FffliE- k Laiii Zondag, 23 October 1887. 31ste Jaargang. Ho. 2135. AAIM DE KIEZERS! TOCH VERLOREN. Uitgever: J. WINKEL. Bureau: SCHADEN. Laan, I>, 5. Allditl IIRARIT Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE- TENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STEKKEN èén dag vroeger. Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15 Groote letters worden aaar plaatsruimte berekend. Zult gij mr. I. A. Levy, den candidaat der liberale partij afvaardigen naar de Tweede Kamer der Staten- Generaal, of zult gij den raad der conservatieve kiesver- eenigingen, waarbij zich catholieken en anti-revolutio nairen aansloten, volgen, en een mandaat geven aan Jhr. C. Hartsen? Vermoedelijk is het de laatste maal, dat ons oude kiesdistrict, waarin sedert jaren de liberale partij hare mannen zag zegevieren, geroepen wordt om eene keuze te doen. Daarna zullen de banden, die ons vereenigen, worden losgemaakt, en onder de gewijzigde grondwet, zullen de kiezers, die zoolang vereenigd streden voor vooruitgang en recht, onder drie verschillende districten worden ver deeld. Voor 't laatst gaan wij denzelfden weg. Zullen wij dan dien laatsten keer onze beginselen ontrouw worden, en de vlag uit de handen laten glippen, die wij zoolang hoog hielden Dit mag niet van ons worden verwacht. Ook zullen onze politieke tegenstanders wel geen oogenblik de hoop koesteren, dat wij hun de zege zul len verschaffen door lauwheid, door wegblijven van de stembus, door verdeeldheid. Wij kunnen gerust zijn dat onze kiezers, door trouwe plichtsbetrachting, zullen zorgen dat de laatste bladzijde van de geschiedenis van dit district niet behoeft te wor den beschreven met eene conservatieve zegepraal. Nieuwe dagen komen. De uitbreiding van het kies recht zal niet alleen velen roepen tot de uitoefening van een recht, waarvan zij tot heden waren uitgesloten, maar ook den wetgever dwingen de oogen te vestigen op behoeften en nooden, die in onze maatschappij of zijn ontstaan, of zich in dringender vormen dan vroeger voordoen. Het jaar 1887 zal in de toekomst gelijk met het jaar 1848 worden genoemd, als een dier datums in de geschiedenis van een volk, welke een tijdvak onherroe pelijk afsluiten. Tweeërlei richtingen zullen tegenover elkander staan. De liberale partij in alle hare schakeeringen, die bij Roman van G. RECKE. (8- V. Meer in het midden—gedeelte der stad, doch nog niet in de eigenlijke oude stad, die zich rondom de haven uitstrekt en waar de lage, door rook zwart gewordene huizen herinner den aan een vroeger tijdperk, maar meer naar de om de stad gelegen plantsoenen, ligt midden in een tamelijk druk bezochte straat, een hoog gebouw van vier verdiepingen. Het onder scheidde zich door niets van de overige huizen der uitgestrekte 'traat, en was eenvoudig van goedkoopen steen gebouwd en m®t gelen en witten zandsteen versierd. Het was een dier huur- Paleizen, waaraan door de speculeerende bouwmeesters een Smotsch voorkomen was gegeven, terwijl inwendig de woon vertrekken des te spaarzamer waren ingericht. Trad men den £anc binnen, dan ontdekte men dadelijk, dat men zich in *0 dubbel huis bevond, want links en rechts bevonden zich P°italen en de talrijke naambordjes boven de schelknoppen )erwittigden, dat het groote huis door verscheidene huurders twoond werd. Ging men den trap ter rechterzijde op tot aan de derde er<hepmg) dan las men daar op een naamplaatje Mesca, weduwe gravin van Löwenberg," en vlak daar °ven verkondigde een ander naamplaatje dat in dezelfde woning koninklijke infanterie—luitenant Richard, graaf van Löwen- ^rg woonde. Opende men de glazen voordeur en trad men de kleine oning binnen, die uit hoogstens vier kamers kon bestaan, T 11 'bsakte het geheel een aangenamen indruk; de planken ab den gangvloer waren wit geboend, de lichte verf der deu- tttü )WaS re'n gebouden en de deursloten en klinken waren glad geschuurd. In huis heerschte overal, in den gang ®el als in de keuken, de grootste orde en in de woonkamers et er eenvoudig deftig en netjes uit. des deed vermoeden, dat deze huishouding bestierd werd alle verschil over meer en minder, rekening houdt met den vooruitgang, voor welke de moderne maatschappij, zooals zij geworden is door de steeds zich ontwikkelende wetenschap, met haren harden strijd om het bestaan, hare moeielijke levensvoorwaarden, maar ook met hare triomphen van industrie, hare ontdekkingen en hare be vrijdende kracht uit de banden eener verouderde over levering, een feit is dat zij aanneemt, waarin zij berust, een arbeidsveld, waarop zeer veel te verrichten is, maar waarop ze gaarne werkt, met vertrouwen den oogst verwachtende van de toekomst. Daar tegenover staat de partij van hen, die terug wil len naar het verledenmet de conservatieven tot de beginselen, die vóór 1S48 den Nederlandschen staat re geerden, met de anti-revolutionairen naar de beginselen der Dordtsche Synode, met de catholieken naar de dagen, dat de moederkerk heerschte over den staat. In deze partij hebben alleen de kerkelijken eene toe komst, omdat zij een gezag erkennen buiten den staat, dat zij meenen te kunnen gebruiken om de maatschappij terug te duwen op verlaten banen. Maar de conservatieve partij is zonder macht, zij ver tegenwoordigt meer een staatsvorm, dan een beginsel dat, onafhankelijk van een staatsvorm, eigene levenskracht heeft. De nieuwe grondwet is het doodvonnis der reeds lang verzwakte conservatieve partij. Voor haar is geen plaats meer in de gewijzigde staatsregeling, die wij tege moet gaan. De rol, die zij heeft vervuld, zal door anderen wor den overgenomen iedere partij zal hare rechterzijde hebben, maar geen van dezen zal staan op het standpunt der oude conservatieve partij. Zij brengt haren afscheidsgroetbij deze verkiezingen zingt zij haar zwanenzang. Maar zij wil met eere sterven. Daarom stelde zij voor dit district de candidatuur van Jhr. C. Hartsen, een waardig vertegenwoordiger van een ouden naam. Anti-revolutionairen en catholieken, die zich daarbij aansluiten, bewijzen te willen medewerken tot eene plechtige uitvaart. Maar niet omdat zij, de kerkelijke partijen, door een flinke, degelijke huisvrouw. Dat was ook inderdaad het geval en de weduwe, gravin Löwenberg, stond bij hare kennissen er voor te boek, dat zij de kunst verstond, zelfs in bekrompen omstandigheden aan haar huiskamer een zekere behagelijkheid te verstrekken. Wie de oude dame met het zilver grijze haar, gedeeltelijk bedekt onder een helder mutsje, en haar vriendelijk gelaat zag, moest dadelijk voor haar ingenomen worden. Dit hare blauwe oogen sprak goedheid des harte en welwillendheid, en men betreurde het alleen, dat over haar gelaat een zeker waas lag verspreid, dat sprak van verborgen leed, van tranen, in den stillen nacht ver goten, terwijl zij bij dag, te trots om aan de wereld haar leed te verkonden, een zorgeloos en opgeruimd gelaat had gezet. Het was reeds tamelijk ver in den morgen en de zon scheen helder en vriendelijk door de witte, dunnen gordijnen, in de gezellige huiskamer. Gewoonlijk was om dezen tijd het koffie-gerei weder opgeruimd; maar heden stonden de kopjes nog onaangeroerd op tafel. De oude dame liep voorzichtig in de kamer heen en wedernu wischte zij nog een stofje weg, dan weder liep zij naar de deur van een aangrenzend vertrek en luisterde, of zich daar nog geen beweging deed hooren. Reeds herhaalde malen was j zij hoofdschuddend weder aan hare bezigheid gegaan, doch eindelijk kwam er op haar gelaat een trek van ongeduld. Zij j klopte voorzichtig tegen de gesloten deur. „Wilt gij wel eens I opstaan, gij langslaper? Foei, is dat een manier van doen, om tot aan den middag in bed te liggen Nu deed zich in de aangrenzende kamer eenig gestommel hooren, als van iemand die met beide beenen te gelijk uit zijn bed sprong. „Ik ben oogenblikkelijk bij u, beste mama nep een jeugdige mannenstem, „waarachtig, ik heb u lang laten wachten, maar nu kom ik dadelijk; ziet gij, ik giet reeds water in de komdaar daar ben ik al Kort daarop werd de deur geopend en trad een slank, schoon jong man. sprekend gelijkend op de oude dame, in militaire houding binnen. „Is me dat nu laten wachten riep zij hem schertsend toe. ,.Daar wacht ik, oude vrouw, reeds vier uur met de koffie en mijnheer de luitenant komt niet uit de veeren. Subordinatie, mijn jongen, zooals u papa zaliger gewoon was met den conservatief eensdenkend zijn, of hij met hen. Indien niet deze keuze een t ij d e 1 ij k karakter hadde, zouden de kerkelijken zeker in het krijt zijn getreden met een man van hunne eigene kleur. Dat wij daarin niet dwalen zal de eerste verkiezing in de nieuw te vormen enkelvoudige districten bewij zen. De liberale partij kan zich gelukkig achten met de candidatuur, wij vertrouwen weldra met de keuze, van mr. I. A. Levy. Hij is een man, zooals iedere partij moet verlangen onder hare hoofden te tellen, onmisbaar in tijdsomstan digheden zooala de tegenwoordige, nu nieuwe behoeften op den voorgrond treden, nieuwe mannen hunne stem doen hooren, nu er orde moet worden gebracht in eene menigte van denkbeelden, van wenschen, van volksmee- ningen, nu het ware geschift moet worden van het valsche, het kaf van het koorn. Dan bestaat er behoefte aan een man, die hard heeft gewerkt, die zijn verstand aan zich heeft onderworpen, die de vragen van den dag heeft bewerkt in de studeerkamer alvorens zich geroepen te achten eene oplossing aan te bevelen in het leven. Mr. I. A. Levy is een welsprekend man. In onzen tijd van drukinkt en brochures is de welsprekendheid eene kunst, die verloren gaat, eene natuurlijke gave, die te weinig ontwikkeld wordt. En toch kan het ge schreven woord nooit den redenaar vervangen het levende woord is rijker en machtiger dan het best overwogene geschrift. Mr I. A. Levy bezit in zijne warme welsprekend heid, in de gelukkige vereeniging van logischen gedach- tengang en schitterenden woordertooi, eene macht, die hij ten nutte van het land wenscht te gebruiken, en die voor de liberale partij belooft wat dr. Schaepman geeft aan de catholieke. Mr. I. A. Levy is een man van beginselen. Hij stond pal voor het neutrale staatsonderwijs-hij ontwierp de Liberale Uniehij gaf, in eene breede reeks van ge schriften, verantwoording van zijne overtuigingen. Wij weten wat wij aan hem hebben. Door hem te kiezen versterken wij de liberale partij. En welke onzekerheden de nieuwe verdeeling in enkel voudige kiesdistricten zal medebrengen, welke verande- te zeggen.' De jonge man sloot haar den mond met eenige hartelijke kusseD. „Niet boos zijn, mamaatje; waarlijk, het zal niet meer gebeuren maar gij weet, gisteren was het_soireé bij Eugenie's vader." „Ahazeide de oude dame, „en daarom is mijnheer de luitenant zeer laat tehuis gekomen, verontschuldig u maar niet riep zij afwerend uit, toen de jonge man iets in het midden wilde brengen. „U zal dan wel gehoord hebben, dat het zeer vroeg was!" riep de jonge man schertsend uit „Het was nog geen vijf uur." „Ja, gij zijt een ondeugende, beste, goede jongen," zeide de oude dame hartelijk en op de teeuen gaande staan, gaf zij haar zoon een flinken kus. „Kom nu, en gebruik uw koffie, gij zwierbol, tot uw straf zal het mij pleizier doen, wanneer ze u slecht smaakt, want ik heb ze wel driemaal moeten opwarmen; ja zeker, en ga nu bij mij op de sofa zitten en zet nu maar niet zoo'n arme zondaars-gezicht, want dat helpt u toch niets, gij moet ze toch drinken. Subordinatie, mijn jongen, moet gestraft worden." De oude dame zeide dit alles schaterlachende, terwijl zij hem vriendelijk toeknikte en hem een kop koffie inschonk en een heerlijke boterham voor hem gereed maakte. „Gij zijt mijn lieve, goede moeder," zeide de jonge man op dankbaren toon, toen zijn mama naast hem had plaats genomen. De oude dame zag hem met trots aan, en verheugde zich er in, dat het ontbijt hem zoo goed smaakte. „Maar nu moet gij mij ook vertellen, Richard," zeide de oude dame tot den flinken officier, „gij hebt u goed geamu seerd, niet waar, eu gedanst hebt gij ook „Dat spreekt van zelve, een luitenant en niet dansen dat is niet denkbaar „Nu, en het waren allen schoone en verlokkelijke danse ressen veoeg de oude dame, terwijl zij met het hoofd knikte. „Nu ja, dat kan niet anders op een soiree bij den handels- raed Zij bield een oogenblik op en keek haar zoon onderzoekend aan. Wordt Vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1887 | | pagina 5