maar er mij liever langzamerhand op voorbereiden." Ik pakte de kruk op de mij voorgeschreven manier aan, zette mijn linkervoet op de verhooging, schuifelde met den rechter behoedzaam voorwaarts en poogde mij nu omhoog te werken. Van wat er nu verder met mij voor viel, herinner ik mij alléén, dat de talrijke ramen der zaal een duizelingwekkend snellen dans begonnen uit te voeren, en bonsdaar lag ik zoolang als ik was. „Uitstekend gedaan van een debutantzei mijn onder wijzer op vleienden toon, terwijl hij de bioycle optilde en ik mijn bestoven plunje afklopte. „Zoo? Was dat een goede aanloop?" vroeg ik. „Ja zekerGij zijt nog boven gebleven. Vele rijders laten de machine op zich vallen. Nog eens dunnetjes ozer doen?" „Nog niet. Er zijn een paar knoopen van mijn vest afgesprongen, die zal ik even opzoekenzoudt gij onder de bedrijven zoo goed willen zijn, mij een- toertje op de bicycle voor te doen De onderwijzer gaf het ding eon zetje, ging op één voet staan en gleed met gratie en lossen zwier de heele zaal rond, prachtig om aan te zienIk beproefde het hem na te doen, tien, twaalf, twintig keer, en op laatst ging het werkelijk vrij goed. Maar nog drie dagen later had ik een gevoel alsof ik gevochten had en door mijn tegenpartij bont en blauw geslagen was. Eerst na verloop van een week klauterde ik weer de drie trappen op. „Aha!" riep mijn onderwijzende vriend, „zijt gij daar weer? Ik dacht reeds, dat je den moed verloren had." „Neen, laat mijn paard maar voorkomen." Ik kreeg nu een nieuwe bicyclede andere was intusschen onbruik baar geworden. „Beproef het nu nog eens met den éénen voet." Ik beproefde het, en toen hij de over mij heen getuimelde bicycle optilde, bemerkte ik hoeveel men in een week ver loeren kan. „Gij hadt het wiel moeten laten keeren naar den kant, waarheen gij dreigdet te vallen," sprak hij op een toon van zachtmoedig verwijt. „Jawelmaar wat doet gij als gij bemerkt dat je naar drie verschillende kanten dreigt te vallen vroeg ik nijdig. Doch, door oefening grooterzoo ging het ook met mijn wielrijden. Den rijstenbrijberg der voet oefeningen had ik weldra doorgeworsteld en nu zou ik in het Luilekkerland van het eigenlijke rijden komen. „Komaan," zei mijn meester op een goeden dag, na door zijn zoontje een baas van een rijder, die lachend stond toe te kijken) zijn hoogste rijwiel te hebben laten aanruk ken, „stijg nu maar eens in den zadel, dan zal ik de bicycle vasthouden." Ik zou er rondweg voor bedankt hebben, als die ver- wenschte jongen er niet bij geweest was. „Zet uwe voeten nu op de trappers en rijd dan maar vooruit, precies alsof gij op een straatweg waart. Ik zal wel oppassen, dat het ding niet omvalt." „Laat het vooral niet losriep ik. „O neen, ik zal het bepaald niet loslaten Zoo reden wij langzaam de zaal rondik pompte be hoedzaam met mijne voeten, terwijl hij naast mij op een drafje meeliep, om het ongetemde ros te leiden en recht standig te houden. „Gij kunt nu heel goed rijden, als gij maar een beetje zelfvertrouwen hebt," verzekerde hij bij de vijfde rondte. „Neen, ik durf nog niet!» riep ik. „Houd het wel vast, of ik draai je den hals om, als ik heelhuids naar beneden kom „Ik zal stellig niet loslaten vóór gij het zelf verlangt." En zoo gerustgesteld, reed ik achtmaal met hem heel prachtig de zaal rond, terwijl de kleine bengel maar ter sluiks bleef lachen. Een vreeselijke gedachte deed mijne haren te berge rijzen; als mijn leermeester eens plotseling op zijde ging en mij aan mijn noodlot overliet „Ik wou er nu maar af," zeide ik bevend. „Nog één keer!" moedigde de onderwijzer mij vroolijk aanen toen wij halfweg rond waren, verwezenlijkten zich mjjne bangste vermoedens. „Gij rijdt uitstekend, komaan, ga zoo maar voort sprak de onderwijzer, terwijl hij koelbloedig ging zitten en mij op de topzware pijnbank alleen liet. „Helphelp 1" schreeuwde ik„het wiel moet vastge houden worden 1" Maar de kleine jongen lachte dat hij bijna stikte, en zijn vader antwoordde kalmpjes; „Vooruit maar! rijd maar ge zel! beheersching gedaan. Onstuimig en hevig snikkend wierp zij zich aan de borst van graaf Wolf. Wordt Vervolgd. rust voort!' Ik trok mijn voeten in de hoogte en klamte mij kramp achtig aan de kruk vast, terwijl het angstzweet op mijn voorhoofd paerelde. De machine bleef langzaam staan en vertoonde zekere achterwaartsche neiging, ik was zos voet boven den grond, en terwijl ik nog vergeefsch om hulp schreeuwde, sloegen ros en ruiter neer met een gedreun als van honderd krijgsliên in een veldslag. „Afschuwelijke booswicht!' riep ik, mijn vest uittrek kend, waarvan de rug van onder tot boven „gespleten" was; „d&t zal ik je betaald zetten!' Hij moest zijn buik vasthouden van 't lachen, en hijgde naar adem. „Maar waarom bleett ge dan ook niet „Waarom ik Diet bleef? Waarom hebt gij losgelaten?' „Waarom bleeft gij niet op „Hoe kan iemand op een omvallend wiel blijven zitten „Met uw voeten op de trappers, bedoeld ikhet kwam alleen door uw gebrek aan zelfvertrouwen „Het kwam alleen door mijn blindelings vertrouweu op uWaarom hebt gij mij losgelaten „Maar mijn lieve, booze mijnheer Gijsbrecht, bij de laatste negen rondgangen heeft mijne hand de bicycle niet eens aangeraaktVraag het maar aan mijn zoontje hier. Gij kunt heel goed rijden, maar gij hadt een aanval van lampenkoorts, zooals zij op het tooneel noemen. Gij ziet nu zelf, dat het enkel en alleen aan uw gebrek aan zelf vertrouwen lag." En de man had waarlijk gelijkwant acht dagen later kon ik met de meeste koelbloedigheid de onvolprezen bicycle berijden. 20 April 1888. Grysbrecht. Binnenlandsch Nieuws Deze wist niet, wat hem overkwam. Angstig en met bezorgd heid staarde hij haar aan. Eindelijk gelukte het hem van haar te vernemen wat de oorzaak van hare ontroering was. Toen echter Clotilde hem aarzelend en met weerzin de hate lijke ontmoeting en de bespotting, die zij had moeten dulden, geschilderd had, flamde zijn blik toornig, gelijk het altijd het geval was, wanneer zijn gemoed geschokt werd. Zijn gelaat ver bleekte en zijne lippen werden wit als krijt, terwijl een zenuw achtig trillen der mondhoeken den ziedenden toorn verried, die zich een uitweg trachtte te banen. Angstig en schuw zag de gravin tot haren echtgenoot op. Zij had hem slechts zelden in zulk een opgewonden stemming gezien, als nu. Slechts eens, toen een weerbarstig bediende zich tegen zijne bepaalde bevelen had verzet, was graaf Wolf in even hevige mate ontstemd geweest, maar toen was het de vergoelij kende en smeekende woorden zijner gade gelukt, zijn toorn te bedwingen. Ook heden poogde de gravin den vertoornden man tot kalmte te brengen. Maar graaf Wolf luisterde niet naar hare woorden; in ieder geval verstond hij niet den zin er van, doch staarde met wild rollende oogen voor zich uit. Het duurde eenige minuten, tot hij eenigermate zijne zelfbe- heersching had teruggekregen. Schagen 21 Maart 1888. Het onweder, hetwelk zich gisteren middag in vrij hevige slagen boven onze gemeente ontlastte, sloeg in een boom, staan de in de Hoep voor de perceelen, bewoond door A. Schenk en II. Oud, met dat gevolg dat door de luchtdrukking in beide perceelen ghizen sprongen en een stuk hout van den boom met kracht in huis werd geslingerd. Persoonlijke ongelukken hebben er niet plaats gehad. Donderdagmorgen werd bij den WelEd. Heer Schermerhorn, burgemeester van St. Maarten een stier-kalf geboren, hetwelk, om zijn buitengewone grootte gewogen zijnde, een gewicht bleek te hebben van 122 halve kilo's (ponden). Vrijdag namiddag even na half drie ontlastte zich boven Kolhoru een vreeselijke onweersbui, vergezeld van een korten doch ontzettenden hagelslag. Juist boven de openbare lagere school vielen licht en slag onmiddellijk na elkander, zoo ont zettend, dat ieder der onderwijzers en kinderen dacht dat een muur in 't nevenlokaal instortte. Er ontstond een paniek en in minder dan geen tijd waren alle lokalen onder een jammerlijk gegil ontruimd. Toch was de slag niet raak geweest maar den angst daarom niet minder groot. Blootshoofds en op de kousen zag men hier en daar de kleinen als gejaagde reeën zich voort spoeden. Behalve den uitgestanen angst zijn er geen ongeluk ken van wat dan ook te betreuren. Vrijdagmiddag j. 1. is te Callantsoog de bliksem in een watermolen geslagen. Hoewel er geen brand ontstond is toch de aangerichte schade vrij groot. De atdeeling „Landbouw" der vereeniging ter beharti ging der Nederlandsche belangen op de tentoonstelling te Parijs in 1889 heett zich in eene op Zaterdag 14 April 11. gehouden vergadering geconstitueerd. Het betuur bestaat uit de navolgende HeerenHerman F- Bultman te Haarlemmermeer, lid van het Hoofdbestuur, voor. zitter. W. J. Hofman te Holwierde, lid vad het Hoofdbestuur, 2e Voorzitter, P. F. L. Waldeck te Loosduinen, Secretaris. Jhr. Willem Roël te 's Gravenhage, Penningmeester. A. H. van Slooten te Rauwerd, R. Dojes Ez. te Meeden, Jan Blom te Meppel, W. J. Baron van üedem te Niewleusen, H. A. Pauwen te Westpannerden, Jhr. G. J. Dommer van Polderveldt te Ber- gendal, Leon Magneé de.Hom te Horn, V. Scholten van Aschat te Roosendaal, W. J. Doude van Troostwijk te Nieuwersluis, Jan Breebaart Kz. te Winkel, J. Zijp Kz. te Abbekerk. C. J. van der Oudermeulen te Wassenaar, P. A. Vernède te 's Gra venhage en A. Hombach te Hulst. Aan den heer Mr. C. J. Sickesz is het eerelidmaatschap van het afdeelingsbestuur aan geboden. De leden van het bestuur zijn bereid om inlichtingen te geven. De tentoonstelling in 1889 zal de vroegere Internationale landbouw-tentoonstellingen in omvangovertreffen. Aaugiften voor inzending van zuivel-en landbouwproducten, werktuigen enz. dienen met eenigen spoed te geschieden het programma voor de paarden— en veetentoonstelling wordt weldra gewacht. Frankrijk is een der grootste koopers van onze landbouw producten en van onze paarden en runderenbij in Nederland gehouden tentoonstellingen besloeg de Fransche inzending steeds eene eerste plaats; de eischen der wellevendheid maar niet minder die van ons eigenbelang nopen Nederland om te Parijs een goed figuur te maken, het is dus te wenschen dat de inzending zoo ruim mogelijk zij. De politie te Utrecht heeft de hand gelegd op een 17- jarigen bediende, als verdacht zich te hebben schuldig gemaakt aan valschheid in geschriften enz. De knaap zoude namelijk eene rekening, welke hij voor zijn meester moest bezorgen, valschelijk met den naam van dezen voldaan hebben geteekend, daarop het bedrag ongeveer f 20 hebben ontvangen en dit in tapperijen als anderszins hebben zoek gemaakt. Een brievenbesteller te Deutichem, zekere O, is voor den tijd van vier weken in zijne betrekking geschorst, omdat ge bleken is, dat hij bij de jongste herstemming voor de Tweede Kamer strooibiljetten ter aanbeveling van den liberalen candidaat opzettelijk eerst na den dag der verkiezing aan het adres had bezorgd. (De man was ultramontaan.) Dinsdagvoormiddag omstreeks 10 uren is in de gelag kamer van het logement no. 38 aan de Raamstraat te Rotter dam, door een 24-jarigen jongeling een doodslag gepleegd op een 19-jarig meisje. Volgens getuigen zat de verslagene in die kamer aardappelen te schillen en moet de dader, die met haar verkeering had, het aardappelmesje uit hare haud hebben gerukt en vervolgens daarmede haar in de rechterborst, ter hoogte van de tweede rib, hebben gestoken. De dader is spoedig daarop weggeloopen, om zooals hij zeide, een dokter., te halen. Ongeveer anderhalf uur later is bij door de politie in de nabijheid der woning zijner ouders aangehouden. Minnennijd schijnt de oorzaak van de misdaad te zijn. Woensdagnamiddag te half één viel te Oijen uit eene regen- en hagelbui, zonder dat het tot dusverre geonweerd had, eene hevige bliksemstraal, gevolgd door een zwaren donderslag. De bliksem sloeg een boom aan spaanders, wierp een draagbaar 20 meter omhoog, ging door een gootgat het huis binnen, en verdween door de voordeur, zonder veel schade aan te richten. Persouen van eene houtverkooping komende en het huis op korten afstand passeerende, voelden een zware drukking, maar bleven ongedeerd. Het geheele onweer bepaalde zich tot dezen enkelen slag. Men schrijft uit Gramsbergen Een gedeelte der veenarbeiders in de buurtschap De Krim onder deze gemeente, en wel zij die werkten in de lange turf, hebben het werk gestaakt. Ongeveer 600 man loopen werkeloos en zijn in twee mas sa's opgetrokken naar de verveeners die woonachtig zijn te Ave- reest. Naar men zegt, ontvangen de arbeiders te de Krim woon achtig, elk ongeveer 25 cent per dag minder, dan zij, die van elders komen, en is dit de aanleiding der werkstaking. Ter bewaring der orde is door den burgemeester al hier bevolen dat samenscholingen boven de vier man op den openbaren weg in de veenkolonie De Krim zijn verboden. Ongeregeldheden hebben tot heden nog niet plaats gehad. Het schoolverzuim op de openbaren school te Herwijnen is van dien aard, dat het hoofd dier gemeente heeft doen af kondigen dat de bestaande strafbepalingen zullen worden toegepast. Hierbij is bekend gemaakt, dat voortaan de leerlingen die in eene maand meer dan zes schooltijden verzuimd hebben, de daaropvolgende maand niet meer in school worden toegelaten. Naar men verneemt is de sociaal-democraat J. A. Cohen, die wegens beleediging des Konings tot 6 maanden gevangenis staf werdt veroordeeld, voortvluchtig. Door het Bestuur der Liberale Unie is tot Voorzitter gekozen, de heer Mr. E. FOKKER te Middelburg, ter vervanging van den heer Mr. E. H. K A R S T E N, die door gezondheidsredenen genoodzaakt was het voorzitterschap neder te leggen, doch deel blijft uitmaken van het Bestuur. De heer Mackay is "Vrijdag in den laten namiddag, kort na zijne benoeming tot minister van biunenlandsche zaken, in langdurig onderhoud geweest met minister Heemskerk. Naar wij vernemen, is de dag van de opening der nieuwe Kamers voorloopig vastgesteld in het laatst van April of begin Mei. Het heeft den Koning behaagd, bij besluit van 20 April 1888 no. 27, met ingang van den 20en April 1888: lo. op het daartoe door hem gedaan verzoek, aan den Minister van Staat mr. J. Heemskerk Azn. een eervol ontslag te verleenen als Minister van Binnenlandsche Zaken, onder dank betuiging voor de vele en gewichtige diensten, door hem aan den Koning en aan den lande bewezen 2o. te benoemen tot Minister van Binnenlandsche Zaken den heer mr. zE. baron Mackay, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal alsmede bij besluit van 20 April 1888 no. 28, met ingang van den 21sten April 1888: lo. op het daartoe door hen gedaan verzoek een eervol ontslag te verleenen aan de heeren: mr. M. W. baron Du Tour van Belinchave, als minister van Justitie: A. W. P. Weitzel, als Minister van Oorlog; mr. J. P. Sprenger van Eyk, als Minister van Koloniën; J. C. Bloem, als Minister van Financiën jonkheer mr. A. P. C. van Karnebeek, als Minister van Buitenlandsche zaken; F. C. Tromp, als Minister van Marine; J. N. Bastert, als Minister van Waterstaat, Handel en Nij verheid. onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten, door hen aan den Koning en aan den lande bewezen; 2. te benoemen tot Minister van Buitenlandsche Zaken, jonkheer C. Hartsen, Staatsraad in buitengewonen dienst; tot Minister van Justitie, jonkheer mr. G. L. M. H. Ruys van Beerenbroek, "lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal- tot Minister van Marine, H. Dyserinck, kapitein ter zee; tot Minister van Financiën, jonkheer mr. K. A. Godin de Beaufort, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal tot Minister van Oorlog, J. W. Bergansius, kolonel der artillerie tot Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, J. p. Havelaar, hoofdingenieur van den Provincialen waterstaat in Drenthe tot Minister van Koloniën, mr. L. W. C. Keuchenius, lid van de tweede Kamer der Staten-Generaal. Z. M. de Koning zou heden ochtend te half elf de nieuw benoemde Ministers beëedigen. Door het optreden van het nieuwe ministerie zijn ander maal verkiezingen noodzakelijk voor de Tweede Kamer in de Kiesdistricten Amersfoort (voor den heer Mackaey); Eede (voor den heer Keuchenius); Gouda (voor den heer Godin de Beau fort), en Maastricht (voor den heer Ruys van Beerenbroek).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1888 | | pagina 2