Algeiiees
A 1) v li R T E N 1 E -
donderda*
a' i e r w s-
19 augustus.
DWALINGEN lËsllARTË.
Ao. 1880.
30.s le Jaargang
M 2012.
L A Si R O E W Si L A Si.
J WINKEL,
PATENTEN.
TE SOHAGEN,
Patenten,
21.)
O <-
s c ii i v i:
JH
A T.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertentiën in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
UITGEVER:
Laan, Wijk D, No. 5.
Prijs per jaar f 3Franco per post GO
rV 'ouderlijke nummers f 0.05.
Adoertentiën van één tot vijf regels 0.75
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
K emeen te Scha gen
Bekendmakingen.
€j
De Burgemeester van Schagen brengt ter algemeene
kennis, dat de patenten, aangevraagd in de maand
Mei j.1. tot uitoefening der beroepen van tapper,
slijter in wijnen, sterke dranken en bieren, en
koffiehuisliouder, voor het dienstjaar 1886[<S7, onder
overlegging van liet aanslagbillet, waaruit voldoening
der helft van den aanslag blijkt, ter gemeentesecre
tarie door belanghebbenden kunnen worden afgehaald
op alle werkdagen, des voormiddags van 9 tot 12
ure.
Schagen, den 7en Augustus 1886.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
De Burgemeester van Schagen brengt ter algemee
ne kennis, dat de patenten, aangevraagd in de maand
Mei j. 1., voor het dienstjaar 1886|87, ter gemeen
tesecretarie door belanghebbenden kunnen worden
afgehaald vanaf Donderdag den 12en Augustus tot
en met Woensdag den 25en Augustus .a s., des
Roman van dllIEDJïICIl IR1.EDR1CH.
IX.
Plösznitz was vast besloten, alles in het werk
te stellen, om Dora's genegenheid en vertrouwen
te winnen, want hij twijfelde er niet meer aan, dat
zij over Buschbeck een zekere heerschappij zou ver
krijgen doch hij ontmoette liair alleen onder het
middagmaal en dan belette zij door haren kalinen,
koelen ernst iedere vertrouwelijke toenadering.
Weken verliepen er en hij zag haar niet een
enkele maal lachen. Haar gelaat was bleek, en
hare trekken verrieden duidelijk, dat zij treurde.
Buschbeck deed alles wat in zijn macht was,
om haar op te vroolijken en haar verstrooiing te
bezorgenzij wees dit meestal van de hand en
waaneer zij dit niet kon, dan bleef zij toch ern
stig en stil.
Niemitz kwam in den beginne dikwijls over. Hij
gevoelde zich op het landgoed zeer tevreden en
maakte een plan voor groote veranderingen, die
zoowel in het slot, in het park, als in het beheer
van het landgoed zouden gebracht worden. In den
beginne zweeg Buschbeck daarover, doch later
verklaarde hij beslist, dat het volstrekt niet zijn
plan was, ook maar iets te veranderen. De veel
vuldige bezoeken en het opdringend vriendelijke en
voorkomende gedrag van den apotheker, waren hem
bovendien zeer onaangenaam en alleen ter wille van
Fora, zag hij er van af, dit openlijk te toonen.
e vergeefs trachtte hij hare wenschen te raden;
Z!J scheen niets meer te verlangen, dan alleen tn
ongestoord op haar kamer te zijn; op haar gelaat
een uitdrukking van lijden en dit scheen met
lederen dag toe te' nemen.
geringste aanleiding kon Buschbeck in hef-
'gen toorn doen ontsteken; hij wilde verbergen,
er in hem omging, maar des te heftiger openbaarde
zlJ"e ontroering zich op andere wijze.
Be majoor had deze verhouding reeds lang door-
f'en; een enkele blik was hem voldoende om Busch
beck
3 stemming te raden, en verkondigde deze
stcrm, dan trachtte hij dien te ontwijken.
Buschbeck vond bij Dora het geluk niet, het-
elk hij bij haar gehoopt had te vindenhij ge
voelde zich zelfs benauwd in hare nabijheid, hare
°e'e bedaardheid trof hem steeds pijnlijker en
s eeds veelvuldiger trad hij de kamer van den ma-
00r binnen met den uitroep „Kom, wij gaan rijden 1"
voormiddags van 9 tot 12 nre, de invallende Zon
dagen uitgezonderd.
Schagen
den Hen Augustus 1886.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
Si innenlandsch Nieuws.
Schagen, 18 Augustus '86.
De dag, naar welken velen uit deze plaats en
hare naaste omgeving met verlangen hebben uitge
zien, de dag waarop onze harddraverij- vereeniging
hare jaarlijksche harddraverij voor paarden „van
zessen klaar" en ditmaal „onderden man bereden",
zou doen houden en ook heeft gehouden, behoort
alweder tot het verledene en zal bij sommigen eene
aangename herinnering achterlaten, terwijl wij willen
veronderstellen dat, indien er misschien al een en
kele onaangename herinnering aan mocht verbonden
zijn, dezelve zich uitsluitend bepaalt tot de gevol
gen van eer. drukken maar toch voordeeligen dag,
want druk is het geweest en het groot aantal
vreemdelingen, dat gisteren onze plaats bezocht, in
aanmerking nemende, dan durven wij hier ook wel
de veronderstelling neerschrijven, dat deze dag zeer
veleu burgers in hunne zaken een zeer zeker niet
onaardig voordeel zal hebben opgeleverd.
Zij zochten dan een der vroegere vrienden op, er werd
gespeeld en gedronken en Buschbeck trachtte in
den wijn te vergeten, hetgeen hem inwendig ver
teerde. Meestal keerde hij dronken huiswaarts.
Plösznitz jubelde in stilte. Hij had zich in zijne
berekening vergist, doch in zijn voordeel. Dora bezat
op den baron niet den invloed, gelijk bij bet ver
wacht had, en Buschbeck sloot zich weder bij hem
aan.
Wederom hadden zij den nacht bij een naburig
grondeigenaar onder spel en wijn doorgebracht en keer
den eerst huiswaarts, toen de nieuwe dag reeds lang
was aangebroken. Buschbeck had veel gedronken, zijn
hoofd gloeide en met weerzin trad hij zijn
huis binnen. De frissche morgenlucht verkwikte hem
en terwijl Plösznitz den verzuimden slaap trachtte
in te halen, liep hij in het park heen en weder.
Hij had geen oog voor den schoonen morgenstond.
Hij wist zelve niet, hoe de gedachten bij hem
opkwamen, maar bij dacht aan zijn mislukt levens
geluk. Hij bad gehoopt, aan Do ra's zijde een zonnigen
levensavond te vinden en was bitter bedrogen. Zij
was zijne echtgenoote en toch scheen haar hart liern
niet in het minste toe te belmoren. Een gevoel van
verbittering steeg in hem op. Hij begreep Dora
niet. Zij bad hem hare hand geschonken en toch
had zij voor hem geen enkel vriendelijk en vertrou
welijk lachje over. De trots van zijn stand begon
bij hem te spreken. Gevoelde zij zich dan niet tot
dankbaarheid verplicht, omdat bij haar tot zich had
verheven Was haar dan de naam, dien zij nu droeg,
zoo onverschillig Hij staarde voor zich uit en
lachtte minachtend. Bewusteloos sloeg hij een zijpad
in en stond verrast stil, toen hij Dora eensklaps
voor zich zag.
Verschrikt en verbitterd zag hij haar aan.
Zij was gekleed in een licht morgengewaad en
had een zwarten kanten doek over het hoofd ge
slagen, maar nog donkerder zagen hare groole, ern
stige oogen hem aan. Zij scheen niet verrast te zijn;
in haren koelen blik stond minachting te lezen.
Deze blik verbitterde hem nog meer.
„Hoe komt gij hier?" vroeg bij heftig.
Dora zweeg, maar haar blik ontweek den zijne niet.
„Hoe komt gij hier?" herhaalde hij nog luider.
„Ben ik u rekenschap verschuldigd antwoordde
Dora op kalmen toon. „Kan ik u niet dezelfde
vraag doen?"
„Ik wil een antwoord op mijn vraagriep
Buschbeck.
Een honend lachje zweefde om Dora's lippen.
„Vraag ik u dan, waar gij den nacht hebt door.
Deed het regenachtige weder gistermorgen vree
zen, dat er „weinig voïk" zou komen, dank zij de
gunstige wending, dat het weder tegen den middag
ophelderde en goed bleef, vertoefde al spoedig een
groote menigte nieuwsgierigen en feestvierenden
binnen Schagen's veste.
Twaalf paarden namen aan de harddraverij deel,
die vlug van stapel liep en waaraan nog al bekende
dravers deelnamen.
De prijs, f 225.in contanten, werd behaald door
de bruine merrie „Concurrent",toebehoorende aan den
lieer D. Vermant te Charlois cg bereden door den
heer P. W. Schippers, de 1ste premie, f75.door
de bruine merrie „Emma„, van den heer de
Ridder te Buiksloot en bereden door den beer A.
Siderius, en de 2de premie, f 25.door de donker
bruine merrie „Snijhoon„, van den heer W. H. J.
Brom te Utrecht bereden door den heer A. Bos.
Een uur na afloop der harddraverij werden de
prijzen in den tuin van den heer Broersma, onder
een toepasselijk woord door den voorzitter uitgereikt,
bij welke gelegenheid de Harmoniekapel hare fan
fare s deed hooien. Ook onder de harddraverij gaf de
Harmonie van tijd tot tijd eenige nummers ten beste.
Tijdens de harddraveiij werd, cmstreekshalftwee,
een 26-tal postduiven, op den morgen van dien dag
uit Vlaardirgtn alhier aangekomen, vrijgelaten. Des
middags ten 3 uur 42 minuten, werd uit Vlaar-
vraag
nep
de
vrees
gebracht?" antwoordde zij.
„Ik wil een antwoord op mijn
baron nog luider en driftiger.
Dora bleef volkomen kalm dat zij geen
kende, verried haar blik duidelijk genoeg.
„Ik zal u een antwoord geven, maar niet omdat gij
het verlangt, doch dewijl ik niet de minste reden heb,
u de waarheid te verzwijgen," sprak zij. Ik kon
niet slapen, omdat ik van uur tot uur op uwe terug
komst had gewacht. De dag brak aan, het werd
mij in mijn kamer te eng; ik verlangde naar de vrije
frissche morgenlucht, en ik ging naar her park. De
bediende zou u hebben kunnen zeggen, waar ik
w5s, indien gij mij gezocht bad. Hebt gij liet hem
gevraagd
„Neen," antwoordde Buschbeck niet zonder een
gevoel van schaamte, want hij durfde niet zeggen
dat bij den geheelen nacht niet tehuis was geweest.
Hij sloeg den blik neder.
„Verlangt gij nog iets vroeg Dora.
Hij antwoordde niet dadelijk en de jonge vrouw
keerde zich om, teneinde naar huis te gaan.
„Dora, blijf nog," riep Biischbeck eensklaps.
De aangeroepene stond stil en keek hem aan.
„Wat wilt gij vroeg zij.
De toon harer stem voer lum door de borst; zijn
roes verdween. Hij had liasr zoo innig bimiiid en
beminde haar nog.
„Gij vraagt niet waar ik geweest ben sprak bij.
„Waartoe? Gij hadt mij immers kunnen zeggen
waarheen gij gisterenmiddag heenreedt; gij hebt het
niet gedaan, derhalve zult gij wel redenen hebben,
het mij te verzwijgen."
„Ik heb geen redenen. Weet gij wie mij voort
dreef en mij zoo lang terughield?"
„Hoe zou ik dat weten?"
riep Buschbeck hartstochtelijk uit.
Dora verbaasd.
„Ja, gij uwe koelheid Zoolang gij de mijne zijt,
heb ik nog geen vriendelijk lachje op uw gelaat
gezien. Mijne opmeiTzaamhtid niemt gij onver
schillig aan; wil ik u vertrouwend naderen, dan schrikt
uwe kalmte mij af. Met van vreugde kloppend hart
lieb ik u als de mijne hierheen gevoerd; ik droomde
van geluk; deze droom is een dwaze waan geweest,
meer niet. Ik weet, dat ik mij niet bedrieg, en
deze zekerheid jaagt mij voort, dwingt mij, in den
w ijti mijne vergetelheid te zoeken. Dat is het
dat is het
Hij had deze woorden in de grootste opgewon
denheid gesproken; hij trachtte Dora's hand te
vatten, doch deze trok dezelve terug.
„Gij gij
„lk vioeg