Binnenlandsch IWeitws 188 9. Huitvnlanilsch ieuws. een sneeuwbal op poene van dertig stuivers verboden was Natuurlijk zouden de hardrijderijen en wedstrijden ook be hoorlijk onder den duim gehouden zijn, als men ze in die dagen gekend had. Doch deze tak van ijssport is eerst in het laatste vieren deel der negentiende eeuw gaan bloeien. De laatste veertien dagen is zij hier weer druk beoefenddag aan dag prijs kampen van liefhebbers of beroepsrijders, internationaal en nationaal, om de eer of om geld. En welk een geestdrift! Ik hoop dat de hardrijderij ten vooraeele van behoeftige weduwen, die vandaag te Schagen gehouden wordt, (als zij namelijk doorgegaan is) ook zooveel animo mag onder vinden, dan zullen de beweldadigden er de tastbare bewij zen van te zien krijgen. Hier heeft men dezen keer het ijsvermaak niet dienstbaar gemaakt aan de liefdadig heid; jammer genoeg, want het zou vrij wat opgeleverd hebben. En indien er eene boete bestaan had, op het schaat senrijden na zonsondergang, hadden we van 't jaar geld genoeg bijeen gekregen, om om Ik zou bijna gezegd hebben om er een nieuwe Beurs van te bouwen, maar daar is nog geen gooien met de muts naar. In mijn vorige kroniek stipte ik reeds aan, hoe het met deze quaestie geschapen stond en dat men lang en breed gepraat had in den Raad, zonder tot een beslissing te kunnen komen. In dej.1. Woensdag gehouden zitting onzer vroede mannen, was de onsterflijke Beurs- quaestie dus op nieuw aan de orde en werden dan nu ook, door over te stemmen, wijl de stemmen in de vorige vergadering gestaakt waren, enkele besluiten dienaangaande genomen, die, hoe belangrijk ook, haar vooreerst nog geen stap nader tot een oplossing brengen. Het vraagstuk der Beurs komt daardoor toch in hetzelfde stadium, waarin het zich reeds 25 jaar geleden bevond. Met geringe meer derheid werd de prioiiteit verleend aan een voorstel, van drie leden, strekkende om in te trekken het raadsbesluit van 18 October 1882, voor zoover dit het Gedempte Damrak aan wijst voor den bouw van eene nieuwe Beurs. Dit voorstel werd nu aangenomen met 22 tegen 14 stemmen. Dientengevolge is de demping van het Damrak, de gedeeltelijke verandering van dien waterplas in een soort van Amsterdamsche Sahara, nu monnikenwerk geworden. En dat karreweit je heeft ons maar even het bagatel gekost van f 234,000, (zegge twee honderd vier en dertig duizend gulden Reeds is in allen ernst aangeraden, om nu plek dio maar weer te ontdem- pen. De stad zou er door verfraaid worden, de beurtsche pen en havenbootjes hadden weer een goede ligplaats, en een Beurs komt ei denkelijk toch niet, zegt men. Hoe jammer dat men dit niet vroeger inzag. Dan had men niet nutteloos een kapitaal van bijna 2l/3 ton gouds ver morst. Er wordt in groote steden en in onze groote stad vooral, soms op zonderlinge manier huis gehouden: als een gewoon burgermensch zoo te werk ging, zou men hem onder curateele stellen. Summa Summarum: geen Beurs op het Damrak, onderzoek naar een goed Beursterrein, onderzoek naar een goed Beursplan. Dat is nu gisteren in den Raad beslist. Het is zooals ik zeideWe zijn nu weer precies even ver als voor vijf en twintig jaar. Onder ons gezegd en gebleven: ik geloof dat er over vijf en twintig jaar nog geen Beurs is. De zonderlinge „oplossing" der Beurs-quaestie heeft hier echter niet den indruk gemaakt dien men er van verwacht zou hebbeD, want - Amsterdam heeft het hoofd vol met de verkiezingsdrukte. Zelfs op het ijs werd hier en daar van gedachten gewisseld over de verrassingen, die ons a.s. Dinsdag of Woensdag eigenlijk te wachten staan. Ik verwacht hier een zeer groote opkomst, want het is met nieuwe kiezers als met nieuwe bezems: zij doen goed dienst. Wat den uitslag betreft, hierop is dezen keer al zeer weinig pijl te trekken. Over het geheel schijnt men nog al herstemming te wachten. Geduld is zulk een schoone zaak, enz., enz. 2 Maart 1888. G-ijsbreclit. De Hardrijderij, welke inmiddelu gehouden is, heeft aan' de verwach tingen ruimschoots yoldaan. Schagen 7 Maart '88 Bij de gisteren alhier gehouden stemming voor een Lid der Tweede Kamer zijn 319 stembiljetten ingeleverd. Het aan tal kiesgerechtigden bedroeg 340. Van de ontbrekende 21 waren minstens een twaalftal door ziekte verhinderd hunne plichten te vervullen. Loop der Rijks-Post—Spaarbank te Schagen en de daar onder behoorende hulpkantoren. Nieuwe boekjes Getal Bedrag. afgegeven. inlagen. Sint Maarten 2 79 1049.74. Schagerbrug 13 55 867.91. Barsingerhorn 3 100 482.29. Kolhorn 20 1120 6348.45. Dirkshorn 15 758 1222.07. Oudesluis 4 67 969.41. Wieringerwaard 't Zand 15 177 2116.83. 8 37 770 75. Schagen 135 3300 22810.47. 215 5693 36651.91. Schagen, 18 88. Januari 8 337 2285.15. Februari 8 226 2014.41. Te Barsingerhorn, waar het getal kiezers voor de Tweede Kamer 226 bedraagt, zijn bij de verkiezing op 6 Maart j.1. 211 stembiljetten ingekomen. Te Wieringerwaard hebben alle kiezers, 122 in getal, gestemd. Van de 100 kiesgerechtigden in de gemeente Sint Maar ten werd door 91 kiezers aan hunne verplichtingen voldaan. Behalve is de hierboven genoemde gemeenten was de op komst der heeren op de volgende plaatsen, aldusAlkmaar 1208 van de 1374, Oudorp 72 van de 78, Heiloo 201 van de 224, Bergen 152 van de 176, Schoorl 107 van de 146, Warmenhuizen 142 van de 155, Haringcarspel 199 vau de 212, Oude Niedorp 145 van de 162, Heer Hugowaard 279 van de 325, Broek op Langendijk en St. Pancres 223 van de 255, Koedijk 128 van de 133 en Otcrleek 82 vau de 92. In de volgende district n zijn opgek >men Alkmaar 4320 van de 4797, Beverwijk 3029 van de 3499, Deutichem 281 van de 297, Haarlem 2113 van de 2758, s' Hertogenbosch 1103 van de 1591, Kampen 936 van de 1001, Leiden 2134 van de 2361, Maastricht 1054 van de 1554, Middelburg 1252 van de 1413, Rotterdam 6112 van de 7093, Utrecht 3245 van de 3529, Venloo 281 van de 607, Zuffen 1175 van de 1314, Zwolle 1467 van de 1595. „Be Rustverstoorster" tooneelspel in vier bedrijven door R. Benedix was het programma, dat door de rederijkerskamer „Onderlinge Oefening* te St. Maarten, Zondagavond 4 Maart in de kolfbaan van den heer C. Kieft werd afgespeeld. In thema zeer veel overeenkomend met „De dochters van Hoseman" door Adolf 1'Arronge, waarmede de kamer zooveel succes mocht behalen, kon men verwachten dien avond eens weder volop van hare werkkrachten te genieten. Een grooter publiek dan gewoonlijk had zich dan ook in de zaal verzameld wellicht ook omdat O. O. met de opvoering van dit stnk hare wintervoordrachten sloot. Het familitafereel door Benedix geschetst, verloor te veel van zijne natuurlijkheid en waarheid, daar de geheele actie, in haar vele, soms zeer hartstochtelijken nuances, inden tijd van ander hal ven dag werd afgespeeld, waartoe, vooral met het oog op de uitkomsten, miustens een tijdsverloop van één of twee jaren zou zijn noodig geweest. Moed en volharding behooren er toe, rollen in te studeeren zooals „de Rustverstoorster" die aan de hand geeft, inzonder heid omdat sedert de laatste opvoering over zoo weing tijd te beschikken viel en zelfs eene der rollen door eene plaatsver vangster moest worden ingenomen. Toch werden alle flink afgespeeld. Aan natuurlijkheid, losheid van toon, duidelijkheid, en vrijheid van beweging ontbrak het niet. Gaarne brengen we deswege hulde aau Albert Loman, de Douariêre van Meer wijk, Hermina Witsen, Dora, Hendrik, en Cornelis Mulder. Mocht echter de kamer hesluiten 't opgevoerde nog eens weer geven, dat zij dan inzonderheid lette op een zuivere uitspraak van het daarin voorkomend fransch, 't sterk hoorbaar weglaten der letter n, waar deze de sluitletter van 't woord uitmaakt, vermijde, merkbaar bij Cornelis Mulder; niet ver- valle in 't plattelandsch dialect, bijv. kannen voor kunnen of zatten voor zullen enz. als geheel vreemd in een residentie, terwijl ook niet onvermeld mag blijven, 't overdreven hoofd schudden van Hermina in antwoord op de vragen haar door Hugo Meiberg gedaan. Ondanks deze opmerkingen, eenigermate te verschoonen wegens den korten studietijd, wenseben we der kamer geluk met 't succes ook door de opvoering van dit tooneelstuk be haald en waarmee zij het publiek een genotvollen en leerrijken avond heeft bezorgd. In de vergadering van den raad der gemeente Zijpe, Maandag, 5 Maart gehouden, werd besloten het Verslag der Plaatselijke School-commissie voor de leden ter inzage te leg gen. Tevens werd behandeld een adres van de heeren J. Bes, J. Gouwen, A. Leeuw, E. van Savoijen en J. Zwart, houdende verzoek, toestemming voor het rijden met hondenkarren in de gemeente Zijpe. De heer Nobel pleitte met warmte voor de inwilliging van dit verzoek, dat z i. alleszius rechtmatig was, daar naar zijne meening dit velen van groot voordeel in hunne zaken zou zijn. Bij stemming werd dit verzoek evenwel afgewezen. Vóór het verzoek stemden alleen de heeren Nobel, de Wit, Kaan en Zeeman. "Werd nog mededeeling gedaan van een schrijven der familie Hoek van Alkmaar, houdende kennisgeving van overlijden van den heer J. Hoek, vroeger Hoofd der School te Schagerbrug. Door den heer Nobel werd voorgesteld de verordening tot het vaststellen van den Hoofdelijken omslag te wijzigen, daar deze, gelijk ze thans is vastgesteld, ongelijkmatig werkt. Daarop ging de raad in comité, ter behandeling en vaststel ling van het Kohier van den Hoofdelijken omslag. Te Callantsoog is door den jachtopziener Bleijendaal ten tweede male een otter geschoten, van, iets minder zwaarte dan de vorige. Men schrijft uit Maastricht. De Israëlieten te Beek beleven sedert eenigen tijd harde dagen, die aan de Jodenvervolgingen in Rusland en Rumenië doen denken. Geen dag gaat er voor bij of deze ongelukkige landgenooten worden op allerhande wijze er aan herinnerd, dat zij Joden zijn. Nauwelijks vertoont een hunner zich op straat, of zij worden uitgejouwd en uitgescholden, terwijl des avonds zich troepen voor hunne woningen verzamelen en het die men- schen lastig maken. En dit alles geschiedt, omdat één hunner, geplaagd en uitgetergd, evenals de kapelaan te Hoensbroek, een onvoorzichtig schot heeft gelost, dat den burgemeester, die hij voor een der belhamels aanzag, gelukkig licht heeft getroffen. De te Beek gestationeerde maréchaussé's schijnen niet bij machte te zijn te Israëlieten te beschermen, maar worden zelf uitge jouwd. Klachten bij den officier vau justitie alhier, vinden ook al weinig gehoor, daar die ambtenaar de vervolgen naar de ma- rechaussé verwijst. Het is dan ook reeds zoover in het vrije Nederland gekomen, dat burgers zich genoodzaakt zien naar elders te verhuizen. Zoo is Mourits Hellendag reeds naar Sit- tard vertrokken, moet de oude heer Hellendag eveneens het yeld ruimen en begint men thans een grijsaard van 88 jaar het zoo lastig te maken, dat ook hij Beek zal moeten verlaten. Ten einde raad heeft zich Maandag eene deputatie uit de Israëlitische bevolking te Beek naar de hoofden van haar kerk genootschap te Maastricht begeven, om van deze hulp en raad in te halen. Naar men verneemt, hebben deze besloten zich tot Z. M. den Koning, den Minister van Justitie en den procureur-gene raal te 's— Bosch te wenden, om hunne tusschenkomst voor hunne onschuldig vervolgde geloofsgenooten in te roepen. Men verwacht van dezen maatregel, dat alsdan met meer energie tegen deze anti—Semitische vervolging zal worden opgetreden, dan tot hiertoe het geval is geweest. Wek:elijlc«cli JPolitiek Overzicht. Evenals in Duitschland de aanmatigende zelf-overschatting der reactionnaire partij voor haar zelve gevaarlijk begint te wor den, schijnt dit in Frankrijk het geval te zijn met de Repu bliek. De laatste aanvullings-verkiezin<reti hebben de heerschende republikeinsche partij slechts in zeer beperkte wijze doen zege vieren. Maar veel bedenkelijker dan de mandaats-splitsingen tusschen gematigde en radikale republikeinen, die daarbij te voorschijn komen, doet zich het plebiscit in „zakformaat" voor, hetwelk daarbij op volslagen onwettige wij je ten gunste van generaal Boulanger in praktijk wordt gebracht. Omstreeks 56000 stemmen vereenigdcn zich bij deze gelegenheid in de 8 departementen op den „dapperen Generaal," en dit feit is eene nieuwe bevestiging der voor Frankrijk reeds vroeger bewe zen stelling, dat volksstemmingen steeds met het gunstigste gevolg zijn door te voeren voor hem, wiens naam de bekend ste en meestgenoemde naam is. Zoo droeg in December 1848 Louis Napoleon alleen door zijn met legenden omsponnen naam de overwinning weg op Cavaignac, Lamartine, Ledru-Rollin en Raspail, zijn mededin gers naar het presidentschap der republiek, want hij zelve was persoonlijk door het Staatsburger en Boulogner avontuur meer een bespottelijk dan een geacht candidaat. Nu is het Boulanger, die ten zijnen gunste munt begint te slaan uif de alom bekend heid van zijnen naam en het moet worden erkend, dat het vrijwillige volksbesluit der laatste weken een duidelijk bewijs schijnt te zijn, dat Frankrijk met reuzenschreden een militaire dictatuur te gemoet snelt. Het Chauvinisme, (blinde vooringenomenheid) dat zulke nei gingen onafscheidelijk vergezelt,, treedt in dit oogenblik juist bij de verhouding tot Italië met eene heftigheid op den voor grond, die voor Duitschland den geruststellenden vorm aanneemt eener verwaarborging der vrede. Het plotseling afbreken der onderhandelingen over het handelstractaat tusschen Rome en Parijs, met de volksoproeren in het Zuiden van Frankrijk tegen het wetsvoorstel op de Italiaansche werkkrachten, moet eener- zijds er toe oijdragen de onwilligste elementen in Italië voor een Duitsch bondgenootschap gewillig te maken, terwijl ander zijds de Franschen daardoor tot de overtuiging moeten worden gebracht, dat een krijgszuchtig avontuur met Duitschland alleen, of in verbinding met Rusland, de Republiek onherroepelijk zou blootstellen aan een aanval van twee zijden. In de veel besproken rede van den markies de Breteuil, welke deze vertrouweling van den graaf van Parijs, die tegelijk een tafelgenoot van den Czaar was, kortelings in de franscha Senaat heeft gehouden straalde de erkenning van deze waarheid ook reeds door. Diensvolgens is Frankrijk verplicht, zich te houden buiten elk bondgenootschap en zich ook niet te mengen in mogelijke conflicten, die aan zijne grenzen zouden kunnen uitbraken. Dit zal de Republiek wel is waar niet verhinderen, haar aanzoek om des Czaren vriendschap platonisch voort te zetten. De republiek geraakt daarbij in de eigenaardige nood zakelijkheid, een politiek te moeten ondersteunen, die tot ont werper heeft niemand anders dan vorst Bismarck. Rusland heeft besloten dien weg te bewandelen, dien hem de Duitsche rijks kanselier met betrekking tot Bulgarije in zijn groote vredens- rede van 6 FY.bruari als den eenigen begaanbare heeft aange duid. Rusland, oudersteund van Duitschland en Frankrijk, richtte deshalve tot den Sultan de uituoodiging, de regeering van den Koburger in Sofia plechtig voor in strijd met het Berlijnsche tractaat te verklaren. Een weigering van Abdul Hamid, hier aan gevolg te geven, die van Duitsche zijde als een „dén'i de justice" rechtsweigering werd gezegd te zullen be schouwd worden, is moeielijk te veronderstellen, nadat eenmaal vorst Bismarck zich, zonder te vragen naar de meening van Oostenrijk, Engeland en Italië, die hem anders zoo na staan, openlijk voor dezen weg heeft verklaard. Door eene afwijzing van het Russische verzoek zou de Sul tan, zooals de zaken nu staan, niet alleen Rusland maar ook Duitschland beleedigen en dat ligt zeer zeker niet in het be lang maar ook niet in het plan der Porte. Daarom gelooft men algemeen, dat de dagen van den Koburger in Sofia geteld zijn, want vorst Bismarck is niet de man, die zijn woord te vergeefs verpandt, en wanneer Rusland, naar bij zijnen finan- tieelen toestand is te verwachten, verdere borgstelling geeft voor zijne vredelievende plannen, zal men ook in Weenen bij het gevaarlijke Bulgaarsche spel wel weer een zoet gezicht weten te zetten. Verslag d<-r vergadering van den Raad der Gemeente SCHAGEN, gehouden op Woensdag, 7 Maart 1888, des morgens ten 10 ure. Alle leden waren tegenwoordig. Na opening der vergadering en lezing der notulen welke werden gearresteerd, werd mededeeling gedaan van een schrijven van den boomkweeker, den heer Loefif van Boskoop, in zake de verandering der lei-boomen in de gemeente, tot natuurhoornen. De heer Loeff stelt voor met een 2 of 3 tal boomen een proef te nemen. Op voorstel van den heer Hopman wordt tot deze proefneming besloten en zullen daartoe worden aangewezen een paar boomen aan bet begin der Laan. Hierop werd gelezen het jaarverslag over het Lager Onderwijs te dezer plaatse, uitgebracht dnor de plaatselijke School-Com- missie, waaruit bleek, dat het onderwijs op de O. Lagere School alhier met vrucht werd genoten door 328 leerlingen, van wie

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1888 | | pagina 2