Zondag1, 30 Octokr 1887.
31ste Jaargang. No. 2137.
AIÏISTERDAMSCHE KRONIEK.
TOCH VERLOREIM.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: MIIK.IY. Laan, 8), 5.
Alitraeei
COURANT.
A
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater-
jliarond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEH-
TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Twee belangrijke nieuwtjes werden er gisteren in den
loop van den dag bekendvooreerst dat de Gemeenteraad
de verdubbeling van het „straatgeld" (van drie op zes ton,
volgens het voorstel van Burg. en Woth.) had verworpen
en ten andere dat een onzer eminentste stadgenooten, de
heer Mr. Levy, door het district Alkmaar tot lid der Tweede
Kamer was gekozen.
Die verkiezing is een verblijdend feit. Al liet zij zich
eenigermate verwachten, na de eenstemmigheid waarmee
door de verschillende kiesvereenigingen in het district de
candidatuur des heeren Levy was ondersteund, toch heeft
de grillige stembus de stelligste verwachtingen wel eens
bedrogen doen uitkomen en op eene ietwat voorbarige
blijdschap eene des te bitterder teleurstelling doen volgen.
Gelukkig is dit thans het geval niet geweest en werd Levy
met eene schitterende meerderheid reeds bij eerste stem
ming gekozen. Van de 2313 uitgebrachte geldige stemmen
kreeg hij er 1306, dus 150 boven de volstrekte meerder
heid, en de conservatieve candidaat Jhr. Hartsen slechts
988. Dat de radicale candidaat, de veel besproken
Dr. Smit te Apeldoorn, slecht 16 stemmen op zich ver-
eenigde, bewijst genoegzaam dat deze candidatuur niet als
eene ernstig gemeende bestrijding van den heer Levy be
doeld was, maar enkel en alleen door Dr. Smits politieke
vrienden bij wijze van demonstratie op liet tapijt was ge
bracht. Heel de beteekenis dezer stembus-uitspraak con
centreert zich dus in de verkiezing van den Amsterdamschen
jurist en publicist Mr. Levy. En dat die uitspraak werkelijk
beteekenis heeftwie zal het loochenen. Zij bewijs! dat de
kiezers in het district Alkmaar de hooge noodzakelijkheid
inzagen om weer eens een politiek man, een typische
figuur op staatkundig gebied, in onze Volksvertegenwoordi-
Roman van G. RECKE.
10.
VI.
Terwijl mr. White in het huis zijns broeders het zich zeer
gemakkelijk maakte, worstelde in liet ziekenhuis zijn reis
gezel nog steeds met den dood. De jonge man had een taaie,
sterke natuur, die zelfs de vreeselijke verwonding weerstand
wist te bieden. Het was wel is waar meer een onbewust plan
tenleven, dan een werkelijk leven, hetwelk de zieke op zijn
ziekbed leed, en dagen achtereen verrieden slechts een licht ge
kreun en de nauwelijks hoorbare slag van het hart, dat er nog
leven in hem was. Maar somtijds raasde de koorts in hem met
verdubbelde woede en trots het vreeselijke bloedverlies en de
daardoor ontstane zwakte, ging hij even als een wilde aan.
Het schuim kwam hem dan op den mond, de koortsachtig
gloeiende oogen rolden woest in hunne kassen en er waren
sterke mannen voor noodig, om hem dan in zijn bed le hou
den. Zulke aanvallen kwamen wel is waar bij tusschenpoozen
en zelden, maar dan ook met te vreeselijker geweld en dit
*as gemakkelijk verklaarbaar, daar het lichaam van den onge
lukkige, volgens de verklaring van den arts, niet alleen ten
prooi was aan vreeselijke wondkoortsen, maar dat door eene
geweldige slag op het hoofd, zijne hersens ernstig beleedigd
moesten zijn.
Zuster Sabine, de jonge diaconesse, verpleegde den man met
bewonderenswaardige zelfopoffering. Zij was bij hare meerdelen
bekend als bijzonder nauwgezet en getrouw aan hare plichten,
maar in dit geval werd haar ijver nog aangevuurd door eene
zridzame, onverklaarbare sympathie voor den zieke; wanneer zij
aaar de treffende, bleeke trekken van haar verpleegde zag of
diens oogen met koortsaehtigen blik op haar zag gericht, dan
*aande zij in den ongelukkige geen vreemdeling meer te zien,
die bewusteloos aan haar zorg was overgegeven, maar liet was
baar, alsof zij den zieke reeds sedert langen tijd kende. Zij wist
jelve niet wat voor een gevoel het eigenlijk was, dat er in haar
bart voor den ongelukkige zetelde. Maar het moest blijkbaar
niet alleen het natuurlijke medelijden zijn, hetwelk de voelende
mensch iederen ongelukkige en hulpelooze toedraagt.
Ook de doctor stelde veel belang in den beschermeling der
jonge diaconesse. Bij hem was het natuurlijk alleen het zuivere
medelijden voor den zieken mandaarbij kwam nog zijne be
langstelling als arts; immers eenige dagen geleden had hij het
onherroepelijk beschouwd dat de gewonde zou sterven en
thans scheen de lijder het te boven zullen komen.
Le arts verlangde ook den ongelukkige tot eiken prijs m
l£t leven te behoudeD, vooral ook omdat zijn eerlijk bart de
ging te brengen en toen hun de gelegenheid geboden werd
om in dien eisch van het oogenblik te voorzien, hebben
zij haar met beide handen aangegrepen. Niet ten onrechte
heeft men dan ook op deze keuze het „Van Alkmaar be
gint de victorie toegepast. Levy toch vereenigt al de
hoedanigheden in zich, die recht geven tot de verwachting
dat hij een sieraad der Kamer zal worden. In wetenschap
pelijke ontwikkeling en veelzijdige kennis heeft hij schaars
zijns gelijkende gelukkige gave der welsprekendheid is
hem in hooge mate eigen, en in het debat doet hij u tel
kens aan het klare, zaakrijke woord van een Thorbecke
en de elegante finesses van een Groen van Prinsteren den
ken. Hij debatteert handig, vlug, slim, zoo ge wilt, maar
door en door eerlijk, zonder te transigeeren met zijn eigen
beginselen of die van zijn tegenstander in een valsch dag
licht te stellen. Daarbij heeft hij op elk gebied van het
staatkundig en maatschappelijk leven zijne studiën gemaakt,
is hij als ik het zoo eens mag uidrukken van alle
markten thuis en zullen zijne adviezen zich noch in de
openbare vergaderingen, noch in de afdeelingen, tot alge
meenheden of holle phrases bepalen. Men kan zich ver
zekerd houden, dat als er een gewichtige quaestie aan de
orde is en de Voorzitter aankondigt„De heer Levy heeft
het woord gevraagd," de Kamerleden iets te hooren zullen
krijgen, dat de moeite van luisteren waard is, en de „Han
delingen" verrijkt zullen worden met een redevoering, die
u weer tot lezing van dit in den laatsten tijd niet altijd
verkwikkelijke orgaan kan uitlokken. Tn één woorddoor
dezen rijkbegaafden en verdienstelijken Amsterdammer met
groote meerderheid in de Kamer te brengen, hebben de
Alkmaarsche en onder-Alkmaarsche kiezers aan het Vader
land een belangrijken dienst bewezen en de Volksvertegen
woordiging met een lid van beteekenis versterkt.
Met groote meerderheid viel ook de tweede belangrijke
beslissing, die, zooals ik in den aanvang dezes zeide, zich
verraderlijke moordaanslag verfoeide en zijn rechtsgevoel in
opstand gebracht werd door de omstandigheid, dat de ver
vloekte dader niet door het gerecht kon worden opgespoord.
Maar of de ongelukkige wel ooit meer zou kunnen spreken,
dat was een vraag, die alleen een hoogere macht zou hebben
kunnen beantwoorden, en wanneer werkelijk het buitengewone
geval plaats had en de zieke weder gezond werd, dan zouden
er nog wel maanden verstrijkenhoelang het bovendien zou
duren, dat was niet te berekenen. Om echter alles te doen,
wat in zijn macht lag, had de oude, ervaren doctor bevolen,
dat zuster Sabine zich uitsluitend zou wijden aan de verple
ging van den ongelukkigen jongen man en daarmede had hij
tegelijk een vurig verlangen der jonge diaconesse vervuld. Deze
wijdde zich met bewonderenswaardige zelfopoffering aan den
zieke en zij liet zich alleen aflossen, wanneer haar afgemat
lichaam gebiedend eenige uren slaap verlangde.
Zij woonde in de inrichting zelve, ofschoon haar vader in de
stad leefde en in de oude stad een klein, bouwvallig huisje
bezat; maar Sabine stond met haar vader, die een oud, verweerd
zeeman was en bovendien het grootste gedeelte' van het jaar
niet in de stad, maar op zee doorbracht, op niet zulk een bij
zonder goeden voet. Haar reine zin gevoelde zich teruggestoo-
ten door de ruwe, slechte zeden van den ouden man, die ook
haar arme moeder vroeg genoeg onder de aarde had gebracht
en daardoor voornamelijk was zij er toe overgegaan zich te
wijden aan het Samaritaansch beroep van ziekenverpleegster.
Zij had zich dus slechts enkele schreden te verwijderen van
de ziekenzaal en zij bond het de haar aflossende zuster drin
gend op het hart, haar dadelijk te roepen, zoodra de zieke on
lustig mocht worden.
Een geheime onrust deed haar slechts kortelijk de rust ge
nieten; het was alsof een inwendige stem haar zeide, dat hare
afwezigheid den ongelukkigen, huipeloozen man ernstig gevaar
zou kunnen berokkenen.
Vooral wanneer Arthur White den zi(ke kwam bezoeken,
zorgde Sabine er over, steeds in de zaal aanwezig te zijn.
Zonder zich zelve er rekenschap van te kunnen geven, had
zij nu eenmaal een onoverwinbare afkeer van den Amerikaan
zij kon zich er niet tegen verzetten, maar het was haar, alsof
zij den bezoeker mei geweld moest terugstooten, wanneer hij
het bed van den ongelukkige naderde.
Arthur White scheen niets te merkeD, van de afkeer, die
de jonge zuster jegens hem gevoelde, integendeel, telken male
wanneer hij den zieke bezocht en hij kwam zeer dikwijls
had hij voor de jonge zuster woorden van dank, verzekerde
hij haar, hce gelukkig het hem maakte, te mogen hopen op
dc genezing van zijn jongen vriend en dan verzocht hij haar
op treffende wijze,'hem steeds zoo zorgvuldig mogelijk te ver
plegen. Zuster Sabine, andeis de beminnelijkheid zelve, had
voor al dien lof slechts een licht hoofdknikje, ja zij versmaadde
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIÉN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f O.lI
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
hier gisteren in den loop van den dag als een loopend
vuurtje dcor de stad verspreiddede verwerping van het
plan tot verdubbeling der straatbelasting. Zes-en-
twintig leden van den Raad konden zich met het hiertoe
strekkende voorstel van Burg. en Weth. onmogelijk ver
eenigen, en door slechts acht leden werd het, en nog
meerendeels aarzelend, in bescherming genomen. Dienten
gevolge is het voorstel gevallen met een gansch grooten
val. De Amsterdamsche huiseigenaren, die zich sedert eenige
weken gekweld zagen door het schrikbeeld eener verdubbe
ling van het toch reeds zoo innig gehate „straatgeld," kun
nen nu weer gerust het hoofd nederleggen, zonder vrees voor
allerlei akelige visioenen van monsterachtige aanslagbiljetten
en dreigende ontvangers in de gedaante van gierige grijpwol-
ven. Het is trouwens ook geen aangename gedachte, als men
het eene jaar gezamelijk drie ton gouds in de gemeente
lijke schatkist heeft gestort, het volgende jaar eensklaps
uitgenoodigd te worden, om zes ton bij te dragen. En op
welken grond Zijn de huizen, de straten en de grachten
niet volkomen dezelfde als ten vorige jare? Genieten de
eigenaars eenige meerdere geriefelijkheid van stadswege?
Zijn de huizen soms plotseling op belangrijke wijze geste
gen Niets van dit alles; in dit opzicht was er geen enkele
reden om deze belasting ook maar met één gulden te ver-
üoogen. Het eenige en uitsluitende motief was, dat Burg.
en Weth. die verhoogde bijdrage wilden heffen, om het
enorme tekort op de begrooting over 1888 te dekken. Dat
de huisheeren zich met die Stadhuis-logica niet best kon
den vereenigen, is te begrijpen; zij bestoi mden den Raad
dan ook met argumenten tegen de billijkheid der verhoo
ging, en met smeekgeschriften om den dreigenden slag af
te weren. En wat meer afdeed ten slotte bleek de
groote meerderheid der Raadsleden zich ook niet met die
logica te kunnen vereenigen en verpletterden zij de ver
hoogde straatbelasting, dat verleidelijk blozende appeltje
zelfs de kostbare bloemruikers, die Arthur White als een tee-
ken zijner dankbaarheid telkenmale voor haar medebracht. Zij
deed slechts haar plicht, zeide zij kortaf, en het bewustzijn,
haar plicht vervuld te hebben, was voor haar het schoonste en
beste loon. Doch zij nam geen geschenken of fooien aan.
„Ik begrijp volstrekt niet, wat gij toch tegen den vreemde
ling hebtr" zeide eenmaal de docter hoofdschuddend tot haar,
toen mr. White er was geweest en te vergeefs de jonge zuster
een prachtige bouquet aanbood. »lk ben nu reeds over de der
tig jaar arts, maar ik moet eerlijk bekennen, in mijn praktijk
is het mij nog geen enkele maal voorgekomen, dat een patroon,
een meester en mr. White is toch de meerderezoo
vol deelneming naar zijn ondergeschikte vraagt. Anderen doen
hetzelfde wel enkele malen, maar daarbij laten zij het ter
wijl mr. White onvermoeid is in zijne bezorgdheid."
Het jonge meisje schudde slechts halsstarrig het hoofd. „Hij
zal zijn redenen daarvoor wel hebben, zeide zij.
De doctor lachte haar uit. „Gij rijt een lief zottinnetje ik
zou wel eens willen weten, wat de brave heer u gedaan heeft,
wat zou er zonder hem van uw beschermeling eigenlijk worden
want dat zeg ik u, al behoudt de gewonde ook het leven,
wat overigens nog zeer te betwijfelen valt dan is het toch
volkomen ondenkbaar, dat hij ooit weder zijn gezond verstand
teiugkrijgt."
„O, dat zou ontzettend zijn 1" fluisterde de jonge diaconesse
huiverend.
„Ja, dat zeide mr. White ook," meende de doctor schouder
ophalende en met een vluchtigen blik op den slapenden zieke,
voegde hij er aan toe „M ie weet, of het niet beter voor hem
ware, dat hij maar insliep, zonder ooit weder te ontwaken
zijn verstand te missen, dat is toch het vreeselijkste w at er is."
„En gelooft gij w erkelijk doctor vroeg de diaconesse
ontsteld.
„Ach, wat valt er te gelooven antwoordde hij knorrig,
„die jonge man is mij volkomen een raadsel, hij krijgt een
steek, die voor vijf anderen genoeg zou zijn geweest, en hij
verdraagt het hij ontvangt een slag op het hoofd, die
een os zou gedood hebben en hij leeft toch nog maar
wij zullen zien, wie er ten slotte gelijk heeft.*
De jonge zuster staarde met betraande oogen naar den sla
pende. „WaanzinniDg te moeten zijn o de arme,
arme man maar ik kan het nog niet gelooven."
„Beste zuster Sabine, spreek niet van dingen, waarvan gij
geen verstand hebtviel de doctor haar eenigermate geraakt
in de rede, want hij kon het niet dulden, wanneer er aan
zijn doctorale uitspraak werd getwijfeld. „Wat beteekent waan
zin het kan in lichten of hoogen graad zijn, dat moeten
wij natuurlijk afwachten of hij blijkt een volslagen idi
oot of hij heeft geheel en al zijn geheugen verloren,
wat wel het waarschijnlijkste is of in het gunstigste