aïne, die haar omgeeft. Hier heeft een schot een gedeelte het metselwerk weggenomen; daar is de steen grijs verweerd; ginds groeit het mos welig tusschen de onge- ke gleuven, en schijnt de verwoesting daardoor van ouderen dan zij werkelijk is. Denk u om die oude kerk heen een dorpsstraat; hier huizen, met rieten daken en een groen erf voor de daar weelderige villa's in modernen stijl,, van scha- luwrijk geboomte omgeven; rijke equipagen rollen ratelend de ongelijke keien, en voeren stedelingen rond in hunne ilegante kleedij, terwijl ginds eene vrouw bkwtsvoets door zand waadt, dat ter zijde van den straatweg tot pla- aisel dient. En daar voor u ruischt het bekende bosch jn eeuwig geheimzinnig lied, en nooden de begroeide luinen tot klimmen, om u, van hunne hoogte een heerlijk gezicht te biedenhier duizenden tinten van verderop met rechte lijnen doorsneden weiland, als witte vlokken het vee zich heeft neergevlijd, langs den weg die in breede bochten naar Alkmaar jpt, de boerenhuizen verspreid liggen; en eindelijk, ginds het nevelig verschiet, die stad zelf, met hare groote ark en spitsen waagtoren met hare plantsoenen en haren aut, en daar, achter u, de grillige vormen der duinen, door de onmetelijke blauwe watervlakte, waar zoo nu en dan een grijze rookkolom of een wit zeil chtbaar wordt. Maar we zijn afgedwaald van den Haarlemmerstraatweg, we zullen ons haasten, hem terug te vinden en te Binnenlandsch Nieuws. Tot de meestgeschikte kermis ontspanningen ten platten lande, mag ongetwijfeld de opvoering van een in aard over eenkomend tooneelstuk door een plaatselijk bestaand gezelschap of eeDe rederijkerskamer, gerekend worden. Wordt Vervolgd. Uitslag' der Verkiezingen Tweede Hamer der Staten Gener^ Dokkum. Uitgebracht 1923 V* 6# lifi *<5 Wordt vervolgd. J. v. d. B. N.B. Bfj vergissing is er onder het vorige artikel geplaatstSlot volgt. Dit moest zijnWordt vervolgd. Tot Vader en Moeder aan het Doopsgezinde Weeshuis te Groningen, zijn benoemd J. A. Meester en Echtgenoote, thans in betrekking aan het Wees- en Armenhuis te Barsin- gerhorn. Zeker zullen zij dit toestemmen, die Maandagavond 5 Sept. 11. de voorstelling bijwoonden door het gezelschap „Onderlinge Oefening" te Sint-Maarten gegeven, waar het publiek vergast werd op het programma„Een kijkje in de keuken of zoo spelen knechten en meiden de baas," blijspel met zang in drie bedrijven door A. A. Van der Stempel, Jr. Trots moeder Natuur, die door haar buiïgen aard 't bezoek zocht tegan te gaan, was de zaal geheel gevuld, 't Was of men zeker was, hoe ook vervuld met de gedachte aan een kermisstuk, iets vervroolijkends, iets aangenaam», iets goeds te hooren en werkelijk heeft de kamer door hare opvoering ge toond, zulk eene opkomst overwaardig te zijn en hare hoor ders te geven, wat van een Gezelschap, als dat van Sint—Maar ten mag verwacht worden. ginnen te bekommeren; de een vraagt dit, de ander dat; zij willen weten, wie het kostgeld betaalt. „Daar steekt die vervloekte bemoeial van een doctor achter," bulderde Schunk, „Dat geloof ik ook, maar ik geloof niet, dat het alleen uit nieuwsgierigheid is.* „Wat moet net anders zijn „De armverzorger is zijn zwager, dien zou hij gaarne een proces op den hals schuiven.' „Weet hij dan, dat de armverzorger betaalt „Neen, maar wel, dat hij hier dikwijls komt.' „De doctor moet zich voor mijne vuisten in acht nemen," voer Schunk uit, „wat heeft hij met onze zaken noodig Hij heeft reeds met de politie gedreigd en het is ook zijn werk, dat Schlaumann ons de huur heeft opgezegd. Het kwam hem toe, wanneer wij hem voor ons vertrek eerst nog een aandenken gaven, maar wij zouden ons daarbij de handen kunnen branden." De slotenmaker had nog juist den tijd, zijn vrouw een ant woord te geven, toen Koenraad Würfel binnentrad. „De duivel hale den ploert l" zeide de klerk nijdig. „Hon derd gulden heeft de kerel mij geboden; meer wil hij niet geven." „Hij schoof een stoel bij de tafel en vulde zelve het glas met brandewijn zonder daartoe eerst verlof te vragen. „Honderd gulden herhaalde de slotenmaker op heeschen toon, terwijl zijn vrouw in luid gelach losbarstte. „Wanneer hij mij dat zeide, zou hij dadelijk mijn vuist in zijn mageren nek gevoeld hebben 1" „En wat hadt gij daarmede gewonnen vroeg Würfel. »Met geweld richten wij niets uit „En met geduld ook nietviel het wijf hem in de rede. „Gij zijt de rechte man niet; gij weet niet met zulke lieden om te gaan, men moet hen de duimen op de oogen druk ken, vogel eet of sterf!" „En wat dan P' vroeg hij. „Wanneer nu de vogel niet eet en ook niet sterft, maakt men zich bespottelijk. Wanneer men maar wist, waar het kind van zijn broeder was »Voor den dujvel, wat gaat u het kind aan?' voer de slo tenmaker uit. Koenraad Würfel zag hem verbaasd aan; deze geheel ongemotiveerde woede versterkte zijne verdenking, die hij reeds koesterde. „Met het kind zouden wij hem misschien in onze macht krijgen," zeide hij, „dan heeft hij ook zijn broeder bedrogen met hel geld „Zoo slim zijn wij ook," viel Schunk hem in de rede, in zijn woede den waarschuwenden blik van zijn vrouw niet ziende. 't Is niet mogelijk de zoo verdienstelijk uitgevoerde rollen van Mijnheer en Mevrouw Yerhoogen en inzonderheid die van Arie, knecht en Mina, dienstbode bij erhoogen, on vermeld te laten. Geen dezer ontbrak het aan de vereischte natuurlijkheid en losheid, die een tooneelstuk, van welken aard ook, zoo boei end weten te maken. Wat meer den auteur dan den acteur raag geweten worden is, dat de ontknooping te plotseling, de overgang te sterk ge- teekeud was en het publiek daardoor blijkbaar werd verrast. Men schrijft ons uit Winkel dd. 6 Sept Met genoegen kunnen wij melden dat het bijna zeker is dat er een Harmonie—gezelschap in deze plaats opgericht zal worden. Gelijk men weet heeft er alhier vroeger een muziekgezel schap bestaan, doch dat door verschillende toestanden uit el kander is gegaan. Thans hebben eenige burgers uit onze gemeente het plan gevormd, eene Harmonie-vereeniging op te richten, aan wier hoofd als directeur zal optreden, de heer J. Borstlap, organist en muziekonderwijzer te Schagen. Wij twijfelen er geenszins aan of onze gemeente zal dit be richt met ingenomenheid begroeten. Ook uit het oogpunt van beoefening der muziek vinden wij dit streven een vooruitgang en willen hopen dat wij binnen kort mogen vernemen, dat het plan volkomen werkelijkheid is geworden. Te Oost-Graftdijk (gem. Graft) is eene vereeniging op gericht, die zich ten doel stelt het schoolverzuim zooveel mo gelijk te bestrijden. Zij hoopt dat doel te bereiken door het uitreiken van prijzen en het geven van schoolfeesten. Het kapitaal van het groot Noord-Hollandsch Begrafe nisfonds, welks zetel in de Rijp gevestigd is, bedroeg den 30 Juni 1887, f637.348.44. In het afgeloopen jaar 1 Juli 1886 tot en met 30 Juni 1887 bedroegen de ontv. f 77689.83y2, terwijl de uitkeeringen klommen tot f 57599.60. Het fonds bestaat uit twee afdeelingen, n.1. Amsterdam voor de stad alleen en de Rijp voor het overige gedeelte van de pro vincie, 4 Uit Amsterdam. Quantum mutatus ab libo Wat was Domela Nieuwenhuis een gansch ander mensch met weelderigen haardos en over 't gebeele gezicht goed ge- vulden baard, voor ruim zeven maanden en thaDS van dat alles ontdaan. Geen wonder dat zijn omgeving hem bij de aller eerste verschijning in „Walhalla" nauwelijks herkende. Geheel volgens de wijze door onhandige partijgenooten al hier voorgeschreven, deed deze martelaar om der vrijheidswille, zijn intocht in de hoofdstad, waar hij ongetwijfeld de meeste volgelingen heeft, doch wilde men aan de geruchten geruchten geloof slaan en zij verkregen door haar tegenwoordigheid in het Volkspark en deelneming aan de huldebewijzen eene zekere waarschijnlijkheid en geloofwaardigheid dan moet de aanstaande vrouw van Domela Nieuwenhuis, ook een niet ge ringen invloed hebben uitgeoefend, om hem als Vorst Zondag in Amsterdam te doen ontvangen. Hij zelf was daarop niet gesteld, zooals duidelijk uit het slot van zijn toespraak in het „Volkspark" bleek, en of de sympathie, die zijn persoonlijkheid ook om den omvang zijner straf voor het bekende persdelict in den lande had gewekt, onder dit openbaar huldebetoon heeft geleden, dit meenen wij gerust te mogen verzekeren. Aan her Rijnspoor-station was een groote, ja een groote menigte verzameld, toch hadden wij die nog veel grooter ver wacht. Wel was er politie, een genoegzaam getal in burger- kleeding aanwezig, doch de blaukgeschuurde helmen schitterden nagenoeg geheel door afwezigheid; en dat was van het hoofd der politie zeer goed gezien; ook stond de toegang tot iet station, ja zeifa tot het perron voor ieder open, zoodat het aantal nieuwsgierigen zeer zeker dat der belangstellenden overtrof. Zoodra hij uit den waggon trad, hieven velen juichkreten aan, en werd de deels gevierde, deels gevreesde man door de hem omstuwende menigte naar een rijtuig geduwd, waarin hij naast zijn belangstellende tante, vermoedelijk later zijn schoon moeder, mitsgaders een paar partijgenooten plaats nam. Te voet en in een dozijn rijtuigen volgden partijgenooten langs Amslel, Heeren- en Keizersgracht en Westergracht, waar men tegen 11 uur ongestoord, en zonder dat iets vermeldenswaard voorviel, aankwam. En toch verscheen de groote man eerst tegen het middaguur ten tooneele, van waar gewoonlijk in het „Volkspark" der vergaderde menigte wordt toegesproken. Dit tooneel was inderdaad in een bloemenhof, waarin de roode roos en de ane moon de hoofdbestanddeelen vormden, herschapen, guirlandes van groen met roode kunst-rozen waren van de eene naar de andere coulise geslingerd, terwijl aan het achterdoek groote en kleine kransen waren opgehangen, die hem straks zonden worden aangeboden, met roode schilden aan de zijwanden. Voor het eerst van de honderd vergaderingen, die wij hier bijwoonden, werden wij op onsmakelijke muziek vergast, die, zooals weldra bleek, meer dienst moest doen om fafares te blazen, dan het muzikaal gehoor te streelen. Daar speelt deze muziek even voor 12 de „Marseiïlaise", en stemt de menigte in met het „vrijheids-lied" der socialis ten - de held verschijnt en uit 1000 monden weerklinkt een „hoeraterwijl bloemen van alle zijden worden toegeworpen. Eortuyn maakte met zware hamerslagen en stentor-stem een einde aan dit rumoer, en verzocht, dat nu alleen de vrouwen het welkomstlied zullen zingen, wat vrijwel met begeleiding van een viool gelukte. Namens den Sociaal-democratischen bond wenscht hij daarop Domela Nieuwenhuis geluk met dezen heugelijken dag. Hij belooft zich niet te zullen vermoeien met een lange speech, maar na een hartelijk welkom tot dien vriend, wil hij de „ver doemenis" uitspreken over de bourgoisie, die Domela Nieuwen huis trachtte te verpletteren en den standaard der vrijheid voor het strijdend proletariaat geplant zien. Wij vieren nu het feest der bevrijding, om straks weer met Domela Nieuwenhuis te strijden. Applaus, fanfares der muziek. Door een gemengd koor wordt alsnu weer gezongen, en wel een tweede welkomstlied, voor deze gelegenheid gedicht. Zie hier het middelste couplet Du Tour van Belinchave, Die lage Koningsknecht, Moest eindelijk buigen voor den wil Vau 't volk, dat vroeg om recht. Hoezee, hoezee voor Nieuweuhuis, hoezee enz. en wel 0D(i wijze vau de kinder-aubade van de April jl. Van der Stadt trad nu vooruit, om nog eens te herhale dat, mocht ook al alles officieel beproefd worden om het sjj' alisrae te verdelgen, dit feest zonder eenigen officieelen aan" drang was gerijpt, en dat, ofschoon de strijd in Domela N,e wenhuis' afwezigheid niet hevig was, de zaak toch was voorur gegaan, zooals uit sympathie- en eerbiedbewijzen van mann-" als Prof. Piersou en zoovele anderen mocht blijken. Ook hij geenszins de leer van Jezus toegedaan, dat men zijn vijanden moest liefhebben, zeide hij, maar hij wilde oog om o» eu tand om tand. Gij ook immers wilt de mannen, dw onzen leider in de gevangenis brachten, haten? niet waar en daarvoor niets ontzien? Ja! Want als de haat ons aanvoert dan eerst zijn wij zeker van de overwinning, en wij wille:,' wij zullen overwinnen. Lang leve het socialisme, lang leve mela Nieuwenhuis, dien wij allen als onzen voorganger beschou- wen, riep hij uit. Terwijl het volk en de muziek nu "een lang zal hij leven» aanhief, nam Van der Stadt Domela Nieuwenhuis bij de hand en dankte hem voor het zware offer, dat hij voor de zaak der vrijheid had gebracht, en overhandigde hem nu een groot® krans, als blijk van innige waardeering. Door een paar lieden in de zaal werd hierop beproefd, een der April-liedereuLij gaat niet dood" te doen aanheffen doch Fortuin wist dezen zang in zijn aanvang te smoren. Dié liederen pasfen hier niet, daarvoor stond het Volkspark te hoog, meende hij. Een paar sociaal-democraten uit Gent, Van Beveren en De Brakelaar, welke laatste eveneens wegens een persdelict 5 maan den gevangenisstraf had ondergaan, voerden hierop het woord, en boden Nieuwenhuis namens de Belgische partijgenooten kunstkransen aan. De laatste verzekerde dat veel meer partij genooten voornemens waren geweest in deze dankbare hulde te deelen, doch daarin verhinderd weren. „Doch wij komen spoe dig terug," beloofde hij, en brengen dan onzen Harmoniekapel mede, om de vergaderingen op te luisteren. Evenals hij had ook hij het in den kerker goed gehad en dien eenmaal tot schade der justitie naar lichaam en geest, gesterkt verlaten. Door Fortuyn werd hierop een telegram van de Rotterdam- sche afdeeling van den Sociaal-De ra ocratischen Bond voorgt- lezen van dezen inhoud „Heil uwe vergadering; wij zijn dol van blijdschap." Nieuwenhuis verklaarde niet veel te kunnen spreken, het verschil van den toestand vóór 8 dagen en thans was te groot. Hij zon niet spreken van hetgeen hij in de gevangenis had ondervonden, maar de schuld daarvan moest men niet zoeket in Utrecht waar hij bewaard werd, neen, de schuld schuilde in Den Haag, bij onze regeerders, bij onze volksvertegenwoordigers, die zulke wetten maakten, waardoor een moord, en een poli tieke misslag volgens hem, op dezelfde wijzen werden gestraft. Maar hem was nu ook duidelijk gebleken, dat hij niet gestraft was wegens Majesteitsschennis voor een courant-artikel, maar ma zocht mij reeds lang, of is het niet Minister van Binneulandacl* Zaken, dat gij aan alle hoofden van Gemeentebesturen een cir culaire gericht hebt, dat men overal moest nagaan, wat ik sprak' Hij zou majesteits-scheunis begaan hebben, vervolgde spreker ironisch, die nooit anders dan ile hoogste Majesteit-, het volt, had gediend. Zij meenden, die dwazen, dat het socialisme staat en valt met één persoon; maar men kan mij best missen.Een kerkerstraf versterkt de partij. Hierna bracht hij hulde Croll, Van der Stadt en Fortuyn; overhaudige ieder een der hem aangeboden kransen. Eindelijk waarschuwde hij tegen vergodm? van zijn persoon, dat de zaak daardoor zeer leed. Na hem voerde Croll nog kort het woord en bracht Nieuwen- huis daarna een bezoek aan de vergaderden in twee bijzalen, overal aanmanende om straks in alle orde het Volkspark f» verlaten, waaraan te 2.15 gevolg werd gegeven, zoodat po»lie schier overbodig was. j Tegen 3.45 vertrok D. N. en zijn familie naar de van Swindenstraat, waar hij bij een partijgenoot afstapte, onder toe juiching van enkele personen. Dat was echter het sein v verscheidene honderden andere personen om met luider ste® zingen: „Oranje boven„Leve Willem Drie!" en toen ,a" toonde zich ook een nationale vlag, waarmee onder het geaMI- werd gezwaaid. J In het V olkspark was Maandagavond een feestvergadenng T de leden, doch D. N. keerde te 9 uur naar Den Haag ;ct - VOOR DE (Vervolg). Herkozen mr. W, J. Van Weideren baron Rengers L. id. E. B. Kielstra L. Gfoea. Uitgebracht 1866 Herkozen A. baron Schimmelpen- ninck van der Ove van Nijenbeek A. id. jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman A. Verkregen: jhr J. L. C. Pompe van Meerdervoort L. Middelburg. Uitgebracht 2249 Herkozen J. P. 1. Buteux L. id. A. Smit L. Sneeli. Uitgebracht 3664 Herkozen Mr. P. J. G. van Diggelen L. B. H. Heldt L. A. Buuia L. e U'1 stemffict sl ,001 jO

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1887 | | pagina 2