daté minister van financiën aan den heer Sa»astar ontslag had aangevraagd. Dit gerucht heeft 4 later bevestigd. De heer Camaeho ontmoette? de meerderheid der cortès en bij enkele lede van het Kabinet zulk een hevige opposite tegti zijn wetsontwerp, ten doel hebbende den ver koop der gemeentegoederen, dat hij het gen raden oordeelde zijn verzoek om ontslag j to dienen. Camaeho wenschte die wet aa» nomen te zien om het evenwicht in het bndgttl te herstellen, doch de regeering vond die, maatregel wat te kras. Eenige ministers moeial er den lieer Camaeho zelf opmerkzaam f| gemaakt hebben, dat hij in sommigen geval minder onbuigzaamheid moest toonen. De minister Sagasta wist, dat eenige dag geleden de heer Camaeho reeds voornems was zijn ontslag te nemen en verscheid» staatslieden werden reeds aangezocht, den nister van financiën te vervangen. Voor de vorm werd nog een poging gedaan om cho te behouden. Er werd een minister» gehouden doch minister Camaeho gingen»! heen, maar schreef, dat hij ziek was, tenvr. hij er bijvoegde.dat zijne ambtgenooten 1* konden beraadslagen, wanneer hij de verga dering niet bijwoonde. Camaeho verliet I ministerieel-hotel en betrok weer zijn M Er is wel een partij, wie het aftreden* Camaeho verheugt, doch het maakt renten®! en handelaars bevreesd. Over het algen®! gelooft men, dat Sagasta een fout beging,!- een grooten knak toebrengt aan de macht liberalen. Zelfs beschuldigt men den n* ter-president, dat hij den invloed van het en de intrigues stelde boven het waarac": belang van het land. De minister-president is ongesteld, dij Zaterdagnacht een geneesheer ontbieden. Verslag der vergadering van den j* der gemeente ZIJPE, gehouden op dag, 3 Augustus 1886, des morgens 10 ure. Aanwezig waren alle leden. Nadat de vergadering geopend wa8j notulen gelezen en goedgekeurd waren, de Voorzitter aan den Raad mede, W. van liet hoofd der school aan 6 gerbrug, een schrijven hadden waarin deze verklaarde, dat zijp r zeer slecht was en verbetering eischte^^jj Daar Voorz. do noodzakelijkhel cevn stelt dat in dat gebrek voorzien worc^'ueS]iiit den raa 1 voor, hieromtrent een nemen- „ï.on de De heer Francis maakt intuss r„erl)p> merking, dat een der burgers van "„1, hom vorklaard had, dat de SC i.tfa[i)eii ï'1 de burgers aan huis drinkwater fl< gen, daar er geen drinkwater i school aanwezig was. I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 2