A LGEMEEX'
A D V EIV T E TI E
I 29
BRIETEN UIT AMSTERDAM.
DWALINGEN DES H ARTÉ'
i\ I E L w s-
j A B B O U !t L A I».
A, -T ATP.
4.
30ste Jaargang
XII.
Laan, Wijk D, Ho. 5.
Ao. 188 6
fo 2021
De warmte in verband met de corpulentie. Kunst.
stukken(J) op de planken. Een bezoek van Amsterdam
mers aan Schagen. Luchtige geleerdheid. Zeker
iemand wil de lucht ingaan, maar moet op den grond
blijven, gelukkig. Het venten van kranten op straat.
Het einde van den komkommertijd.
o
Om te beginnen, zou ik geneigd zijn, eene
verzuchting te houden, over het weer, want
we hebben alweer heol wat warmte te door
staan gehad, maai- vooreerst zou zulk eene
klacht misplaatst zijn, nu het warme weder
•eeds voorbij schijnt te zijn en ten andere zou
men eene verkeerde meening van mij krijgen,
deusch een mopperaar ben ik niet en integen
deel zeer in mijn schik met dezen mooien,
angen zomer; 't is inderdaad een buitenkansje,
want we zijn nu reeds in de buurt van October,
maar zouden dat nauwelijks gelooven, als we
geen scheurkalenders hadden en kranten, die
de dagen voor ons nummeren. Het eenige wat
de warmte voor mij wel een beetje lastiger
maakt, dan voor de meeste mijner stad- en
landgenooten, is mijne zwaarlijvigheid, waarvoor
ik van plan ben, mij binnenkort eens in brief
wisseling te stellen met dokter Schwenniger,
die Bismarck zooveel verlicht heeft; maar
dit vertel ik in vertrouwen, en zal er thans
niet meer over uitwijden.
Roman van IIIIEDRICI1 1R1EDR1CH.
Horst streed inet zich zelven op de eerlijkste
"wijze, om de n rampzaligen hartstocht, die hem zoo
geweldig had aangegrep-m, te bedwingen. Tevergeefs
zette hij zich zelven de hopeloosheid zijner liefde
uiteen, hij sidderde bij de gedachte, dat hij de vrouw
van zijn vader beminde, zijn hart luisterde niet naar
de stem van zijn verstand.
Tevergeefs stelde hij alles in het werk om Dora
te vergeten hij zocht zijn vroegere vrienden op,
maar te midden van hun vroolijk gezelschap zag
hij alleen Dora's gelaat en de weemoedige ernst
van hetzelve scheen tót hem te zeggen „Zie, ik
ken immers ook geen gelukik heb nog minder te
hopen dan gijl* Hij trachtte zich dronken te drin
ken, het gelukte hem, maar dat eene beeld week
met van hem, het vervolgde hem wakend en droo
mend.
-Door dezen onafgebroken strijd werd zijn kracht
i'erteerd, zijn anders besliste wil vernietigd hij was
-en slaaf, of beter gezegd, een offer van zijn harts
tocht. Zijn verlof duurde nog eenige dagende
gedachte kwam bij hem op, van dezen te gebruik
te maken, om Dora nog eens te zien, en bijna on-
f"'ig, niet zijn hartstocht volgende, maar door
laar medegesleept, reisde hij naar het landgoed
"jus vaders.
Het was weder een prachtige najaarsdag, toen
"J over de heide reed. Het was namiddag. Hij
femcrkte niet, hoeveel groen en bloemen er op de
eide was ontsproten, sedert hij eenige dagen gele-
en er over gereden was. Roerloos zat hij in dsn
agen en staarde droomend voor zich uit. Wat
"de hij p Het bewustzijn, dat hij op geluk niet
ad te hopen en ook niet mocht hopen, drukte
Pdzwaar op zijn zielhij wilde alleen nog maar
•durende korten tijd in hare nabijheid leven, hare
;"e" zien verder strekte zijn begeeren zich
uit en het was hem onverschillig, wat er dan
011 hem zou worden.
4b
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woens
dag- en Zulerdacjavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertentièn in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
UITGEVER:
WINK
TE SCHAGEN,
Prijs per jaar f 3 Franco per post '6.GO
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Advertentièn van één tot vijf regels ƒ0.75
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
Een vorige keer schreef ik reeds het een en
't aêr over onze schouwburgen, en kan daarover
thans kort zijn, doch om eenigszins de kroniek
bij te houden, moet ik toch nog even vermel
den, dat we weer druk getracteerd worden, op
allerlei buitensporigheden op de planken. De
zoogenaamde kermisstukken zijn in vollen gang;
in de Stads-schouwburg op 't Leidsche plein
geeft men De Zilverkoningeen spektakelstuk,
waarin geheele treinen vol met passagiers, komen
aanrijden, en weer vertrekken; het tooneel ver
andert om een haverklap en geeft, wat in de
hitte allerbespottelijkst was, een prachtig win-
tergezicht te aanschouwen, met een sneeuwbui
'van honderdduizenden witte papiersnippers, die
als sneeuwvlokken neerdwarrelen, zóó natuur
lijk, dat het geheele publiek last van de kou
begint te krijgen. Bij Van Lier, in de Amstel-
straat wordt een onmogelijk kluchtspel gegeven,
onder den titel van Soldatenlevenen waarin twee
escadrons roode huzaaitjes verschijnen; de kom-
mandant van die krijgsmacht is een jongen van
twaalf jaar, parmantig op een hitje gezeten, en
zijne manschappen, die achter hem aan mar-
cheeien, zijn allen kleine kleuters, de jongste
een kereltje van twee turven hoog en nog geen
vijf jaar oud. Alle moeders op het schellinkje
krijgen de tranen van plezier in de oogen, als
zo die wakkere huzaartjes zien, waarvan som
migen op een stuk koek loopen te knabbelen,
't Spreekt van zelf, dat er overigens in het stuk
ook een massa echte, dat is te zeggen volwas
sen soldaten optreden, al zijn dat ook maar
tooneelhelden, die nooit kommiesbroo heb
ben geproefd. Ik beloof hij dezen plechtig
De wagen reed langzaam over den zaudigen weg.
Horst ontwaakte uit zijne droomen en schrikte.
Daar was het boscbje van jonge berken, achter
hetwelk hij nog maar enkele dagen geleden, Hedwig
had aangetroffen. Hoe blijde had zijn hart toen
geslagen? Hij vermoedde dat het meisje hem be
minde en medelijdend schudde bij het hoofd.
Ook hij had geloofd, lxaar te beminnendoch
dat was vonr het oogenblik, waarin hij gewaar
werd. wat liefde was.
Hij wendde zijn gelaat afhij zag nu de oude
hoornen in het park van zijn vader en zonder den
koetsier te waarschuwen, sprong hij uit den wagen
en snelde dwars over de heide, naar het park.
Meer dan eens stond hij stil om adem te halen,
dan ijlde hij weder voort. Hij bereikte het park
en al zijne zenuwen trilden hij zeide tot zich
zelven, dat hij ondoordacht gehandeld had, door
zoo spoedig terug te keeren het was gebeurd,
en met het inoedelooze besluit ran een man, die
niets meer in het leven te verliezen heeft, schreed
hij verder.
Zoo naderde hij met ontstuiraig kloppend hart
de groep boomen, onderwelken hij eenigen dagen
geleden met Dora had gezeten. Bij een kromming
van het pad stond hij stil op nog geen tien
schreden afstands van hem verwijderd, zat Dora.
Zij had gelezen, maar hare handen lagen nu met
het boek in den schoot, droomend staarde haar oog
naar den grond
Een zachte kreet van verrassing ontsnapte aan
zijn borst Dora hoorde het niet. Hij wilde zich
voor haar op de knieën werpen en toch had hij
de moed niet, zich te bewegen. In den pijnlijken
ernst van hare trekken lag iets verhevens, iets
reins, iets dat achting gebood en een inwendige
stem riep hem toe „zij is de echtegeuoote van uw
vader 1'"
Deze stem scheen met één slag al den gloed in
hem uitgedoofd te hebben, want zijn arm, dien hij
onbewust verlangend naar haar bad uitgestrekt, zonk
als verlamd neder. Hij kwam zich zelven voor als
een dief, die in een heiligdom wil inbreken en
herkend wordt, nog voor bij het betreden heeft.
.Nog was het mogelijk zich terug te trekken, hij
beterschap en zal in den vervolge niet zooveel
meer over tooneel praten, maar in dit geval
moet ik nog even iets zeggen over het gezel
schap „De Nederlandsche Tooneelisten," onder
directie van den heer Ch. de la Mar, dat nog
slechts zeer kort bestaat en hier in den laatsten
tijd zeer de aandacht trekt. Het is hoofdzakelijk
samengesteld uit acteurs, die vroeger in het
„Salon des Variétés" waren, speelt thans in
het Gebouw van de Maatschappij voor den Wer
kenden Stand, en geeft met prijzenswaardige
zorgvuldigheid allerlei stukken, en „elck wat
wils." Velen mijner lezers zullen zich daarvan
zelf kunnen overtuigen, want Dinsdag e. k.
geeft het bedoelde gezelschap eene voorstelling
te Schagen, in het Noord-Hollandsch Koffiehuis.
Ik hoop, dat dit voldoende reden moge zijn,
om mij deze uitwijding te vergeven.
Dat de luchtscheepvaart hier weer erg inde
mode is kunnen alle Amsterdamsch bladen ge
tuigen wij zijn in de laatste weken voortdu
rend in hooger sferen geweest, tenminste in
gedachten. Ik zóu geen echte Amsterdammer
zijn als ik niet in hoogst eigen persoon naar
die opstijgingen was gegaan en dat te meer
omdat ik oen dollen liefhebber ben van alle
groote volksverzaméiingen. Om echter niet ge
heel onbeslagen ten ijs te komen heb ik van te
voren een kleine studie gemaakt over lucht
scheepvaart en ben onder meer het volgende te we
ten gekomen.De geheele kennis van de luchtvaart
berust op de wet van Archimedes volgens wel
ke een voorwerp, gedompeld in een vloeistof
(of gebracht in een luchtsoort) even veel aan
gewicht verliest als het gewicht bedraagt der
aarzelde daar sloeg Dora den blik op. Zij zag
hem, een vreugdekreet ontsnapte aan haar horst,
zij sprong van haar zitplaats op en ijlde hem tege
moet; toen scheen ook zij eensklaps door een on
zichtbare macht tegcnghouden te worden, want zij
bleef staan en aarzelde iusgelijks een oogenblik
daarna schreed zij verder en trad op Horst toe.
Horst, vanwaar komt gij vroeg zij verrast.
Horst haalde weder ruimer adem bij scheen in
zijn eigen oogen in dit oogenblik een knaap, die op
heeterdaad was betraptde moed was hem ontzon
ken op Dora's gelaat lag een uitdrukking van
voornaamheid en wilskracht, die bem ontwapende,
en verlegen, stotterend antwoordde hij, zonder te
welen wat hij sprak „ik wenschte mijn vader te
spreken ik moet hem spreken
„Gij treft hem helaas niet tehuis/' gaf Dora, die
schijnbaar al baar kalmte had teruggekregen, ten
antwoord. „Doch wees hartelijk welkom Horst, u
is toch niets onaangenaams overkomen?"
„Neen neen," antwoorddeHorst. Hij had Dora's
hand gevat, hij hield die vast in de zijne en liet
zich gewillig naar de bank onder de boomen geleiden.
„Horst, gij ziet er zeer bleek uit," ging Don
voort, toen hij zich uitgeput op de bank had neer
geworpen, „gij zijt ontroerd, wat is u overkomen
Tegen uw moeder kunt gij openhartig zijn."
Zij legde op het woord moeder een hijzonderen
klemtoon en dit eene woord, gaf Horst zijne zelf-
beheersching terug.
„Neen, neen!" antwoordde hij. Het is een dolle,
overmoedige gedachte van mij. Ik heb nog twee
dagen verlof ik was gisteren avond in een zeer
vroolijk gezelschap en toen kwam ik op de gedachte,
u heden te verrassen. Van morgen deed de wijn in
mij nog zijn uitwerking, gevoelen en toen toen
ben ik hierheen gereisd Nu zie ik inderdaad in,
dat het eene dwaasheid was een dol idés
Dora zweeg een oogenblik, zij scheen zeer goed
te gevoelen, dat Horst alleen deze wooiden sprak,
om zijn komst te rechtvaaidigen en de ware reden,
die hem hierheen gevoerd had, te verbergen,
„De jeugd heeft immers het recht, overmoedig
te zijn en gelijk jonge mosf, op te bruisen," zeide
zij lachende. „De ernst des levens overvalt een