AlpiGGl WiCOffS-
Zondag, T Januari 1883.
31ste Jaargang. Ho. 2155
TOCH V E R L O R f. N.
Gemeente Schagen.
Bekend m aki n g.
RAMT.
Mn
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater-
ggavond. Bij inzending toto's middags 12 ure, worden ADVEB-
'EKTTÊN in"het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STEKKEN één dag vroeger.
Uitgever: J. WINKEL.
w
Rnreau: M HHiKX, taan, I>, 5.
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nrimmers 5 Cents.
ADVER.TENTIËN van 1 tot 5 regels f0.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen doen te
jeten
I. Dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering
•an den 16en November 1887, is genomen het volgende be-
luit
De Raad der gemeente Schagen;
1 „Heeft besloten tot de vaststelling dor navolgende belasting-
verordening
„VERORDENING tot heffing eener plaatselijke belas
ting op het houden van danspartijen.
Art. 1.
„Er zal, ie rekenen van den dag der afkondiging dezer ver
ordening in de gemeente eene plaatselijko belasting worden
„geheven op het geven of ondernemen van danspartijen in
„logementen, koffie- of wijnhuizen, tapperijen, openbare tuinen
„of velden en andere plaatsen welke tot vermaak voor het
„publiek en gewinshalvo, hetzij tegen of zonder betaling van
„entreegeld, of met of zonder voorafgaande inteekening zijn
„toegankelijk gesteld.
„Als zoodanige localiteiten worden, wat betreft dezo belas
ting, ook beschouwd, de plaatsen waar, onder het voorgeven
„dat er eene dansschool wordt gehouden, aan iedereen gelegen
heid tot dansen wordt gegeven.
Art. 2
„De belasting zal verschuldigd zijn, onverschillig of de dans
partijen al d .n niet voor iedereen toegankelijk zijn, en of zij
„worden ondernomen of gegeven door de eigenaars ol huurders
„van die localen of plaatsen, of door bijzondere personen of
„vereenigingen.
Roman van Gr. R E C K E.
XIV.
Saline zag den Amerikaan met bliksemende oogen aan. „Hoe
e en armen ,John Muddie' gaat, zult gij toch zelve wel
este weten r" vroeg zij met zonderlingen nadruk, zoodat
- merikaan, trots zijne driestheid, voor een oogenblik de
°°gen neersloeg.
jP* een belachelijke vraag// zeide hij toen, terwijl hij
ac ïg met de linkerhand in zijn baard woelde. „Maar
'QJ"o, ..Ie, om zaken ik ik zou zekeren mijnheer
otojrhagen willen spreken hij moet in dit huis wo-
De ontsteltenis van het jonge meisje werd nu nog grooter.
ooo heet mijn vader
l)'1 'rab'uw vader/'riep de Amerikaan en zette groote
n at 18 zonderling zeer zonderling.//
V 1 een vader heb?// vroeg Sabine onwillekeurig.
Jtrwar./'jrl'j 1Tj-^e,et ,n^et de Amerikaan nog altijd
och daai- A haalde zijn zakdoek voor den dag en wreef
over het voorhoofd, ofschoon er geen enkele
•preken P' °P te.?len was* »IS uw vader te huis, kan ik hem
TbL vvrfg,. hiJna eeu
Hij ligtziek te bed"164 °nruStigen' d°ordringenden blik aan.
r>^LLTwPbeletSe>",antr°Ordd0 Arthur White met eene
ern te sp8reken 'g g hand' 'er is mij veel aan gelegen, om
e in dit ooeenhKt' ^etee^ent dat gekijf daar schreeuw -
Sabine oSu ^en basstem van uit de kamer.
*n heer, dm u S1)7 een weinig de deur. „Er is
„Mij m~vJ7P ke? m]> vader'' zeide zij.
an moet hij maar h ^.arscl1- bescheid »Voor den duivel,
Arthur Wh bmnen zeilen
e kamer binnenoor 7 lon8e meisje ter zijde geduwd en was
dk een man van en, ,ek naar het ledikant, in het-
-rstond een bekcrlp6*01! 6" }eeftÜd lag> in wien de lezer
'°k op de tafel nedTr Zlenj Arthur White legde hoed en
-Gij zult wel zon en vendde zich nu tot het jonge meisje,
heen te laten Z1,'n' een 00geublik met uw vader
°gen aang^tamd-b'p- '."tusscben zijn bezoeker met verglaasde
e- wegkomt l. mkt,e nu zijn dochter toe. „Maak dat
rijnvoer mij .7$; aar b,or»'g toe. „Haal een fleseh bran-
ïerbij wees hij naar een klein kastje aan
Art. 3.
„De plaatselijke belasting, voor iedere danspartij verschuldigd,
„bedraagt zes gulden.
Art. 4.
„De belasting zal niet verschuldigd zijn
le. „Wanneer, bij gelegenheid der algemeene kermis, of
„van andore feestelijkheden in de gemeente, door den Burge
meester algemeene vergunning tot het geven of ondernemen
„van danspartijen wordt verleend
2e. „Door de ondernemers van danspartijen, op de ge
huchten in de gemeente, tijdens de aldaar jaarlijks gohouden
„wordende afzonderlijke kermissen.
3e. „Wanneer in de bij art. 1. bedoelde localen enzoo-
„voort, door particulieren besloten danspartijen aan bijzondere
„genoodigden worden gegeven.
Welk besluit is goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den
13en December 1887. No. 21.
II. Dat door dien Raad, in zijne vergadering van den zelfden
datum, is vastgesteld de volgende verordening tot invordering
„Do Raad der gemeente Schagen;
„Gelet op zijn besluit van heden, tot heffing eener plaatse
lijke belasting op het ondernemen of geven van danspartijen;
„Gezien art. 257 der Wet van 29 Juni 1851, (Staats-
„b 1 a d No. 85.)
„Besluit vasttestelleu de navolgende Verordening tot
„invordering van voorschreven belasting.
Art. 1.
„Zij die eene danspartij wenschen te geven of te ondernemen,
„zijn verplicht daarvan aangifte te doen aan den Burgemeester,
„volgens eeu door Burgemeester en Wethouders vasttestellen
„formulier, -kostelee:-»er secretarie verkrijgbaar.
Art. 2.
„De aangifte moet geschieden uiterlijk op den dag, vooraf
gaande aan dien, waarop de danspartij zal plaats hebben. Heeft
„de partij echter des Maandags plaats, dan zal de aangifte
„uiterlijk Zaterdags te voren moeten geschieden.
den muur, waarop eenige flesschen stonden.
Sabine keek hem verschrikt aan. „Vader, gij weet, de
doctor heeft u alle spiritualiën verboden/' bracht zij bedeesd in
het midden.
„Had ik mijn voet maar niet gebroken en kon ik maar uit
mijn bed komen, brutaal ding bromde de zieke, „wilt gij
wel dadelijk maken, dat gij wegkomt geld zult gij wel
genoeg hebben, zoo niet..../' Hij wierp een sprekenden blik
op Arthur White, die reeds hulpvaardig zijn geldbeurs voor
den dag haalde.
Sabine verbleekte en stiet de vrijgevige hand van den Ame
rikaan onzacht terug. Zij nam zwijgend de flesch van het plank
je, sloeg een doek om haar hoofd en verliet toen snel de ka
mer. Onmiddellijk daarna zag de Amerikaan haar voorbij het
venster gaan.
„Zijn wij alleen en kan niemand ons beluisteren vroeg hij
den zieke.
Deze knikte driftig met het hoofd. „Wij zijn hier alleen,
gelijk een kerkmuis in den nacht," zeide hij met wilden lach.
„Nu, wat verschaft mij de eer duivels, ik dacht reeds,
dat gij mij nu al vergeten waart
De Amerikaan was het ledikant naderbij getreden en sloeg
den ander oplettend gade. „Ik geloof waarachtig, dat gij den
„zieken man speelt?" zeide hij toen. „Vier weken geleden waart
gij nog bij mij gisteren is de Atlantiea weder binnen-
geloopen en daarom meende ik u nu in uw woning te zullen
aantreffen."
„Haha, gij waart hang, dat ik u weder bij uw broeder aan
huis zou komen bezoeken, "bromde de zieke. „Nu, zulk een
voornaam heer als gij, kan ook geen zeehaas gebruiken
dat hebt gij toen immers duidelijk genoeg gezegd alle
duivels, mijnheer, in mijn toorn over u, heb ik me een roes
gedronken toen is mij dat vervloekte ongeluk overkomen."
„Mat is er dan met u gebeurd?" vroeg White oogenschijn-
lijk op deelnemenden toon.
„Mat zou er gebeurd zijn ik zal het u zeggen, mijn
heer, het is een wonder, dat de duivel mij al niet lang ge
haald heeft de schurk, die mij toen heeft overreden,
zal zwart worden Nu lig ik reeds vier weken met een
gebroken been in het gips, in dit vervloekte holen die
pleegzuster, Sabine, meet mij eiken droppel brandewijn lepels-
gewijze toe alsof dat een leven ware voor een eerlijken
kerel, die het water verafschuwt als, de pest."
De Amerikaan lachte even. „Nu, gij hebt uw geestigheid
Dog niet verloren," meende hij, „maar het is toch een ongeluk,
dat gij nu in bed ligt, man. Ik ben gekomen, omdat ik uw
geluk wil; gij hadt weder een aardig sommetje kunnen ver
dienen."
„Het is een kruisjammerde de zieke en wierp een heb-
zuchtigen blik op den Amerikaan. „Maar dat zal u niet be-
Art. 3:
„De aangifte, die door den aangever moet worden gedateerd en
„onderteekeod,moet inhouden: den naam, voornamen en woonplaats
„van den aangever, voluit geschreven, alsmede opgave van den
„tijd wanneer, benevens duidelijke vermolding van het gebouw of
„de tent waarin of van de plaats wadr de danspartij zal worden
„gehouden.
Art. 4.
„Dadelijk nadat de aangifte is geschied, is het geheele bedrag
„der belasting verschuldigd.
Art. 5.
„De Burgemeester teekent de aangifte voor gezien, met ver
gelding van het bedrag der verschuldigde belasting, houdt
„daarvan aanteekening in een register, en zendt dezelve ten
„spoedigste aan den Gemeente-ontvanger ter invordering.
Art. 6.
„De invordering geschiedt volgens de a r 11. 258 tot 262,
„der Wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad No. 85.)
Art, 7.
„De danspartijen zullen geen aanvang mogen nemen voor de
„belasting is betaald.
Art. 8.
„De gevers of ondernemers van danspartijen, zijn verplicht,
„de kwitantiën der betaalde belasting, op de eerste aanvrage
„te vertoonen, aan den met het toezicht deswege te belasten
„plaatselijkon Ambtenaarvan elke weigering, ontduiking of
„overtreding, wordt proces-verbaal opgemaakt en ter vervolging
„ingezonden.
Welke verordening met het besluit tot heffing aan Gedepu
teerde Staten ingezonden, in het genoemd besluit des Konings
is aangehaald, overeenkomstig art. 235 der Gemeentewet.
En is hiervan alkondiging geschied, waar het behoort, den
30en December 1887.
Burgemeester en M'ethouders voornoemd,
G. LANGENBERG, Burgemeester.
DENIJS, Secretaris.
letten, uw goed hart te toonen ik heb bovendien nog
iets van u te goed van de laatste keer."
De Amerikaan nam uit zijn geldbeurs eenige goudstukken
en overhandigde die den ander. „Gij zijt een slokop,voegde
hij er op bitsen toon aan toe. „Ik dacht, dat gij u nu wel voor
betaald kondt rekenen temeer, omdat ge bewezen hebt een
treurige stumpert te zijn."
„Ik heb den kerel toch genoeg gegeven," bromde Claus Stör-
hageu. „Het was een zwaar werk, mijnheerik heb hem
wel naar de andere wereld willen helpen; wat kan ik er voor
zijn, dat de zotskop zulk een verduiveld dikken schedel heeft."
De Amerikaan stond driftig op. „Nu, er is niets met u te
beginnen, zooals ik zie," meende hij en greep naar hoed en
stok, „ik moet zien, dat ik ergens anders huip vindik
wensch u beterschap, man."
„Ja, daar zal niet veel van komen!" bromde Störrhagenen
wierp zich knorrig in het kussen. „De liefdezuster, Sabine, en de
doctor zette benauwde gezichten het is mij zoo flauw in
de maag, dat ik waarlijk vroom zou kunnen worden, wanneer
ik maar niet zooveel op mijn kerfstok hadmaar wilt gij
al weder weg, mijnheer
Arthur M'hite haalde de schouders op. „Nu ja, ik ben toch
te vergeefs gekomen," antwoordde hij, „maar nu is het tusschen
ons afgedaan ik heb mijn geld niet maar voor het weg
gooien en ik denk, dat gij mij nu voortaan met rust moest
laten."
Siörhagen stiet en vervaarlijken vloek uit. „Heb ik voor
u mijn zieleheil verspeeld, opdat gij mij een'ö££liop~ zöuüt
geven, gelijk een hond
De Amerikaan haalde minachtend de schouders op. Het was
zijne gewoonte niet, met iemand, dien hij tot zijne doeleinden
niet meer kon gebruiken, veel woorden te verspillen. „Hadt
gij uw werk goed gedaan, dan was het mij op een duizend of
wat minder of meer niet aangekomen nu blijft het bij
hetgeen ik zeide." Hij knikte den zieke toe en verliet toen
haastig de kamer, zonder naar de verwenschingen te luisteren,
welke Störrhagen hem nazond.
In het voorhuis ontmoette hij Sabine, die juist van hare
boodschap was teruggekeerd. „Gij hebt een brave vader
gij beleeft wel veel vreugde aan hem voegde hij haar sar
rend toe.
Het jonge meisje werd eerst vuurrood en daarna doodsbleek
in het gelaat. „Het is mijn kinderlijke plicht, den ouden man
bij te staan," zeide zij met edele waardigheid en daarop wendde
zij zich met verachting van den Amerikaan af en spoedde zich
naar de kamer, tot haren woest razenden vader, terwijl Arthur
White luidkeels lachte en snel het huis verliet.
Zijn gelaat nam een donkere, onheilspellende uitdrukking
aan, terwijl hij zich haastte, den onherbergzamen „Yettepoel"
te verlaten. Hij had blijkbaar met den bedlegerigen ouden