Waal geziene verrichtingen hunner collega's volgen, dan
moet men wel tot de gevolgtrekking komen, dat er toch
in aie schijnbare gelijksoortigheid een voortdurende afwisse-
ïng moet aanwezig zijn, dikwijls niet zoo gemakkelijk te
bemerken voor het ongeoefend oog der slechts op hot geheel
lettende menigte, maar toch belangwekkend voor den kenner,
en des te belangwekkender, hoe vaker men het verschijnsel
gadeslaat en bestudeert.
Over het algemeen dus bijna overal hetzelfde program.
Ongeveer zestien bij „groote buitengewone voorstellingen"
omstreeks twintig solostukken, meerendoels toeren te paard.
De grand voltige a la Rickard, het apporteerpaard Abdallah
de springentrée der gevierde clowns de grand iravail
graneux der wereldberoemde schoolrijderes Lady Hamil-
ton en Achilles (een fijne familie), Engelsche volbloedhengsten
in hunne reusachtige concurrentie-sprongen het optreden
vaD de waterkoningin en de luchtkoningin (alsof men in
de lucht optreden kon) de vier goudvossen de hooge
rijschool met de twee voshengsten, Nobelmann en Blucher
debut Brothers Gilleno, musicaal clowns Groote
Grieksche Vaandel-Gala-Manoeuvre de groote Acade
mische voltige en saltomortales enzie verder de bil
jetten.
Ik behoor niet tot de specialisten met hun fijne paarden
en specialiteiten-verstand, om het aangebodene in al
zijn details te waardeeren, enkele verschillen tusschen de
voorstelling van heden en die van gisteren te ontdekken,
het zware van het middelzware, en het middelzware van
het gemakkelijke te onderscheiden. Maar ik moet zeggen,
dat de uren, in het circus doorgebracht, mij nog altijd
groot genoegen verschaft hebben. Als een avond in den
schouwburg op geest en hart, zoo werkt een avond in het
circus op de zinnen. Ik kan er echter geen rekenschap van
geven, hoeveel de ruischende muziek met haar eigenaardig
rythmus, het klappen der lange zweepen, de plotselinge
pausen, de korte, aanvurende uitroepen, het jagen en rennen
in een kring, het neerslaan van het opvliegende stof,
hoeveel de fluweelzachte, glanzende huid en de vurige ijver
der schoone, snuivende rossen, de moed, de eerzucht, de
rustige zekerheid en de elasticiteit der kunstenaars, d«
sierlijke, nu eens gymnastiekachtige, dan weer nationale,
soms ook fantastieke costumes, de gratie en schoonheid
der vrouwelijke artisten en een zekere schoonheid be
zitten zij allen in den korten bloei van hun programma
nommer aan die eigenaardige onweerstaanbare werking
deel hebben.
Wie veel brengt, zal licht voor ieder wat brengen. Men
is er reeds lang van teruggekomen, het zwaartepunt der
voorstellingen in de rijkunst te leggen; acrobaten, clowns,
specialiteiten en pantomimes staan de paarden dienstvaar
dig ter zijde. Op die manier kan elke smaak bevredigd
worden.
Wie zich op weg heeft bewogen, om (zooals in het be
kende sprookje) het „griezelen" te leeren, en het zijn
niet de minst talrijken, die door het heerlijk genot van
een echten halsbrekekenden toer worden aangetrokken
die vindt daartoe een uitstekende gelegenheid in hetgeen
er hoog boven de hoofden der toeschouwers in de rotonde
plaats grijpt, voor welke //kunstverrichting" volijverige
Wordt Veryolgd.
bedienden in livrei masthoornen opbijschen, touwen span
nen en een reeks van netten boven het publiek spreiden,
met een spoed en een vaardigheid, alsof het de toebereid
selen voor een executie gold. En wanneer eindelijk de
jeugdige kuntstenaressen in haar feeëncostuum binnen wal
sen, en in gracieuse houdingen, zooals wij ze misschien
in sprookjes gehoord, op oude schilderijen gezien, maar
nooit in een salon opgemerkt hebben, voor het publiek
haar buiging maken; wanneer zij met jeugdig vuur
naar de palen snellen, als katjes naar boven klauteren,
in een ommezien op eene duizelingwekkende hoogte boven
ons rondzweven, aan elkander hangen, zich verkorten als
de geschilderde engeltjes in de kerk, en zich weer uitrek
ken als de beeldzuilen buiten aan de kerk, hoe zij het
eene oogenblik neersuizen als vallende meteoren, het vol
gende oogenblik in vliegende vaart met de zekerheid van
een vogel haar steun- of liever hangpunt bereiken, hoe
zij, omgeven door een rijken schat van prachtige lokken,
van haar luchtige zitplaats op het zwevende rek naar om
laag kijken en lachend kushandjes toewerpen aan de haar
ademloos volgende menigte dan moet ook zelfs de
strengste philosoof, die in theorie zulke duizelingwekkende
toeren onverbiddelijk veroordeelt, onwillekeurig in zijne
handen klappen of met zijne voeten trappelen, of op an
dere wijze erg onphilosophi^ch applaudiseeren, medege-
sleept als hij wordt door den overweldigenden indruk van
hetgeen hij ziet.
Maar zelfs ondanks dien onweerstaanbaren indruk, be
ziet men die wereld der paardrijders en rijderessen, toch
altijd met een wautouwend oog. Zij zijn goed om raar
te kijken, veel meer niet, zou men zoo zeggen. Doch
men moet hen ook weer niet te laag schatten, althans
niet uit finantieel oogpunt. De bezoldigingen in zoo'n cir
cus zijn over 't algemeen de tenoren met de hooge C
in hun keel misschien uitgezonderd de hoogsten, die
aan artisten betaald worden. Die hooge salarissen worden
niet alleen voor den optredenden kunstenaar, maar ook
voor den moeielijken en jarenlangen arbeid der dressuur
toegekend en staan in verband met de enorme hooge prij
zen, die voor een paard uit de hoogere rijschool betaald
worden. Een middelmatig rijder, gymnastiek of clown
krijgt minstens een paar honderd gulden, en dit maande-
lijksch inkomen stijgt naar gelang der bedrevenheid soms
tot het tienvoudige. Een eenvoudig gedresseerd manege-
paard kost f 2 a f 3000. De 12 Trakhener hengsten, in
vrijheid gedresseerd, die de glorie van h6t Amsterdam-
sche circus Carré uitmaken, vertegenwoordigen een waarde
van minstens drie ton gouds. Enkele specialiteiten onder de
artisten maken in den bloeitijd hunner kracht of popula
riteit een jaarlijksche verdienste van dertig- tot zestigdui
zend gulden. Maar in den regel is het den artisten slechts
gedurende weinige jaren vergund, zulke buitensporige oog
sten te garen, en het gevaar aan lijf en leven is onder
dien maatstaf der tractementen begrepen. Het struikelen
of misstappen van een paard, een flikkering voor het oog,
een beving der hand, de onachtzaamheid van een assis-
teerenden bediende, en lange ziekte, onherstelbare ver
minking, is maar al te dikwijls het einde van den korten
droom vol glans, gouden regen en stormachtige toejuichin
gen. Doch wie zich waarlijk in het circus amuseeren wil,
moet aan al die dingen niet denken, en vooral niet aan
de kans die hij loopt om over 20 jaar het schoolpaard als
„Knol" en den artist als „vrachtrijder" terug te vinden.
Sic transit gloria mundi
Goeden Vrijdag 1888. CJ-ijsbreclit.
liinnenlandsch Nieuws.
,/Mijn God ja," fluisterde gravin Clotilde huiverende, ,/zal
zijn zoon niet dezer dagen terecht gesteld worden
Zoo is het," antwoordde de graaf met afgewend gelaat,
„heden morgen is het geschied." Een zenuwachtige rilling door
voer zijn lichaam en opnieuw bedekte het koude angstzweet
zijn voorhoofd.
„Die arme vader/' fluisterde de gravin medelijdend,ik kan
mij het vreeselijke harteleed voorstellen, dat hij in deze dagen
heeft moeten dragen mijn God, het is vreeselijk hard,
den eenigen zoon op zulk eene smadelijke wijze te moeten
verliezen."
Onsamenhangende woorden vloeiden over de lippen van den
sterken man. „Hij zal mij niet beschimpen," zeidehij stotte
rend „die krankzinnige dwaas alsof ik de moorde
naar van den doodgeschoten houtvester ware Hij trachtte te
lachen, maar slechts een holklinkend geruisch ontwrong zich
aan zijnen mond. Haastig wendde hij zich van het venster af
en liep eenige malen onrustig de kamer op en neder. Plotse
ling bleef hij staan en staarde met vragenden, bijna schuwen
blik naar de slanke, edele gestalte zijner gade. Deze was wer
kelijk schoon te noemen, en nu, in het oogenblik van diepe,
innerlijke ontroering, was hare verschijning nog indrukwek
kender. Op eens snelde graaf Wolf naar haar toe en trok haar
driftig aan zijn borst. »0, Clotilde," riep hij met van ontroe
ring half verstikte stem haar toe, „ik bid, ik bezweer u, twij
fel niet aan mijblijf mij liefhebben, Clotilde, want ik
heb immers u alleen, u alleen op de wereldal het andere
laat mij koud en onbevredigd, uw bezit is mijn eenigen hoog
ste geluk."
De gravin staarde hem met angst aan. „Mijn God, wat
deert u, Wolf? Gij zijt zoo geheel anders geworden, ik ken
u bijna niet meer heb ik u niet lief, zijt gij niet mijn
eenig van alles op de wereld l"
De graaf boog zich tot haar over en kustte haar hartelijk.
„Vergeef mij, dat ik een oogenblik aan uwe liefde kon twijfe
len", fluisterde hij ontroerd. „Mijn God, ik weet zelve niet,
wat mij scheelt maar deze waanzinnige beschuldigingen",
voegde hij er met zenuwachtigen haast bij, „die maken een ver
standig mensch bijna tot een dwaas 1"
De armen over de borst kruisende begaf hij zich op nieuw
naar het venster.
Gedurende eenige oogenblikken werd er tusschen de echtge-
nooten geen woord gewisseld, daarop wendde de graaf zich met
een oogenschijnlijk kalm gelaat tot zijne gade.
„Is de avondpost er al geweest vroeg hij. „Neen," luidde
het verbaasde antwoord, „maar hoe komt gij daar nu juist op
„Staat niet de halve wereld in lichter laaie antwoordde
de graaf ontwijkend, „gisteren nog las ik u voor, dat de
hoofdstad van ons eigen land door de rebellen bedreigd
werd
Jongstleden Woensdagavond heeft te Barsingerhorn de
tweede der gewone tooneelvoorstellingen ten behoeve van een
Sint Nieolaasfonds plaats gehad.
Met geweuscht succes werd door eenige dames en heeren
opgevoerd, het bekende blijspel „de Stokebrand."
Te Beverwijk was een aanhanger van Domela Nieuwen-
huis z66 verheugd, dat deze in het district Schoterland tot
lid der Tweede Kamer was gekozen, dat hij de roode vlag uit
stak. Dat zijne vreugde niet algemeen gedeeld werd, bleek spoedig,
toen de ruiten bij hem ingegooid werden, zoodat hij genood
zaakt was de oproervlag weder in te halen.
Uit Tessel wordt gemeld
De zucht tot emigratie naar Amerika blijft op dit eiland
gfoot. In dit voorjaar zijn reeds honderd personen als landver
huizers vertrokken. Nog velen zullen in den loop van het jaar
volgen.
Uit goede bron kunnen wij meedeelen, dat binnenkort
van de hand van dr. W. A. Terwogt, schrijver van het in 1886
verschenen en zoo gunstig ontvangen werk „De Vader des
Vaderlands", weder een belangrijk boekwerk het licht zal zien,
waarvan de titel zal zijnHet Land van Jan Pieterszoon
Coen. De geschiedenis der Nederlanders in
Oost-Indië, aan het N e d e r 1 a n d s c h e Volk
verhaald. Naar wij vernemen zal een twintigtal artistiek
in kleuren uitgevoerde platen, bewerkt op het gunstig bekende
atelier van de heeren Tresliug Co. te Amsterdam, het werk
versieren, en de eerste aflevering in den loop der volgende maand
verschijnen bij den boekh. P. Geerts, te Hoorn.
In het hoofdkiesdistrict Amersfoort zijn voor de verkie
zing van een lid der Tweede Kamer uitgebracht 2333 geldige
stemmen. Gekozen de heer mr. 2E. baron Mackay [antire
volutionair) met 1443 stemmen. Op den heer Van Boetzelaer
[liberaal) waren er 890 vereenigd.
Voor de verkiezing van een lid der Tweede Kamer in
het hoofdkiesdistrict Rotterdam is gekozen de heer G. H.
Hintzen (liberaal) 3261 stemmen. De heer J. M. Voorhoeve
(antirevolutionair) had er 924, de heer L. W. Jansen (ultra-
montaan945 stemmen.
In de Haagsche Kroniek van het Handelsblad leest mpn
het volgende
Zoo ooit eenig prinsesje is groot gebracht en opgevoed met
verstand en beleid, dan is dit zeer zeker met ons eenig vor
stenkind het geval. Reeds om haifnegen precies, met d.e mili
taire nauwgezetheid, welke der huishouding van onzen Koning
eigen is, vangt de heer Gediking met het onderwijzen van het
prinsesje aan. Dit wordt voortgezet tot 9 uur. Na eene ver-
poozing van een half uur gaat men van halt 1010 uur voort,
en hervat de les van l]/413/4 uur. Het bevattelijke prinsesje
krijgt hetzelfde onderricht, dat duizenden en duizenden kinde
ren des volks deelachtig worden. Tweemaal 's weeks, van 9 uur
tct half tien, onderwijst de heer Jac. Stortenbeker, Z. M.'s hofpi-
anist, het prinsesje de beginselen der muziek. »Prinses"
met een anderen titel spreekt men haar niet aan en het Ko
ninklijke Hoogheid" blijft geheel achterwege is eene vlijtige
en vlugge leerlingedoch er valt zooveel te doen met het
kookforuuis, dat zulk een heerlijk speelgoed voor haar is, met
al de vogeltjes in een groote kooi, die haar zoo dierbaar zijn,
dat alléén door eene juiste verdeeling van leeren en spelen de
dagtaak behoorlijk ten einde kan worden gebracht.
Miss Saxton Winter, de gouvernante van het prinsesje leidt
die dagverdeeling. Sterft er een vogeltje in de volière, zij zorgt
dat prinsesje dit niet bespeurt, om haar de waterlanders over
het verlies te besparen. Noten lezen, noodzakelijk om in de
muziek vorderingen te maken, leert het prinsesje bij hare gou
vernante die steeds bij alle fessen tegenwoordig is. Zoo wordt
onder toezicht van onze Koninging, die menige les bijwoont,
het prinsesje groot gebracht, en haar eene echt Holiandsche op
voeding gegeven, welke gewis later het geheele land ten goede
zal komen.
Te VHage is door eenige ingezetenen aan den Raad een
adres gericht, waarin 54 bedrijven genoemd worden, die door
de afschaffing der kermis schade lijden. No. 48 op deze lijst
is de Bank van Leening
Uit Zelhetn meldt de Zutph. Ct
De handelwijze van ds. Ulfers alhier bij de verkiezing van
een lid van de Tweede Kamer voor dit district, waarbij hij in
de kerk de candidatuur van mr. Bevers (r.-k.) aanbeval, lag ge
noemden predikant zoo zwaar op het hart, dat hij Zondag voor
middag van den kansel zijne gemeente ootmoedig om vergiffe
nis voor zijn beganen misslag heeft gesmeekt.
Het is ook hier weder een bewijs van het bekende spreekwoord
„berouw komt meestal te laat."
Uit Renkum meldt men, dat sedert de laatsts dagen
de Rijn opnieuw meer dan 1 meter is gewassen, en de was
onafgebroken sterk aanhoudt. Dientengevolge zijn dan ook alle
uiterwaarden, die nauwelijks van het water waren bevrijd,
geheel overstroomd. Vele steenfabrieken liggen in het water
ingesloten de werkzaamheden zijn reeds grootendeels gestaakt.
Daar de weg aan de overzijde der rivier is overstroomd, is de
gemeenschap voor rij- en voertuigen met de Betuwe geheel
verbrokenvoor passagiers overtocht met roeibooten. Aan het
Lekkerveer, een half uur van hier, kan de overtocht met de
gierpont nog geregeld plaats hebben.
Te Brunsum (Limburg) is het plafond der openbare school
ingestort, vanwege de massa sneeuw, die daarop een uitweg
door het dak had gevonden. Sneeuw en plafond kwamen op de
schoolbanken terecht. Het ongeval had plaats weinige minuten
voor het schooluur. Slechts een paar jongens waren in het lo
kaal, die met den schrik vrijkwamen.
Te Roermond is gevankelijk binnengebracht de 25 jarige
jonge dochter A. G., uit Stiphout, als verdacht van kinder
moord.
Het lijkje is gevonden in eene sloot nabij de woning der ver
dachte, en had een koord om den hals, waaraan een steen be
vestigd was.
Uit Valthermond wordt aan de N. Gr. Crt. gemeld Dat
sommige arme menschen in den tegenwoordigen tijd, nu er
bijna nog niets te verdienen is, het wel eens zeer ellendig heb
ben, is hier in de nabijheid voor een paar dagen gebleken,
Op een niet ver van hier verwijderde strook gronds is eene
kraamvrouw van honger gestorven. Haar man was 's avonds
van te voren laat in de woning teruggekeerd, nadat hij als
sluiker had gevangen gezeten. Er was toen letterlijk niets in
de woning dat naar eten geleek. Te eergierig en buitendien
daar zij, door de afwezigheid van haren man, niet in de gele
genheid was eenige onderstand te vragen, is deze vrouw einde
lijk van honger bezweken.
Onlangs kwamen te Haaksbergen, uit de buurtschap
Marktveld, gemeente Diepenheim, een boerenknecht en eene
boerenmeid, de laatste om zich te verhuren, 's Avonds om 6
uur zijn zij samen nog geweest in eene herberg op omstreeks
ten half uur afstand van het dorp aan den weg naar Diepen-
hira, terwijl zij ten 9 ure nog aan eene boerenwoning zijn ge
weest in de richting hunner woonplaats. Het schijnt dat zij door
den sneeuwstorm afgedwaald zijn en daar zij den volgenden
dag nog niet terug waren, is er dadelijk een onderzoek door
de politie ingesteld en werden beide dood gevonden in de
nabijheid van het gehucht de Rietmolen. Zij schijnen door de
koude bevangen te zijn en zoo den dood gevonden te hebben.
Van sterke drank hadden zij geen misbruik gemaakt.
Veroordeeld door het Kantongerecht te Schagen in Maart 1888.
Wegens
Openbare dronkenschap
A. S. te Helder, J. V. te Schagen, S. K. te Anna Paulowna,
P. J. te Winkel en A. G. te Wognum, ieder tot f 0.50 of
1 dag hechtenis.
G. K. Jbz., te Schagen, W. V., te Zijpe, J. T. te Schagen
en P. G. te Haringcarspel, ieder tot f 3.—of 2 dagen hechtenis.
Laten loopen van Vee op eens anders Weiland:
G. M., te Akersloot, tot f 3.of 1 dag hechtenis.
P. P. te Anna Paulowna, tot f0.50 of 1 dag hechtenis.