Zondag, 2 Octotsr 1887.
31ste Jaargang. ITo. 2129.
INKWARTIERING.
TOCH VERLOREN,
HERHALINGS-OIM DER WIJS.
AMSTERDAMSCHE KRONIEK.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SniA(iiJKX liaan, I), 5.
Gemeente Schagen,
Beken dmakinge n.
AIicicii lm-
MÉ- L
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater-
djagavond. lij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEK-
YENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regela fO.75; iedere regel meer f 0.15
Qroote letters worden naar plaateruimte berekend.
POLITIE.
Ter gemeentesecretarie alhier zijn inlichtingen te bekomen
omtrent de navolgende in deze gemeente gevonden voorwerpen
een parapluie en een armbandje.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen, bren
gen ter kennis van de Ingezetenen dat de LIJST betrekkelijk
de INKWARTIERING, bedoeld bij Art. 17 der Wet van 14
September 1866 (Staatsbl. no. 138), is vastgesteld en ter vol
doening aan evengemeld Wetsartikel gedurende 14 dagen voor
een elk ter inzage aan het Raadhuis is nedergelegd, en alzoo
ran af beden tot den 7den October a. s.
Wordende tevens ter kennis gebracht, dat zij die tegen gemelde
Lijst bezwaren hebben in te brengen, zulks schriftelijk behoo-
ren te doen aan Burgemeester en Wethouders, binnen 14 dagen
na het einde der ter visieleging en alzoo vóór den 21eil
October 1887.
Schagen, den 23en September 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. L ANGEN BERG.
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen
Brengen naar aanleiding van art. 203, alinea 3 der wet van
29 Juni 1831, (staatsblad No. 85) ter openbare kennis, dat de
Roman van G. RECKE.
II.
Ludwig Waldmann bleef met over de borst gekruiste armen
nog een poos voor zijn dochter staan en mat baar met koelen
Wik. „Ik had niet gedacht, dat ik ooit deze oude geschiedenis
n m bijzonderheden zou moeten meedeelen," zeide hij eindelijk,
tevergeefs trachtende aan zijn stem een helderen klank te
geven, „doch het zij zoo Hij streek zich met de hand
°yer het voorhoofd en de oogen, alsof hij een wilden, hate-
lijlen droom daardoor wilde verdrijven, en toen voegde hij er
eensklaps op geheel anderen toon aan toe: „Het is een offer,
®t ik van u verlangen moet, ik ontken dit niet; Eugenie,
PJ zult uwe verloving met graaf Löwenherg moeten verbreken.
Het jonge meisje had tot nu als een steenen beeld gezeten,
"toch nu keek zij haar vader plotseling met donkere, gloeiende
"*)gen aan. „Nimmer!" riep zij afwijzend uit, en hartstochtelijk
hief zij haar linkerhand in de hoogte.
He handelsraad maakte een afwerende beweging met de
l dat zeggen allen," meende hij toen met een
^fkastisch lachje, achter hetwelke hij met moeite de ongerust
heid van zijn gemoed verborg. „Maar ik geloof, dat gij u zult
«denken en mij zult gehoorzamen, Eugenieteuminste
menschen van uw karakter is het niet te vreezen, dat zij
480 gebroken hart zullen sterven."
«Nimmerherhaalde de jonge dame en keek haar vader
ae' T°nkelende oogen aan.
«n kort schouderophalen was het antwoord. De handelsraad
"j^ide zich luchtig op de hielen om, doorliep met langzamen,
Tpoieten tred de kamer, daarna bleef hij wederom met over
horst gekruiste armen voor zijn dochter staan. „Luister
goed," zeide hij bits, „ik heb u een nieuwtje mede te
dat u misschien belang zal inboezemen mijn
foeder Arthur keert dezer dagen uit den vreemde naar hier
«rug
Dïe slag trof doel.
broeder Arthur vroeg de dame gejaagd. „L w broeder
handelsraad knikte met het hoofd. „Het is een treurige,
hfa 6 eri^e geschiedenis," zeide hij toen met gefronste wenk-
(,j; Ij*®11 en diep zuchtende. Daarop schoof hij den stoel dichter
i en haard en zette zich neder, met het gelaat naar het
muur gekeerd.
'Ua was onwillekeurig opgestaan, en naast hem komende
toe?' fzii "^e gevouwen handen op de leuning van den
•Mii "Hw broeder Arthur herhaalde zij nogmaals.
H '..hodt gij dan een broeder
°or mij bedaard aan en val mij niet in de rede, voegde
Begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven voor 1888,
zoo als zij aan den Raad der gemeente is aangeboden, op de
Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nederge
legd tot en met den Hen October a. s. en dat een ieder daar
van, tegen betaling der kosten, een afschrift zal kunnen be
komen.
Schagen, den 28en September 1887.
Burgemeester en Wethouder voornoemd.
De Burgemeester,
G. LANGENBERG;
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter ken
nis van belanghebbenden, dat het HerhalillgSOnderwijs
aan de gemeenteschool aldaar zal aanvangen Dinsdag 4 Octo
ber a. s. des avonds teu vijf ure.
De leerlingen kunnen zich, medebrengende hun vaccinebewijs,
aanmelden aan de gemeenteschool op Maandag den 3 October
des avonds van vijf tot zes ure. Het onderwijs zal niet wor
den gegeven, wanneer zich daarvoor niet minstens tien leer
lingen aanmelden.
Bij het weinige gebruik den vorig en cursus van het Herhalings-
onderwijs gemaaktvestigen B. en W. nadrukkelijk de aandacht
op het groote nut daarvan, onder herinnering dat het geheel
kosteloos wordt gegeven.
Schagen, 30 September 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
hij haar op zijnen gewonen trotschen toon toe. „Mijn vader was
tweemaal gehuwd zijn eerste vrouw was eene Duitsch-Ameri-
kaansche, die hij bij gelegenheid van eeu reis naar dit wereld
deel had leeren kenuen en liefhebbeuhun huwelijk was even
kort als ongelukkig gij kunt u uw grootvader als oud,
afgeleefd man voorstellen, Eugeniemaar ik kan zeer goed
begrijpen, dat hij in zijne jonge jaren een echt man naar de
wereld is geweesthij moet zijn jonge vrouw veronacht
zaamd hebben kortom, dat huwelijk heeft nog geen
twee jaar geduurd, en de hem geschonken stamhouder kan
ongeveer een jaar oud geweest zijn, toen de jonge vrouw op
zekeren dag spoorloos verdween zij had, vertoornd
over de werkelijke of vermeende ontrouw van uw grootvader,
dezen verlaten en was met haar kind tot hare ouders in Ame
rika teruggekeerd."
„Ah! Ah riep Eugenie vol verbazing uit.
Deze knikte met het hoofd. „Kom, verwondert u dat? Toen
ik voor de eerste maal deze geschiedenis hoorde, had ik ook
een gevoel alsof ik uit de wolken was gevallen maar
ter zake. De echtscheiding volgde en mijn vader uain een andere
vrouw uwe grootmoeder, Eugenie andermaal schonk
de Hemel hem eeu eenig kind, en dat was ik. Jaren verstreken
er, mijne moeder stierf, ik werd man en huwde. Uw groot
vader trok zich uit de zaken terug, en ik nam alle werkzaam
heden op mijtoen mijn vader stierf, geloofde ik mij als den
grootsten handelsman van deze stad te mogen beschouwen en
ik vermoedde niet, dat ik de prachtige erfenis met mijn broeder
zou moeten deelen."
„Onmogelijkriep zijn dochter uit. „Gij moest deelen met
uw broeder?"
„Zoo is het," bevestigde haar vader schijnbaar kalm, terwijl
zijn uiterlijke bedaardheid een vulkaan van innerlijke onrust en
ontroering verborg. „Een jaar na den dood werd zijn testament
geopend, en tot mijn schrik ontdekte ik, dat niet ik, maar
mijn oudere broeder universeel erfgenaam was."
De jonge dame slaakte een kreet en wankelde terug naar
haar stoel. „Maar dat is alles hopeloos!" fluisterde zij met blee-
ke lippen. „Dan zijt gij niet in het rechtmatig bezit van dit
huis, van deze zaak?.o, mijn God
„Spreek niet zoo luid waarschuwde Waldmann haar op
nieuw. „Het testament was rechtsgeldig en kon niet betwist
worden, maar daar niemand de verblijfplaats van mijn broeder
wist, noch beweren kon of hij leefde dan reeds dood was, en
een uitgebreid onderzoek ook tot geen goeden uitslag leidde, zoo
werd de tweeie bejialing van het testament van kracht, volgens
welke ik zoo lang tot hij gevonden was of zijn dood bekend
werd, in het volle bezit van het kapitaal zou blijven, dat wil
zeggen, altijd onder zekere bepalingen het baargeld, dat bij
den" dood van mijn vader voorhanden was, moest een waarborg
fonds vormen mijn aanzien bij het gerecht stond intusschen
zoo onwrikbaar hoog, dat men mij reeds van het begin at de
vaderlijke nalatenschap toevertrouwde toen men dan ook na
De kleine, maar dappere schaar der „doleerenden", doet
tegenwoordig weer wat meer dan vroeger van zich spre
ken, en wel wegens de mislukking van haar plan, om op
de Keizersgracht een eigen Kerkgebouw te stichten. Ook
op twee andere plaatsen in de stad zullen doleerende ker
ken komen. Het ontworpen gebouw op de Keizersgracht
komt er echter niet, en de aankoop van het prachtige,
dubbele heerenhuis, waarvoor door de leiders dezer bewe
ging, de kapitale som van plus minus f 75000 betaald
werd, is als een schadepost te beschouwen. En waarom
mag die doleerende kerk daar niet gebouwd worden Alleen
tengevolge van eene zeer handige vinding der omringende be
woners. Deze schenen namelijk niet zeer gestreeld door het
vooruitzicht, zulk een bedehuis in hunne onmiddelijke na
bijheid te hebben; en door een bekwaam jurist in hun
verzet geleid, waren zij zoo gelukkig, een keur van twee
honderd jaar geleden te ontdekken, die volgens de tegen
woordige politie-verordeningen nog van kracht is, en de
bebouwing van het terrein, overeenkomstig de plannen
der doleerenden, niet toelaat. Hier viel dus niets tegen in
te brengen, en daarom werd dan ook de keur van anno
1667 door de anti-doleerende bewoners der Keizersgracht,
tot basis hunner operatieën genomen. Met goed gevolg
natuurlijk; het gemeentebestuur kon geen afwijking van
de bestaande verordeningen der bouwpolitte. toelaten, en
stelde den Raad voor, afwijzend te beschikken op de ver
schillende adressen der doleerenden, waarbij de vergun
ning tot den bouw eener kerk op de Keizersgracht aan
gevraagd, toegelicht en herhaaldelijk verdedigd werd. In
de gisteren gehouden zitting van den Gemeenteraad werd
jaar en dag altijd nog niets van mijn broeder Arthur hoorde,
gelukte het mij, hem voor dood te laten verklaren en het ver
inogen werd mi; toegekend, onder voorwaarde, dat ik het tot
aan zijn mogelijke verschijning als mijD eigendom zou mogen
beschouwen."
„En nu?" vroeg Eugenie, niet in staat, hare ontroering
langer te bedwingen.
„Val mij toch niet in de rede. Ik ben nog niet aan het
einde. Gewaagde speculatiën, die ik in de laatste jaren op
touw zette, mislukten gedeeltelijk wij hielden een
vorstelijke huishouding, en dut verzwelgt veel renten zelfs bij
onzen rijkdom merkt men het, wat het kost." Op het min
achtend lachje zijner dochter voegde hij er sarcastisch aan toe
„Wel is waar, hebt gij u nooit over het geld bekommerd. Gij
zijt het evenbeeld uwer overleden moeder, die het geld ver
achtte, maar de weelde, welke men zich door hetzelve ver
schaffen kan, gaarne genoot nu, kort en goed, de ver
liezen brachten mij er toe op de beurs te speculeeren en het
einde van het lied is, dat ik reeds sedert eenige jaren met
passief werk."
„En dat alles zegt gij zoo kalm en onverschillig viel zijn
dochter hem handenwringend in de rede, en een bijna vijandige
blik schoot uit hare zwarte oogen op zijn ijzeren gelaatstrekken.
Met onverstoorbare gelatenheid ging haar vader voort. „Voor
ongeveer drie weken ontving ik dezen brief* daarbij haalde
hij uit den borstzak van zijn rok een portefeuille en nam daar
uit een toegevouwen schrijven, hetwelk hij tusschen twee vin
gertoppen nam en het zijn dochter gracieuselijk overhandigde.
„Gij moogt het lezen, de brief is kort eu bondig en be
vat niet veel meer dan de verklaring, dat mijn broeder ver-
langst heeft naar zijn onbekenden vader en met het eerstvol
gend schip hierheen zou komen, om hem te voet te vallen."
„Ah juistzeide Eugenie, die intusschen met vliegende
haast het schrijven doorloopen had, „de brief is nog aan groot
vader gericht. Dus gelooft deze Arthur White, dat zijn vader
nog in leven is
„Gij ziet het uit den brief," voegde haar vader haar toe.
„Hij schrijft verder, dat het hem niet om den rijkdom van
mijn vader te doen is, daar hij van den snooden Mammon
zelf meer dan genoeg bezit slechts plotseling ontwaakt
verlangen en de laatste wensch van zijn eenigen tijd geleden
gestorven moeder, dreef hem over den grooten oceaan
de brief bereikte mijn vader natuurlijk niet meer. Deze is reeds
sedert vele jaren dood, doch dat doet er niet toe, Arthur zal
komen, dat is de hoofdzaak misschien is hij reeds hier
hij kan zeer goed met de gisteren binnengeloopen stoomboot
,Atlantica' hier aangekomen zijn."
„En dan en dan r" vroeg zijn dochter radeloos.
De handelsraad haalde onverschillig de schouders op. „Dan
zal hij vernemen, dat hij de universeele erfgenaam is van
mijn vader en mij alleen een bescheiden deel is toegedacht
ik weet niet, of ik er toe verplicht kan worden, hem