Op de Landbouw-Tentoonstelling te Tiel is een bestuurs-
prijs toegekend aan den beer P. Cz. Boekei, directeur der
Kaasfabriek Aurora* te Wieringerwaard.
Hoe onvoorzichtig het is, dat kinderen met lucifers spelen,
bleek weder in de Beemster bij den landbouwer C. de H. Een
der kinderen, die bij een Nortonpomp speelden, streek eene
lucifer aan en hield het brandende houtje boven de wel, waarvan
eene ontploffing wegens de aanwezige gassen het gevolg was.
Twee kleinen kregen brandwonden in het gezicht, terwijl een
derde het haar verzengde.
In de buurtschap Huiswaard, gem. Koedijk, werd Zondag
eene aan toevallen lijdende boerendochter levenloos gevonden
aan den slootkant bij de woning, met het hoofd slechts even
onder water, blijkbaar voorover gevallen tengevolge van een
toeval.
Hoewel zij nog niet lang aldus gelegen kon hebben, werd
aan pogingen om het leven der drenkeling op te wekken niet
gedacht, terwijl de ontboden geneesheer, die eenige uren later
pas kon komen, niets anders overbleef dan deu dood te con-
stateeren.
Aan de op den 8sten te Oudorp gehouden harddraverij
werd door 16 paarden deelgenomen. De le prijs, bestaande in
een wagentuig met hoofdstel en zweep, werd gewonnen door
de Wit van J. Pater, bereden door J. Zuurbier; de le premie
2 hoofdstellen, door de bruine bles van M. Zuurbier, bereden
door J. Zuurbier, de 2e premie, een hoofdstel met teugels,
door de zwarte bles van R. Groot, bereden door J. Zuurbier.
Zes en tachtig ingezetenen der gemeente Blokker heb
ben zich gewend tot de Directie van de paardentram Hoorn
Enkhuizen, met verzoek zoo spoedig mogelijk een aanvang te
willen maken met het leggen der rails en het verder exploi-
teeren van de lijn in de gemeente Blokker, te meer, daar het
vervoer per spoor in die gemeente voor de bewoners zeer on
geriefelijk is.
Op de hooge zandgronden in Eriesland doen zich gevallen
van aardappelziekte voor. Bij verdere uitbreiding zal de schade
des te grooter zijn, daar de hoedanigheid der zandaardappelen
zeer goed is.
In Oostergoo is de madenziekte onder de schapen, uit
gebroken. 't Zijn vooral de jonge schapen die door deze ziekte
worden aangetast. Er zijn reeds eenige dieren bezweken.
Bij het Centraal-Bestuur van het Algemeen Nederl.
Werklieden—Verbond is een schrijven ingekomen van den
Minister van Justitie, inhoudende een kennisgeving namens
Z. M. den Koning, dat niet kan worden getre
den in zijn verzoek om gratie voor Domela
Nieuwenhuis en dat alzoo wordt volhard bij de vroegere
afwijzende beschikkingen, genomen op mede ten behoeve van
den veroordeelde ingediende verzoeken om gratie.
Voor den wedstrijd tusschen Rederijkerskamers in Neder-
lan, welke in den winter te Windschoten zal worden gehouden
ter gelegenheid van de viering van het 15-jarig bestaan der
Rederijkerskamer „Ontwikkeling" aldaar, hebben zich tot nog toe
slechts twee Rederijkerskameis aangemeld, en wel „Aurora" te
Zwolle en „Hofdijk" te Hoorn.
De prijzen welke men voor dien wedstrijd heeft uitgeloofd
zijn1 e prijs voor 't opvoeren van een drama f 250 met
een gouden medaille, 2e prijs f 100 met een verguld zilveren
wat betreft de toestemming van mijne moeder, dan zal ik mij
die trachten te verwervenwordt ze evenwel hardnekkig ge
weigerd, dan zal ik het ook zonder dezelve zien te redden."
Op dit oogenblik trad Kaatje binnen, Alfred ging naar haar
toe en trok een diamanten ring van zijn vinger, dien hij het
gelukkige meisje aan de hand schoof.
„Door dezen ring verloof ik mij met u, mijne dierbare,"
zeide hij, het schoone meisje in zijne armen sluitende, „mijne
verloofde zijt gij en gelijk ik hoop reeds spoedig mijn hartelijk
geliefde vrouw. En geef ons nu uwen zegen, papaik weet,
dat gij een te goed hart hebt, dan dat gij u tegen ons geluk
zoudt verzetten."
De oude man kon de tranen niet weerhouden, die hem in de
oogen traden en langzaam over de wangen rolden; het waren
tranen van ontroering en vreugde.
„De hemel weet, hoe gaarne ik uw verbond zou zegenen,"
antwoordde hij met bevende stem, terwijl hij beiden omhelsde
en zijne dochter kustte: „kon ik maar ook alle onweerswolken
verjagen, die ik in de verte zie opstijgen!"
„Laat dat aan mij over," zeide Alfred bedaard, „ik heb deze
stormen doen ontstaan, ik wil ze ook weten het hoofd te bie
den."
„Maar is het dan waarheid en geen droom ?"fluisterde Kaatje.
„Ik kan het nog niet gelooven; het geluk is zoo groot, dat ik
het nog niet geheel en al begrijpen kan
„Hoe kunt ge dat nog vragen?» antwoordde hij teeder. „Zei
de uw hart niet reeds in het eerste uur, dat wij voor
elkander bestemd waren
Zij keek hem lachend aan; hare oogen straalden van geluk.
„Ik geloof, ja!" zeide zij.
„En nu vraagt ge nog, of het een droom is?»
„O stil, stil, liever zou ik sterven, dan uit dezen zoeten
droom ontwaken.»
De oude man stond aan het venster en vouwde de bevende
handen; een dankgebed steeg uit zijn ziel op tot den bestuur
der van alle dingen; er was toch nu een zware zorg van hem
genomen; hij wist nu, dat zijn kind en zijne kleinkinderen niet
verlaten zouden zijn, wanneer hij uit dit leven werd opgeroepen.
Het was intusschen middag geworden, Alfred beloofde nog
eens, dat hij alle stormen zou trotseeren; daarop nam hij af
scheid en keerde terug naar zijne eigene woning.
Hij had de trap nog niet bereikt, toen hij beneden een dof ge-
stompel vernam, dadelijk daarop werd er gebeld aan de woning
van den geheimraad; enkele oogenblikken later hoorde Alfred
een gillende kreet. Hij daalde snel de trap afhet schouwspel
dat zich toen aan zijn blik voordeed, vervulde hem met ont
zetting.
Op een zwart behangen baar lag de oude geheimraad, dood
^^^^^n^rou^^a^uis^eWekklee^we^etrokke^en
medaille; le prijs voor 't opvoeren van een blijspel f100 met
een goudeu medaille, 2e prijs een verguld zilveren medail e,
terwijl nog vier personeele prijzen beschikbaar zijn gesteld.
Een zeer onaangenaam en tevens gevaarlijk voorval had
Vrijdagmiddag plaats op de stoomboot „Telegraaf 1 's rijdags
varende tusschen Zwolle en Meppel. Onder liet 20—tal koeien,
dat aan boord was, werd er een dol en wel zoo hevig, dat
het beest niet meer te houden was, waardoor er onder de tal
rijke passagiers een groote paniek heerschte. Dank zij het
krachtig optreden van den kapitein, die de bevreesde reizigers
op energieke wijze moed insprak en het kwaadaardige beest op
de hoogte van Hasselt overboord liet werpen, liep alles nogal
goed at.
Terwijl een vrouw uit de Patientiestraat in Haarlem rij-
dagmiddag van huis was en „even" een kort praatje hield met
een kennis, maakten hare vier kinderen, van welke de oudste
7, de jongste slechts 1 jaar is, van haar afwezigheid gebruik,
om een flesch met bessen op brandewijn te bemachtigen. Zij
peuzelden de bessen op en dronken daarna met hun vieren van
het vocht. Men kan denken wat het gevolg wis. De oudste,
die stellig het meest gedronken had, was boven in huis geklom
men, had zich iu zijne benauwdheid bijna geheel ontkleed en
zou uit hel dakvenster getuimeld zijn, zoo de buren niet met
een ladder waren gekomen en den jongen hadden gegrepen.
Een ander der kindereu lag volslagen bewusteloos onder een
tafel. De jongste kinderen vond men voor de deur liggen; eenige
buurvrouwen verzorgden de arme schepsels zoo goed het ging.
Dat de praatgrage moeder bij haar terugkomst niet vriende
lijk door de buren werd ontvangen, laat zich begrijpen.
Zondag werden de iuwoners van Nieuw-Loosdrecht ver
ontrust door het luiden der brandklok.
Aldra bleek dat, vermoedelijk door het wegwerpen van eene
lucifer, een berg ho<ji vlam had gevat. In weinig tijd was ook
een huis aangetast, zóó dat er aan blusschen niet te denken
viel. Een daarnaast gelegen woning, werd mede de prooi der
vlammen.
Nog waren zeer spoedig twee andere huizen aangetast, die
echter beide, dank zij het zeer krachtig optreden van de brand
weer en andere personen, behouden bleven.
Zeer gelukkig draaide de wind aanstonds na het ontstaan
van den brand.
Het meerendeel van de inboedels, welke bijna geheel ver
brandden, was verzekerd.
De eerste Kamnr heeft Maandag het wetsontwerp tot
verandering van Hoofdstuk X der Grondwet (Onderwijs)
het voorstel Schaepman verworpen met 27 tegen 11
stemmen.
De Minister van Binnenlandsclie Zaken, overwegende dat,
volgens ingekomen ambtsbericht, gevallen van cholera asiatica
te Malta zijn voorgekomen, heeft de havens van Malta besmet
verklaard.
Vrijdagavond omstreeks acht uren kon men op Scheve-
ningen getuige zijn van een, vooral in onze streken uiterst
zeldzaam voorkomend natuurverschijnsel, namelijk een fata mor
gana of luchtspiegeling.
Boven de zee, eenigszins rechts voor hen, die op het terras
stondeu, zag men nl. tegen den hemel een fraai heuvelachtig
landschap afgeteekend, waarin men duidelijk eene fabriek met
twee schoorsteenen, een groot en verschillende kleinere buizen
keek nu met starenden blik naar het magere, doodsbleeke gelaat.
Alfred deed nu zacht eenige vragen aan een der beambten,
die het lijk gebracht haddenin zijn bureau was de oude
heer dood in zijn stoel gevonden, een beroerte had eensklaps
aan zijn leven een einde gemaakt.
„Herstel u, mevrouw" zeide Alfred, terwijl hij haar den
arm aanbood, „klachten en tranen kunnen den doode niet
opwekken."
Hij bracht haar in de woonkamer, Hedwig was uitgegaan
en hij moest nu ook de ongelukkige vrouw weder alleen laten,
om ten opzichte van het lijk de noodige bevelen te geven.
Hij liet het lijk in de slaapkamer brengen, gaf den dragers
een drinkgeld en zond de meid naar den doctor daarop keerde
hij naar de woonkamer terug, om de bedroefde vrouw eenige
woorden van troost toe te spreken.
In stomme smart wrong de weduwe de handen en staarde
voor zich uit; had zij haren echtgenoot nooit veel geteld,
nu gevoelde zij toch de leemte, welke er door zijn dood was
ontstaan.
Zij zag eerst dan op, als Alfred zich weder wilde verwij
deren met een smartelijken blik bood zij hem de hand.
„Ik bid u, zeg tot mevrouw uwe moeder, dat ik haar op
recht om vergiffenis smeek," zeide zij, „en wanneer gij mijn
heer uw broeder, den assessor, ontmoet, zeg hem dan, dat ik
hem verwachtden laatsten wensch, dien de dierbare afge
storvene koesterde, wil ik in alle opzichten vervullen, ik be
schouw dit als zijn nalatenschap."
Alfred knikte met het hoofd en verliet het huis, om den
arts, die juist was gekomen, naar het lijk te brengen.
De menschelijke kunst vermocht niets meer, de arts haalde
medelijdend de schouders op, en daar ook Hedwig intusschen
was teruggekeerd, zoo moest hij wel naar de woonkamer, om
de dames te troosten, met de verzekering, dat het een schielijke
en lichte dood was geweest, gelijk men dat voor zich zei ven
slechts zou kunnen wenschen.
Alfred verliet nu kort daarop de woning der rouwe.
Nauwelijks was hij in zijn atelier gekomen, of hij werd aan
tafel geroepen; er bleef hem geen tijd over om na te denken
over de woorden, met welke hij aan zijne moeder zijne verlo
ving zou willen mededeelen.
De oude dame was weer eens slecht geluimd, Arthur ver
toefde bij zijn beminde, hij had zich door een bediende laten
verontschuldigen, zonder er op te letten, dat zijne moeder van
zijne verloving niets wilde weten.
Zij wisselde geen woord met Alfred, slechts eenmaal keek zij
hem scherp en lang aan, toen hij de spijzen onaangeroerd terug-
schoof.
Wordt Vervolgd.
herkende.
Het gehei-le verschijnsel bleef ongeveer tien n)jnntfcn
baar.
Men herinnert zich nog wel, dat een poos «y
verhaaltje de ronde deed door de pers, volgens héweik"'
zich zou heboen veroorloofd een onderzoek in te ste)i
den bodem van een stembus. Dat werd toen heel kwaliil*1*
nomen. Wel foei, wie mocht daar zoo wantrouw^ zijn
j (jg
Ct. leest, zou men geneigd zijn de bodems van enkel
Maar als men nu toch het volgende verhaal van de
f t leest, zou men geueigd zijn de bodems van „„i..,
out-
stembussen zeer sterk te gaan verdenken.
De lezer oordeele
„In zekere gemeente van ons vaderland zoo vertelt de
,v,»oiio hn/1 rlpn 1 Pnn .TII11 1 1. Hp.
hemsche, had den 19en Juli 1.1. de verkiezin-» ÜW.
i T>_J 9< JI.:J:- i 115 Toq
h'q
teiïd toekeken of de hun vertoonde briefjes werkelijk if*
leden van den Raad. 3i der kiezers, die op dien <la° h
biljetten inleverden, vertoonden deze, alvorens in de buju?
glijden, aan twee in de zaal aanwezige medekiezers, die
bus werden gestoken. Die 35 biljetten droegen alle
onderscheiJ de nairen der candidaten A. B. en" C. Qtr^?
getuigen nu willen met de kiezers voor zoover ieders bn-^>
betreft onder eede verklaren, dat 3i stembriefjes in
gestoken zijn met de namen A. B. en C. terwijl bij deopojq
der bus slechts 31 biljetten met deze namen te voonZf
kwamen. Daarenboven willen nog 5 andere kiezers verV®.
dat zij hun stem op dezellde voornoemde personen telo
uitgebrachten van eenige anderen is men overtuigd dat q
insgelijks op A. B. en C. hebben gestemd. Door samentel^
blijkt alzoo, dat A. B. en C. ieder minstens 39 stemmen, -
dus de meerderheid van de 75 ingeleverde briefjes moesta
hebben en zij kregen respestievelijk slechts 33, 34. en 35 ter»
de drie aftredende leden, waaronder de burgemeester, de meer
derheid verwierven.
„Het stembureau bestond uit mannen, die zich wederleg
onmisbaar hebben gemaakt, terwijl de burgemeester de busje
nachts bij zich aan huis heeft gehad.
„Voor 't bovenstaande, dat slechts eene opsomming m
feiten bevat, is commentaar, dunkt ons, vrijwel overbodig."
De Staudaard.
Nog steeds verzet zich d> bevolking te Geudringcn
Etten tegen de voldoening der tienden, terwijl hunne bete
gingen reeds tot dadelijkheden overgingen: men heeft al tra
maal geschoten op den ambtenaar, die trachtte deze rechten teinnet
De houding is over 't algemeen zoo weinig vredelievenJ, ik
men er 18 van kop tot teen gewapende rijksveldwachters h
aankomen ter handhaving der orde.
Om op Maandag van de kermisweek in dienst te trede»,
werd door een winkelier te Leiden een dienstbode gehuurd, L
dan ook den godspenning ontving. Op den dag van indienst
treding wenschte zij „een pleizierige kermis" en ontving te
de kermisfooi. Reeds dienzeltden avond werd haar vergnud In-
mis te gaan houden, doch zij kwam eerst den volgenden moiga
om zeven uren boven water. In den namiddag van dien h
vroeg zij vergunning om even een boodschap te doen, hetgeen
haar werd toegestaan. Zij keerde eebter niet meer terug.
Enkele dagen na haar vertrek bemerkte de vrouw de ha-
zes, dat haar schoenen en een zilveren knip met geld verdvtsa
waren, waarvan onmiddellijk de dienstbode verdacht werd.I®
daar aangifte bij de politie, die, bedoelde meid aanhoud®
haar in het bezit vond van de gestolen schoenen. Otnlrmt
ontvreemding van een knip wist zij nietsdaarop durtde i
wel zweren, zeide zij doch toen zij een poosje in politiebewaM
had doorgebracht, bekende zij ook de knip te hebben ontvrtts
en deze voor schuld in een slaapstede te hebben achhrgwï
waar het bewuste voorwerp dan ook door de politie gefoB"
werd.
De „Köln. Z." bevat „van welonderrichte zijde" Je
deeling, dat tusschen de mogendheden volkomen overeen*-
ming bestaat omtrent de erfopvolging in Luxemburg. na1
Adolf Van Nassau zal algemeen als rechthebbende worden er f
omdat zijn recht als onaantastbaar wordt beschouwd.
mogendheden gelooven, dat geen moeielijkheden zullen ni^
maar mochten van eenige zijde bezwaren komen, dM
hertog Adolf met zekerheid op den steun der mogend®®*
Midden Europa (Centralmachte) rekeDen.
\oor Luxemburg heeft de toestand van den Koning
hertog bijzondere beteekenis. Volgens de regeling der t
volging van het groothertogdom komt alleen de ma»®# 1
lijn in ranmerkiug, zoodat onze prinses Wilhelmina l!
sloten. De kroon van het groothertogdom gaat °veI
oudsten tak van bet Huis van Nassau (de lijn van,,
waarvan de hertog Adolf van Nassau thaus het hoofd ls
Hertog Adolf, die slechts vijf maauden jonger is
Koning, heeft in 1866, ten gevolge vau den oorlog
Pruisen en Poctenrijk, de kroon van zijn hertogdom -
(M iesbaden) verloren, maar zich bij tractaat van
Pruisen verstaan over de vergoeding der domeinen, j
aanspraak maakte. Voor de som van 8l/3 mihoen tkac
hij toen van zijn rechten afstand gedaan. y.l
Hertog Adolf is in 1851 ten tweeden male ~c a
eerste gemalin was een Russische prinses, de
hertogin is een prinses van Anhalt. Hun eenige, thans
zoon prins Willem (ongehuwd) is de overste van een; j]
rijksch regiment cavalerie. De eenige dochter, P2 j11^
is nu bijna 2 jaren geleden in het huwelijk get
troonopvolger van het gioothertogdom Baden,
den Duitschen Keizer.
tleinzo00
vcn>' -
Het is begrijpelijk, dat de Luxemburgers te?eDxJirv
opzien, omdat zij zich onder de ïegeering vau de -
Koningen zeer wel bevonden hebben, en bun -1Jtcj«
onder bet bestuur van Prins Hendrik, als 'sGrootj^J
houder, zeer is vooruitgegaan. Hertog Adolf ^aI1n
zijn eigen erflanden nooit zeer bemind geweest,
durende zijn bijna 30—jarige resreering (1889-
veel mogelijk tegen den invloed van bet volk °1 Qos"»;
bestuur verzet en zich bij de reactie gevoegd waad
den toon aangaf. .jf
Het is echter onzeker of de bejaarde bfc)t°? j( «P
bij tot de regeering vau bet groothertogdom *°r
de kroon zal aanvaarden. Er is reeds sprake va®.
hij de regeeringszorgen aan zijn zoon M illem23