Ie mijn Tan Si. Gurloti.
Zondag, 17 April 1887.
31ste Jaargang- ITo. 2081."
AMSTERDAMSCHE KRONIEK.
JACHT EN VISSCHERIJ.
ONDERWIJS.
K E KM I S.
:i nood:»
Uitgever: J. WINKEL.
Riircau: SflLUilM, liaan. I), 5.
Gemeente Scha gen.
Bekendmakingen.
32.
„Heil, Koning Willem dierb're Vorst
Juicht Amstels jeugd uit volle borst,
U onze hulde en vreugdegroet,
Met vroolijk hart en frisch gemoed;
Aan U blijft onze trouw verpand,
Aan U en 't lieve Vaderland:
Gezegend zij uw Huis en Troon!
Dat jub'len wij op luiden toon.
Heil, Neêrland's dierb're Koningin
Zoo klinkt ons lied, vol blijden zin;
Ons lief Princesje blijve Uw vreugd,
Voor haar het zoetst geluk der jeugd;
Wij strooien U, verrukt van geest,
Des harten bloemen op dit feest;
Gezegend zij uw vriend'lijk kind,
Door ons zoo innig teêr bemind.
Heil, krachtig fiere Oranjestam 1
Uw komst verheugt ons Amsterdam;
Zij ons gezang daarvan de tolk,
Een vreugdestem van heel het volk
En schenk' de Heer, bij wèl en wee,
Verhooring aan ons aller beê:
Gezegend zij aan Amstels stroom,
De krachtig fiere Oranjeboom
Die geestdriftvolle, opgewekte Jubelgroet woorden van
A. L. de Rop, op muziek van Henri F. R. Brandts Buys,
werden heden morgen voor het Paleis op den Dam uit
meer dan vierduizend kindermonden het Vorstelijk gezin
toegezongen. Die woorden geven een goeden en voor
kinderen bevattelijken weerklank van wat er deze dagen
in het hart der natie in 't algemeen, en van Amsterdam's
bevolking in het bijzonder, omgaat. Twee andere zangen,
een Marnixlied en een hulde aan De A'ederlandsche Vlag
waren voorafgegaan. De uitvoering liep bijzonder goed van
stapel en maakte de aubade tot een der beste nummers
van het Feestprogram. Wel deed de vrij krachtige och-
tenwind, nu en dan eenigen afbreuk aan het klank-effect;
maar de muziek was er op berekend, om in de open
lucht gezongen te worden, en kon dus tegen een stootje.
En daarbij zongen de feestelijk getooide jongens en meis
jes werkelijk „uit volle borst." Het moet voor de konink
lijke familie, die deze eigenaardige hulde, haar door zulk
een talrijke schare Amsterdamsche knapen en meisjes
toegezongen, met zichtbaar welgevallen aanhoorde, een
aandoenlijk oogenblik geweest zijn Afgezien nog van het
gezang, en van den inhoud der liederen, was reeds de
aanblik van die in Zondagsdos gestoken en ordelijk
gerangschikte kindermenigte, met hunne blijde gezichtjes
en vroolijke gebaren, een genot op zichzelf. Ons Damplein
heeft reeds vrij wat beleefd, maar zulk een feestelijk,
hartverheffend schouwspel is er in waarheid „nog nooit
vertoond." Welk een menschenmassa de aubade bijwoonde,
en met welk een hartstochtelijk gejuich door al die toe
hoorders de uitvoering gesalueerd werd, is eenvoudig niet
te beschrijven. Gelukkig bleef het weer van 9 tot 10 uur
goed droog; eerst na elf uur kwamen er regen- en hagel
buien.
Deze zullen veel kwaad gedaan hebben aan de eere
poorten, tropeën en guirlandes, die toch reeds door storm.
SCHAGER
AliciiEi Man-
n*?f>
COURANT
Alrattis- L
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater-
agavond. Bij imending tot 'a middags 12 ure, worden ADVEB-
ENTIÈN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één da« vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post f8.60.
Afsonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIÈN van I tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De Burgemeester der gemeente Schagen, brengt ter kennis
an de ingezetenen, dat de aanvragen ter bekoming van jacht-
n vischacten en van kostelooze vergunningen tot uitoefening
Ier visscherij, voor het seizoen 1887/88, ter Secretarie voorde
lelanghebbenden ter invulling verkrijgbaar zijn, dagelijks, Zon-
m Feestdagen uitgezonderd, des voormiddags van 9 tot 12 ure.
Schagen, den len April 1887.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANG EN BERG.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter ken-
lis van de ingezetenen
L. dat het toelaten van nieuwe leerlingen, op de openbare
lagere school aldaar, zal geschieden op den tweeden Mei
a. s., en alsdan kunnen worden toegelaten de kinderen,
geboren in het jaar 1881;
dat de ouders die hunne kinderen wenschen toegelaten te
te zien, daarvan aan het Hoofd der School, den Heer Kloeke,
kenuis moeten geven, .vdór den 25 dezer, met overlegging
van geboorte- en vaccine-bewijzen der nieuwe leerlingen
i. dat verzoeken om kosteloos onderwijs voor de nieuwe
leerlingen, moeten worden gedaan ter gemeentesecretarie,
vóór den 20 dezer.
Schagen, den 8en April 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
Roman naar het Engehch van W. WANNA.
Dertigste Hoofdstuk.
«Zijt gij gereed, schat P' riep George fluisterend tot Annie.
»Ja," antwoordde zij.
«Is er nog iemand op
«Neen, zij zijn allen naar bed en slapen bepaald reeds. Het
al laat, niet waar P'
«Dicht bij middernacht. Geef mij uw pak, dat gij denkt rne-
te nemenik hoop maar niet, dat het zoo groot is en
m dan naar beneden; ik wacht op a bij de deur."
Annie had het noodzakelijkste tot een kleinen bundel bij-
ngepakt zij gat het aan George, en toen zij ilit deed, rolden
ar de tranen over de wangen
«G. ..rur' r"
«Ja, liefje P'
«Zijt gij er ook van overtuigd, dat wij goed handelen? Is
t wel waar en zeker, dat gij mij spoedig zult terugvoeren,
adat wij mijne ouders niet al te veel leed berokkenen?"
«Heb ik het u dan niet gezworen? En gij wantrouwt mij
b altijd. Wanneer gij mij nog meer met zulke zotteklap aan
ord komt, dan zult mij dood eenvoudig er toe noodzaken,
Ig in het laatste oogenblik u voor altijd vaarwel te zeggen
I hemel weet wat er dan geschieden zal. Maar kom nu,
pt wij hebben geen tijd meer te verliezen, wees nu weder
kt moedig meisje, dat is ongetwijfeld het beste, wat gij doen
l»Nu, in Gods naam, ik zal u vertrouwen,* zeide zij en sloot
P haar venster. Zich in een zware wintermantel te hullen,
eenvoudig hoedje op te zetten, dat was het werk van een
enblikdaarna bracht zij haar bed een weining in wanorde
Iverliet toen haar kamer. Zij beefde hevig en weende als een
LT i_ °°r ®Lapkamer harer ouders stond zij stil, viel op
knieën en bad God om vergiffenis voor datgene, wat zij
LJ\et punt stond te doen. Aarzelend daalde zij de trap af,
I lend bleef zij in de keuken staan, doch George Redruth,
ongeduldig begon te worden, trad voorzichtig in de donkere
|P en binnen en trok Annie met geweld uit het huis.
I et was middernacht en stikdonker, wijd en zijd zag men
Burgemeester en Wethouders van Schagen,, brengen ter
algemeeue kennis, dat de Raad heeft besloten, dat de kermis
in deze gemeente zal plaats hebben en invallen op Zondag den
19en Juni a. s., des namiddags ten 4 ure, om te eindigen op
Zondag den 26en daaraanvolgende.
Schagen, 15 April 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
geen mensch. Het bundeltje in de eene hand en met de andere
Annie's pols omklemmende, voerde George Redruth haar mede.
Waarheen, wist zij zelve niet, dooh spoedig kwamen zij bij een
licht rijtuigje, dat, golijk Annie later vernam, door Johnson van
Falinouth naar St. Gurlott was gebracht geworden. Naast het
zelve, het ongeduldige paard bij den toom vasthoudende, stond
de inspecteur. De jonge heer sprak hem aan
«Is alles in orde P'
«Alles, sir!"
«Het paard frisch P'
«Volkomen."
«Goed zooVergeet geen woord van hetgeen ik u gezegd
heb, en voer het letterlijk uit."
Hij legde het bundeltje in het rijtuig, kuste Annie en tilde
haar er intoen, nog voor Annie een woord kon zeggen,
sprong Johnson insgelijks op 't rijtuig, zette het paard aan en
reed ijlings weg, George Redruth achter zich latende. Zulks
was evenwel bij de afspraak niet bepaald, doch de jonge heer
had te recht gevreesd, dat Annie nooit er in zou bewilligen,
zonder hem te vertrekken. Geheel verward smeekte zij den
inspecteur om opheldering van dit raadselachtige gedrag van
den geliefde.
V ees onbezorgd,* zeide de inspecteur op den vriendelijksten
toon. Alles is uitstekend in orde. De jonge heer kan heden
nacht niet mede, doch zal ons in Londen aantreffen."
Intusschen vloog het paard, dat een uitstekend draver was,
voort en hadden zij in zeer korten tijd feenige mijlen afgelegd.
Ongeveer tegen zes uur in den morgen kwamen zij in Fal-
mouth aan alwaar zij stil hielden voor het grootste hotel van
die plaats. Blijkbaar werden zij verwacht, want de stalknecht en
een kellner stonden reeds bij de deur en terwijl de eerste het
dampende paard uitspande, geleide de ander de gasten in huis.
Johnson bracht Annie zelve naar de voor haar besproken kamer
en zeide, toen hij de deur achter zich sloot
«Gij hebt nu eenige uren den tijd, om uit te rustenwij
moeten om elf uur met de boot naar Portsmouth."
Toen zij zich alleen bevond, wierp Annie hoed en mantel af
en nam het vertrek in oogenschouw. Het was een vriendelijk,
mooi vertrek, veel grooter en eleganter dan zij er ooit een
gezien had. Voor het bed hingen zindelijke, witte gazen gor
dijnen, insgelijks voor de vensters. In den haard brandde
knetterend een verwarmend vuur, voor hetwelke een groote
fauteuil stond, in welke zij zich, vermoeid en afgemat, neder-
wierp.
S edert twee nachten had zij geen oog,gesloten en dus was zij
nu naar lichaam en geest uitgeput; geen wonder, dat haar
hoofd spoedig op haar borst viel en een vaste slaap hare oogen
sloot.
Een luid kloppen aan de deur wekte haar. Zij rees verschrikt
ophet was nu klaarlichten daghet vuur was uitgegaan.
De kamer zag er nu koud en ongastvrij uit. Zij opende de
deur, voor welke het kamermeisje met een kruik warm water
wachtte.
«Het is reeds tien uur, miss. De heer, die met u kwam, be
val, dat men u binnen een kwartier het ontbijt op uw kamer
moest brengen.*
Verward en nog half dronken van slaap, nam zij het warme
water in ontvang en begon, nadat zij de deur weder gesloten
had, haar toilet te maken.
Na verloop van nog geen vijftien minuten kwam het meisje
met het ontbijt, dat er zeer smakelijk uitzag; kort hierna ver
scheen Johnson. In plaats van evenals het kamermeisje bij de
deur te blijven staan, trad hij binnen en sloot de deur achter
zich.
«Reeds gereed," zeide hij vriendelijk. «Dat is mij aangenaam."
Daarna viel zijn oog op het onaangeraakte bed en het op de
tafel staande ontbijt. «Ei, ei," zeide hij, «zoo gaat het niet
geen slaap, geen eten gij zult uw gestel ondermijnen,
mejuffrouw
Deze woorden, op een medelijdenden toon gesproken, deden
Annie in luid geween losbarsten.
«Ik wil niet verder gaan, mr. Johnson," zeide zij. «Ik ge
voel, dat mijn vlucht een groot onrecht was. Ik wil weder
naar huis terug."
De inspecteur deed alle moeite, om haar deze gedachte uit
het hoofd te praten en aan zijne welbespraaktheid gelukte het
eindelijk, Annie in zooverre te overtuigen, dat zij, nu zij een
maal A had gezed, ook B moest zeggen. De gewaagde stap
was eenmaal gedaan, en het was nu ieder geval, zeide hij en
zij liet zich dat wijsmaken, te laat om terug te keerenhet
was nu noodig de zaak zoo goed mogelijk door te zetten.
Annie trok nu haar mantel aan en zette haar hoed op, terwijl
zij zeide, dat zij gereed was om te gaan.
«Gij deed beter, een sluier om te doen,* zeide de geslepen
inspecteur. «Wij zouden gezien kunnen worden, en dat zou mij
hoogst onaangenaam zijn. Ah, gij hebt er geen Waarach
tig, gij zijt de eenvoudigheid zelve nu, w e zullen zien, hoe w ij
er ons door zullen werken. Hier, neem mijn arm en laat, dat
zal u zeker niet moeilijk vallen, uw hoofd een weinig han
gen; wij gaan zoo spoedig mogelijk aan boord. Ik hoop maar