i 116II6 61 lil- frtl Donderdag, 9 Juni 1887. 31ste Jaargang. ÏTo. 2096. IN HET ACHTERHUIS. Uitgever: J. WINKEL. Iturcau: SriLt€!KiV, Laan, II. 5. Gemeente Scha gen. Bekend m aki n ii. De Cassette. «Beide in n en Ian dsch Nieuws. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoenidsg- Zater dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER- TENTIÈN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f3.Franco per post f3.00. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVER.TEN1IËN van 1 tot 5 regels f0.75; iedere regel meer f 0.15 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. tj Burgemeester en Wethouders der gemeente Sehagen, bren gen, naar aanleiding van art. 228 alinea 2, der wet vau den 29en Juni 1851 (Staatsblad No 85), aan belanghebbenden in herinnering, dat alle vorderingen ten laste der gemeente, zul len moeten ingediend zijn, binnen zes maanden, volgen de op het jaar waarover dezelve loopen, en dat bij gebreke daarvan, die vorderingen zullen verjaard en vernietigd zijn. Wordende dus allen, die nog eenige vordering ten laste de zer gemeente mochten hebben, over den jare 1886, uitgenoo- digd, die vóór den 30en Juni a. S. iuteleveren, ten einde zich daardoor voor de uietigheid en verjaring er van te vrij waren. Schagen, 3 Juni 1887, Burgemeester en Wethouders voornoemd G. LANGENBERG, de Secretaris, DENIJS. De Burgemeester van Schagen brengt ter algemeene kennis, dat de patenten, aangevraagd in de maanden Eebruari, Maart en April 11, 4de kwartaal, dienstjaar 1886/87, ter gemeente secretarie door belanghebbenden kunnen worden afgehaald van af Zaterdag den 4en Juni toten met Vrijdag den 1 Oen Juni a. s. voormiddags van 9 tot 12 ure, den invallenden Zondag uitgezonderd. Schagen, den 3en Juni 1887. De Burgemeester voornoemd, G. LANGENBERG. Roman van E. A. KOENIG. 7.) V. De vrouw van den slotenmaker nam nu, toen haar man de woning had verlaten den schotel met eten van de tafel en plaatste dien op den grond; er was nog een klein weinigje eten in. Eenige minuten later zat het kind met een lepel in bet kleine handje er bij en verslond het overgeblevene, terwijl het angstvallig elke beweging der vrouw gadesloeg. Het wijf streek voor een gebroken spiegel haar grauwe haar *at terecht, bedekte het hoofd met een zwarte, wollen muts en bond een schort voor; daarna reinigde zij handen en gelaat fan het kind, hetgeen evenwel volstrekt niet zacht in zijn werk ging. „En nu pruilt ge niet meer!" dreigde zij, nadat zij het ongelukkige wicht op een stoel had gezet en het een bundeltje appen had toegeworpen, dat een pop moest verbeelden, „geen 1^..?een traan, anders krijgt ge slaag Z'j haalde nu een breikous uit haar zak en ging daarmede 'J net venster zitten, en zoo dikwijls haar blik naar den hoek ferdwaalde, waarin het kind zat, huiverde het arme wicht. Zoo kon er ongeveer een uur verstreken zijn, toen het wijf mijnheer Hubert Katernberg, dien zij verwachtte, over de plaats aankomen. Hij was een man van ongeveer veertig jaar, lang en mager, een baardeloos, licht rood gelaat, uit welks scherp getee- ende trekken gierigheid en hebzucht ten duidelijkste spraken. Zijn blik was loerend en half verscholen, evenals de blik T*11 een vos, zijn gang sluipend, al zijn bewegingen hadden iJf ,i droeg een langen, zwarten rok, en een witten sdoek, in welken hij van tijd tot tijd zijn kin verborg hanM 6611 ^unne krans zemelkleurig haar omgaf zijn kaal fd, hetwelk gedekt werd door een hoogen, zijden hoed. Hij moest den hoed afnemen, voor hij binnen trad, want de jmr was voor hem te laag; met een zalvende bijbelspreuk be- hij het wijf, dat hem met eene buiging ontving, daarna ®stigde hij zijne loerende oogen op het kind, hetwelk hem aanstaarde. '^echt gevoed en slecht gekleed," zeide hij hoofdschuddend, "'en zijn niet mijn schuld!" antwoordde de vrouw, in Benoemd tot Heemraad van den polder Callantsoog, de Heer C. A. Vader. Bij den biljartwedstrijd, te Nieuwe-Niedorp gehouden, werd de prijs behaald door den heer 1). Nierop en de premie door den heer A Haringhuizen, beiden altlaarbij den kolf- wedstrijd de prijs door den heer D. Kuilman, aldaar, en de premie door den heer C. Zomer, te Zuidscharwoude. Te Heer—Hngowaard is proces-verbaal opgemaakt tegen een slager te Spanbroek die .liondenvleesoli voor schapenvleesch verkoebt. Het hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij van Landbouw heeft zich per adres tot den Minister van Bintien- lansche Zaken gewend inet het verzoek, dat een ernstig onder zoek worde ingesteld naar de maatregelen, die zouden genomen kunnen worden, om de voor den tnenseh zoo gevaarlijke eu voor den landbouw zoo schadelijke trichinenziekte onder de varkens tegen te gaan. Door de stoomzuivelboerderij van de Heeren Tuyn en Co, te Edam, zijn eenige belangwekkende proeven genomen met kaasstremsel. Men had daarvoor gekozen de producten van de firma Bluiuenthal te Berlijn, dat te Edam op de jongst aldaar gehouden tentoonstelling met den eersten prijs was bekroond en van de sinds korten tijd te Alkmaar gevestigde stoomfabriek van zuivelbereidingsstotfen van de heeren dr. Graeff Co. Bij de eerste pro.f nam men 290 kan melk, die met 3 groote en 3 kleine lepeltjes van dr. Graeff Co. in 15 a 16 minuten stremden, terwijl eene zelfde hoeveelheid met 2 groote en 3 kleine lepeltjes van Bluinenthal, eerst na 26 minuten gestremd was. De tweede proef strekte zich uit over 500 kannen melk. Aan het hollandsebe streinselpoeder van de Alkmaarsche fabriek gebruikte men 5 groote en 4 kleine lepeltjes, wat na 16 minu ten de meik stremmen deed. Met 5 groote lepeltjes van bet fabrikaat van de berlijnsche fabriek werden 25 minuten tot bet wier oogen een duivelachtige gloed schitterde. //Het kostgeld is te gering, en kleedingstukken zijn er in lang niet geleverd geworden." Hij wenkte afwerend met de hand. //Breng het kind naar buiten," beval hij. Het wijf gehoorzaamde zonder aarzelen, Katerberg keek het vertrek rond en schoof den witten halsdoek terecht, die een weinig verschoven was. „Gij wandelt niet op Godegevallige wegen," zeide hij ver wijtend, toen zij weder binnentrad, //het riekt hier sterk naar brandewijn, goede vrouw, en de onreinheid, die ik hier aantref, kondt gij zeer goed wegnemen." //AAij zijn arme lieden, mijnheer!" antwoordde zij klagend, vrij moeten hard werken om te kunnen leven." z/Hm, ik heb bij het kind ook sporen van mishandeling bemerkt //Zonder kastijding kan een kind niet groot gebracht worden." z/Ja, ja, wie zijne kinderen lief heeft, die kastijdt ze," be vestigde hij,» //inaar tuchtiging mag niet in kastijding ontaar den." Zij had met haar schort een stoel afgenomen welken zij hem aanboodeen spottende trek lag er om hare lippen. Het kind heeft een onbuigzaam karakter/' zeide zij schouder ophalende, //zijne ouders zouden het misschien vertroetelen, maar ik zie zijne ondeugden en tracht ze uit te roeien." z/En hoe staat het met zijne gezondheid vroeg hij. „Nu, daarover kan ik niet klagen," zeide zij, terwijl zij hem met haren glazigen blik scherp aanzag, „onkruid vergaat niet, dat is een oud, waar woord. Het kind is nu drie jaar bij mij en nog niet ziek geweest, wat men zoo ziek zijn noemt, ik mag mij er dus wel op beroemen, dat ik het goed verpleegd heb." „Dat betwist ik niet," zeide hij, terwijl hij weer een ruk aan zijn halsdoek gaf, „maar wat moet er later van het arme schepsel komen Ik kan niet altijd haar helpen, zij zal haar eigen weg moeten gaan, zoodra zij opgegroeid is, en naar welk doel die weg zal voeren Ik denk er met huivering aan, goede vrouw booze menscheu zullen hunne valstrikken uitzetten, wie zal er dan waarschuwen en met sterke hand het onervaren meisje op den rechten weg houden „Nu, de ouders zullen het zich later toch zeker wel aan trekken antwoordde het wijf, terwijl zij intusschen er naar keek, hoe hij uit zijn beurs eenige rijksdaalders haalde, die hij op de tafel legde. „Gij moet gewonnen geven, mijnheer Katernberg, dat ik het niet meer voor dien prijs kan doen er moet minstens een rijksdaalder in de maand bij; gij kunt stremmen vereischt. Men dient daarbij in het oog te houden dat de lepeltjes van de heeren dr. Graeff Co. iets kleiner zijn dan die van den heer Blumenthal en men 3 van de eerste ge lijk kan stellen met 2 van de Berlijnsche fabrikanten. Heeft reeds bovengenoemde boerderij zich in menig opzicht verdienstelijk gemaakt waar het de bevordering van de zuivel bereiding aangaat, wij kunnen bet niet anders dan toejuichen dat zij met haar onderzoek ook nu weder de kaasboeren eenen dienst bewijst, te meer nu de uitslag het fabrikaat eener bier te land gevestigde firma zoo op den voorgrond doet treden. Te Zunderdorp (gemeente Nieuwendam) geraakten twee zoons vau den landbouwer T., bij hunne terugkomst van de Purmeiender veemarkt, door den drank verhit, iu een hevigen twist, welke tot dadelijkheden overging. Hunne moeder wille tusscheubeiden komen, doch viel bewusteloos op den grond en is niet weder tot bewustzijn gekomen. Eene beroerte had baar getroffen. Den volgenden morgen is de arme vrouw overleden. Iemand te Amsterdam vond een spaarbankboekje van een schoolkind, waarin 7 postzegels van een cent waren geplakt. De vinder plakte er 93 van een cent bij en zond daarna het boekje aan het hoofd der school terug. De aanvankelijk als proef in Friesland gemaakte „Goud- sehe" kaas voldoet zoozeer, dat sinds een paar jaar deze Erie- sche—Goudsche kaas een belangrijk uitvoerartikel (uit Eriesch- land) is geworden en de 100,060 kilogram overschreidt. Een hevige slagregen heeft in korten tijd op de grenzen van Utrecht en Gelderland een buitengewone schade op de roggevelden aan gebracht. Groot is het aantal Hectaren, waar van het gewas nu tegen den grond ligt, en thans geen waar de dan als veevoeder meer heeft. Een tweetal jongelieden uit Workuin bevonden zich Don derdagmiddag in een zeilbootje zinder kompas, op de Zuider zee toen zij door een lievig onweer werden overvallen. Ongetwij feld zouden zij een prooi der golven zijn geworden, als hun geen afdoende hulp ware geworden van de stoomboot „Meppel II", die juist in de nabijheid was. Met hun vaartuigje werden zij toen naar Amsterdam medegenomen. n» ——O—HWIW1!— niet gelooven, hoeveel een kindermaag nog verslinden kan En gij moet ook kleedingstukken zenden, die lompen houden het niet langer uit; het kind moet zich toch fatsoenlijk op straat kunnen vertoonen De magere mijnheer had de dunne, kleurlooze lippen vast op elkander gedrukt; boven de spitse neus, tusschen de wenk brauwen, vertoonde zich een dreigende rimpel. „Ik kan niet," zeide hij, „het kind gaat mij ook niets aan, de ouders zijn dood." „Wel, dan hadt gij het in het weeshuis moeten doen spotte zij. „Het weeshuis zal het nu nog moeten opnemen, wanneer ik het daar heen wil zenden, maar ik beu een tegenstander vau het opvoedingssysteem, dat daar gehandhaafd wordt," zeide de gluiperd. „Ja, dat is waar, zij gaan daar nog al ruw met kinderen om. Nu, doe er nog een rijksdaalder bij, gij hebt ze immers „Ik heb zelf een kind „Dat weet ik wel, en ik wensch u toe, dat gij er veel vreugde van moogt beleven „A\ auneer het maar niet zoo zwak en ziekelijk was zuchtte hij. „W ees onbezorgd, in den loop der jaren veranderd dat wel." „Gelooft gij!" vroeg hij twijfelend, want het gold nu zijn eigen kind. „Het is een zonderlinge beschikking des hemels, dat mijn kind zoo zwak en ziekelijk zijn moet, terwijl die wees hier zoo gezond en stevig is. Zou het niet beter zijn voor die wees, wanneer zij met hare gestorvene ouders weder ver- eeuigd was Ik zou den hemel daarvoor danken, maar de wegen der Voorzienigheid" zijn wonderbaar en aan hare besluiten moeten wij ons zonder morren onderwerpen," zeide de aarts huichelaar. Terwijl hij dit zeide, had hij recht voor zich heen gestaard; hij kromp een oogenblik ineen, alsof een slang hem gestoken had, toen het wijf nu liare hand op zijn schouders legde. M auneer gij dat wilt, daar is raad op," fluisterde zij met heesche stem. „M at vroeg hij, doch daar hij even laf als laag was, had hij den moed niet het wijf in de oogen te zien. „Gij zeidet het immers reeds vroeger! AVanneer een kind te goed gevoed wordt, ontstaan er ziekten, en wordt een kind op dezen leeftijd eenmaal ernstig ziek, dan geef ik weinig voor zij leven. Het is alleen de vraag maar, wat u de zaak waard is." Hjj scheen de ware, vreeselijke beteekenis dezer duivelachtig»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1887 | | pagina 1