Wordt Vervolgd.
Huitenlandsch Nieuws
Gemengd Nieuws.
terstond naar het aangewezen bosch, doch er was geen kar,
noch vader te zien. Dat de Ilollandsche jongen niet lang
wachtte, om op Hollandschen bodem terug te keereu, laat zich
best begrijpen.
Donderdagavond omstreeks 8 uur ontving de heer G.
Ballintijn, broodbakker, wonende in de Ginnekenstraat te Breda,
een brief uit België, onderteekend J. B. Ma rij nissen, waarin
hem verzocht werd zich dienzelfden avond te 9 uur met een
bedrag van f500 aan de Ginnekensche brug te beviuden, daar
anders des nachts zijn huis in brand zou gestoken worden. On
middellijk werd door den heer B. aan de politie van deze zaak
kennis gegeven, die twee agenten in burgerkleediug te zijner
beschikking stelde, welke hem naar de aangeduide plaats moes
ten vergezellen. Tegen het bepaalde uur ontmoette een ander
agent, die reeds van de zaak vernomen had, op de Ginnekensche
straat iemand, die hem eenigszins verdacht voorkwam. Toen hij
deze aansprak, ontving hij de uitnoodiging om in een herberg
een glas bier te gaan drinken, waaraan door hem zoomede door
een, zich inmiddels daarbij gevoegd hoofdagent, bereidwillig vol
daan werd. Na het verlaten der herberg vroeg de hoofdagent
den persoon naar diens naam, waarop deze antwoordde Marij-
nissen te heeten. „Dan ben jij de schrijver van den brandbrief,"
antwoordde de agent. De man ontstelde op dit antwoord zóó
hevig, dat hij inéén zakte, en met behulp der agenten met
een handkar naar het politiebureau moest gebracht worden.
Hier bekende hij al spoedig de schrijver te zijn, waarop hij
den volgenden morgen naar de strafgevangenis is vervoerd.
Genoemde persoon, Johannes Baptista Marijnissen, oud 27
jaren, is geboren en woont thans nog te Beersse (België), doch
is te Breda eenigen tijd als bakkersknecht werkzaam geweest.
B r e d. C t.
Men schrijft het volgende aan de Veend. Ct.:
Bij de terechtzittingen worden rechters en getuigen, te mid
den van zeer ernstige, niet zelden ook op hoogst luimige straf
gedingen onthaald. Zoo stond te X. onlangs de sjouwerman B.
terecht, ter zake van wederrechtelijk verblijf in eens anders
woning, zonder aan de vordering om die te verlaten, te voldoen.
z/Joa, meneeren van de rechtbanke," zoo gaf hij den presi
dent ten antwoord, „as dat deurgait, den ken ieder d'rin loo-
pen, want dat ie om joen eigen geld nijt meer vroagen mag-
gen, kiek, dat gait mien klaiu vei stand te boven, en dat wijt
ook nijmand."
z/Hoor eens B., ik zal iets zeggen, gij zijt een zwetser, en
gij hebt hier maar kort en bepaald op mijne vragen te ant
woorden, begrepen
B.„Joa, joa, meneer de presendent, wielu binnen toch
ok gijn schouborstels, en as ik n'zoake nijt goud vin, den
mout ik toch ook as n'echte Hollanse jong vrij mit mien veur
n'droad komen duren. Da's ook toch ijne van de bovenste
wetten. Meneer dij kent mi; joa, da's zeker nog over dat
spul van wegens dat proempie tebak uut mien kammeraad
zien deuze, woar 'k drij dagen veur had heb, moar andere
straffen heb ik nooit had."
Presid.//Van andere vonnissen is ook niet gebleken, en
die tabaksgeschiedeuis moet ge nu ook maar laten rusten,
hoor
B.//Mit verlof, meneer de presendent, moar dat proempie
zit mi nog altijd dwars in de moage
P.//Stil, wij gaan tot de zaak over. Ik vraag u, of ge
uw schuld bekent
B.//Nee, meneer de presendent, doezend maal nee, ik bin
net zoo onschuldig as 'n proempie tebak.
P. «Nog eens, laat die tabaksgeschiedenis nu achterwege;
hoort ge wel Erkent ge u schuldig
B.//Ik zol nijt weten, woaran
P.//Zijt ge op den voormiddag van den 15 Juli in de
woning van den handelsman Simon P. geweest?"
B.»Dat bin ik."
P.//Wat wildet gij daar
B.//Maonen, meneer, om mien ijgen geld."
P.jHebt gij daarbij geen twist gekregen?"
B.„Zoo as 't altied gait, om wat uut te lijnen is men
goud genog, moar as men zieneut weerom vragt, den 's 't floit-
piepen, den krieg ie stank veur dank."
P.//T. beweert, dat hij u bij herhaling aangemaand heeft
viel de kleine man hem dadelijk in de rede, „wij hebben nog
geen gewonnen spel. Wilt gij uw broeder en uw zuster
dwingen Gelooft gij dan niet, dat zij daarop zijn voorbereid?
Nieuwe leugens worden er verzonnen, en weet men eerst, dat
wij met alle middelen, die ons ten dienste staan, het kind
zoeken, dan zal men er wel voor zorgen, dat wij het nooit vinden.
Dat het in dit uur nog leeft, mogen wij wel met zekerheid
aannemen; zijn leven verkeert in gevaar, zoodra uw broeder
en uw zuster van dit onderzoek kennis dragen."
z/Denkt gij daarbij werkelijk aan de mogelijkheid van een
moord F' vroeg Katernberg, uit wiens oogen toornige blikken
schoten.
,/Bah, een klein kind kan men om den hoek brengen, zon
der dat er een haan naar kraaitvan een moord in den zin
der wet is daarbij volstrekt geen sprake. Onder een anderen
naam wordt het in het sterfte-register geboekt en daarop
wordt het begravenis dat eenmaal geschied, dan kunnen wij
ons geheele leven lang te vergeefs naar bewijzen zoeken."
//Baadt gij mij dan aan, van uwe gewichtige ontdekkingen
geen gebruik te maken
„Ten minste nu nog niet," ging de doctor voort, terwijl hij
zijn glas weder vulde. „Speel nu op uwe beurt comedie, hoe
zwaar u dat ook vallen moge; neem den schijn aan, alsof uw
achterdocht verdwenen is en laat mij in stilte doorwerken. Ik
geloof reeds een spoor gevonden te hehben, of het echt of
valsch is, daarover zal ik mij spoedig zekerheid verschaffen."
„En wanneer het valsch is vroeg de Amerikaan. „Hoe
wilt gij dan het echte vinden
„Deze vraag kan ik u nu onmogelijk beantwoorden; ik weet
zelve nog niet, welken weg ik in dit geval zal inslaan. Dat
ik in zulke zaken niet onbedreven ben, heb ik u reeds be
wezen; vertrouw mij ook nu verder en oefen geduld, tot ik u
verdere mededeelingen doe."
om zijne woning te verlaten, doch in stede van daaraan te
voldoen, hebt gij zoo'n lawaai geicaiki, dat de buren te zaïnen
liepen."
B.„'t Is u' nou ik wil veurzichtig wezen; ik ken
de wetten, 't Geval was zoo: at noa Nijjoar komt he mi
tegen en kloagt, dat 't hom zoo slecht gong. Zien sloapvrau
's oivends mit zien kist nog op stroat z tten loaten, as he gijn
rieksdoalder in ofkorten gaf. Ik har krek mien geld van n
karwni beurd en zee: Doar Siemen, doar hest 'n dikkop; kenst
mi hom mit in week of vijr wel weerom geven. Wel zeker,
zee he, met Feherw./ari hest hom weer. Joawel, floitpiepen; de
eerste Feberwaori komt, moar Siemen nijt; 't wordt ij ia Meert,
ik zij gijn Siemen In April gait 't nijt beter, al wel k ook
te zijn kriege, gijn Siemen. Op n' Zondagmorgen in Juli zj 'k
kom mit 'n sigarette in de mond veur op de tram stoan, n
nije palleto an. Ik nik, moar joawel, hij dut krek, of he mi
nijt meer ken. Dat kropte mi en daadlek ston mien b.sluut
vast 'k hom van wegens dij rieksdoalder as goud op de toonen
trappen wol. Ik den ook 'n Zondagmorgen noa de slaapstee tou.
Hij ston net in de koainer, en klopte zien rok uut. Ik zee
goie morgenmoar hij antwoordt nijt. Hou is 't mit mien
rieksdoalder, vraag ik. „Foi," zegt he, en dut krek, he
vlekke uut zien rok -poetsen wil, vop 'n Zondag moanen!" Dou
heb ik hom de rok uitstupt, want in ploats van mien rieks
doalder, lachte Siemen mi uut. Op ins gript he mianenropt:
„Dr' uut, dr' uut, dr' uut." Ik bin der doadelk uutgaan en
doarom zoo onschuldig as 'n proempie tebak." (Gelach.)
Daar de buren eerst kwamen, toen B. uit de woning ging,
en dus de vermaning om te vertrekken niet hoorden, is de
eisch vrijspraak, waarmede de rechter conformeerde.
Te Helsdingen onder de gemeente Vianen is een arbeider
in het veld door een kwaadaardigen stier aangevallen en aan
de gevolgen overleden.
De minister van finantië, in ervaring gekomen zijnde, dat
sedert eenigen tijd vooral in de provincie Noor-Holland en
voornamelijk te Amsterdam, vele valsche geldstukken worden
aangetroffen, waarschuwt een ieder, zich niet door aanneming
van dergelijke stukken schade te berokkenen.
De voornaamste uiterlijke kenmerken, waardoor die valsche
meest uit tin en lood samengestelde stukken zich van
echte onderscheiden, zijn meer grauwe (minder zilverwitte) kleur
eenige vettigheid der oppervlakteminder heldere klank min
der scherpte der omtrekken van den beeldenaar en minder
gewicht, terwijl het randschrift zeer onduidelijk is of bij som
migen geheel ontbreekt. St.-Ct.J
De Porte heeft van alle mogendheden antwoord ont
vangen op de nota betreffende Bulgarije. Rusland en Duitschland
antwoordden haar beslist, teiwijl de overigen wel de troonsbe
stijging afkeuren, doch niet de verkiezing. De Porte, dank
baar doch niet voldaan, zal nu weder een tweede nota zenden.
Het beslist partijkiezen van Duitschland voor de Russische
politiek heeft in Oostenrijk een zeer ouaangenameu indruk ge
maakt, daar Kalnoky het optreden van den Prins wel niet
goedkeurde, doch zich gaarne met Duitschland over een wel
willend handelen verstaan had. Prins Ferdinand, die begint in
te zien, dat hij te ver is gegaan door den Sultan te negeeren,
zond aan dezen een beleefd telegram uit Philippopel met de
mededeeling dat hij gaarne op bezoek zou komen, zoo het den
Sultan schikte. Denkelijk krijgt hij het zelfde antwoord als uit
St. Petersburg, waar de Czaar hem liet weten dat kon blijven.
Zondag woonde Prins Ferdiaud de mis bij in de Katholieke
kerk te Philippopel, waarbij zich een eigenaardig incident voor
deed Sedert de Krimoorlog staan de Katholieke kerken in Tur
kije onder de bijzondere bescherming van Frankrijk en zoo wordt
bij feesten de Fransche vlag gehtschende Fransche consul
verzocht echter den Bisschop Mgr. Minini dit nu na te laten.
Deze moest echter vlaggen en wist niets beters te doen dan de
Pauselijke vlag te hijschen, waarmede voor den eersten maal
deze openlijk werd ontplooid, te midden eener bevolking, die
overwegend Grieksch is en dit zeker niet ten genoegen van
den Czaar, .die Rus in merg en been, als hoofd der Grieksche
Kerk zich hier door gekrenkt moet gevoelen.
De alleenheerscher aller Russen laat zich weinig tegenover
andereu uit, alleen met den oveledeu Kathoff behandelde hij
wel eens politiek en dan nog op zulk eene wijze, dat deze zelf
dikwerf niet wist of zijne denkbeelden ingang gevonden hadden.
Vermeldenswaard is eene opmerking, die aan Alexander III
wordt toegeschreven, bij zijne verklaring, dat hij een oorlog
met Duitschland niet wenscht. Nog 80 jaar verder zal de be
volking van het Rijk van 110 millioen tot 200 millioen geste
gen zijn en krijgt Rusland een overmachtig leger van eenige
millioenen soldaten, en zal dus aan iedere mogendheid de wet
kunnen voorschrijven. Het beste voor Rusland zou wezen een
oorlogszuchtige keizer van China, die ongetwijfeld zijn troon
zou verspelen en het Russische rijk met 350 millioen inwoners
zon vergrooten en dat dus op eenmaal alle macht ir. handen zou
hebben. De Europeanen, die China voor hunne beschaving vat
baar trachten te maken, vermoeden weinig, dat zij daardoor
het monster wakker schudden, dat allen bedreigt.
Een duel. Dezer dagen heeft te Parijs een gevecht plaats
gevonden, dat niet zoo kalm is afgeloopen als doorgaans met de
Fransche duels het geval is.
Een luitenant der cavalerie te Gray ergerde zich in een koffie
huis aan hetgeen een der aanwezigen vertelde. Hij eischte den
man op, hem naar de wacht te volgen, doch natuurlijk werd dit
geweigerd. Kort daarna keerdo de heer De Helville zoo heette
de officier in uniform met eenige dragonders terug, die op
bevel van hun superieur den man met geweld uit het koffiehuis
sleurden en naar de wacht brachten. Een der aanwezigen ver
wittigde terstond de politie van deze gewelddaad en weidia werd
de persoon in quatstie wter uit ziin kerker bevrijd.
De Cri du Peuple, het orgaan van mad. Severine e
eigenmachtig optreden van den officier in de me st
woordingen af en de heor Do Melville vond danri 6t'?e
deu redacteur uit te dagen. De schrijver van bet stuk34"1*'
heer De Labruyere, die onmiddellijk do uitdaging aaje
duel had plaats te Villebon en wel op den degen het 011301
den beleedigden officier gekozen.
Oe Melville viel zeer heftig aan en trof zijn tegenstand
in de rechterborst, zoodat de punt van den degen aan a*'
uitkwam, na de long te hebben doorboord. De^Labruv
steerde onmiddellijk en trof den luitenant midden in'T
De kling stuitte af op een been, richtte zich zijwaarts
boorde de linkerhorst. I
De getuigen en doctoren verklaarden, dat aan de eer
daan en brachten beide patiëotea weg. De luitenant dl*3*
verlof uit zijn garnizoensplaats was vertrokken wilde in* ||ft
vallen naar Gray terugkeeren, doch bij kon het niet verderf
dan Parijs, waar hij in het ziekenhnis wordt verpleegd
De journalist bleef te Villebon en wordt daar verpke„j
mad. Severine, die terstond den redacteur van haar blad t" I
nnnM n<\ t nr\o t n ii r! van hrairla Iromninonon in
snelde. De toestand van beide kampioenen is zeer
alleen die van den officier is voor 'het oogenblik gevaarlijk
Omtrent twee schihbreuken is te Londen bericht wk
Men had zich reeds sedert een paar dagen ongerust gemaal
het lot van de „City of Montreal," een der booten van de Ja
lijn, die voor veertien dagen met 135 passagiers uit Nro.y
is vertrokken. Daarentegen is de „Umbria," die den zelfden
New-York verliet, reeds sedert vijf dagen te QueenBtown
allerhanden gissingen heeft men nu zekerheid omtrent
lot van de „City of Montreal" gekregen. Te Queenstown ki
de stoomboot „Vork-City" aan met de equipage ea de pagsa-
van de „City of Montreal" welke op reis totaal is verbrand
Lloyd-telcgrara deelt mede dat 13 personen bij die ramp zoo
zijn omgekomen. Nadere bijzonderheden ontbreken nog.
Het bericht van eene andere schipbreuk is door de Brittan:
medegebracht, en betreft de „Sarah", die tusschen San Pt
en Martinez op de ku<t van Califoruië is vergaan. B;o gjj
golf deed het vaartuig plotseling omslaan. Aan boord waren
halve de bemanning, de kapitien met zjjno vrouw en kindi
Allen sloegen overboord en werden door de haaien verslond
met uitzondering van den kapitein en vier matrozen, die zié
het wrak wisten vast te houden.
Twee der matrozen konden zich niet meer houden, viek
zee en werden eveneens een prooi der haaien. De kapiteio bi
nu alleen over met een jongen en een matroos. De haaien t
gerden het schip, maar toch ontging hun de prooi, waot
schipbreukelingen bielden het acht dagen uit en voedden i
met het bloed der vogels, welke zij vingen. Eindelijk werden
in hoogst deerniswaardigen toestand gorod door een ander i:
dat toevallig in de buurt kwam.
Hoe iemand door een onbowuste verdienste een orde i
verkrijgen blijkt uit het volgende. liet was twee of drie
voor den val van Napoleon III.
Een bekend schilder, die evenveel naam had g -maakt doorri
talent als schilder, als door zijn uiterst republikeinsohe gezindte
had een portret geschilderd, dat algemeen als een werk tl
groote verdienste werd geprezen. De invloedrijkste critici en u
rijke hooggeplaatste personen spraken den wensch uit, datdei:
stenaar van staatswege mocht worden onderscheiden. De «i»
ters zaten met de handen in het haar. De prosijeot vst t
kabinet belegde een vergadering en een levendig debat rdgi
maar niemand wist goeden raad te gtven, om zich uit deze 'i
tegenheid te redden. Plotseling roept een der ministersJ
idee, een grootsch idee Laten wij de onderscheiding veil»
aan hem, die voor den schilder geposeerd heeltHet is eme
aanzienlijk geldman, een der steunpilaren der beurs." H ent'
riep de schandere minister en II e u r e k a riepen al de
van het cabinet en eenige dagen later publiceerde de Mo ui
de verleening van het Legioen van eer aan bankier M. ,»k
kenning van zijn groote verdiensten tegenover de Fransche km
Ongehooide Toestanden. Gelijk alle jaren liet ge"1,'
kwam in de laatste dagen van Juli de Russische tapijtbar-M
Abromovics te Pirol, in Servië, aan, om er zijne gewoneioh'
te doen. Hij arriveerde, voorzien van behoorlijke, voor w
noodige doeumenten, des avonds ten 7 uur, stapte in een
ment af, en was tot 10 uur in gezelschap met oudersch»
handelaars, die van zijn komst hadden gehoord en hem
Op dat tijdschip kwamen twee gendarmes die he®
deelden, dat hij hen dadelijk naar don prefect moest vergM
en niettegenstaande zijn verzet sleepten zij bem mei z,c
man kwam niet terug eu den volgenden dag ook n>e' e'
handelsvrienden, die ongerust werden, begaven ziel1 11
prefect, die hoogst verbaasd was, daar hij niets vaDilc
afwist. -k"
Op denzellden dag was een boer in den omtrek van
't werk, toen zijn hond eensklaps geweldig begou te 0
man onderzocht wat er aan de hand was en schrikte P
toen hij het beest het hoofd van een mensch zag r011
Dadelijk deed hij aangifte bij de politie, die reeds een o
Daar de geheimzinnige arrestatie instelde. De prefect a'®
akelige vondst hoorde, liet militairen komen en den l"1
gendarmes met al zijn manschappen gevangen nemen.
Het thans ingesteld onderzoek bracht aan
gendarmes op bevel van hun luitenant, Abiaroovics a-
een spion (e zijn, naar de grenzen hadden moetou
hadden den ongelukkigen onderweg bet hoofd afges'ie
len on zijn lijk begraven. I
Later bekenden zij, dat zij met den luitenant ea ofl
kameraads reeds sedert twee jaar hun moordenaar» A m
ven en ongeveer zestig personen van kant badd.n
onder twee Franschen, die tijdeus don oorlog Vir8r^jé
dagbladen waren, en een stalmeester van vorst
Bulgarije. I
Ook de luitenant bekende, en zeide dat Je onderp
moord had gelast, waarop ook deze werd gearrea'0®.
kentenis kwam. Naar 't heet, heeft do laatste mede?
moord van Abromovics en van nog een ander bur„
gerhand waren gelast. Onder de bevolking heersent 6
gewondenheid over deze feiten.
"Verslag der vergatleriug van den Rand der
Scliagen, gehouden op Dinsdag 23 Augu-
des morgens ten 10 ure.
Alle leden waren aanwezig. <,oe&e°!
Na opening der vergadering en lezing eu