Moiei van Eenflen. Donderdag, 11 Augustus 1387. 31ste Jaargang. ITo. 2114. IN HET ACHTERHUIS. *SJsniet'. Kaatje JACHT, Uitgever: J. WINKEL. Bureau: Laan. 5. Gemeente Scha gen. Bekendmaking. Voegingen van het noodlot. Itinnenlandsch Nieuws. Aluncci ïïieDws- COURANT. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER- TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STOKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.18 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Burgemeester en Wethondens van Schagen; Gezien art. 103 van het politie-reglement dezer gemeente; Brengen bij deze ter algemeene hennis, dat vanaf heden tot en met 15 October a. s., de EENDEN binnen deze gemeente, opgesloten of gehokt moeten worden. Nalatigheid is bij het politie-reglement strafbaar gesteld met eene boete van drie gulden Sshagen, 26 Juli 1887, Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG. De Secretaris, DENIJS. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der gemeente Scha gen, brengt bij deze ter kennisse van de ingezetenen dier ge meente, dat het kohier No. 1. voor de Belasting op het Per soneel, voor het dienstjaar 1887/88 op den 5en dezer door den Heer Provincialen Inspecteur in de Provincie Noord-Holland is executoir verklaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft, wordt al zoo ver maand, op de voldoening vau zijnen aanslag behoorlijk acht Roman van E. A. KOENIG. U. XHI. Alfred von Wolff stond in de gezellige huiskamer van Wohl- krth, met penseel en palet voor den ezel. De kleine Cordelia, Wohlfarth's jongste kleinkind, zat voor hem een stoel en keek hem nieuwsgierig aande mooie pop, die hij hedenmorgen voor haar had medegebracht, hield zij ®et beide armpjes omvat. Ook haar kleine broertje had van Alfred een geschenk ont ogen, een groote bouwdoos; de kleine knaap lag op den P°nd te spelen. De stoel van den ouden Wohlfarth stond ledig voor de njftafel; Kaatje, zijn dochter, zat tusschen hare bloemen, bij het Tensj.er ?n naaide vlijtig aan een nieuw kleedje voor Cordelia. »Nu is het beeld spoedig gereed en zal ik dan wel weder ®°eten aftrekken," zeide Alfred zacht, met een warmen blik °P het blonde meisje, dat nu haar schoon gelaat nog dieper over haar arbeid boog. Ik zal de heerlijke uren, welke ik 'er heb doorgebracht, smartelijk derven." c ja, zij waren zoo schoon," antwoordde Kaatje, zonder e «en. „Naar uw werken te mogen zien, was voor mij jroote vreugde." n waarover hebben wij al niet gesproken 1" V? k06 gaarne praat Papa met u 1" O, ik ben zoo dom, ik heb nog zoo weinig gezien, en gelezen utegendeel, uw papa, die een zeer beschaafd en ontwikkeld y..ls> heeft u voortreffelijk onderwezen." rie 1 v,06^ donkerblauwe oogen tot hem opeen ongeloo- ac"ajt speelde om hare rooskleurige lippen. •^.gij dat werkelijk?" vroeg zij. tk ben gewoon, te zeggen wat ik denk an verheugt het mij, dat ik u niet zoo erg dom toe- Wekt e'' *eet maar al te wel, hoeveel mij nog ont- Wd )"lfn ^oevee' A nog zal moeten leeren; dat is mij geworden, wanneer gij met papa spraakt over dingen, ui„ e ik niets begreep. En gij moet u hier toch ook me- zeer verveeld hebben." 'if f6,'1, ^an' wanneer gij er niet waart klonk spottend zeide zij pruilend. töLi<JC/'..niet' 'k zeide het met hoogen ernst,* antwoordde hij, J hij langzaam naar haar toekwam. /„Herinnert gij u nog te geven, teneinde alle gerechtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voortvloeien, te ontgaan. Schagen, den 9 Augustus 1887. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, G. LANGENBERG. De Burgemeester der gemeente Schagen; Brengt ter kennis van belanghebbenden, het navolgende De Commissaris des Konings in Noord-Holland, Gtzien het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie van 27 Juli 1887, 110. 26; Gelet op art. 11 der Wet van 13 Juni 1857, (StaatsbL no. 87); Brengt ter kennis van belanghebbenden: lo. dat in Noord Holland de jacht op lclein wild. met uitzondering van die op Fazanten zal worden geopend op Zaterdag, 3 September 1887, met zonsopgang; 2o. dat de jacht op Fazanten zal worden geopend op Zaterdag. 1 October 1887, mede met zonsopgang; 3o. dat de korte jacht dagelijksch, met uitzondering van den Zondag, en de lange jacht alleen op Woensdag en Zaterdag zal mogen worden uitgeoefend. En zal deze in het Provinciaal Blad worden gsplaatst en voorts in elke gemeente van Noord-Holland worden aangeplakt. Haarlem, 30 Juli 1887. De Commissaris des Konings voornoemd, (get.) SCHORER. Schagen, 9 Augustus 1887. De Burgemeeser voornoemd, G. LANGENBERG. het uur, waarin wij elkander voor het eerst ontmoetten Zij bloosde bij deze vraag en durfde Alfred niet aanzien. „Dat was op den dag, nadat wij deze woning betrokken had den; op de trap,* zeide zij zacht. „En wat dacht gij in dat oogenblik?" „Niets." „Zal ik u zeggen, wat ik dacht?* vroeg hij, terwijl hij vlak achter haar stond. „O, neen, neen" zeide zij snel, „zulke gedachten zijn gehei men, die men niet mag uitspreken." „Gelooft gij dan, dat geheim voor altijd in uw hart te kun nen opsluiten?* „Wanneer ik het wil, zeker." „Laat mij u dan een andere vraag doen,* zeide hij na een kleine pauze, gedurende welke hij een onderzoekenden blik op de kinderen geworpen had. Wanneer dat beeld gereed is, en ik niet meer kan terugkomen, zult gij mij dan missen?* Hij had zich nu tot haar voorover gebogen, zij kon den blik zijuer trouwe oogen niet meer ontwijken, die vol teedere liefde en in bange verwachting haar aanzagen. Zij kon niet antwoorden, de spraak ontzegde haar den dienst en hare oogen vulden zich met tranen; maar een zacht knikje met het hoofd bevestigde zijn vraag; in het volgende oogen blik hield hij haar omarmd en drukte hij een gloeienden kus op hare lippen. „Mijn lieve Kaatje!" fluisterde hij. „Nu zijt gij de mijne voor eeuwig, nu zijt gij mijn hoogste aardsche geluk l" Zacht onttrok zij zich aan zijne armen, daarna sprong zij eensklaps van haar stoel op, en het gelaat met beide handen bedekkende, ijlde zij naar de aangrenzende kamer. De kinderen, die wel gelooven moesten, dat haar eenig leed was aangedaan, braken in luid geween uitAlfred kon hen bijna niet tot bedaren krijgen. Hij waagde het niet, de geliefde te volgen; hij begreep zeer goed, dat zij nu behoefte gevoelde, een korten tijd alleen te zijn, om zich met haar geluk ver trouwd te maken. Hem ontbrak nu ook de kalmte, den onderbroken arbeid te hervattenmet over elkander gekruiste armen stond hij, in diep gepeins verzonken, voor den ezeleen lachje van geluk zaligheid zweefde om zijne lippen. Zoo trof de oude Wohlfarth hem aan, die kort daarna met een buitengewoon ernstig gelaat binnen trad. „Zijt gij alleen vroeg de oude man, terwijl hij eenige boeken, die hij onder den arm droeg, op de schrijftafel legde en den hoed ophing. „Dat is mij zeer aangenaam; ik had anders naar u moeten gaan.* „Wat hebt gij op het hart schertste Alfred. „Kom er maar mede voor den dag!* „Ik vrees, dat het u niet erg bevallen zal.' „Mij beste, goede vriend, ik deel dien vrees niet; spreek vrij Schagen, 10 Augustus 1887. Naar wij vernemen heeft de heer P. Buis Jz, die op de laatst gehoudene Vergadering der Vereeniging tot onderlingen aankoop van Veevoeder, Zaaigranen, Meststoffen euz. benoemd was tot Administrateur dier Vereeniging, die benoeming aange nomen. Wij vermeenen onzen lezers geen ondienst te doen door hen opmerkzaam te maken dat de aangifte van inzending op de algemeene tentoonstelling der Hoilandsche Maatschappij van Landbouw, die van 7 12 September e. k. te Hoorn zal gehou den worden, vóór of op 16 Augustus moet geschieden. Ter gelegenheid der Landbouw-Tentoonstelling te Hoorn, heeft de Hoornsche Harddraverij Vereeniging besloten een groote Harddraverij te houden, op Vrijdag 8 September, door paarden gespannen voor tweewielige rijtuigen, en wel om een prijs van 'f 300, een le premie van f 100 en een 2e premie vau f 50. Dit feest zal opgeluisterd worden, door het gunstig bekende Muziekkorps der dd. Schutterij te 's Hertogenbosch, onder Di rectie van den heer kapelmeester Kriens, welk korps tevens 's avonds Concert zal geven in het Park, opgevolgd door uur werk en Bal. In Juli werden door de spoorbooten „Holland" en „Fries land", varende tusschen Enkhuizen en Stavoren, niet minder dan 8163 personen vervoerd, benevens veel vee. Dr. Mezger deukt nog tot 1 Januari zijn praktijk te Amsterdam te blijven waarnemen; terwijl hij des zomers van zijn arbeid te Wiesbaden op zijn villa te Domburg zal komen uitrusten. uit!* De oude man schudde met blijkbaar verlegen gelaat het grijze hoofd en trad voor den ezel. „Hebt gij de schilderij spoedig gereed?* vroeg hij. „Morgen, op zijn laatst overmorgen.* „Dat is mij lief. Tot mijn diep leedwezen moet ik u zeggen, dat gij dan niet weder moogt komen.* Alfred legde zijn hand op den arm van den ouden man; het lachje was van zijne lippen verdwenen. „Ik weet nu reeds, wat gij wilt zeggen?* zeide hij ernstig. „Wie heeft het gewaagd, Kaatje s eer in verdenking te brengen?* „Niemand," antwoordde Wohlfarth, „zoover zijn wij toch nog niet gekomen. Maar ik sprak zooeven den portier Schlau- mann, die geloofde, mij te moeten waarschuwen „Ah, mejuffrouw Adèle Gosebrink viel Alfred hem in de rede. „Haar losse tong zal deze welkomen gelegenheid wel weder zich ten nutte gemaakt hebben.» „Dat kan wel zijn,* ging de oude man schouderophalend voort, „maar gij zult ook toegeven, dat men zich zelfs voor den schijn moet wachten, en mijne dochter bezit niets anders dan hare eer.* „Die in mijn oogen zoo hoog staat, dat de booze tong van een babbelziek wijf haar niet kan bezoedelen. Houdt gij mij voor een man van eer?* „Wie zou daaraan kunnen twijfelen?* „Nu, dan hebt gij ook aan mijne oprechtheid niet te twijfelen, wanneer ik u verzoek Kaatje's toekomst aan mij toe te vertrou wen," zeide Alfred ernstig en bedaard. „Gij zult er niet aan twijfelen, dat het mijn levensdoel zal zijn, uw kind gelukkig te maken.* Verrast, ja bedremmeld keek 11 ohlfarth den schilder in het frissche, goedhartige gelaat, uit welks trekken onverwrikbare beslistheid sprak. „Dat kan u geen ernst zijn,* antwoordde hij. „Gelooft gij werkelijk, dat ik in zulke ernstige zaken scherts, met den vrede van een jong menschenhart zou kunnen spelen?" vroeg Alfred op een toon van zacht verwijt. „Gij weet, wie ik ben, gij kent mijn karakter, mijn doen en laten, geef mij dus een openhartig antwoord op mijne eerlijke vraag!* De oude man schudde met bedenkelijk gelaat het grijze hoofd. „Dat hebt gij niet overlegd," zeide hij. „Denk aan het onder scheid van stand, bedenk verder, dat mevrouw uwe moeder nimmer hare toestemming zal geven.* „En bedenkt gij daarentegen, dat ik aan de zijde van Kaatje het geluk mijns levens hoop te vinden,* antwoordde Alfred; „welke bedenking weegt er nu zwaarder." Ik ken hier geen onderscheid van stand, ik ben kunstenaar en Kaatje is de doch ter van een journalist en schrijver.* „De adel, waarde heer, uw adeldom „Bah, welke waarde heeft die voor een kunstschilder! En

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1887 | | pagina 1