Algeiieen A I) V E II T E N 1 I E - 25 SEPTEMBER. DOIMDERDAfc Inkwartiering. ATI E L S- LAUDBOC AV II L A I». XII. TE SCHA GEN, Ao. 1886. 30s/e Jaargang Ad. 2022. SCHAGER COURANT. --=*= Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woens dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertentièn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. Gemeente Scha gen. Bekendmaking. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Sehagen, brengen ter kennis van de Ingezetenen dat de Lijit betrekkelijk de Inkwartiering, bedoeld bij Art. 17 der Wet van 14 September 1866, (Staatsblad, No. 138), is vastgesteld en ter voldoening aan evengemeld Wets-artikel, gedurende 14 dagen voor een elk ter inzage aan het Raadhuis is neder- gelegd, en alzoo van af heden tot den 6 October a. s., Wordende tevens ter kennis gebracht dat zij die tegen gemelde Lijst bezwaren hebben in te brengen, zulks schriftelijk behooren te doen aan Burgemeester en Wethouders, binnen 14 dagen na het einde der ter visielegging en alzoo vóór den 19en October 1886. Sehagen, den 22en September 1886. Burgemeester en Wethouders voorn. G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. Si in n en la n dsch IV ie uws Sehagen, 22 Sept. 18S6. „Met pleizier'' ziedaar den titel van het blijspel, gisterenavond in het Noord-Hollandsch koffiehuis alhier opgevoerd door het gezelschap Nederlandsche Tooneelisten, onder directie van den Meer Charles de la Mar. Roman van FRIEDRICH FR1EDR1CH. 30.) Dora zat onder de groep boomen. z/Hebl gij geslapen vroeg zij lachende. //Neen, ik kon niet slapen, ,/gaf Horst ten antwoord. En zij behoefde niet te vragen, waarom niet, want zij vermoedde de oorzaak wel. Met de haar eigen geestkracht beproefde zij het gesprek op een ander onderwerp te brengen; Horst antwoordde ter nauwernood; de spijzen roerde hij niet aan, slechts een enkel glas wijn dronk hij haastig uit. Zoodra hij zich onbemerkt waande, zocht zij u blik Dora's gelaat en bleef daarop gevestigd. Op de tafel brandden twee lantarens en wierpen een helder schijnsel op Horst's bleek gelaat. //Laat ons in het park gaan,* zeide hij eindelijk °P gejaagden toon. Dora scheen te willen opstaan, een angstig gevoel hield haar terug. //Ik ben lieden zeer vermoeid,* antwoordde zij. „Het zit hier zoo rustig en vreedzaam gij zult u zeker wel vervelen; ik zou u zoo gaarne ver zoeken, mij het een of ander te vertellen, doch gij schijnt zeer afgemat te zijn." Deze weigering scheen Horst te prikkelen. »0ij zijt bang, om met mij in het park te gaan," r'ep hij hartstochtelijk uit, niet bedenkende wat bij zeide. Dora rilde onwillekeurig. Zij was inderdaad bang ▼oor den hartstocht, die uit zijp.e oogen sprak doch Z1J herstelde zich spoedig en antwoordde op kalmen toon„Waarom zou ik bang zijn, gij zoudt uw moeder toch nimmer uw hulp ontzeggen. Ik ben met eens bang, wanneer ik 's avonds alleen hier ga wandelen." Op slimme wijze had zij hem er aan herinnerd dat zij zijne moeder was en dit werkte als een sterk afkoelend stortbad. Hij moest zich nu wej oeheerschen, want hij mocht die waanzinnige liefde^ UITGEVER: J. H INKEL, Laan, Wijk D, No. 5. Prijs per jaar 3.Franco per post 3.0U Afzom&rlijke nummers f 0.05. Advertentièn van één tot vijf regels 0 75 iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. //Met pleizier" is een blijspel dat, tamelijk gekruid met aardige en snedige gezegden, den toeschouwers een kijkje geeft in het huwelijks leven en aantoont hoe een oogenschijnlijk onschuldig woordje, in drift uitgesproken, tal van onaangename gevolgen na zich kan slepen. In zooverre bevat het stuk de moraalom steeds wel te bedenken wat men z°gt en ook niet iets te zeggen, wat men zich verbeeldt te moeten zeggen en zelve toch niet meent. Voorts is de geheele handeling gegrepen uit het dagelijksche leven, aantoonende welk een kleinigheid er maar toe noodig is, om de vrede van een huisgezin te verstoren. Wat in de werkelijkheid niet zoo dikwijls gebeurt, heeft hier p'aats namelijkverschil lende bijkomende omstandigheden, die men gevoegelijk de figuratie van het stuk kan noemen, brengen de van elkander vervreemde harten weder tot elkander en hebben al deze onaangename voorvallen nog geleid tot vesti ging van het geluk van nog een ander paar menschenkinderen. Omtrent hel spel willen wij, om nu nuar eens bij den titel te blijven, gulweg verkla ren, dat wij //met pleizier* dit gezelschap hier wederom zullen zien optreden, want hun „met pleizier* heeft ons en zeer zeker allen met ons, veel „pleizier* verschaft. Deze eerste uitvoering van dit gezelschap, die ons in dit genre werkelijk kunstgenot aanbood, heeft, dunkt ons, ten volle beant woord aan de verwachtingen, die men mocht die in zijn gemoed brandde, niet veriaden. Was dit gebeurd, dan moest Dora hem ontvluchten. „Gij hebt gelijk, 'het zit hier stil en rustig," zeide hij diep ademhalende. „Ik móet na de woelige bedrijvigheid der stad en het veel bewogen leven mijner réis, mij eerst daaraan gewennen." En spoedig had hij zijn zelfbeheersching terug gekregen en vertelde hij van zijne voorvallen op reis. Terwijl zij nog in het park zaten, keerde de baron onverwachts terug. Zij hoorden hem niet komen en werden hem eerst gewaar, toen hij dicht bij hen stond. Dora kromp ineen, Buschbeck bemerkte dit niet; op hartelijke wijze begroette hij zijn zoon. „Een angstig voorgevoel dreef mij hierheen," zeide hij, het was mij, alsof mij eenig gevaar be dreigde, ik heb zoo snel gereden, dat mijn paard met schuim is bedekt. Goddank is mijn angst onge grond geweest, zij is in blijdschap veranderd wees hartelijk welkom 1" Hij gaf zijn zoon nog naals de hand. Horst gevoelde zich beschaamd. De baron merkte dit niet, hij scheen zeer opge ruimd te zijn en beval den bediende wijn te brengen. „Eerlijk bekend, Horst, ik heb aan u niet ge dacht," ging hij voort. „Hadt gij mij slechts eenige regalen geschreven, dan zou ik te huis gebleven zijn. Ik heb het altijd bestreden en er om gelachen dat er voorgevoelens zijn, maar heden heeft een goed voorgevoel mij naar huis gedreven." Horst antwoordde hem, dat het besluit van dit bezoek zeer plotseling bij hem was opgekomen, dat hij nog twee dagen verlof had en meende, ze niet beter te kunnen gebruiken. „Dat is braaf,* riep Buschbeck, terwijl hij de glazen vulde. „Kom maar zoo dikwijls uw tijd het toestaat; al ben ik ook niet tehuis, dan komt gij toch niet in een ledig nest, want Dora uwe moeder is altijd tehuis. Ik hoop, dat het u aan genaam zal zijn, wanneer Horst dikwijls komt,* zeide hij nu tot zijn vróuw, terwijl hij haar zijn glas tegenhield, om met haar te klinken, „en hij is jong en heeft veel gezien, hij zal u veel kunnen stellen van een gezelschap, waarvan acteurs als de heeren De La Mar, v. d. Heuvel en Rentmeester, en actrices als de dames: De La Mar-Kleij, A. en Gustave Poolman, leden zijn. In aanmerking genomen, dat de reeks der wintervermaken met deze uitvoering wel wat te vroegtijdig geopend werd, mogen we zeg gen, dat de zaal flink bezet was, Ook nu luisterde onze Harmoniekapel den avond op, door de flinke uitvoering van eenige nummers. In den nacht van Donderdag op Vrijdag jl* zijn uit eene, weide gelegen aan de Gouw, onder de gemeente Barsingerhorn, zonder voorkennis van de eigenaars weggehaald, 5 schapen met een ram en een lam, en den volgenden dag te Hoorn aan de markt gebracht. '"s Zaterdags evenwel is het vermiste vee weer teruggehaald en zal de man, die het ontvoerd had, wel reeds bekend geweest zijn. Aan den velocipede-wedstrijd, gisteren bij gelegenpeid der Kermis te Haringhuizen gehouden, namen 4 personen deel, namelijk: Joh. Merz, P. Denijs, en Th. Denijs van Sehagen en L. Bakker uit den Wieringerwaard, welke laatste den prijs, f 5 in contanten, won, terwijl P. Denijs de premie, groot f 3, behaalde. - In den nacht van Zaterdag op Zondag heeft men te Den Helder wederom getracht brand te stichten in het Café Centrum. De booswicht was in de slijterij gedrongen en heeft den geheelen voor raad bier uit de vaten laten wegloopen. De brand werd bijtijds ontdekt en gebluscht. vertellen, wat ik niet kan, omdat ik niet verder ben geweest, dan dit kleine stukje grond. Ik heb van de wereld al zeer weinig gezien nu ben ik al te oud, om nog een andere leefwijze te volgen.* Een donkere blos overtoog Dora's gelaat; uit Buschbeck's woorden klonken toespelingen, welke zij wist, dat bepaald niet in zijne bedoeling lagen. Was ook maar de geringste verdenking bij hem opgekomen, dan zou hij met zijn opvliegend karakter, niet in staat geweest zijn, ze te verbergen. „Uw zoon zal ook mij steeds welkom zijn," zeide zij. „Zeg niet ,uw zoon', maarnoem hem Horst," ging Buschbeck op vroolijken, argeloozen toon voort. „Het heeft mij inderdaad verheugd, dat de deftige gezelschapstoon tusschen u niet meer bestaat, want twee menschen, die elkander zoo na staan, moeten ook vertrouwelijk jegens elkander zijn! Wie u niet kent, zal u nooit voor moeder en zoon houden Deze gedachte scheen hem vroolijk te maken, want hij lachte luide. Hij had schielijk gedronken; het gesprek dat hij alleen voerde, haperde reeds korten tijd daarna zonk zijn hoofd op de borst en sliep hij in. „Ik zal mijn vader naar zijn kamer brengen," zeide Horst, terwijl hij opstond. „Ik bid u, laat mij dat doen," verzocht Dora. „Neen neen," zeide Horst afwerend, want de gedachte, dat zij haar echtgenoot in een beschonken toestand naar huis zou geleiden, deed hem onaange naam aan. „Zal ik u hier nog aantreffen vroeg hij zacht. Dora antwoordde niet. „Zal ik u hier nog aantreffen herhaalde Horst. „Het is nog niet laat en het is zulk heerlijk weder." „Ja," gaf Dora op gedempten toon ten antwoord. Horst legde zijn hand op den schouder van den slapende, die langzaam nu de oogen opsloeg. „Ik zal u in huis brengen." „Ja jaantwoordde Buschbeck, met moeite opstaande. De scherpe rit heeft mij vermoeid ik weet niet het voorgevoel maar ik ben

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1886 | | pagina 1