De mijn van St. (Jiirlott.
Zondag, 23 Januari 1G87.
31ste Jaargang. No. 2057.
G em een te S chagen
Bekendmakingen.
Loting Nationale Militie.
Worat Vervolgd.
SCHA
Alseieei lis-
i
DRAAIT
MÉ- L
Dit blad veraohijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEH-
TENTIEN in het eeratuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STOKKEN één dag vrceger.
POLITIE
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen
omtrent een alhier gevonden onderstukje van -een kinderoor
belletje.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, noodigen bij deze
belanghebbenden uit, die over den jare 1886 van de gemeente
iets te vorderen hebben, hunne rekening vóór of op den leu
Februari a. s. ter plaatselijke secretarie in te leveren.
Scbagen, 4 Januari 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der Gemeente Scha
gen, brengt bij deze ter kennisse van de ingezetenen dier
gemeente, dat het kohier der grondbelasting op de bebouwde en
Roman naar het Engehcli van W. WANNA.
IVegfende Hoofdstuk.
9.
Toen ik weder naar huis ging, lag reeds alles te bed; toen
ik echter Annie's deur voorbijging, kwam het mij voor, dat ik
haar hoorde weenen. Ik klopte voorzichtig aan, doch kreeg
geen antwoord; het was mogelijk, dat ik mij vergist had."
Den volgenden morgen nam zij ook deel aan het ontbijt.
Zij zag er een weinig bleek uit en wierp nu en dan op
mij een vragenden blik. Toen ik mij gereed maakte om heen
te gaan, nam zij haar hoed en zeide: „ik ga een eind weegs
met Ilugh, moeder!" Daarop verliet zij met mij het huis. Als
wij een poos zwijgend naast elkander waren gegaan, legde zij
eensklaps hare hand op mijn arm en zeide op schuchteren
toon
„Hugh, ik ben van morgen vroeg reeds uit geweest, ik heb
den jongen Red ruth gesproken."
Terwijl zij dit zeide moet mijn gelaat onwillekeurig bepaald
zeer sterk betrokken zijn, want zij voegde er dadelijk aan toe
„Gij moet niet boos worden, Hugh; zeker, dat moogt gij niet.
Ik deed het met de beste bedoeling. Ik was zoo bezorgd over
gisterenavond, ik vreesde, dat hij u ontslaan zou, en hij zou
het zonder twijfel ook gedaan hebben, wanneer ik niet tus-
schenbeide ware gekomen; nu is alles weder in het reine."
„Gij hebt voor mij gesmeekt P' zeide ik. „Dat hadt gij niet
moeten doen. Wanneer hij mij ontslaan wil, dan mag hij het
gerust doen, ik kan mijn brood ook op een andere plaats ver
dienen."
In plaats van te antwoorden, begon Annie hevig te weenen.
Mijn leven lang heb ik het nooit tegen vrouwentranen kunnen
uithouden; ik deed daarom, wat ik maar kon, trachtte haar
gerust te stellen, gaf haar een kus op de door tranen bevoch-
tigde wang, verweet mij zeiven dat ik een ruwe, opvliegende
knaap was en verzekerde haar, dat zij het beste, onschuldigste
nichtje van de wereld was. Dat bracht haar weer tot bedaren,
zij keek mij vriendelijk en dankbaar aan en glimlachte weder.
„Gij wilt mij dus beloven," zeide zij, „te doen, alsof er
niets is voorgevallen, en al hetgeen in den nacht gebeurd is,
verder te vergeten?"
„Dat zal ik," antwoordde ik, „wanneer gij mij kunt over
tuigen, dat ik daarmede ook eerlijk handel."
„Zeker doet gij dat, gij toont mij daardoor, dat u aan
mijne vrede iets gelegen is," antwoordde zij. „Want bedenk
toch vooral, Hugh, dat wanneer gij nu weder ongenoegen
maakt en daarop mocht worden ontslagen, dan zou de geschie
denis bij de menschen bekend worden, vader en moeder
zouden alles vernemen en o Hugh, beste Hugh, wees goed en
schik er u in, om mijnentwille schik u er in!"
Zij vouwde smeekend hare handen en zag mij, gelijk een
Uitgever: J. WINKEL.
ISurcau: SCHAGEN. Laan. O, 5.
ongebouwde eigendommen over het dienstjaar 1887 op den 18
dezer door den Heer Provincialen Inspecteur in de Provincie
Noordholland is executoir verklaard en op heden aan den Heer
Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter
invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft, wordt alzoo ver
maand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te
geven, ten einde alle gerechtelijke vervolgingen welke uit nalatig
heid voortvloeien, te ontgaan.
Schagen, den 21 Januari 1887.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd,
G. LANGENBERG.
EERSTE KENNISGEVING.
Burgemeester eu Wethouders der Gemeente Schagen.
Brengen, ter voldoening aan het tweede gedeelte van Art.
28 der Wet op de Nationale Militie van den 19den Augustus
1861 (Staatsblad No. 72.), voor de Eerste maal ter kennisse
van de belanghebbenden, dat de loting van de in 1886 voor
de Nationale Militie ingeschrevenen, overeenkomstig de ontvan-
gene aanschrijving van Zijne Excellentie den Heer Commissaris
dezer Provincie, dato 8 Januari 1887 No.8/2 M./S-, zal plaats
hebben op den 19eu Februari a. s. des voormiddags ten 91/,,
ure, ten Raadhuize dezer gemeente en worden zij, welke daar
aan moeten deelnemen, gelast, om op den bepaalden tijd aldaar,
om hulpe biddend kind, angstig aan.
Als ik haar zoo in hare groote oogen keek, die nu vol
tranen stonden, kwam eensklaps de gedachte in mij op: „Hoe,
als gij nu eens handeldet naar den wensch harer ouders en
tot haar zeide ,Annie, geef mij het recht, u te beschermen,
wordt mijne vrouw, en ik zal alles doen uit liefde voor u."
Maar een zeker iets hield mij daarvan terug, ik zweeg en het
gunstige oogenblik ging voorbij.
„Het is goed, Annie," zeide ik„Ween niet langer, ik zou
immers toch niets kunnen doen, wat u onaangenaam zou
zijn
Gedurende eenigen tijd was er van den jongen heer niets
meer te zien en te hooren, alles ging den ouden gang. Ein
delijk, den vierden dag na het voorgevallene, kwam hij weder
naar de mijn. Hij sprak druk met Johnson, met mij geen enkel
woord, maar nu en dan zag hij mij aan met een blik, vol van
den gloeiendsten haat.
„Welk een eigenaardigen invloed," zeide ik tot mij zeiven,
„moet Annie op hem hebben, dat hij zijn gevoel van haat
niet licht geeft Ik dacht evenwel aan mijne belofte, deed,
alsof ik zijn blikken niet bemerkte, en zeer zeker zou een
derde nooit hebben kunnen vermoeden, hoe wij beiden tegen
over elkander stonden.
Hoe lang het op deze wijze zou hebben kunnen duren, kan
ik zelf niet bepalen, doch de verhouding zou spoedig genoeg
anders worden.
Op zekeren dag besloot mijne tante wegens eenige nood
zakelijke inkoopen naar Falmouth te gaan en vertrok vroeg
in den morgen met den vrachtwagen van John Rudd, terwijl
zij Annie alleen in huis achter liet.
Reeds bij het ontbijt scheen het mij toe, dat Annie er zeer
ontstemd uitzag; dat ging mij maar niet uit de gedachte en
zoo nam ik dan in den loop van den namiddag een paar uur
vrij en snelde huiswaarts om naar haar te gaan zien.
Toen ik bij het huis kwam, hoorde ik tot mijne verbazing,
dat daar binnen zeer luid werd gesprokenhet waren twee
stemmen, de eene klonk heerschzuchtig en toornig, de andere
zacht en smeekend. Toen ik de keuken binnentrad werd mijne
verbazing nog veel grooter. Een oudere dame, niemand minder
dan de oude mrs. Redruth, George Redruth's moeder, stond
midden in de keuken en voor haar op hare knieën lag Annie
en weende bitterlijk.
Van mrs. Redruth wist iedereen twee dingen dat zij altijd
ziekelijk was en dat zij trots dit een ijzeren wil bezat. In het
dorp oefende zij veel macht uit en was veel meer gevreesd dan
bemindveel hards en onbillijks, wat haar overleden echtgenoot
of haar zoon deden, was aan haren invloed toe te schrijven.
Wat haar uiterlijk betreft, zoo was zij een groote, magere dame,
met scherpe gelaatstrekken en een spotachtige, onheilspellend
bleeke gelaatskleur.
Geen der beide vrouwen had mijn binnentreden bemerkt.
Mrs. Redruth was juist aan het woord.
„Lwe tranen kunnen mij niet medeslepen," zeide zij. „ik
ben geen onbedreven man, geen dolzinnige minnaar, maar wel eene
moeder, die het voelt, wanneer haar kind gevaar dreigt. Ik
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENUËN van 1 tot 5 rege1» f0.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
tot dat einde aanwezig te zijn, of, hij verhindering, zich aldaar
door hun vader, moeder of voogd te doen vertegenwoordigen.
Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34 van gemelde Wet,
dadelijk na de trekking van het Nummer, de redenen van
vrijstelling, welke de Ingeschrevene mocht hebben, moeten wor
den opgegeven.
Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen erlangen wegens
BROEDERDIENSI of op grond van te zijn EENIGE WET
TIGE ZOON, zal hij op Maandag den 21 en Februari des
voormiddags ten 10 ure, in het Gemeentehuis moeten verschijnen,
vergezeld van twee bij den Burgemeester bekende en ter goeder
naam en faam staande meerderjarige ingezetenendie de ver-
eischte getuigenis kunnen afleggen en het aldaar op te maken
getuigschrift onderteekenen. Wanneer hij aanspraak maakt op
vrijstelling wegens BROE DER DIENST, zal hij mede voorzien
moeten zijn van zijne geboorte-acte en van de geboorte-acten van
al zijne nog in leven zijnde broeders, alsmede van de zakboekjes
of paspoorten van gediend hebbende broeders.
Bij overlegging van laatstgenoemde stukben zullen door den
Burgemeester bij den Koinmandant van het korps, waarbij zijne
broeders dienen of gediend hebben, worden aangevraagd de
bewijzen van werkelijken dienst of een uittreksel uit het Stam
boek.
Schagen, den 21en Januari 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
weet, dat gij al het mogelijke doet, hem in uwe netten te
lokken, maar neem u in achtGeorge Redruth zal uw offer
niet worden, liever vernietig ik u, verstaat gij, duizendmaal
eerder u
„O, genadige mevrouw snikte Annie, „hoor mij toch aan
„Niets, niets wil ik hooren, hooren van u, van wie elk woord
een leugen moet zijn. Ik heb u in gezelschap van mijn zoon
gezien. Voor de laatste maalzie van hem af of ik maak u
voor het geheele dorp ten schande
Zij keerde zich om en stond nu voor mij, gezicht voor ge
zicht. Zij bleef staan, hare lippen openden zich, als om te spreken,
doch zij bedacht zich en ging met trotsch gelaat mij voorb j
en verliet het huis.
Ik was niet in staat een woord te spreken, ik stond daar als
versteend en keek naar mijne nicht, die, in tranen losbarsten
de, op een stoel was neergezegen. Daar kreeg ik eene ingeving.
Ik ging naar haar toe, tilde haar op en sloot haar in mijne
armen.
„Annie," zeide ik, „lieve Annie, maak er een einde aan.
Geef mij het recht, u tegen alles te beschermen, wat u van
die zijde zou kunnen bedreigen wordt mijne vrouw
Zij zag mij strak aan, met groote oogen, even als een ont
steld kind.
„Uwe vrouw, Hugh zeide zij eindelijk. „Uwe vrouw P'
„Ja Annie," antwoordde ik, „dat wil zeggen, wanneer gij
mij voldoende lief kunt hebben."
Zij begon op nieuw bitter te weenen en viel mij om den
hals.
„O Hugh, beste Hughsnikte zij, „gij zijt waarlijk de
beste, trouwste ziel, en het is ook alleen uw goed hart, dat
u dit doet vragenlief, Hugh, hebt gij mij niet
Hare woorden sneden mij door den zielik gevoelde, dat
zij de waarheid sprak.
„Gelijk men het neemt, Annie," zeide ik. „Ik versta niet
de kunst, romantisch te dweepen zooals anderen, maar ik ge
loof, dat ik voor u daarom geen minder goed echtgenoot zou
zijn. Ik heb altijd veel van u gehouden, van af dien nacht,
op welken ik hierheen kwam eu gij mij de eerste welkomstkus
aanboodt. Wij zijn altijd goede vrienden geweest, niet waar
En kom nu en zeg mij, of wij nog niet veel betere vrienden
kunnen worden?"
Zij schudde het hoofd.
„Neen, Hugh, blijf, wat gij altijd voor mij zijt geweest
mijn eenige geliefde broeder."
„Spreekt gij zoo, omdat gij meent, dat ik u niet genoeg
lief heb, Annie P'
„Neen," antwoordde zij. „Meen niet dat dit het is. Maar
het is alleen beter voor u, dat gij niet op mij verliefd zijt
want zelfs al ware het zoo, dan konden wij toch nimmer man
en vrouw worden."
Verbaasd, ontzet zag ik haar aan eensklaps vielen mij
de schellen van de oogen. Nu eerst verstond ik haar. Annie
had haar hart reeds weggegeven aan een andere, en die andere
stond zoo hoog boven haar. Arme, arme Annie