gezegd, zoo gedaanZijn vernuftige geest had iets gevon
den. Hij nam eene menigte vederen en rangschikte die
zoodanig, dat hij met de kleinsten begon, en gedurig
langere bij de vorigen voegde. Deze vederen vereenigde hij
zich met linnen draden in 't midden en van onderen met
was. Vervolgens boog hij ze zoodanig, dat ze op vleugels
geleken.
Dedalus had een zoon, Ikarus genaamd. Deze stond
naast zijn vader, en hielp op zijn manier. Hij verzamelde
de veeren, kneedde 't was, en keek hem de kunst van 't
vleugels maken af. Nadat Dedalus de laatste hand aan
zijn vleugels had gelegd, paste hij ze aan zijn lichaam,
bracht alles in evenwicht en ziet! daar vloog bij gelijk
een vogel. Toen hij weder op den grond was gekomen,
werd er een kleiner paar voor Ikarus gemaakt, en toen
ook dit gereed was, gaf de vader den zoon de volgende les:
Mijn zoonvlieg nooit te laag, want dan komt gij te
dicht bij 't water en door de vochtigheid zouden de vleu
gels te zwaar worden en u naar beneden trekken, maar
vlieg ook niet te hoog, want dan komt gij te dicht bij de
zon en de vleugels zouden kunnen verbranden. Houdt dus
steeds 't midden tusschen 't water en de zonzie, waar
ik vlieg en volg mij steedsgij zult er u wel bij bevinden!
Onder 't geven van dergelijke vermaningen maakte De
dalus de vleugels aan de schouders van zijn zoon vast en
gaf hem een kus, die de laatste zou zijn. Daarna stegen
beide omhoog. De vader vloog voorop, bedaard, naar de
regelen der kunst en keek gedurig achter zich naar zijn
zoon. In 't begiu ging alles goed. De eilanden Samos en
Delos en Paros waren ze reeds voorbij gevlogen. Maar Ika
rus werd overmoedig, verliet het spoor van den vader en
zocht hoogere streken op voor zijn vlucht. De straf bleef
niet uit. De nabijheid der zon deed het was van de vleu
gels smelten en eer Ikarus 't bemerkte, waren de vleugels
losgeraakt en van de schouders gevallen. De ongelukkige
jongeling zwaaide en roeide, wat hij kon met zijne armen,
maar 't hielp hem niet en hij stortte in de diepte neder.
Als noodkreet kwam de naam zijns vaders nog op zijn
lippen, maar oer hij dien kon uitspreken, had de zee hem
reeds verzwolgen. Dit alles was zoo schielijk gebeurd, dat
Dedalus, achter zich ziende naar zijn zoon, niets meer van
hem gewaar werd. IkarusIkarusriep hij troosteloos
door 't luchtruim. Eindelijk zag hij naar beneden en
daar dreven de veêren op 't water. Hij daalde neer op een
eiland, deed zijn vleugels af en liep heen en weêr langs
den oever. Weldra spoelde 'tlijk zijns zoons aan land.
Nu was de vermoorde T a 1 os gewroken. Ter eeuwige ge
dachtenis aan deze gebeurtenis kreeg 't eiland den naam
van Ik ar ia.
Er zijn eeuwen verloopen na deze gebeurtenis en toch
leverde elke eeuw weder nieuwe Ikarussen, die te hoog
vlogen en zich willens en wetens ongelukkig hebben ge
maakt. O u d en toch altijd nieuw is de geschiedenis en
onze tijd is niet minder rijk aan die dwazennog ieder
oogenbhk ziet men die gevallen vogels, en zij, die ze zien
liggen, doen morgen 't zelfde. Zoolang er Schildburgers zijn,
zal 'tgeslacht der Ikarussen niet uitsterven!
Deutinchem
It/nnenlrrndsch Nieuws.
Wordt Vervolgd.
Huitenlandsch Nieuws.
I*. v. d. Velde Mz.
/Fatsoenlijk P"
//Al naar men het neemtZie maar mijn uiterlijk aan, om-
nia mea mecum porto!"
ffMaar gij hebt toch wel eene woning?"
//Natuurlijk!" zeide de doctor lachende. /En wat een mooie!"
/Ook een vrouw
z/Ik Neen, zoo lichtzinnig ben ik nog niet gewordenDat
zou een wereld van ellende geworden zijn! Wat hebt gij daar
in dien buidel f'
»Mijn waschgoed," antwoordde Würfel, wiens gelaat zich
donker kleurde, /ik kan ook met u zeggen, dat ik alles, wat
ik heb, bij mij draag. Het is een ellendig bestaan, oude jon
gen; het zou wel mogelijk kunnen zijn, dat ik u in de volgende
dagen stof voor eenige regelen zou kunnen geven, maar gij zult
er niet veel van kunnen maken, hoogstens het nieuwtje, dat
een arme duivel in het water gesprongen was, omdat hij dit
einde verkoos boven den hongerdood."
uFoei, kerelzeide de doctor, ;/wie gezonde armen heeft,
verhongert niet zoo gemakkelijk. Nu, ik dacht het al dadelijk,
dat gij zonder betrekking waart, anders toch een eerlijke vent,
niet waar
Koenraad Würfel wendde het gelaat af en hield zich met
zijn bundeltje bezig; daardoor ontging den doctor de oogen-
blikkelijke verlegenheid, waarin zijn vraag den vriend gebracht
had.
z/De eer boven allesantwoordde hij, terwijl hij zoo aan
zijne lange vingers trok, dat zij knakten. j/Hoe kunt gij daar ook
maar aan twijfelen Ik heb ook nog eenige stuivers van mijn
laatste loon in de zak.'
,/En een horloge, gelijk ik zie
//Slechts een ketting en ook die is valsch
/Dus gij zijt nog altijd de oude windbuil spotte de doc
tor maar de trouwhartige toon, opwelken hij dat zeide, ont
nam deze spotterij allen schijn zelfs van beleediging. /Nu,
laat maar zitten,* ging hij voort, toen de ander wüde ant
woorden, /ik ken immers uwe zwakheden. En hoe zie t het er
met uwe getuigschriften uit
/Hm, die houd ik er niet op na. Gij weet, Mercurius is
de God der kooplieden en ook der spitsboeven, en mijn prin
cipaal behoorde tot de laatsten. Ik kwam achter zijne streken
en zeide rondweg dienaangaande mijne meening; toen was het
natuurlijk met onze vriendschap voorbij, en was er van een
goed getuigschrift geen sprake meer.'
/Dat is jammer, zeer jammer," zeide de doctor hoofdschud
dend, /intusschen zullen wij zien. Ga nu maar met mij mede,
in mijn kamer is ruimte genoeg en wat het bed betreft, dan
zullen wij ons weten te behelpen. Sapprement, is dat een weder
zien
Hij had zijn aan teekenboekje in de zak gestoken en de ver
tering betaaldhij zette nu zijn hoed op en nam zijn stevigen,
knoestigen stok, die eerder paste bij een struikroover, dan bij
een gewezen student.
Het was een zonderling paar, de lange, magere gestalte met
De jurv bij den Grooten Nationalen Wedstrijd van Har
monie- en Fanfare-Gezelschappen, welke op 2, 3 en 4 Juli
e. k. te Nijmegen zal worden gehouden, waarvoor zich bereids
30 gezelschappen, waaronder de Harmoniekapel van Schagen,
met 859 leden hebben aangegeven, bestaat uit de volgende
heeren (alphabetisch gesteld)
G. K. G. van Aken, directeur van het stafmuziekkorps van
het 5e reg. inf, te Nijmegen M. Edzard Grefe, directeur der
muziekschool te SneekFr. Heunen te Heerlen; Alex. W. H.
Heijblom te Rotterdam; Rtch. Hol te Utrecht; M. J. H. Kes-
sels, directeur der muziekuitgave /LaHarpeenz; Jos. Kessi-N,
directeur der Ned. Kon. Harmonie te Tilburg; C. L.taun, direc
teur van het muziekkorps der dd. schutterij te Nijmegeu H.
Reuland te VerviersH. Schweinsberg, leeraar in de muziek
aan de Rijkskweekschool voor Onderwijzers te Nijmegen G.
Tack, chet de musique au le reg. lanciers te NamurO. W olf,
directeur der muziekschool te Maastricht.
De leden der Sociëteit de „Vereeniging" hebben niet alleen
gratis toegang tot de wedstrijden, maar ook tot al de bij die
gelegenheid te geven festviteiten. N. Crt.
De hoogste prijs der Antwerpsche premieleeningen, 100.000
frs is ditmaal eens in Nederland gevallen een weduwe te Oos
terbeek verheugt zich in dat buitenkansje.
In het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen te Rot
terdam is No 1 van het register een verpleegde, die voor
meer dan 60 jaren aldaar werd opgenomen. Hij is nu 77 jaren
en lichamelijk nog steeds gezond.
Waar dezen zomer een poosje uitgerust van de vermoei
enissen die 't leven biedt
In de pers gaat slechts één stem op over de heerlijkheid
van het lust- en herstellingsoord, het Geuldal in het Zuid-
Oosten van ons land, de liefelijke bergstreek tusschen Maas
tricht en Aken. Goedig is er de bevolking, goedkoop het ver
blijf in die lustwarandewie er meer van weten wil, schaffe
zich het zomerweekblad /Het Geuldal' uit Valkenburg aan
voor nog geen gulden franco per post, en verzuiroe niet ken
nis te maken met de werkjes /In en om Valkenburg,* door
H. Witte" en /Langs de Geul," door J. Hobbel, in welk
laatste boekje de lezer op de hoogte gesteld wordt van al het
merkwaardige in en om Meersen, Valkenburg, Gulpen, Heerle,
Vaals, enz.
Wat men tot heden in het buitenland zocht, gaat men al
meer en meer zoeken in ons Vaderland en wel in de eerste
plaats in Limburg's Zuidelijk deel, de bekoorlijke Geulvallei.
De Vereeniging „Het Geuldal* te Valkenburg heeft zich bereid
verklaard alle gewenschte inlichtingen te verschaffen.
Donderdagavond is zekere vrouw H., die wegens wan
betaling gerechtelijk uit hare woning op de Marnixkade te
Amsterdam is gezet, krankzinnig naar het Ruitengasthuis gebracht.
Onder haar inboedel vond men twee blikken trommels gevuld
met effecten, die gezamenlijk een vrij groot kapitaal vertegen
woordigden. In haar zak had ze nog f 53; terwijl boven
dien nog vele zilveren voorwerpen als: lepels, vorken, messen,
enz. gevonden werden.
den cylinderhoed scheef op het hoofd en de kleine, breed ge
schouderde student.
In het gewoel bij de rivier lette men niet bijzonder op hen
beiden, maar in de stillere straten, welke zij door moesten,
bleef menigeen staan, om hen na te kijken.
De doctor zelve scheen daarvan niets te vermoeden, hij was
in nadenken verzonken; af en toe stiet hij met zijn stok heftig
op de straat; maar zoo dikwijls hij zijn vriend aanzag, blonk
er warme deelneming in zijne trouwe oogen.
/Zijn garen en wol handelsartikelen die gij kent vroeg hij
na een lange pauze.
/Neen," antwoordde Würfel; /maar het zal mij niet moeie-
lijk vallen, mij er mede bekend le maken, wanneer dat in mijn
belang mocht zijn."
/Hm, ik weet wel is waar niet, of mijn zwager een reiziger
noodig heeft, maar wanneer gij in zijn huis kondet komen,
zoo ware mij dit in velerlei opzichten zeer aangenaam."
/Woont uw zwager in deze stad
zJa; Hubert Katernberg en compagnie, handel in garen
en wol-artikelen;* bevestigde de doctor. „Wie die compagnie
is, weet ik niet, misschien zijne zuster Johanua, die ik ook
met het meeste genot een dosis blauwzuur toeschreef, of mijn
geld, dat hij mij ontstolen heeft."
Zijn vriend was staan gebleven; hij keek met een verwon
derden blik den doctor aan.
/Ilubert Katernberg vroeg hij op gedempten toon. Die
naam is mij bekend; werd de man niet ongeveer een jaar
geleden bestolen
/Jawel; wat weet gij daarvan
/Niets, ik herinner mij alleen, die geschiedenis in de bladen
gelezen te hebben. as er ook nog niet sprake van een cassette
die een groote som gelds bevatte?"
/Vierduizend gulden armengeld," antwoordde de doctor ge
laten; /mijnheer Katernberg is ook armverzorger, voorzitter van
eenige weldadige vereenigingen. Een zeer uitstekend mensch
zeg ik u; weet gij, een van die lui, die onzen Heer steeds ou
de tong en den duivel in het hart hebben."
/Hij schijnt uw vriend niet te zijn?"
/Sedert ik de universiteit heb verlaten, ben ik nog niet bii
hem in huis geweest."
,En uwe zuster?*
'/Zij is een arm, beklagenswaardig schepsel; maar waarom
schikt zij zich ook zoo geduldig in alles Zij heeft toenmaals
ook gezwegen op alles, en mij op mijn brief, waarin ik haar
verzocht mij klaren wijn te schenken, niet eens geantwoord
Ik had wel een proces kunnen beginnen, maar wanneer men
procedeeren wil, moet men geld hebben, en ik was zoo arm
als een kerkmuis. Bovendien stonden de kansen voor mij ook
niet gunstig; ik was een verboemeld sujet, mijn zwager een
vroom, gezien burger, toen had ik dus van meet af het" oordeel
der publieke opinie tegen mijonder zulke omstandigheden
moet men zich vernederen en zwijgen."
Te Terneuzen is in het midden van den nacht
tale wijze ingebroken in het woonhuis en in den win'.?1*5
den heer B., staande op het drukste gedeelte van die oT
De dieven hebben omstreeks 1 uur een raam
°Pgeschoi
"e».r,
XJKj UIUIOII
in den winkel gekomen en hebben daar de lamp Mn
daar zij het waarschijnlijk onnoodig achtten het glaf^
lamp te zetten, was de winkel 's morgens vol zwart.
Hun ontdekkingstocht hebben zij verder voortge^t tnt
woonkamer, w ar zij tevergeefs trachtten een DuplexlJ? T
te stekeü; verscheidene gedeeltelijk afgebrande laciter/
morgens gevonden, bewezen, dat zij niet wisten, dat i^.'
gelijke lamp eerst licht kan geven, wanneer het hefbor
puin v/v/" - u CL||
uit zindelijkheid eenige vlekken op het vloerkleed ffie{
laken hebben uitgewischt. Na nog een bezoek gebracht te\k
ben aan een slaapkamer, zijn de onbekende dieven
ben aan een slaapkamer, zijn ae onneKenae dieven zondert
een der bewoners gehoord te zijn, vertrokken met een
suikerstrooier en 12 lepeltjes.
Anti-Socialistische volksoploopjes te Rotterdam, ft
't volk is, is de nering," dacht een koopman in bokkinz
hij reed de volle kerk binnen. Zoo dachten er Zaterdag.'
omstreeks 9 uur ook een paar socialisten over, die met
blaadje Recht voor Allen over de drukke Uoogs^
liepen. Eerst liet de burgerij hen begaan, doch langzamertiv
groeide de menigte aan en werd reeds het bekende deunt]- E
geheven van
„Hop, hop, hop; hop, hop, hop,
Ilang de socialisten op,"
terwijl daarna uit honderden kelen weerklonk:
/Leve demisaison, leve demisaison,
Alle socialisten in een harington."
Hier en daar vielen er slagen op de ruggen der socialist»
die eindelijk in de vlucht een goed heenkomen meenden
moeten zoeken. Een hunner, zijnde een bekend woordvoer
der sociaal—democratische partij, sprong op de Hoogstraat
een tram, die naar de Krooswijksche kade reed, maar rek
er niet op, dat slechts weinige passen van de Hoogstraat
de Gedempte Binnenrotte, de tram op den wissel moest wjeh
tot de wagen van de tegenovergestelde richting gepasseerd r
/Voorwaarts, marsch", klonk het uit de menigte, die:
minder dan één minuut den wagen geheel omsingeld had. Mos
lijk is te zeggen, wie meer in de klem zat, de socialist,
mikpunt van de ongeveer 800 menschen die er rond store:
ot de twee dames die heel rastig haar woning met de a
meenden te bereiken, en nu zulk een schrik op het lijf re
gejaagd, dat het weinig scheelde of een zenuwtoeval was beis
deel geweest. De politie bemerkt de netelige positie van
socialist, dringt zich met kracht door de menigte heet i
nam den gevangene onder haar hoede. Hij werd naar het i
litiebureau aan de Kaasmarkt gebracht, waar hij veilig
voor de aanvallen van een hem geenszins goedge tind pub
De andere socialist, ook venter van /Recht voor Ia
vluchtte door de Lamsteeg en moest ook door de politie
bescherming genomen worden, door hem op hetzelfde hts
in goede bewaring te nenieB.
Toen de menigte zich ongeveer 10 ure verspreid had,"!
den beide socialisten uit het politiebureau gelaten.
Tijdens de beweging op de Binnerotle beweren enkelen
schot gehoord te hebben.
Zondagavond trokken troepjes meisjes de stad door, M?
van
Weg met de Socialen, Leven Willem Drie
De werkstaking in de omstreken van La Louriès
Charleroi heeft een belangrijke uitbreiding genomen. Het
der werkstakers bedroeg Maandag reeds 2000 en ofschoon»
geen incidenten werd melding gemaakt, heeft de regeenog
toch noodzakelijk geoordeeld verscheidene garnizoenen w
vincie te consigneeren, met het oog op mogelijke gebeurt»"
De dienst der spoortreinen is op zoodanige wijze gerept
5000 man op elk uur van den dag naar de bedreigd P'
vervoerd kunnen worden. Verschillende industriëelen v»s
gouwen zijn naar Brussel gegaan om de hulp der troep
vragen.
U^Ull
De gouverneur van Henegouwen heeft in alle plaats
het mijudistnet een proclamatie doen aanplakken,
volgende wordt gezegd:
Nu de arbeid verlevendigt, trachten opruiers opnie"*^
werkstaking te doen ontstaan. Zij willen die zelfs niet Pj
opdringen. Doch hunne kuiperijen zullen krachtda
drukt worden. De bevolking kan rekenen op de af
werkdadige tusschenkomst der overheid. Wat ook ge
voor orde, rust en handhaving der vrijheid zal o®201^^
Ongelukkigerwijze begrijpen de echte Waalsche
niet veel van deze proclamatie, zoodat de meest
onder hen den inhoud der proclamatie in het \a
overorengen. De werklieden hebben, wanneer zij Z1C jju'
wijderen, niet het voorkomen bijzonder tevreden -f®3
De belasting op het vleesch schijnt bij velen &üe
hebben doen ontstaan.
De werkstaking breidt zich steeds uit en nee®'
gende verhouding aan. De geheele burgerwacht uit
van Charleroi is op de been. a
nt W
twee compagnieën van het 8e linie-regn11®1 siji^
Chatelet vertrokken om de mijnwerkers, die gt/pP.
beschermen. Een der maatschappijen heeft beken
werklieden, die weigerden te werken, van de con' ^>1?
zouden worden. Men vreest dat deze maatregel IU •£»?'-
volden zal hebben. Alle burgerwachten zijn
van Lodelinsart is Maandagavond reeds ouder
weest.
De weigering van Groot-Brittannië om
toonstelling van 1889 te Parijs mede te werken, be®1
indruk gemaakt. Men vreest dat ook de overig®
het voorbeeld zullen volgen.