recht van den sterkste gold, kon niet uitblijven en gaf soms tot niet zeer feestelijke scènes aanleiding. Ik heb hoog gerespecteerde vertegenwoordigers van de élite der hoofdstad in zulke momenten met hun ellebogen en vuisten zien werken op een manier, die de pootigste polderjongen hun niet verbeterd zou hebben! Maar zulke incidenten schijnen nu eenmaal aan zulke dagen onafscheidelijk verbonden te zijn, evengoed als de stormvlagen en regenbuien. De Amsterdammers de mopperaars incluis hebben er hun Artis toch niet minder lief om. Wij zouden eigenlijk niet recht weten hoe we 't moesten maken als we Artis eens niet meer hadden Artis is voor ons even onmisbaar als het Bois de Boulogne voor den Parijzenaar of Unter den Linden voor den Berlijner. En daarbij is Artis ook een der schoonste paarlen aan de kroon van Amstels Stedemaagd. Wij zijü dan ook braaf grootsch op onzen Dierentuin, en al zeg ik 't zelf niet zonder grond. Deze echt Amsterdamsche inrichting, geheel en al uit particuliere middelen tot stand gebracht, is een welsprekend getuigenis voor de waarheid dat eendracht macht maakt. En voor de energie van den nu 80-jarigen Directeur Dr. G. F. Westerman is het door hem gestichte Koninklijk zoölogisch Genootschap „Natura Artis Magistra" een onveigankelijke eerzuil. Rij is van het eerste oogenblik af de ziel geweest der geheele onderneminghij was de man, die in 't klein begon wat thans zulke reusachtige en duurzame afmetingen heeft verkregen. Toen hij destijds nog een eenvoudig Amsterdamsch boekverkooper, maar toch ook reeds ijverig zoölogisch verzamelaar, zich in April 1836 per adres tot Koning Willem I wendde, om onder steuning tot oprichting van een diergaarde van blijvenden aard in de hoofdstad, kon hij weinig denken, dat er uit dit mosterdzaadje zulk een reusachtige boom zou groeien. Vooral omdat hij in den beginne nog al 't gaat meer zoo met tegenwerking te kampen had, vooral van het Gemeentebestuur, dat reeds bij de gedachte aan leeuwen, beren en tijgers in Amsterdam doodsbleek van angst werd en een afwijzend adres gaf. Maar niettemin wist onze wakkere boekverkooper met medewerking van twee zijner vrienden, een commissionnair en een horlogemaker, het zóóver te brengen, dat zij voor f 6400 een tuin in de Plantage konden koopen, waar den lsten Mei 1838 het genootschap „Natura Artis Magistra" kon opgericht worden met 120 leden. En thans na vijftig jaren, telt het er juist vijftig maal zooveel6000, en heeft de oorspronkelijk slechts kleine tuin na vorloop van een halve eeuw een uitgebreid heid verkregen van meer dan 10 bunders. Wat er in het „huishouden" van zulk een inrichting omgaat, kan men opmaken uit het feit, dat er alleen voor de voeding der dieren jaarlijks een bedrag van circa f 50.000 wordt be steed, en aan loon voor oppassers en knechts (zonder de bazen) wekelijks een som van f 500 uitbetaald wordt. Maar al die cijters zouden nog bitter weinig beteekenen, indien Artis zelf niet zulk een voortreffelijken indruk maakte en werkelijk een glorie voor onze stad mocht heeten. Kom er waar of wanneer ge wilt, doorwandel al de tuinen, bezie alle dieren en alle hokken, kooien en stallen, laat uw blik dwalen door al de zalen en museums, en overal zult ge slechts de sporen van welvaart, bloei, orde en regel vinden. Zoodoende mag de Dierentuin te Amsterdam wel niet de grootste, maar, volgens het getuigenis van onpartijdige vreemdelingen, de best ingerichte en zorgvul. digst onderhoudene uit heel Europa genoemd worden. En daarmede waren de vele duizenden het volkomen eens, die Dinsdag in feestelijke stemming op de terreinen bijeen waren. Het was een buitengewone drukte in de stad; overal vlaggen, kletsnat, maar toch vlaggen en zelfs de trams naar de plantage waren zwierig opgetooid. Artis zelf was natuurlijk volop in feesttooi, niet al te kwistig, maar keurig netjes. Aan de vestibule van het hoofdge bouw had men o. a. een heel aardig effect verkregen met een decoratie van aaneengeschakeld kristal, dat vooral bij avond een schitterenden indruk teweegbracht. Niet volko men hetzelfde kan ik getuigen van de Dinsdagmor gen uitgesproken feestrede van prof. Stokvis; zij was in den aanvang te geleerd, te preekerig, te droog, te stok- vischachtig zou ik bijna zeggen; later, toen we het slot naderden, begon de spreker warmer te worden en kwam er wat vuur en geest in zijn voordracht, die toen dan ook braaf geapplaudiseerd werd. Maar de daarna gevolgde can tate van Daniël de Lange, op woorden van Alberdingk Thijm, maakte alles goed en mocht het glanspunt van het programma heeten. Hier en daar waren Tbijms vaerzen wat zwaar op de hand; zoo geloof ik niet, dat al de hoor ders recht geweten hebben wat de dichter wilde zeggen, toen hij schreef: „Nu is de blauwe Hemel waard, dat hij een w e 1 v e geeft aan de Aard"; ook is het de vraag, of men „myriaden werelden,, wel kan vervangen door „waereld-myriaden", en zoo vind ik „vereeringshuivring" onverschillig of men 't spreekt of zingt, geen mooi woord. Doch dit neemt niet weg, dat de cantate over 't geheel beschouwd, vele verhevene, gespierde en toch zangerige strofen bevat, die den componist voortreffelijk konden inspireeren. En aan inspiratie, aan dat goddelijk ik-en-weet-niet-wat, dat de diepste roerselen der muziek vormt, heeft het onzen De Lange dan ook blijkbaar niet ontbroken. Op meesterlijke wijze heeft hij de gedachten en gewaarwordingen van den dichter in tonen weten te vertolken, en vooral de instrumentale inleiding was prach tig georchestreerd. Gelukkig traden er duchtig gedrilde koren op, en waren de vier solisten zangers en zange ressen van goed allooi. De indruk der geheele cantate was dan ook overweldigend schoon. De Dinsdagavond was verder geheel aan de feestelijk heden gewijd. Te 6 uren een feestmaaltijd in Artis van 130 genoodigden, waaronder twee leden van het nieuwe kabinet, de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Justitie. Dat daarbij druk getoost werd, zal men ook zonder dat ik het in mijn kroniok opzettelijk aanteeken gaarne willen gelooven. Onze nieuwe premier, baron Mac- kay, sprak zijne heilwenschen voor den bloei van het Genootschap in eenige welgekozen en gevoelvolle woorden uit, die over 't algemeen een goeden indruk maakten; zijn ambtgenoot van justitie liet zich echter niet hooren. Maar geestig was vooral de kleine speech van onzen burge meester; bij zulke gelegenheden weet de heer Van Tienho ven buitengewoon goed het rechte woord en den rechten toon te vinden. Van de daarna gevolgde illuminatie van Artis, zeer weelderig en smaakvol aangelegd, kwam zoo wat niets terecht: de liefelijke Meiwind, of liever Meistorm, blies onbarmhartig alle lichtjes uit. En onder voortdurend wisselende storm- en regenvlagen is ook eergisteren en gisteren het programma verder voortgezet, totdat gisteren avond de feestelijkheden werden besloten met eene tweede uitvoering der cantate en een (wel wat duister) lied van Hofdijk. En zoo heeft Amsterdam drie dagen lang met gepasten zwier het gouden feest van zijn onvolprezen dierentuin gevierd. De geheele burgerij deed mee, de geestdrift was algemeen, en ondanks de tegenwerking van weer en wind mag het geheel naar wensch geslaagd heeten. 4 Mei 1888. Grijsbr-eclit. tiinnenlandsch Nieuws. de waarheid te overtuigen, ijlde hij dwars over den hof, door de poort van het slot Het schouwspel, dat hem hier wachtte, was ontzettend. De hemel was verlicht bijna als bij klaar lichten dag. Een in tensief rood kleurde den horizonHet dorp dat beneden aan den berg lag, bood een huiveringwekkenden aanblik. Hier en daar, aan alle vierhoeken sloegen de vlammen ten hemel en het vuur breidde zich met vreeselijke snelheid in alle richtingen uit, overal rijkelijk voedsel vindende want voor weinige dagen was de hooioogst nog in de schuren gebracht. Geheel ter zijde el van de andere huizen en dichter bij het slot, steeg insgelijks een vervaarlijke vuurzuil omhoog. De oude man keek metver- k, glaasden blik naar dat punt. Daar lag zijn hofstede, die meer dan honderd jaren in het bezit zijner familie was geweest en geen twijfel, die stond in lichter laaie. En daar binnen sliep zijn kleinkind, zijn Martin. 1 Brand Brand gilde de oude man, terwijl hij gelijk een razende de handen wrong. De bijl ontgleed hem daarbijde groote boer scheen nu op niets anders te letten, dan op zijn brandende hofstede. Hij vergat de wraak en den trotschen graaf Zoo snel zijne krachten hem toelieten, stoof hij den rijweg op naar zijn hofstede. Verscheidene malen, wanneer hij door het harde loopen buiten adem was, moest hij even blijven staan. Brand! Brand! klonk het dan dof van zijne lippen. „Dat is een nieuwe schurkenstreek van u, mooie graaf ik gevoel dat en weet het maar bij den al machtigen God, het zal u vergolden worden Mijn Martin, mijn kleinkindgilde hij daarna en als door furiën voortgedreven, vloog de oude man, zoo snel zijne voeten d( hem maar dragen konden, naar zijne brandende hofstede. la In het graaflijk slot stond ter zeltder tijd graaf Wolf van ei Wolfenstein bij een der vensterramen en staarde met over el- k; kander gekruiste armen, met donkeren blik naar het braudende dorp. Zijne echtgenoote was hem onder het storten van vreug- V. detranen, om den hals gevallen. Uit hare doodsangst en ver- twijfeling ontwakende, had zij geen andere gedachte gehad, Do: dan dat de geliefde man, hare kinderen en zij zelve voor het de allervreeselijkste bewaard waren gebleven. „Gered God zij 12 dank, wij zün gered!" had zij jubelend uitgeroepen. Maar met bijna ruw geweld had graaf Wolf haar van zich gestooten en was naar het venster getreden. „Gered ja gered fluisterde hij met bevende lippen in zich zeiven //gered maar tot welken prijs d De ontroering werd nu ook hem te sterk en onder het sla- en ken van een doffen kreet sloeg hij bewusteloos op den grond neder. Het polderbestuur der Zijpe beeft nu den raad nog een handje wiilen helpen naar het schijnt. De minder gunstige finantiëele toestand der gemeente, belette den de raad aanneming van het voorstel van den heer Kaan, om het naast de school te Oudesluis staande huis aan te koopen en dat terrein in te richten tot speelplaats voor de op die schoolgaande kinderen, een inrichting, die daar ter plaatse geen artikel van weelde kan genoemd wordenhet tegendeel is waar, want men heeft bij dat schoolgebouw niet eens een speelplaats. Evenwel werd aan B. W. machtiging verleend met den eigenaar van bedoeld huis over den verkoopprijs inlichtingen in te winnen. Tot sluiting der vergadering werd zij vergast op het op ongezegeld papier en daardoor waardeloos geworden verzoek schrift van zekeren Kouwenberg te Schagerbru?, den raad uit- noodigende hem van gemeentewege aan een woning te helpen. Hierna ging de vergadering over in comité ter behandeling van reclames op den Hoofdelijken omslag. Hoogwoud. 2 Mei 1888. De vereeniging ter bevordering van geregeld schoolbezoek te Hoogwoud, genaamd „Volksmin" hield heden avond hare gewone voorjaarsvergadering De rekening wees tegenover een ontvangst van f 269.95, een uitgaaf van f 228.82 aan, en sloot derhalve met een batig slot groot f 41.13, Aan de beurt van aftreding waren de be- stnursleden S. Glas, K. Vel en J. Schermer, waarvan eerstge noemde herkozen werd, terwijl de beide anderen vervangen werden door de heerenJ. Schagen en G. Groot. Aan een rijtoer naar Enkhuizen den 15den Juni e.k. te houden, zullen deelnemen 112 leerlingen en voor de leerlingen beneden de 10 jaar, 227 in aantal, zal op 6 Juni in de kolfbaan van den Heer G. Groot een feest worden georganiseerd. Leerlingen, die gedurende den tijd van een jaar meer dan vijf schooltijden ver zuimden, zijn voor beide feesten buiten gesloten. Bij de verkiezing van een lid der Provinciale Staten in het hoofdkiesdistrict Zaandam (ter vervanging van den heer J. Prins, thans lid der Eerste Kamer), werden uitgebracht 1223 stemmen, waarvan 4 van onwaarde. Van de geldige stemmen kregen de heer A. Laan (liberaal), te Wormerveer, 460 de heer R. Cz. de Boer (liberaal), te Assendelft, 491en de heer W. Hovy (anti-rev.), te Amsterdam, 276, zoodat er herstem ming moet plaats hebben tusschen de heeren De Boer en Laan. In een huis op den Nieuwendijk te Amsterdam is een Straatsburger, Jos. Büllesbach geheeten en bijgenaamd Riesen- 'oart, te zien, wiens baard, vol en fraai van kleur, de buiten gewone lengte heeft van 1.70 meter, slechts twee centimeter korter dan de persoon zelf lang is. Het heeft den bezitter van den monsterbaard 13 jaren van buitengewone verzorging gekost, om het zoo ver te brengen. Vroeger was Büllesbach vaandrig in de Pruisische armee. Naar de „Hoogezandster Courant"mededeelt, heeft op de kermis, onlangs te Hoogezand gehouden, de mallemole den eeisten avond f 1000 en den tweeder. avond f900 opgebracht. Het blad verwondert zich daarover, na een zoo nijpenden win ter als wij gehad hebben, en met het oog op de algemeene klacht over de slechte tijden. Donderdagnamiddag hoorden de bewoners van de Heisteeg te Arnhem in een gesloten huis het gekerm van een kind. Men opende de deur en vond een alleen gelaten kindje op de kachel. Deerlijk gebrand is het naar het Kinderziekenhuis over gebracht. In de Staatscourant (no. 106) vindt men, de opgaven betreffende den loop der bevolking des rijks in 1887, het be- bevolkingscijfer opgegeven van iedere provincie en van het rijk op den 2en Januari 1888. De cijfers zijn als volgt er Wordt Veryolgd. Schagen 5 Mei 1888. Naar wij vernemen zal morgen, Zondag 6 Mei, des na middags van 2 tot 4 uur, in het Noord-Holl. Koffiehuis alhier, eene voor een ieder toegankelijke tentoonstelling gehouden wor den van de voorwerpen, vervaardigd door de leerlingen van den cursus voor Huisvlijtschool, van wege het Departement Schagen dezen winter aan eenige leerlingen verstrekt. De voorstanders van Huisvlijtonderwijs zullen zeer zeker uit eigen beweging deze tentoonstelling gaan bezoeken. Degenen, die, veelal der zake onkundig, het nut van dit onderwijs betwisten, raden wij ten zeerste aan, deze tentoonstelling niet onbezocht te laten, doch hunne theoriën te toetsen aan de werkelijkheid. Gisterennamiddag overkwam H. van Leeuwen, wonende te Zijpe, op de Snevert, onder onze gemeente, een ernstig on geval. Rijdende met een boerenwagen, waarop een varken gela den, schrikte het paard, waardoor y. L. het stuur verloor, en van den wagen viel, zoodat deze over hem heen reed. Ernstig gekwetst werd hij in huis gedragen bij den heer E. van der ïlorst. Het inmiddels aan den loop gegaan zijnde paard, werd spoedig gegrepen. In de vergadering van den raad der gemeente Zijpe, j.1. Dinsdag gehouden, en die door alle ltden werd bijgewoond, werd voor kennisgeving aangenomen een adres van den Zijpe en den Hazepolder, in welk verzoekschrift bij den raad wordt aangedrongen op handhaving van het politie-reglement betref fende de verbotsbepaling voor het rijden met hondenkarren in die gemeente, „daar het onderhoud der wegen door deze pol derbesturen wordt bekostigd en zij niet gaarne de schade dragen, aan de wegen veroorzaakt door de honden-rijtuigen. Bij eene vorige raadsvergadering was het rijden met honden ook al een gewichtige kwestie en wilde men o. a. de met honden bespannen wagens of karren niet in de gemeente dulden, omdat anders concurreerende kooplui uit andere gemeen ten in de mogelijkheid werden gesteld die gemeente met een bezoek te vereeren, betgeen natuurlijk minder aangenaam kon worden voor sommige winkeliers of neringdoenden in de Zijpe. Provinciën. Mannen. Vrouwen. Totaal. Noord-Brabant254,274 Gelderland 256,916 Zuid-Holland 447,257 Noord-Holland389,004 Zeeland99,197 Utrecht106,986 Friesland167,736 Overijsel149,594 Groningen135,272 Drente67,565 Limburg130,458 251,106 250,613 479,952 414,546 101,405 108,972 169,855 143,462 138,252 61,588 126,950 505,380 507,529 927,209 803,460 200,602 215,958 337,591 293,056 273,524 129,153 257,408 Het rijk 2,204,259 2,246,611 4,450,870 De bevolking des rijks is in 1887 toegenomen met 60.013 zielen. Men schrijft uit Drente van 1 Mei Het is heden de dag, die zooveel drukte veroorzaakt aan hen die dit jaar moeten verhuizen of, zooals men hier algemeen noemt, //vervaren". Vooral in deze streken is het laatste woord meer gepast dan het eerste, want de groote afstanden, en de menigte goederen, die bij verwisseling van woonplaats eens landbouwers zijn betrokken, doet dn wel veel gelijken op het trekken van de eene landstreek naar de andere, zooals dit bij sommige volksstammen vroeger plaats had. Daar er hier weinig kanalen zijn, wordt de geheele inboedel eens landbouwers bij vertrek naar een ander dorp op wagens vervoerd. Daartoe hel pen alle landbouwers uit het dorp, waar de nieuwe meier komt. Zoo zag men op Rolderveld, een heideveld, groot ruim twee uren gaans, 21 met tilbare goederen beladen wagens achter elkander in eene rij over het veld rijden. Het „vervaren" der meiers is een eigenaardige Me'drukte, waarbij in elk geval de uabers, en bij bovenbedoelde verhuizing het geheele dorp, ter hulp wordt geroepen. Voor de van verschillende kanten bewezen hulp en gedane diensten wordt slechts jenever geschon ken, gelijk eene jeneverpartij of „seg" des avonds de kroon op het werk zet. Terwijl de boer met zijne knechten den nieuwen dorpsbewoner inhaleD, zijn diens dochters en meiden bezig het huis, dat bewoond zal worden schoon te maken. Men noemt dit „hoes hemmelen" en voor de meisjes uit het dorp, de „hoesschooners", is dit eene heele pret, want ook deze zijn ruim van sterken drank voorzien, daar de nieuwe landbouwer

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1888 | | pagina 2