Er vergeef ons onze schulden!
Donderdag, 21 Juni 1888.
31ste Jaargang. Ho. 2204.
Gemeente Sc hagen.
Bekendmakingen.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCHAGEN, Laan, H, 5.
Buitenlandsch Nieuws
AIiikh
COURAN
AlïHtüÉ- k Li
Dit blad verschijnt tweemaal per week: W oensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
TENTFÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger.
POLITIE.
Vermist op Zaterdag 16 Juni jl. uit eene weide aan den
Groenyelderweg onder deze gemeente
een hokkeling.
met een lichten kop en lichte horens.
Inlichtingen hier omtrent worden verzocht ter Secretarie
alhier.
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
Gelet op art: 89 a van het politie-reglem ent dezer gemeente.
Brengen ter algemeene kennis
Dat het van af den 18en tot en met den 21en Juni en
op den 24en Juni a. S. in het belang der openbare veilig
heid verboden is, in de kom dezer gemeente, anders
dan stapvoets te rijden.
Overtreding wordt gestraft met eene boete van vijf gul
den.
Schagen, den 12eu Juni 1888.
Burgemeester en Wethouders voornoemd;
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
Roman van GEORGE HöCKER.
28.)
XIV.
Het onschuldige, onvervaren Antje tot zijn plan van een
geheim huwelijk over te halen, scheen den jongen graaf Wolf
niet bijzonder moeielijk toe. Hij gevoelde, dat het lieve, jonge
schepseltje hem onvoorwaardelijk vertrouwdeook gevoelde hij
geenerlei gewetenswroeging, het meisje tot zulk een ongewonen
stap te overredenhij meende het immers eerlijk en trouw
met haar, en hij sloot toch een wettig huwelijk met haar, zelfs
al moest dit voor de oogen der wereld ook eenige jaren lang
verborgen blijven. Moeielijker scheen het echter den jongen
graaf toe een geschikten tusschenpersoon te vinden, want in ieder
geval moest het huwelijk zoo geheim en eenvoudig als het
maar mogelijk was, plaats hebben. Zelfs Anna s ouders moch
ten natuurlijkerwijze evenmin iets weten van de toekomst
van hun kind, als het graaflijk echtpaar. Er moest dus in ieder
geval eene ontvoering plaats hebben en deze moest zoo handig
en bekwaam uitgevoerd worden, dat er op Wolf niet de minste
verdenking kon vallen, van hierin de hand te hebben.
De toekomstige majoraatsheer dacht er nog een oogenblik
aan, zijn broeder in het vertrouwen zijn geheim mede te dee-
len. Hij wist, hoe trouw en uitnemend deze hem bij elke
gelegenheid ter zijde stond en hoe zijn bedaard karakter hem
dikwijls voor menige overijling had bewaard. Maar juist dit
laatste deed hem aarzelen. In zijn hart ontstond toch het flauw
vermoeden, dat hij op het punt stond, een grenzelooze onbe
zonnenheid te begaan; want ten slotte scheidde toch een
geweldige klove hem, den hoog beschaafden, uit een doorluch
tig geslacht gesproten man, van de eenvoudige, burgelijk opge
groeide molenaarsdochter, die niets anders bezat, dan eene
zeldzame reinheid en uiterlijke lieftalligheid. Maar de verma
nende stem van het gezond verstand wist de hartstochtelijke
minnaar steeds weder tot zwijgen te brengen. "V oor alles was
bet hem er om te doen, de geliefde zijns harten te bezitten,
wat er later volgde, daaraan wilde hij nu niet denken en hij
bield zich opzettelijk doof voor alle influisteringen van het
gezond verstand. Het was hem te moede als een beschonkene,
die een oogenblik van genot gaarne betaalt met een lijden tan
vele jaren. „Na ons de zondvloed!" dit ontzettende woord van
bet wulpsche Frankrijk in de achttiende eeuw, was ook zijn
parool geworden. Maar instinktmatig gevoelde hij, dat in
geval Èrich niet goed zijn vertrouwde kon zijn.
Hij moest aan een anderen bemiddelaar denken. Maar van
dien te krijgen? In den geest liet de jonge graaf al zijne
bekenden de revue passeeren, en hij bezat er een groot aanta
och trots al zijn gepeins kon hij geen naam ontdekken, wiens
hem welkom zou zijn geweest als medeweter van zijn
9
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIÏJN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden aaar plaatsruimte berekend.
AVekelijbscIi Politiek Overzicht.
Nog verkeert de wereld onder den ter neder drukkenden
indruk, dien het afsterven van den Duitschen „Voorjaarskeizet"
teweegbracht. De "VoorjaarskeizerWant even als de lente deed
hij alle harten zwellen van blijde verwachtingen, en gelijk de
lente is hij schielijk verdwenen en heeft hij zijn volk niets
nagelaten, dan het vermoeden van al het grootste, hetwelk
het van hem mocht verwachten, evenals de herinnering aan
al de knoppen en nieuwe loten, die zoo veel belovend waren
uitgekomen, om nu weder met hem te verdwijnen.
In keizer Friedrich wordt door zijn volk en zijn tijdgenoot een
koninklijke held èn lijder betreurd. Een beschermer van het
recht en de rechtvaardigheid, een bevorderaar van het goede en
het schoone en het ware, eene lichtgestalte in meDschelijke
gedaante, en hoe zwaar ook zijn lijden en hoe groot ook
het gevaar was, waarin zijn leven verkeerde, volk en tijdgenoot
hoopten toch nog, dat zijne kwaal niet zou verergeren, en het
hem vergund zou mogen zijn, voor zijn volk te mogen blijven
leven tot het onafwendbare jongstleden Vrijdag plaats bad.
In waarheid kan men van Keizer Friedrich zeggen, trots zijn
korten loopbaan als heerscher en regent: //Wie zijn leven goed heeft
besteed, die heeft voor tijd en eeuwigheid geleefd."
Zijn oudste zoon, de tegenwoordige keizer Wilhelm II, heeft
na al de vereering, die zijn grootvader verwierf, na al de liefde,
die zijn vader zoo onbegrensd ten deel viel, een moeielijk te
Eensklaps maakte de machtige loop der wereldgeschiedenis
een einde aan al het wachten en zorgen van den besluiteloo-
zen Wolf. De intusschen met gunstig gevolg bekroonde bezet
ting van Rome en de proclamatie van het vereenigd koninkrijk
maakten natuurlijk aan het Italiaansche hof eene uitbreiding
noodig van het aantal der buitenlandsche gezanten. Ofschoon
nu de jonge gezantschaps-attaché, Wolf van Wolfenstein, van
wege zijne in den oorlog bekomen wonden nog steeds groot
verlof had, ontving hij toch van zijn superieur de beleefde
uitnoodiging, zoo spoedig mogelijk weder op zijn post te zijn,
daar men anders uit hoofde der dringende bezigheden, naar
een plaatsvervanger zou moeten omzien.
Hoe weinig Wolf zich nu ook om deze laatste omstandig
heid zou bekommerd hebben want het jeugdige Koninkrijk
met zijne hevige politieke geschillen bood toenmaals voor den
verwenden jongen man weinig genoegelijks aan zoo duldde
toch zijn eerzucht niet, zich in zekere mate zoo achteruitgezet
te zien. Ook zijn vader hield het voor een zeer natuurlijke
zaak, dat Wolf onmiddellijk naar zijn post zou terugkeeren,
te meer, daar zijn wonde reeds lang genezen was en hij weder
de bloeiende, schoone, gezonde jonge man van weleer was
geworden.
Nu kwam het er op aan, zonder aarzelen te handelen en
te besluiten. Daar het bij Wolf eene uitgemaakte zaak was, van
zijne liefde geen afstand te doen, en daar de gedachte, verre
van de wantrouwende blikken der ouders en bloedverwanten
zijn geluk te kunnen genieten, hem steeds meer en meer toe-
lachtte, was het nu hoog tijd, om te zien naar iemand, dien
hij vertrouwen kon, die Anna's ontvoering zou kunnen bewerk
stelligen, terwijl hij reeds in het zuiden vertoefde.
Toen richtte de jonge graaf eensklaps het oog op den ver
trouwden kamerdienaar van zijn vader. In tegenstelling met
Erich, had de geslepen Frans, wel wetende dat Wolf de lieve
ling van zijn vader was, zich tegenover dezen steeds van de
voorkomendste en onderdanigste zijde laten zien. Reeds vroe
ger was hij ook de vertrouwde geweest van den jongen, toe-
komstigen majoraatsheer. Op de innemendste wijze had hij
dezen zijn hulp verleend bij de bemanteling van menig klein
avontuur, dat Wolfs vader niet ter oore mocht komenOok
op andere wijze was de kamerdienaar altijd hulpvaardig geweest
jegens den jongeling. Trots het overvloedige zakgeld,», hetwelk
zijn vader hem gaf, had Wolf zich toch altijd in geld verle
genheid bevonden. Dan had hij er geen gewetenszaak van
gemaakt, het ootmoedig aanbod van den kamerdienaar, hem
te mogen helpen, aan te nemen. Daarbij was Frans een zeer
gemakkelijk schuldeischer, die niet alleen hardnekkig weigerde
de minste rente te nemen, maar kapitaal op kapitaal stapelde,
zonder zijn schuldenaar ook maar een enkele maal te verma
nen tot terugbetaling van de reeds aanzienlijke som.
Snel besloten riep "Wolf derhalve op zekeren dag, kort voor
zijn afreis, den kamerdienaar ter zijde.
„Frans," zeide hij tot hem, toen deze hem met zijn koude,
grijze oogen vol verwachting aanstaarde, „ik kan mij toch wel
verlaten op uwe stilzwijgendheid?"
De kamerdienaar legde bezwerend de hand op het hart. „Ik
bewaren erfenis bekomen. Op betrekkelijk nog jeugdigen leeftijd
aanvaardt hij de regeering. Met hem komt een nieuw geslacht
aan het roer van staat. Öp de geslachten van 1830 en '40
volgt dat van 1860. Deze jongeren hebben zeiven niet het
strijden en worstelen der volkeren mede doorleefd, welke vooraf
gingen aan de vorming van het vereenigde 1'uitsche rijk. Zij
vonden de voldongen feiten, de nieuw geschapen toestanden,
zonder den last der herinneringen uit andere dagen. Zij hadden
geen verwachtingen te begraven, om zich over het verkregene
te verheugen, zij hebben op de ouderen vooruit, wat Goethe
in Amerika zoo roemt: „geen vervallen sloten en geen graven."
Dit gebrek aan een verleden is misschien voor een nieuw ge
slacht een bijzonder voorrecht, al hoewel het doldriestige, al te koene,
hetwelk aan de jeugd pleegt eigen te zijn, voor keizer Wilhelm II,
verzacht schijnt door de omstandigheid, dat de bejaarde raadsman
zijns vaders en zijns grootvaders, dat vorst Bismarck hem ter zijde
staat. Zoolang deze rijkskanselier den jeugdigen Monarch hehouden
blijft, zoolang zal zijne regeering gevrijwaard zijn voor elk gebrek
aan continuïteit van een regeeringsplan in binnen- zoowel als in
buitenlandsche aangelegenheden en hoe weinig Keizer Wilhelm II
tot nu ook in de gelegenheid was, zijne gedachte en zijne
zienswijze openlijk te verkondigen, zijne plannen en wenschen
anders dan in de ruwe omtrekken van plechtige verzekeringen
bekend te doen worden, zoo weet men toch van hem, dat eene
ongehuichelde bewondering hem boeit aan de persoon van den
rijkskanselier, wiens buitenlandsche politiek vooral in hare feiten
reeds in prins Wilhelm een kundig beoordeelaar heeft gevonden.
Geldt Keizer Wilhelm II voor zijn volk zoowel als voor de
naburige volkeren in alle opzichten in de politiek nog als een
zal stom zijn als het graf, heer graaf, wanneer gij het verlangt."
„Nu goedhet betreft de uitvoering van eene zaak, die ik
slechts kan toevertrouwen aan geschikte handen, want mijn
levensgeluk hangt er van af.*
In zijne onstuimigheid bemerkte graaf Wolf niet, het lichte,
sardonische lachje, dat om de dunne lippen van den kamerdie
naar speelde, maar schilderde hij hem in haastige trekken, hoe
hij Antje had leeren kennen en beminnen en geen anderen
wensch meer koesterde, dan dit meisje te bezitten en tot
echtgenoote te maken.
In eerbiedige houding had de dienaar geluisterd naar de
mededeelingen van den jongen man geen trek op zijn onbe
wegelijk gelaat had verraden, wat er in zijn binnenste was
omgegaan, slechts de uitdrukking zijner oogen kon hij niet
beheerscchen en uit dezeu blonk zulk een duivelsche zekerheid
van te zegevieren, dat graaf Wolf zekerlijk ontsteld en zijne
liefde aan andere handen toevertrouwd zou hebben, wanneer
hij toevallig zulk een blik had ontmoet. Zoo echter zag hij
slechts de deemoedige, onderdanige houding van den vertrouw
den kaïnerdieuaar zijns vaders. Deze kwam hem in al zijne
wenschen tegemoet, zonder ook maar een enkel woord van be
denking of tegenwerping te doen hooren.
Wolf haalde ruimer adem toen hij de lastige aangelegenheid
zoo glad van stapel zag loopen. In enkele oogenblikken had
hij alles met Franz besproken. Deze zou eenige weken na
Wolf's vertrek op een bepaald uur Antje afhalen en naar de
residentie vergezellen, daar zou hij haar van reisgeld voorzien
en haar op den sneltrein brengen, die haar naar Calais zou
voeren.
In Calais zou Wolf zelf zijne geliefde opwachten, met haar
naar Engeland reizen en zich daar laten trouwen. Dan was hij j
van plan, een kleine, schoone villa te huren aan eene der
Noord-Italiaansche meren en daar, afgezonderd van de geheele
wereld, het zalige geheim zijner jeugdige liefde met volle teu
gen te genieten.
De kamerdienaar beloofde verder, alle noodige papieren te
zullen verschaffen, opdat niet de minste moeielijkheden in den
weg zouden treden.
Zoo reisde dan Wolf met verlicht hart en overgelukkig, af
naar zijn standplaats, nadat hij te voren van Antje afscheid
had genomen en het eenvoudige, onervaren kind had over
reed, in alle opzichten in zijn plan toe te stemmen.
Graaf Wolf, de oudere, .was zeer bedroefd, dat zijn oogappel
moest vertrekken, zonder met Angelika vou Almenrode in het
reine gekomen te zijn. De majoraatsheer had er natuurlijk niet,
het minste vermoeden van, dat de jonge baronnesse toch reeds
in het geheim was verloofd met zijn jongeren zoonhij ver-
verwachtte van de naaste toekomst alle heil; immers Rome was
niet uit de wereld en hij zou er wel voor zorgen, dat Wolf
spoedig verlof kreeg, om naar het slot Wolfenstein terug te
keeren.
Wordt Vervolgd.