pletterende redevoering had gehouden, die echter door den
burgemeester, als voorzitter van den Raad, zoo duchtig
onder handen genomen en uiteengerafeld werd, dat er geen
draad van heel bleef. „Ja," zei toen de heer Van Nierop
(advocaat) gulhartig, „tegen één Hof ben ik altijd wel op
gewassen, maar tegenover Tienhoven moet ik zonder man-
keeren de vlag strijken!"
Van het Raadhuis naar het zeventiende-eeuwsche Markt
plein, badende in een oceaan van Bengaalsch licht, toen
nog even terug naar „Kras" (even tot lang na midder
nacht) en daarna de zoete rust gezocht, om krachten te
zamelen voor den volgenden, of eigenlijk reeds aangebroken
dag.
Want de Donderdagochtend, in de concertzaal van Felix
JHeritis, zou gewichtig zijnverkiezing van het Congres-
bestuur, vorming der afdeelingen en openingsrede van den
te benoemen algemeenen Voorzitter. Tot die waardigheid
werd, gelijk te verwachten was, bij acclamatie benoemd
onze rijkbegaafde en talentvolle stadgenoot Prof. Quack.
Hij geniet onbetwist den roem, in ruime mate met de
gave des woords bedeeld te zijn; maar met de van geest
drift en bezieling blakende rede, waarmede hij gisteren het
Congres inleidde, heeft hij in gloedrijke welsprekendheid
zich zeiven overtroffen. Een enkele pericoop uit die rede
mag ik hier wel afschrijven; de schoone en dichterlijke
schildering waarmee hij zijn hoorders een blik op Amsterdam
liet werpen:
„Ik heel u welkom in Amsterdam. In het Amsterdam
onzer dagen, het hart van ons land, waar statig en sierlijk
de grachten zich ronden, waar achter het groen der iepen
de bruinroode huizen schuilen der handeldrijvende, voor
waarts schrijdende burgermaatschappij; in het Amster
dam der negentiende eeuw, dat u en ons des te meer
waard is, omdat het nog altijd de trekken en lijnen, de
kleuren en schaduwen bewaart van de stad der zeven
tiende eeuw, waar de reeders en kooplieden hun stoute
zetten waagden, waar der schepen vloten uitzeilden, waar
de mannen dor wetenschap hun denkkracht inspanden,
waar de schilders tooverden met licht, waar Vondel zong.
„Inderdaad, omdat het welhaast driehonderd jaar geleden
is, sinds Vondel het levenslicht zag, zijt gij allen juist hier
gekomen, om, bij het herdenken van het derde eeuwgetij
van Joost van den Vondels geboortedag, hier het twintigste
Nederlandsche taal- en letterkundig Congres te houden.
„fn Vondels naam komen wij hier samen aan Amstel
en IJ. En over Vondel peinzende, denken wij aan onze
taal, aan de veerkracht en frischheid, die zij in Vondels
mond bezat, en die zij God lof! behouden heeft en
voor altijd bewaren kan." Zoo voortgaande, kwam de
hoogleeraar van zelf tot het eigenlijke onderwerp zijner
toespraak: Wat de taal vermag, en tevens wat zij van ons
eischt; die met bewondering aangehoord en vol geestdrift
toegejuicht werd.
Daarna verspreidden de leden zich over de drie afdeelingen,
waarin het Congres verdeeld is en waar van gedachten
gewisseld werd over: de Nederl. rechtstaal voor Noord-en
Zuid-Nederland, de Inquisitie in de Nederlanden vóór
Keizer Karei V, en de opleiding van den Nederlandschen
tooneelkunstenaar. Daarna werd de eerste algemeene ver
gadering gehouden. Bijzondere gewichtige punten voor onze
taal- of letterkunde kwamen hier nog niet ter sprake.
Slot volgt.
hoorde men een mooi vers van Dr. Laurillard op de
Belgische en Nederlandsche vlaggen.
Gisterenavond feestvoorstelling in den Stads-Schouwburg.
Hierover, en ook over het verhandelde op de overige
Congresdagen, in een volgende kroniek meer.
16 Sept. '87. «ijsbr-eclit.
Wanneer er aan gene zijde van het graf gerechtigheid heerscht,
dan moet elke traan, elke zucht van dit kind u daar toege
rekend worden, dan is geen poel der hel diep genoeg, om u
te verbergen. Zwijg en hoor mij aanGij hebt dit arme schep
sel, het aan u toevertrouwde kind van uw broeder laten hon
gerlijden, mishandelen en wegkwijnen, ja, gij hebt aan die
vrouw Schunk, eene belooning voor den dood van het kind
aangebodenEn dat alles geschiedde alleen ter wille van het
geld, dat ik u had gegeven, en omdat gij hooptet, na den
dood van mijn kind van mij te zullen erven. Maar dat is
niet de eenige misdaad, welke gij hebt begaan. Gij hebt de
armekas voor een groote som en uw zwager zijn geheele va
derlijke erfenis ontstolen, de bewijzen daarvan bevinden zich
in onze handen."
„LeugenSchandelijk leugen voer de magere man uit.
„Wanneer gij het voor het gerecht bewezen wilt hebben,
dan zal ik u het bewijs leverenantwoordde de doctor, ter
wijl hij de cassette opende en de papieren er uit nam.
„Geen nutteloos gekrakeel!" zeide de Amerikaan op scher
pen toon„ik wil geen seconde langer onder dit dak vertoeven,
dan noodwendig is. Gij hebt te kiezen tusschen het tuchthuis
en de teruggave van het gestolen geld. Of gij overhandigt da
delijk uw zwager veertigduizend en mij tienduizend gulden in
geldswaardig papier, baar geld of aanwijzingen op uw bankier,
of ik laat u beiden nog in dit uur in hechtenis nemen. Kies
„Dat is roof, geweldige roof schreeuwde de magere man.
„Ik ben dien vagebond niets schuldig
„Dan kunt gij het ook op de aanklacht laten aankomen
viel zijn broeder hem koel in de rede. „Kom, doctor, wij gaan
naar den rechter, de ellendeling wil het niet anders."
„Ik heb het geld niet antwoordde Hubert die zijn angst
niet langer kon verbergen, toen hij de beslistheid van zijn
broeder zag. „Ik kan toch niet betalen, wat ik niet schuldig
benUwe tienduizend gulden zal ik u dadelijk geven, maai
ik word daardoor geruïneerd, heb medelijden met uwen broe-
dcr
„Hadt gij medelijden met mij en met mijn kind? Waart
gij niet mijn broeder, dan zat gij reeds in de gevangenisKies
„Ik kan niet
„Welaan, bereid u dan voor op uwe in hechtenisneming;
die schijnt u misschien gemakkelijker te dragen, dan het ver
lies van het geld, dat u op het pad der misdaad heeft ge
bracht. Kom, doctor, wij moeten het nu aan den rechter over
laten, u recht te verschaffen."
De doctor had de cassette onder den arm genomen; reeds
stonden zij op het punt, het kantoor te verlaten, toen de arm-
verzorger en Johanna tegelijk „Haltriepen.
in n en la n dsch i\ ieu ws
Donderdagavond is te Groote Keeten, gemeente Callantsoog,
de bliksem geslagen in een ledig staand huis, toebehoorende
aan den Heer C. A. Vader, zonder evenwel brand te hebben
veroorzaakt.
De uitslag der herstemmingen voor de Tweede Kamer,
waarbij in Winschoten de heer Drucker is gekozen en in Leiden
de heeren Van Wassenaer en Donner, maakt de partijverhouding
in de Kamer aldus47 liberaleD, 20 anti—revolutionairen,
19 katholieken.
Ilefc liet zich voorzien, dat de heeren Van Wassenaer en
De Bruin Kops heden niet beëedigd konden worden. Ook
laatstgenoemde is ernstig ongesteld.
Voor eer. pleiziervaartuig, dat geschat werd op een waarde
van f500 a f 600, bood dezer dagen, op een verkooping te Zaan
dam, iemand „een mud centen," welk bod werd toegewezen.
Behalve de moeielijkheid om het mud bijeen te krijgen, heeft
de gelukkige kooper nog een andere onaangename gewaarwor
ding te ondervindenmen berekent namelijk dat er 140 a
150 duizend centen in een mud gaan en dus voor de pleizier-
boot ongeveer f 900 boven de waarde moet worden betaald.
Bij de laatste trekking der Staatsloterij viel de prijs van
f 25.000 op een briefje van den heer C. G. te Amsterdam. Hoe
verblijdend hij en elk ander met zulk een buitenkansje zou zijn,
er deed zich hier een geval voor, dat alle vreugde wegnam. Er
was namelijk verzuimd het briefje te vernieuwen voor de klasse,
waarin de prijs gevallen was, en had dus het kantoor, waar het
briefje genomen was, recht, de uitbetaling te weigeren. De teleurge
stelde prijswinner begaf zich naar den heer P. G van der Wijst,
bij wieu het briefje was gekocht. Ofschoon de heer van der
wijst ten gevolge van een klein verzuim van den houder van
het briefje, dus den daarop gevallen prijs had kunnen behouden,
is deze toch door hem uitbetaald.
Te Heerlerheide is een varken te zien, dat aan de vier
poot en geen enkelen teen heeft. De stompen vertoonen een on
dervlak, niet ongelijk aan dat van een paardenhoef. Ook de kop
heeft veel overeenkomst met dien van een paard. Daarbij heeft
het misbaksel maar één neusgat en één oog.
Naar wij vernemen wordt door den Officier van Justitie
te Amsterdam wederom een socialisten-proces aanhangig gemaakt
en wel tegen den „dichter" van het „Welcomslied ter eere van
F. Domela Nieuwenhuis na zijne onverwachte invrijheidstelling
31 Augs. 1887," wijze „Voor Koningen voor Vaderland w^akt
iedere jongen meê," beter bekend als de kinderaubade in de
Aprilfeesten. De „dichter" P. C. de R., volgens onderschrift,
volgens Recht voor Allen De Ruijter, zal zich namelijk voor den
rechter moeten verantwoorden voorde woorden van het couplet,
waarin Z. Ex. den Minister van .1 ustitie beleedigende woorden
worden toegevoegd. Het lied werd gedurende de feestelijke ont
vangst van Domela Nieuwenhuis te Amsterdam op Zondag 4
September in en om het Volkspark verkocht en verspreid.
Bedoeld couplet luidt aldus
„Die Tour van Belinchave
Die lage koningsknecht
„Moest eindlijk buigen voor den wil
„Van ft volk, dat vroeg om recht\
„Hoezee, hoezee" enz.
Een boer in de gemeente Denekamp meende een colorado
kever gevonden te hebben. Als ft wezenlijk zoo'n algemeen ge-
gevreesde aardappel verdelger was, dacht hij zeker van de autori
teiten op zijn allerminst een pluimpje te krijgen. Hij spoedde er
zich dus mede naar de dorpsgezagvoerders, die echter met alge
meene stemmen verklaarden d»t het een vleermuis was!
Levend verbrand
Te Kampen is de vrouw van Evert vanWijke vermoedelijk
door het omvallen van een petroleumlampje, zoodanig met brand
wonden overdekt dat zij kort na haai geroep om hulp geheel
verbrand was. Nu en dan maakte zij misbruik van sterkedrank
Van Texel vertrekken deze week tal van personen naar
Noord-Amerika. Vele gezinnen maken er zich gereed om binnen
kort ook naar de nieuwe wereld af te reizen. Bijna allen, die
van dit eiland derwaarts vertrokken, vonden in Amerika een
goed bestaan.
Een transport Hoornvee is van Akkrum (Friesland) ver
zonden. Dit is het tweede transport, dat de reis naar het Zui
den doet. De inkoopen geschieden door bemiddeling van Friesche
veekoopers.
Men schrijft uit Arnhem
Dinsdagavond, toen zekere W., een gewezen timmerman,
rentenierende van zijne huisjes, uit Kevelaar thuis kwam, wer-
waarts hij Zondagochtend getogen was, werd hij al dadelijk uit het
veld geslagen, door sporen van inbraak, die zich overal ver
toonden. Bij nader onderzoek bleek, dat men niets ondoorzocht
had gelaten. Alles lag het onderst boven. Onder het genot van
een glas wijn, had men het kaf van het koren zitten schiften
men liet de effecten met de coupoubladen als waardeloos liggen,
en vergenoegde zich met het zilver, ter waarde zegt men" van
bij de f 1000.
De volgende advertentie leest men in de Nieuwe Prov.
Drenthsche en Asser Ct.:
Ongehoord sucoes
Ontwikkelings-balsem.
De geëerbiedigde leider der Sociaal-democratische partij, door
snoode handen van zijnen Haardosch en mannelijk Baardsieraad
beroofd, kocht vóór zijn vertiek naar het buitenland een anker
van mijnen ontwikkelings-balsem.
Het goed gevolg liet zich niet wachten. Zijn mannelijk
heeft reeds bijna zijne vorige lengte weder bereikt.
Komt, ziet en oordeelt!
Door mijne onvolprezene kleurmiddelen, die het haarr
in elke verlangde kleur, is die haarJosch thans vuu,/1^!1
Nadere bijzonderheden geeft I
Théophile,
Ilaarkundige, Frederiksplein
Amsterdam.
Woensdagmiddag had het huisgezin van den heer B
Sche.veningen roode bessensap gebruikt uit een Keulsche kruik*
Onmiddellijk na den maaltijd begon de dienstmeid hevi» u
braken, met koud zweet en zwakken pols. Daarna gevoelde Je
broeder der juffrouw zich onwel, duizelig met oprisping,
ten slotte braken. De juffrouw zelve was eveneens voortduren]
onpasselijk. De heer B. leed alleen aan hevige oprispingen en
bleekheid, benevens koude rillingen der ledematen.
Dr. Anema, die terstond bij de haud was, onderzocht de
kruik en haar inhoud. Er was niet veel meer in, doch met
moeitG was door den hals te verwijderen, om zoo te zeggen
een koek vau groene, erg stuivende schimmel. Bij nader onder'
zoek bleek deze schimmelplant vau een vergiftige soort en
bracht de beschreven verschijnselen te weeg. Op het gebrnii
vau bruispoeder, dat de doctor den lijders gaf, waren-Donderdar
allen weer hersteld.
Minnenijd
L. E., landbouwer te Erm, had kermis gehouden teZweeloo
in een gezelschap van Janna W., die vroeger meermalen met
G. B., ook boer te Erm, uit geweest was. Deze was nu weder
bij Janna gekomen met het aanzoek met hem ter kermis te
gaan, maar de vrijster had hem „den bons" gegeven. Dat deed
Gerrit zeer, maar toch ging hij kermis houden in gezelschap
vau Janna's zuster, zoodat hij toch in de familie bleef. Toch
kon hij Janna niet vergeten en toen deze met haar minnaar na
afloop van de kermispret naar huis terugkeerde werd 't koozeQd
piar door Gerrit nagegaan, die zijn „dulcinea" reeds had afge
leverd.
Bij de woning gekomen ging ft paartje naar binnen, maar
toen ook was Gerrit bij de deur, zette den voet tusschen deur
en drempel, zoodat de deur niet gesloten kon worden. De min
naar werd nu door Gerrit geslagen Janna had dit wel opgemerkt
en in huis gekomen had de vrijer een woude onder ft oog.
Het O. M. is van oordeel, dat ook hier een gevoelige les
moet worden gegeven, omdat minnenijd zoo vaak oorzaak is
tot mishandeling en vraagt voor den jaloerschen Gerrit 6 maan
den gevangenisstraf. G; P.
iiuiten/andsch Nieuws.
Te Sofia heeft eene door duizend personen bijgewoonde
vergadering vin de nationale partij plaats gehad, waarin de
radicaal Stojanoff en de advocaat Woltscheff toespraken hielden,
die met onstuimige toejuichingen werden begroet. Men eischte
de inhechtenisneming van Karaweloff, die door zijne heftige ar
tikelen in de Tirnowska Constitutia de verontwaardiging dei
nationale partij had opgewekt. De Regeering was bovendien
bereids besloten Karaweloff, Nikisoroff en meerdere wegens deel
neming aan de samenzwering tegen Yorst Alexander te vervol
gen. Op voorstel van Woltscheff nam de vergadering de ver
klaring aan, dat men Vorst Ferdinand in zijn streven naar het
welzijn van Bulgarije tot het uiterste behoorde te ondersteunen
en dat men elk oogenblik bereid is, goed en bloed voor hem
op te offeren.
De aanhangers van Karaweloff hadden tegelijkertijd ook eene
vergadering belegd, die echter wegens te geringe deelneming
moest worden verdaagd.
De vergadering van de nationale partij begaf zich ten slotte
naar het paleis en bracht den Vorst hare hulde de vastge
stelde verklaring werd toen voorgelezen. De Vorst stond op
liet balkon en richtte eenige woorden van dank tot de n>eDj8~j
zeggende „Hebt mij lief, weest patriottenleve Bulgarije
Eene zeer talrijke volksmenigte trok daarop naar het uW
van Karaweloff, sloeg de ruiten in en bestormde het huis. f*
binnendringende troep vond het huis ledig, daar Karaweloff?*
vlucht was en koelde hare woede aan het gebouw, dat bi]
geheel vernield werd. De politie trachtte met getrokken sa
de orde te herstellen, maar werd zelve aangevallenhet kw>®
tot botsingen, waarbij aan beide kanten personen gewond *e'
den. De menigte trok toen naar de drukkerij van de 'i'rDOffV.
Constitutia, verbrijzelde ook bier de vensterruiten, haalde, ou
den kreet: „\V eg met de verraders'" het naambord naar
den. Ten slotte verzamelde de menigte zich voor het
Stambouloffdeze verklaarde dat, zoolang de Bulgaarsche»»*
zulke verdedigers had, zij niet verloren zou gaan.
De Bulgaarsche quaestie zal weldra eene nieuwe pbjjj
ingetreden zijn. De Porte beschouwt de manifestatie, welke te
plaats had, als van zeer ernstigen aard, en de houding
Prins Ferdinand van Saksen-Coburg in de tegenwoordige
lingen, voor onverklaarbaar. Duitschland schijnt thans -
te zijn, handelend op te treden, het heeft den Sultan u>*
ging gevraagd, om drie oorlogschepen door de Dardene e
zenden, teneinde aan Bulgarije veigoediug te vragen,
belesdiging, den Duitschen consul te Rutschuk aanged3»
een in die stad uitgegoven dagblad. Inmiddels heeft 5
gaarsche regeering het blad opgeheven en zal xij
rechten vervolgen. Van dit besluit is den heer Thieloian
nis gegeven.
De Turksche regeering trekt troepen in Macedonië
Rusland houdt zich volkomen op den achtergrond en
Duitschland de zorg tot handelen over, daar die m°o
het initiatief tot de militaire maatregelen wil nemen.
Over een gevecht tusschen een Moonligthe|U'e ^i
politie te Lisdoonvarna, graafschap Clare (Ierlan
meu, dat Zondagavond tusschen 10 en 11 uur zeVtSfeI'
mannen het huis van Thomas Sexton aanvielen en
langden. In het huis bevonden zich twaalf politie'-1®
die gewaarschuwd waren, dat een dergelijke aan"1 ]et!cr-
was. De Moonlighters werden binnen gelaten eu Set®-0'
lijk in den val. Er ontstond een woedend gevet