ÏTog iets over St. Nicolaas.
't Feest is alweêr achter den rug. Al de geschenken zijn
gegeven en ontvangen en menigeen zal, niettegenstaande
de toenemende concurrentie nog goede zaken gemaakt
hebben, 't Is nog wel eens aardig, om na zoon'n feest dien
aangaande 'teen en ander te vernemen. Onder de ingeko-
tnene brieven was er weer een uit Abelsberg, en even
als de vorigen, wil ik ook dezen mededeelen, als hebbende
betrekking op 't Nicolaasfeest. In zijn oorspronkelijken stijl
laat ik dien volgen.
Onze oude schoolmeester is een echte man voor de re
volutie. Zoo als de wereld nu is, bevalt ze hem niet, en
zooals hij ze gaarne zou willen hebben, was ze niet en
werd ze niet. Daardoor was hij gewoonlijk knorrig en ge
melijk. Tegen de schoolkinderen had hij niets, die beschouwde
hij alleen als de onvruchtbare akker, waarop zijn karig
stukje brood groeide. In 't zweet zijns aangezichts bewerkte
hij de voren der reien schoolbanken met de spade in den
vorm van een liniaal, roeide onkruid uit en zaaide tarwe,
maar meestal bleken het looze korrels te zijn, die geen
kiemkracht hadden,
En hoe maakte hij 't met de ouders Wanneer ze aan
meester mooi brood zonden, dan had hij liever worsten,
en Inreeg hij worst, dan had hij liever ham. De geestelijke
beviel hem ook al niet, vooral niet, wanneer hij predikte
over de deugden van zachtmoedigheid en tevredenheid en
daarbij voorbeelden aanhaalde en dan niet keek naar het
koor, waar de schoolmeester gewoonlijk zat. Den burge
meester kon hij niet zien noch luchten, want diens kinde
ren gingen bij hem niet school. Wel neenmijnheer had
een huisonderwijzer genomen. Voor eerst was dat voor
hem eene belediging en ten anderen ging hij uit van de
meening, dat niet de burgemeester, maar de gemeente den
huisonderwijzer betaalde. Zoo beweerde hij ten minste.
Maar 't allermeest was hij gebeten op den ambachts
heer, die 's winters in de residentie woonde, maar den
zomer te Abelsberg doorbracht. Er kon geene feestelijkheid
zijn, of die man beschouwde zich als eene godheid. Dan
was hij natuurlijk als ambachtsheer nommer één en dan
regende het bloemruikers en dan trok het volk in optocht
naar 't huis van den algemeen gevierden man. En dan was
er nog iets. Had er bij den ambachtsheer een diner plaats,
dan werden de burgemeester en de geestelijke heeren wel
uitgenoodigd, maar hem, den onaanzienlijken schoolmeester,
liet men stilletjes thuis. Dat noemde hij een schande. Was
hij niet de man, aan wien de ontwikkeling van 'tjeudig,
opkomend geslacht was toevertrouwd? Moest men hem
dan ook niet eeren Moest men hem thuislaten, omdat
zijn rok wellicht wat versleten was Maar wacht slechts
een poosje! Daar zullen spoedig andere tijden aanbreken!
Dan zullen die voorname heeren van hunne hooge zetels
afgeworpen worden.
Zoo redeneerde onze verbolgen schoolmeesteren daarom
heb ik hem in den eersten regel van mijnen brief genoemd
een man voor de revolutie, zoo'n oproerkraaier, die uit
puren nijd en wangunst zoo gaarne de oproervaan zou
gaan planten en de geheele wereld omkeeren
Nu komt evenwel 't voornaamste. In Abelsberg is 't
eene aloude gewoonte, om 't St. Nicolaasfeest bijzonder
luisterrijk te vieren. Dan is er feest in de voornaamste
herbergen, maar ook dan geeft de Ambachtsheer een zeer
groot feest, op 't welk de meeste notabelen worden uitge
noodigd. Op dien dag was namelijk de heer van Abelsberg
jarig en dan had hij de gewoonte om de residentie te ver
laten met al hare heerlijkheid en glans en luister en de
reis te ondernemen naar 't eenvoudige stadje, waar hij op
de handen werd gedragen. Dat was me dan ook een ware
feestdag, en wanneer men daar nog bijvoegt de gewone
drukte, aan zoo'n avond eigen, d3n kan men zich eeniger-
mate een voorstelling maken van 't geen er al zoo voor
viel. Groot waren dan ook de toebereidselen.
Een paar dagen vóór 't gewichtige feest had de school
meester 's middags vrij en daarom wilde hij dien tijd zoo
nuttig mogelijk besteden. Hij ging naar 't vertrek, dat nij
gewoon was, zijn studeervertrek te noemen, al was het
zeer zuinig met boeken gemeubileerd. Daar hing zijn vriend,
de viool, aan den wand. Zijn vriend? Ja, waarlijk zijn vriend.
Niet alleen werd menige booze bui met gunstig gevolg ver
dreven, wanneer de strijkstok maar eerst eenige malen over
de snaren had gestreken en hij aan 't speeltuig toonen ont
lokte, die in zijne ooren klonken als hemelsche muziek,
hoewel sommige benijdcrs ze tamelijk valsch vonden, maar
er was nog eene andere, veel gewichtiger reden, waarom
de viool hem zoo nauw aan 't hart lag. Weet dan, dat de
goede schoolmeester door middel van dit instrument zijn
karig inkomen vermeerderde, want wanneer er in Abelsberg
groote jaarmarkt of eenige andere bizondere feestelijkheid
was, dan ging de goede man in eene herberg, waar hij zeer
goed bekend was, voor de danslustige spelen. Dan had hij
dien avond niet alleen vrije vertering, maar verdiende daar
enboven voor zijn doen nog een vrij aardig stuivertje.
Hij begaf zich dan op dien middag naar de bewuste stu
deerkamer en nadat hij zijn jas had uitgetrokken, om 't
zich wat gemakkelijker te maten, nam hij zijn viool van
den wanden bekeek die van alle kanten. Ja, de viool werd
oud, maar daar was ze niet slechter om. Integendeel, oude
violen brengen immers 't meeste geld opMaar een paar
nieuwe snaren moesten er op, dat kon niet anders. Er zou
dien avond nog al wat volk op de been zijn door het groo
te feest van den Ambachtsheer. Hij had al van verschil
lende kanten gehoord, dat het dit jaar al bizonder mooi
zou zijn. In den loop van den zomer was er uit een nabu
rige stad in Abelsberg een man komen wonen, die in de
plaats zijner inwoning bankroet was gegaan en nu een ge
heel nieuw leven in een nieuwe zaak en in een nieuwe
stad zou beginnen. Die man had een winkel opgezet, waarin
letterlijk alles te koop was. Vooral muntte hij uit door eene
onbegrijpelijke menigte maskers, die voor 't groote feest
gretig werden gekocht- Verder verkocht hij de prachtigste
gekleurde ballons, die te bedenken waren en dat zou me een
illuminatie geven, zooals er nog nooit in Abelsberg was ge
weest. Uit de omliggende dorpen verwachtte men dus tal
van vreemdelingen.
Hij moest dus bizonder zijn best doen. Dat kon een goe
den avond worden! Voorzichtig werd de bril voor den dag
gehaald en de glazen afgeveegd en nu maakte hij zich ge
reed, om de nieuwe snaren er op te zetten.
Deutichem, Iv. tl. Velde IVIz.
liinnenlandsch Nieuws.
uitenlandsch Nieuws.
a. Missieve Ged. Staten, meldende goedkeuring begrooting
dienstjaar '88.
de mannelijke inwoners der gemeente, hoofden van gezinnen
of alleen' wonende personen zijnde, die van den inwonenden
eigenaar of eersten huurder van een woonhuis of afgezonderd
gedeelte van het woonhuis, waarvan de huurwaarde voor de
personeele belasting ten miuste op het bubbele gesteld is van
het laagste in deze gemeente voor den vollen aanslag vpreischte
bedrag, zijnde f 24 J gedurende 9 maanden voorafgaande aan
den 21en December a. s., een gedeelte in huur hebben ge
had en bewoond, waarvoor geen afzonderlijke aanslag in de per
soneele belasting geschiedt, maar waarvan de jaarlijksche huur
waarde, ongestofïeerd, in verhouding tot de belastbare huur
waarde van het woonhuis of afgezonderd gedeelte van het woonhuis
geschat, het voormelde bedrag van f 24.bereikt, daarvan onder
overlegging van de gevorderde bescheiden, vóór den 21en December
a. s. aangifte te doen.
Ten slotte wordt herinnerd, dat de man geacht wordt te be
talen den aanslag zijner vrouw in de grondbelasting, de vader
dien zijner minderjarige kinderen, wegens de goedeien, waarvan
hij het vruchtgenot heeft, en dat aanslagen in de grondbe
lasting wegens onverdeelde onroerende goederen, óók gelden
voor den mede-eigenaar, wiens naam niet bij den aanslag in
het kohier is vermeld, mits zijn aandeel in dien aanslag ten
minste f10.bedraagt.
De modellen voor de aangiften, bedoeld bij art. 1, letter
c en het 4e lid van art. 7 in verband met art. 1, let
ter b der wet, zijn kosteloos ter secretarie dezer gemeente
verkrijgbaar.
Schagen den 6en December 1887.
De Voorzitter voornoemd,
G. LANGENBERG.
De Burgemeester van Schagen, brengt, ter voorkoming van
bekeuringen, ter kennis der ingezetenen, dat de schoorsteenen,
voor zooverre die des zomers worden gestookt, volgens art.
160 van het politiereglement dezer gemeente, ten minste twee
malen 's jaars, in Maart en December moeten worden geveegd
en schoon gemaakt.
Schagen, 6 December 1887.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
Slot volgt.
Schagen 6 December 1887.
De Sint-Nicolaasdag ia ook in onze plaats een feestdag, voor
het jonge volkje zeker een der belangrijksten en dat niet het al
lerminst voor die Kinderen, welke onze Departementale Be
waarschool en den daaraan verbonden cursus voor handwerken
bezoeken. Immers op dezen dag worden die Kindereu in het
schoollokaal onthaald op allerlei geschenken en wordt voor hen
deze dag geheel tot eenen feestdag gecreëerd. Zij, die met ons
meermalen in de gelegenheid zijn geweest dit Kinderfeest bij te
wonen, zullen het met ons eens zijn, dat zulk een dag voor
die Kinderen een aangename, recht prettige dag moet zijn.
Daar komen ze aan, met klokke negen, die in Zondagsche
kleeding getooide kinderen, in den leeftijd van 2 tot ruim 5
jaar. Hoe netjes zien ze er uit, hoe frisch zijn hun gelaat en
handjes, hoe schitteren hunne oogen van blijde verwachting,
wantstraks wacht hun iD school oiuhaal op koek en choco
lade, spel en vermaak, en wat hier niet het minste meedoet
St.-Nicolaas zelf zal hen in school opzoeken en zijne geschen
ken geven. Bij groepjes komen ze in het schoolvertrek en ne
men zij plaats op de banken. Hunne Juffrouwen", de dames
Verneij, wachten hen daar reeds op en weldra komt ook de di
rectie der Bewaarschool hun een bezoek brengen.
Een vijftal der lieve kleinen verwelkomen beurtelings de
directie met het opzeggen van een toepasselijk versje, van wel
ke taak de kinderen zich uitstekend kwijten en daarbij door
hunne nu eens guitige, dan weder beschroomde houding de be
langstellende gasten een gullen lach ontlokten.
Het begin is gemaakt en „pierre qui roule, qui masse"
het kinderhart is ongedwongen en geeft zich weldra geheel en
al over aan de vreugde, die het wacht.
Er worden nu eenige liederen gezongen en dat eenvou
dig kindergezang, ongekunsteld en toch regelmatig, heeft iets
eigenaardigs bekoorlijks. Allerlei stemgeluidjes doen zich hooren,
de een zingt als in een wedstrijd met zijn buurman en toch
het is een geheel, dat aangenaam stemt.
Nu treden vijf meisjes uit den kring en bieden de dames
regentessen keurig net van fröbel papier vervaardigde werk-
taschjes aan. Dat is voor dit vijftal, die dit mogen doen, eene
eer, eene onderscheiding.
Ónder leiding der dames Verneij voeren de kinderen nu hun
ne gezelschapsspelen uit, als een vlaggenmarsch, ambachtsspel
Eikenkransspe), Haasjesspel enz.
Daar treedt St.-Nicolaas het schoollokaal binnen. De klein
tjes zien hem met nieuwsgierigheid aan, deze spreekt hen vrien
delijk toe en strooit een groole hoeveelheid pepernoten uit on
der de kleinen, die met de koddigste sprongen er naar grab
belen. Daar zijn er die heel wat veroverd hebben, maar ook
zagen wij er eene o. a. die minder gelukkig was. Ze grabbel
de wel mede, maarze durfde niet al te bast, ze was wat
te voorzichtig. „Kijk, hoe'n massa ik er heben jij?
Niets bier dan en de vluggere deelde met hare speel-
genoote.
Het leven van dat jonge volkje heeft zulke aardige voorbeel
den, die hoe onbeduidend oogenschijnlijk ook, voor ons ouderen,
toe h nog wel iets geven te denken
Nog een paar versjes opgezegd en nu toont de directie, dat
ook zij wat heeft weggelegd voor de kleinen de uit-
deeling der geschenken heeft plaats de handjes worden
begeerig uitgestrekt en een blijd gezicht is het loon der geef
sters. Vergenoegd en weltevreden gaan nu de kleinen weder
huiswaarts en laten, thuis gekomen, aan vader en moeder, broe
ders en zusters, hunne geschenkeu zien
Een dergelijk feest wacht daarna s'avonds de kinderen, die den
cursus voor handwerken bijwonen. Dezen zijn wat ouder van
jaren, hunne spelen en vermaken zijn dus daarnaar gewijzigd.
Maar al zijn ze ook wat ouder en gelooven ze ook niet meer
aan zoo'n vreemden St. Nieolaas, toch, als St. Nicolaas ook
haar bezoekt, kijken ze hem vol verwachting aan en niet minder
gretig grabbelen zij naar de onder haar gestrooide pepernoten.
Een paar aardige, kinderlijke voordrachten of samenspraken
brengen een aangename afwisseling in hare spelen, en toen ten slotte
nog „de looverlantaarn" werd vertoond, was het duidelijk aan haar
gelaal te zien, dat zij het „erg mooi" vonden.
Werkelijk, de bestuurders, dames en heeren, der Bewaar
school, alsmede de directrice en hare assistente, de dames Ver-
nij, verdienen ruimschoots den dank voor al het goede en
aangename, dat zij door dit feest wederom het Jonge Volkje
schonken.
Aan de dames Vernij een woord van waardeering voor de
taktvolle wijze, waarop zij de kleinen verzorgen en hunne op
voeding behartigen. De bewijzen daarvan lagen duidelijk in de
wijze waarop de kleine zongen en speelden en met elkander
omgingen. De gulden regel der opvoedkunde „spelende leeren/'
wordt door haar met veel succes in praktijk gebracht.
De rederijkerskamer» Onderlinge Oefening" te Sint-Maarten
gaf, Zondag 4 Dec. 1.1. bare eerste wintervoorstelling.
Het programma omvatte de stukken De Dochters van Ha-
seman", tooneelspel in vier bedrijven, van Adolf 1'Arronge en,
„Pakketten voor Dames", dramatische grap in twee bedrijven
door Justus van Maurikdr.
Een talrijke opkomst, zoowel vaa bezoekers uit andere ge
meenten als van Sint-Maarten, woonde de voorstelling bij.
Meende de directie de aangekondigde stukken in omgekeerde
orde te moeten opvoeren, waarvan zij het publiek kennis gaf,
de verwachting door het uitgebreid programma opgewekt, werd
door het spel op uitstekende wijze bevredigd.
Aantrekkelijk was het tafereeltje, dat door Wopke Nienseraa,
Grietje zijne Vrouw en Tetske, hunne dochter werd afgespeeld.
De naieve tijpen daarin door Justus van Maurik geschetst, wer
den door den heer P. Blaauw en de dames G. Schermerhorn en
R. de Geus natuurlijk, zonder overdrijving en met juistheid
opgevat, weergegeven. Ook de andere medewerkende personen
brachten er toe bij, dat dit blijspel een zeer gunstig onthaal
ontving.
Niet minder bijval verwierf het tooneelspel van P Arronge
Anton Haseman, Bertha zijne vrouw, hunne dochters Rosa,
Emma en Erederika, Herman Kooiman en Eduard Klein waren
de hoofdpersonen en verdienen om de uitstekende wijze, waarop
zij werden vertolkt, 'nier niet onvermeld gelaten te worden.
Werkelijk moet worden erkend, dat de verdeeling der rollen
niet beter kon geweest zijn en dat ook zelfs de kleinste er van
geen afbreuk deed aan de zoo gelukkig geslaagde uitvoering van
't geheel.
Of er dan geene gebreken te ontdekken waren Voorzeker
de dramatuur en al wat daarmede in verband staat is een veld,
welks grenzen onbereikbaar zijn en wel het allerminst door ka
mers ten platten lande, maar ze worden gaarne over 't hoofd
gezien, als de krachten zoo goed besteed worden, als dien avond
't geval was. Eere toch, wie eere toekomt!
Zondagmorgen begaf de heer Kroon en zijn huisgezin,
wonende in de Zijpe, bij de Spoorbrug, zich naar de Kerk.
Gedurende hunne afwezigheid is in hunne woning inbraak ge
pleegd en zijn een paar gouden oorijzers met toebehooren ont
vreemd. De vermoedelijke dader zit reeds in voorarrest. Naar
wij vernemen moet bij een bloedverwant zijn van den heer Kroon,
en te Amsterdam wonen.
Zondagmorgen moet bedoeld heer met den trein van half
negeu te Schagen zijn aangekomen, en vandaar langs den
Spoorweg te voet ziju tocht hebben voortgezet, tot aan den
overweg, welke naar de woning van den heer Kroon voerde.
Daar gekomen moet hij met een slijpplank een ruit verbrijzeld
en zich daarbij verwond hebben, tenminste bij de deur lag
bloed. Door de stukgeslagen ruit opende hij van binnen de
deur. Het in huis aanwezige hondje heeft hij naar alle waar
schijnlijkheid stil gehouden, door het een stuk gebraden vleesch
en eenig taaitaai toe te werpen. Hij heeft de beide kabinetten
doorgesnuffeld en goud en sieraden medegenomen, doch de
papieren spaarpot met f 350 liet sinjeur bij vergissing liggen.
Nog vernemen wij dat de politie ook den aanrander uit
den Anna Paulowna Polder heeft gevat. Het moet een
koedrijver van Callantsoog zijn.
Sadi Carnot is gekozen tot president der Fransche RepU'
bliek.
De nieuwe president heeft Zaterdagavond te 9 ure zijn in
trede gedaan in het Elysee. Na de officieele installatie hebben
de ministers overeenkomstig het gebruik, hun ontslag ingediend.
Den geheelen avond heerschte er eene groote opgewektheid-
Op verschillende plaatsen waren illuminatiën aangebracht. Een
talrijke menigte begaf zich naar het Elysee om Sadi Carnot
geluk te wenschen, die daarvoor zijn dank betuigde.
erslag der vergadering van den Raad der Gemeente
Schagen, gehouden op Woensdag, 7 December
1887, des morgens ten 10 ure.
Alle leden waren aanwezig.
Na opening der vergadering, voorlezing en goedkeuring der
notulen.
Daarop werd mededeeling gedaan der volgende ingekomen
stukken