Donderdag, 17 November 1887.
Het Museum van Alkmaar.
31ste Jaargang. No. 2142.
TOCH VERLOREN.
Wordt Vervolgd.
SCHAC
Alimti
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater
dagavond. Eij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE-
TENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL.
Bureau: SCHAGEH7, liaan. I>, 5.
I.
LaDg reeds was de behoefte gevoeld, om, wat Alkmaar
voor bijzonders had in 't verleden, en dat was veel, zoo
veel mogelijk te verzamelen, en naar jaar en belang op
orde te biengen.
De naam Alkmaar wordt in de geschiedenis met eere
genoemd hij heeft een goeden klank in de wereld van
landbouw en veeteeltde wetenschappen vonden naast
de kunsten steeds hare beoefenaars in de kleine veste
en nog kan ze genieën aanwijzen, wie slechts nederigheid
weerhoudt, zich een naam te verwerven.
En zulk eene plaats, zulk eene stad, waar elke steen
van geschiedenis spreekt; waar elke herinnering glorie ge
tuigt, zou verstoken blijven van het voorrecht, den naneef
hare schatten te kunnen toonen Schatten, niet zoozeer
kostbaar om der stoffe dan wel om der traditie wille.
Is het wonder, dat eenige mannen, ijverende voor de
wetenschap, en vooral voor de kennis van de geschiedenis
hunner vaderstad, mannen, trotsch op hun titel van ge
boren Alkmaarders, dat zij pogingen in het werk stelden,
om eene memorie te schrijven in den vorm van een
museum
Is het wonder, dat de „ontzetvereeniging," waar zij zoo
krachtig werkte, steun zocht en vond bij Alkmaars bur
gerij, en dat in 't eind de regeering der stad aan haar
gestadig smeeken toegaf, en eene zaal deed bouwen, waar
alles zou worden bewaard.
En zoo, toen in de stad een feest gevierd had, waarvan
Eoman van G. EECKE.
15.
VIII.
Het duurde slechts eenige weken, tot de voornaamste zoo
wel als de laagste kringen der bewoners van de groote han
delsstad onderricht waren van de onverwachte aankomst van
den stiefbroeder van Ludwig Waldman en dit aller verbazing
gaande makende feit nu nadrukkelijk begonnen te bespreken.
Bij niemand, zelfs bij zijn beste kennissen niet, was de lian-
delsraad gezien. Men kon hem den snoevenden trots, dien
hij zelfs in den maatschappelijken omgang behield, niet ver
geven en men boog alleen daarom zoo deemoedig voor hem,
omdat hij onbetwist de rijkste en daardoor ook de machtigste
man der stad was. Doch nu, als de voor dood verklaarde
Arthur White zoo eensklaps te voorschijn kwam, schenen als
met een tooverslag de meningen te veranderen, welke de maat
schappij tot nu zich gevormd had over den handelsraad. Men
herinnerde zich terstond weder, welk een opzien het vele jaren
geleden baarde, toen na den dood van Ludwig Waldmann's
vader het bekend werd, dat het verbazend groote vermogen
met den handelsraad zou ten deel vallen, maar aan den ver
dwenen zoon uit zijn eerste huwelijk, welk laatste feit slechts
hij zeer enkelen bekend was. Als nu trots de uitgebreidste
nasporingen de erfgenaam niet was komen opdagen en het
®rfdeel dien tengevolge zonder meer werd toegekend aan zijn
jongeren stiefbroeder, had men des te spoediger deze geheele
geschiedenis vergeten, daar Ludwig Waldmann juist om dezen
hjd een vorstelijke en gastvrije huishouding er op na ging
houden, terwijl een ieder gaarne zijn deel van al die partijen
*ilde hebben.
Maar nu was de verdwenen broeder voor den dag gekomen.
elke veranderingen van diep ingrijpenden aard zouden er nu
het gevolg van zijn P Dat was de gewichtigste vraag, die jong
eii oud bezig hield. Eensklaps wilden zekere lieden, die anders
ffiet hun oordeel over den handelsraad uiterst voorzichtig wa-
ren, weten, dat hij zijn stiefbroeder weinig of zelfs niets van
erfenis zou kunnen terug geven. W ellicht bestond nog het
vooruitzicht, het oude eerwaardige handelshuis te redden meen
den weder anderen, maar de onverwachte komst van den wer-
helijken erfgenaam wierp alle berekeningen omver en de hoog
Aanzienlijke firma stond aan den vooravond van een evenzeer
Ongehoord als schandelijk bankroet. Uit alle hoeken der zalen
eQ woonkamers, waarin de babbelzieke menschen gewoon waren
rfch op te houden, ging er een kreet van verbazing op en ge-
hjk de ratten, die het zinkende schip verlaten, trokken de krin-
die angstvallig letten op goeden toon" en „maatschappe-
ljhe verhouding", zoo goed zij het konden, zich terug van den
TToeger zoo opgehemelden handelsraad en diens gastvrij huis. W el
13 waar, men veronachtzaamde hem nog niet. De verontrus
tende geruchten over zijne maatschappelijke positie waren nog
alle dagbladen hadlen gewaagd, waarbij zelfs zijne Majes
teit gast had willen zijn, waar de heldendaden, eenmaal
door het voorgeslacht volbracht, weer ter sprake waren
gekomen, en menige dronk was toegewijd aan de kloeke
strijderstoen, in één woord, Alkmaar zijn driehonderd
jarig ontzet had gevierd, toen werd de zaal geopend, die
alles bevatte, wat de vereeniging had weten bijeen te ga
ren, en dat betrekking had op 't verleden der stad.
Of het den bezoeker voldoet? of hij niet ietwat teleur
gesteld heengaat na 't aanschouwen van al die naboot
singen van beroemde meesters, waar hij gehoopt had op
meer oorspronkelijkheid Of de carricaturen, op enkele
paneelen afgemaald, hem niet een glimlach afpersen
O, zekerAlles, wat de zaal achter het stadhuis bevat,
munt, bij lange na, niet uit door groote kunstwaarde, al
pronken daar enkele stukken waarvoor de kenner „geld
zou bieden," al zijn daar enkele boeken in de bibliotheek,
wier ouderdom en bewerking onze bewocdering wekken
al schitteren daar, gelijk kostbare kleinooden, een kerk
van Bosboom en een groep van Honthorst aan de wanden.
Maar wat ons 't meeste aantrekt 't Is de traditie,
welke zich vastknoopt aan die voorwerpen van zoo hoo-
gen ouderdomde traditie, die in eene kleine plaats altijd
lchter bewaard is geworden dan in eene van grooteren
omvang't zijn de gepeinzen, die wij hechten aan die
oudheden, omdat zij óns, als 'tware, van bekende, be
vriende dooden sprekenmijmeringen, als die wij gevoe
len bij 't aanschouwen van 't een of ander familiestuk.
En, in trouweschoon daar geslachten bij geslachten
zijn geboren en begraven, sinds Alkmaar zijne dagen van
strijd doorworsteldeschoon de eeuwen voorbijgingen en
te jong en te onbestemd, dan dat men het reeds openlijk kon
wagen, te breken met den nog altijd zeer machtigen man. Daar
bij was het ook veel te belangwekkend, zich te bewegen in een
huis, dat in zeker opzicht geleek op een vulkaan en ieder
oogenblik kon instorten; men luisterde hier en daar, vroeg of
raadde het overige.
De groothandelaren der stad, de concurrenten en benijders
van Ludwig Waldmann, hadden spoedig de zekerheid verkregen
dat zijn stiefbroeder de eenige bezitter en eigenaar van
een groot Amerikaansch handelsbuis in pelswerk en zelve een
verbazend rijk man was. Daardoor won de Amerikaan nog meer
aan belangrijkheid. Men begon met hem voor een hoogste
innemende verschijning te houdentoen ten overvloede nog
bekend werd, dat hij een kinderlooze weduwnaar was, geloofden
verscheidene moeders van huwbare dochters, hem nog voor een
man in de allerbeste jaren te moeten houden, die ongetwijfeld
een gelijk gezinde meisjesziel gelukkig moest maken.
Daar, terwijl men nog zich over den te wachten val van
den handelsraad verkneuterde en voor hem den neus begon op
te halen en allerlei aardigheden uitkraamde over de verloving
van de voor trots en gevoelloos uitgekreten Eugenie met den
verarmden, grafelijken luitenant, toen ontvingen al die
snuggere luidjes een stortblad in de nieuwstijding, dat de zoo
belangwekkende, steenrijke stiefbroeder van den handelsraad
zich verloofd had met diens dochter.
De waardige dames, die reeds in hare kansberekening over
de toekomst harer dochters den Amerikaan als aangewezen
factor hadden voorgesteld, riepen wraak over de ongevoelige, ge-
slepene coquette, die trouweloos haren verloofde verraden en
het argelooze hart van den Amerikaan veroverd had. De man
nen daarentegen, die invloed bezaten op de beurs en ook bij
andere gelegenheden menig gewichtig woord medespraken,
beoordeelden de zaak van een praetisch standpunt en trachtten
voor zich zeiven zooveel mogelijk partij te trekken van de nu
zoo gunstige verhouding van het huis W aldmann.
Het slimste gedroeg zich de consul Lindenschmidt, die tot
heden als de rijkste man na den handelsraad had gegolden.
„Kijk, kijk, die Waldmann is toch een slimme vos," zeide de
waardige heer, terwijl hij glimlachend de handen wreef. „-Vu,
als de zaak zulk een wending heeft genomen, ware het misschien
toch beter, in goede verstandhouding te leven met den opnieuw
machtig geworden concurrent Hij voegde dan ook de
daad bij het woord, zette zijn hoed op en reed regelrecht naar
het paleis van den handelsraad Waldmann.
Deze was niet weinig verbaasd over het bezoek van zijn
concurrent, die hem nog slechts weinige weken geleden zulk
eene onbeleefde weigering had gegeven: maar Waldmann's ver
bazing groeide nog aan, toen de consul Lindenschmidt met het
onschuldigste, trouwhartigste lachje verklaarde, dat er bij de
laatste soiree een groot misverstand had plaats gehad, dat dit
hem dag noch nacht met rust had gelaten en dat hij nu den
handelsraad al zijn hulp kwam aanbieden, voor mogelijke oogen-
blikkelijke verlegenheden.
Het onderhoud der beide heeren, vrij koel aangevangen, werd
DIMT.
dal
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
de bakermat verplaatsten der meeste famipn, hoevelen
zijn daar nog niet onder ons, die afstammen van de man-
hafte burgers der naburige staddie nog in hunne poe-
saka's kunnen wijzen op eene familieverwantschap met
de helden van Alkmaar? En, zonder dat zelfs, hoevelen
zijn er niet onder ons, die belangstellen in een verleden,
dat zoovele luisterrijke bladzijden bevat
Ook mij was het te moede, toen ik de gedenkteekenen
aanschouwde van Alkmaars voortijd, zooals het den mid-
deleeuwschen ridder moet geweest zijn, als hij de zalen
doorwandelde, waarin de geharnaste voorvaderen, als te
voorschijn tredende uit hunne lijsten, hem van hun moed,
volharding en glorie getuigden. En ik vatte het voorne
men op, wat ik wist en nog zou trachten te weten, aan
de Lezers der Schager Courant mede te deelen.
Zoo mijne fantasie de waarheid soms vooruitsnelt of
wijzigt vergeef het me't valt soms zoo moeilijk,
haar gelijk te blijven, waar de annalen niet overal even
duidelijk zijn, en de verbeelding zich zoo gaarne waagt
in een net, dat zij zelve spon om een of ander belang
wekkend beeld
De Garenmarkt
Angstig denkbeeld voor de jeugd indertijd, voor de meer
gevorderde jeugd althans
En, och, vergeef het haar
De knaap, op den leeftijd, dat hij tot man rijpt, haakt
zoo oneindig veel meer naar de vrije natuur, die hem el-
ken dag, elk uur nieuwe wonderen vertoont, dan naar de
doffe lokalen, waar de dwang van zijn stand hem gevan
gen houdt, maar waar hij, dartel als hij is, zich noode
nu op eens zeer hartelijk. De handelsraad liet door zijn be
diende fijnen, ouden portwijn brengen, de heereu staken een
heerlijke regalia aan, en spraken toen zoo schertsend en lachend
met elkander, dat een oningewijd toeschouwer zou hebben ge
dacht, dat ze elkander grappige anecdoten mededeelden, terwijl
zij inderdaad met elkander speelden in finantieele onderne
mingen, waarbij honderdduizenden te pas kwamen.
Daarop reed de consul Lindenschmidt oogenschijnlijk zeer
bevredigd naar huis en de uitdrukking van zijn gelaat verried,
dat hij zich zeiven voor een sluwen vos hield, terwijl Ludwig
Waldmann plotseling weder met vrijen, ongedwongen blik de
toekomst tegemoet zag.
Hij was evenwel zelve veel te praetisch, om zich ook maar
een oogenblik omtrent de ware drijfveer voor de handelwijze
van den consul te misleiden, doch dat deed niets ter zake,
al mocht Lindenschmidt hem alleen zijn hulp hebben aange-
geboden, omdat hij daardoor meende zijne eigene belangen het
meeste te dienen, in ieder geval hielp hij hem. Nu kon mis
schien alles weder goed worden en de zorgen begonnen dan
ook reeds te verminderen. Nu kon hij door eenige winstge
vende speculatiën, die, ondersteund door de uitgebreidste maat
regelen, tot een goede uitkomst moesten voeren, zijn vermogen
en daardoor zijn aanzien terug winnen. Beiden zouden hem
onbetwist behooren, want de voornaamste erfgenaam stelde zich
tevreden met de hand zijner dochter Eugenie.
Terwijl in de borst van den handelsraad de hoop herleef
de, baadde ook zijn stiefbroeder Arthur White oogenschijnlijk
zich in een zee van geluk. Hij ontving in den laatsten tijd
herhaaldelijk brieven uit Chicago, die de „onhandige' procura
tiehouder nog altijd adresseerde aan Ham- M hite. Dan sloot
hij zich telken male in zijn kamer op, om die brieven te be
antwoorden. M ie hem had kunnen zieu, zou zich er over ver
baasd hebben, hoe nauwkeurig de Amerikaan te werk ging bij
het beantwoorden der brieven. Eerst nam hij de cassette, waar
van hij in het hotel de kroonprins de sleutel miste, en legde
den inhoud er van op tafel uit. Enkele papieren legde hij dan
naast zich en begon te schrijven. Van tijd tot tijd vergeleek
hij zijn schrift met dat der documenten; liet was, alsof hem er
bijzonder veel aan gelegen lag, de gelijkenis zoo sprekend mo
gelijk te maken. Dikwijls schudde hij mismoedig het hoofd en
begon dan onverdroten opnieuw, tot de brief eindelijk tot zijn
tevredenheid was uit gevallen. Daarna verzegelde hij hem zorg
vuldig en bracht hem persoonlijk op de post, niet zonder voor
af den inhoud der cassette zorgvuldig weder weggesloten en de
cassette zelve in een zijner koffers weggeborgen te hebben.
Wie nir. White over den schouder had gezien, wanneer hij
zulk een brief in de bus stak, zou zich er over verwonderd
hebben, dat de Amerikaan in zijn vaderland nog een naamge
noot had en aan dezen schreef, want het adres luidde onver
anderlijk.
Mr. Arthur White,
S. F. Ham W hite en Consorten.
Chicago.