ïllnnenlandsch Nieuws. Gemengd Nieuws noeg half leeg, en nog steeds bleef het wufte kanslot de deelnemers begunstigen en de exploitanten der straatloterij benadeelen. Radeloos keken laatstgenoemden elkander aan. Het angstzweet paerelde den een op het gelaat, en om dit af te wisschen, haalde hij zijn roodbonten zakdoek te voor schijn. Tegelijkertijd met die beweging zag de ander uit den zak van zijn maat een pakje op den grond vallen. Het te zien en het op te rapen, was het werk van een en hetzelfde oogenblikEn in datzelfde oogenblik gebéurde er nog ietsde eigenaar van den zakdoek ontving namelijk van zijn kameraad een zóó gevoelige en zóó welgemikten oorveeg, dat hij letterlijk naar de andere wereld dacht verplaatst te zijn. Dat was zijn portie uit de verloting! En geheel onverdiend was die gevoelige tuchtiging niet. Want de verschrikkelijke sul had de ongelooflijke stommiteit be gaan om het heele pakje met nieten in zijn zak te houden, in plaats van het onder de prijsnummers te vermengen. TableauDe omstanders lieten de twistenden hun geschil uitvechten, kochten geen loten meer en togeD triomfantelijk met hunne prijzen huiswaarts. En de fortuin kwam er af met den troost, dat de smet van bijzondere grilligheid haar ditmaal ten onrechte was aangewreven. Ja, die vergeetachtigheid speelt menigeen soms leelijke partenIk hoorde er dezer dagen een treffend en welspre kend staaltje van bij een echtpaar van mijne kennis, jonge luidjes, die amper de wittebroodsweken achter den rug hebben. Na verloop van den gebruikelijken termijn zouden zij hun eerste partijtje in hunne nieuwe, keurig ingerichte woning geven, en zaten zij op den bestemden avond in groot pontificaal hunne gasten af te wachten. De bepaalde tijd was eindelijk daar, de klok sloeg acht, maar er ver scheen niemand. Vruchteloos verdiepten zij zich in allerlei gissingen over het onverklaarbare uitblijven hunner ge- noodigden. „Hebt gij den tijd wel duidelijk aangegeven op onze invitatie-biljetten vroeg hij eindelijk. „Ik heb ze niet zelf geschreven," antwoordde zij//papa heeft ze hier voor mij in orde gemaakt en daarna medegenomen naar het postkantoor." „Zoo hernam hij op een langgerekten, wantrouwenden toon„maar uw papa heeft soms zulke vlagen van verstrooidheid door zijne drukke zakenheeft hij er wel duidelijk 8 uur op gezet?" „Volkomen duidelijk," verzekerde zij„ik heb ze ten overvloede stuk voor stuk nagezien." Het echtpaar moest dus geduldig blijven wach ten op de ontknooping van dit onverklaarbare raadsel. Eindelijk werd er gescheld. Dus dan toch één gast! Nu ja, de schoonpapa van den jongen echtgenoot, dus iemand dien men eigenlijk niet tot de gasten kon rekenen. Met verbazing bemerkte hij, die door de drukte zijner zaken altijd en overal-te laat kwam, dat hij thans de eerste was. Maar ook hij wist over het zonderling verschijnsel geen licht te geven, want hij had de briefjes en de adressen toch accuraat geschreven, het uur met een groote 8 geno teerd, zijne dochter had alles zelf nagezien, en dus Hij stond te peinzen, stond te mijmeren, en bleef zoo staan. „Maar ga dan toch zitten, papa!" liet de jonge vrouw zich eindelijk hooren. Werktuigelijk voldeed hij aan die uitnoodiging, machinaal liet hij zich, nog steeds pein zend, op de canapé nedervallen, maar om plotseling met een schreeuw van ontnuchterende teleurstelling weer op te springen. Zijne kinderen, denkende dat hem iets overkomen is, snellen doodelijk verschrikt toe Maar hij wenkt hun met de hand geruststellend toe en schudt slechts weemoedig het hoofd, terwijl hij op de achterpand van zijn gekleede jas wijst Die jas had hij sedert het jongste bezoek bij zijne kinderen nog niet weer aan gehad, en op het oogenblik dat hij zich nu neder wilde zetten, voelde hij een verdachte dikte aan den achterkant van dit kleedingstuk. Een greep met de hand een knettering van een bundel saamgevouwen papie ren een ijlings te voorschijn halen van het verdachte pakket, en het raadsel was opgelost. Papa had, door zijn „verwenschte verstrooidheid," zooals de jonge man zei, toen hij dien avond met zijn vrouwtje onder vier oogen was, vergeten de invitatie-billetten op de post te doen, en ze stillekens in zijn zak gehouden. Gelukkig voor een schoonvader in zulke omstandigheden, als de witte broodsweken zijner kinderen pas even achter den rug zijnDan kan hij nog wel eens een potje bij hen breken. Minder goed liep het hier dezer dagen af, mot een ma troos, die in plaats van iets vergeten te hebbenblijk baar zelf geheel vergeten was. Sedert drie jaar had hij de vaderlandsche kust niet aanschouwd, zwalkende op verre en vreemde wateren. Maar eindelijk is de reis afgeloopen, hij komt in het land en in de stad terug, en heeft hier dezelfde droeve ontmoeting die Tennyson in zijn Henoch Arden zoo roerend schilderde. Begeerig om zijn dierbare wedei helft te ontmoeten, gaat hij haar overal zoeken en vindt hij haar eindelijk in een cafétje, in den omtrek van de Amstelstraat, waar zij de gezellige genoegens smaakte, van eene niet door de wet gesanctionneérde samenwoning met den eigenaar van gezegd cafétje. Zoodra deze waardige man de oorzaak der verschijning van den hem overigens onbekenden varensgast vermoedde, gaf hij een ande ren afloop aan het geval dan Tennyson in zijn Henoch Arden beschrijft. De koffiehuishouder greep name lijk den onverwachten en onwelkomen bezoeker bij de kraag, werkte hem de deur uit en smeet hem vierkant op straat. Onze zeeman dadelijk op hooge beenen naar de politie„Maar „daar kan de politie niets aan doen!" kon hij met een variatie op het bekende volksdeuntje zingen. Want het café was niet zijn echtelijke woning te noemen en zijne aangebedene echtgenoote bevond zich thans op een grondgebied, waarbinnen hij niet het minste of gering ste te zeggen had, daar het etablissement op naam van den caféhouder stond. Wilde de zeeman haar dus tot terugkeer nopen, dan moest hij andere middelen in 't werk stellen, verondersteld altijd dat hij in de bestaande om standigheden op haren terugkeer nog eenigen prijs stelde. Ach neen, niet steeds is de liefde bestendig van duur! b Juli 1888. Grijsbrecht. Schagen, 7 Juli 1888. Onze plaatsgenoot W. M. van Kluijve, leerling van den lieer Kloeke, is heden geslaagd in zijn examen voor het gymna sium te Leiden. Te Krommenie heeft zich eene voorloopige commissie gevormd om in November a. s. een feest te organiseeren ter herdenking van het 75 jarig bestaan van Nederland's onafhan kelijkheid na de Eransche overheersching. Het 25ste zendingsfeest te Boekenrode heeft Woensdag in behoorlijke orde plaats gehad, en is door ongeveer 12000 personen bezocht. Het was een aardig gezicht op de stations, de halten en de verschillende wegen die toegang geven tot het terrein, waar het wemelde van personen, met verschillenden mondvoorraad beladen. Het weder, dat in den morgen wat guur was, helderde tegen den middag opvan toen af aan heerschte er een opgewekte, feestelijke stemming en reeds te 11 uur in den morgen waren de feestprogramma's uitverkocht. Bij ieder der verschillende spreekplaatsen was een muziekkorps, om met koraalmuziek den zang te begeleiden. Het feest werd geopend door ds. Hoogerzeil, en een koor van 500 zangers, getrokken uit den bond van Christelijke zang verenigingen hier te lande, voerde met begeleiding van het muziekkorps „Obada verschillende koornummers uit. Niette- gestaande den grooten toeloop van het publiekde opvolgende treinen van Botterdam en Amsterdam voerden telkens nieuwen aan—werd de orde geen oogenblik verstoord. De politie en rijksveldwachters, in grooten getale aanwezig, hadden niets anders te doen, dan als wegwijzers op te treden. Vlaggen van dezelfde kleuren als de bekomen kaartjes, waar schuwden de bezoekers welke trein zou vertrekken. Het feest mag uitstekend geslaagd genoemd worden. Het heeft bijgedragen tot flinke stijving der kas en menigeen nog een aardig voor deeltje bezorgd. -De leerlingen der openbare school te Warmenhuizen, die door getrouw schoolbezoek daarvoor in aanmerking kwamen, maakten Woensdag op kosten der gemeente een uitstapje per stoomboot naar Den Helder, terwijl de laagste klassen een school- leest vierden in het dorp. Tegen J. A. Fortuyn te Amsterdam is eene instructie geopend wegens eene voor den burgemeester van Amsterdam beleedigende uitdrukking, gebezigd in eene der verkiezings meetings. Van gemeentewege zullen in Den Haag op den ver jaardag van de Kroonprinses een algemeene illuminatie en een muziekuitvoering ten beste gegeven worden, terwijl bovendien t 2000 uit de gemeentekas aan de feestcommissie zal worden verstrekt. Toen een paar kinderen in het Huijgenspark te 's Hage zich met eenige mooigekleurde papiertjes zaten te vermaken, bleek het een voorbijganger, dat het speelgoed uit effecten, ter waarde van een paar duizend gulden bestond, die door de kleinen gevonden waren. De vondst werd aan het politiebureau gebracht, en daar door de eigenares eene dienstbode die haar Juli— coupons wilde laten knippen gereclameerd. Ongelukkig bleek meer verloren dan gevonden te zijn. Een gruwelijk feit had in het Lamgroen te 's Gravenhage plaats. Twee kinderen, het oudste nog geen 12 jaar, werden door de ouders vermist en toen men ging zoeken, hoorde men de meisjes schreien in de woning van een schoenmaker in die straat, die de kleinen binnengelokt had. De mishandelde kiu- deien werden kermende door de politie in een rijtuig naar het ziekenhuis gebracht. Dat er een sterke politiemacht noodig was om aan de veront waardigde menigte, die zich voor het huis van den ellendigen misdadiger verzameld had, te beletten, het verachtelijk sujet op staanden voet onderhanden te nemen, zal men wel willen geloo- ven. Het induvidu moest voorloopig iu zijn woning opgesloten en bewaakt worden. Jl. Vrijdag bevond zich aan het station te Roozendaal een Zuid-Bevelaudsch boertje, dat door zijne kleederdracht de aandacht trok van eenige Engelsche heeren. Een hunner vroeg aan het boertje, of hij zijne platen (zilveren broekstukken) aan hem verkoopen wilde, doch daar het boertje geen Engelsch ver stond, bracht een der conducteurs de vraag in het Hollansch over, waarop het boertje ten antwoord gaf„ja, voor 60 gul den." Dit aanbod werd aangenomen en het boertje ontdeed zich van zijne stukkeu, waarna bij zijne hemdsknoopen eveneens verkocht voor 25 gulden, hoewel hij den Engelschman gewaar schuwd had, dat zij niet van goud waren. Hij verkocht der halve voor 85 gulden wat slechts eene waarde had van 12 gulden. Een bod op zijn broek moest hij afslaan, daar de trein in aantocht was en hem dus geen tijd restte om die voor een heerenpantalon te verwisselen, dien hij nog eerst had moeten koopen. Uit Dinteloord wordt gemeld: In eene dezer dagen gehouden Raadsvergadering was aan de orde de behandeling van eenen brief van den Commissaris des Konings omtrent de vergrooting der le openbare school. Terwijl de burgemeester zich onledig hield, de bedenkingen van een der leden te weerleggen, viel een ander lid hem op hoogen toon in de rede. Volgens de verklaring van een der toehoorders voegde dat lid den burgemeester toe „Ik verkies dat je uitscheidt met dat uitleggen; je denkt dat je de baas bent, je hebt niets te zeggen, wij zijn baas." De burgemeester heeft hiervan proces-verbaal opgemaakt en ter vervolging aan den officier van justitie te Breda opgezonden. Hij meent door de boven vermelde uitdrukkingen belemmerd te zijn in eene handeling, ondernomen ter uitvoering van zijn wettelijken plicht. Te 's—Grevelduin—Kapelle werd een gewikste dief op eene aardige wijze iu den val gebracht. Zondagnacht, ouder gewoonte op roof uit, maakte hij zich meester van een partijtje stroo, dat op een erf opgehoopt stond. Ongelukkig echter waren de bossen niet stevig genoeg gebonden, althans bij het overdragen van het begeerde goed naar zijne woning verloor hij zooveel pijlen, dat de politie, het spoor volgende (systeem Klein Duimptje), den dief spoedig gevonden had. Haar bleek toen, dat zij met een zeer verdacht persoon te doen had, die reeds meermalen gevonnisd was ter zake van diefstal en lid is van de Neder- duitsch Gereformeerde gemeente (doleerende) te Vrijhoeven-Kapel. Te Deutichem leeft een echtpaar, dat op 11 Juli a. s. zijne 65 jarigen echtverbintenis viert. Het zijn de kerkedienaar Gerrit Jan Steenbergen en zijne huisvrouw Berendienaar Mulder. De man is geboren 20 Maart 1799, de vrouw 15 Juni 1808, Beiden verrichten nog altijd hunne gewone huiselijke bezigheden. Toen Geert R. te Meppel, beschuldigd zijn vierjarig kind Jitze door het toedienen van arsenicum te hebben vergiftigd er, door de rechtbank te Assen tot 20 jaren gevangenisstraf veroordeeld, door de rijksveldwachters weer naar zijne cel ge leid, zeide hij„dat valt me met, 'k had meer verwacht." Te Sneek zou een politie-agent een dronken sujet S. arresteeren, doch de kerel was hem te glad af en er ontstond een worstelpartij. Bij een brug gekomen, schenen S. en zijne kornuiten 't er op begrepen te hebben den agent over de leuning in 't water te werpen, wat hen zou gelukt zijn als niet een paar burgers hulp hadden geboden. De' agent werd vreeselijk gehavend; zijn sabel, waarmede hij getracht had zich te verde digen, was hem door de menigte ontfutseld en werd als over- winningsteekeu naar de woning van den verovenaar gevoerd. Hoe goedkoop tegenwoordig het papier ook zijn moge, nog altijd wordt bedrukt beschreven papier gebezigd ter verpak king van eetwaren. De Papier-Zeitung steunt daarom ten zeerste het adres, door den Schutzverein der Papierindustrie tot bet Reichsgesundheitsambt gericht, ter verkrijging van wettelijke be palingen, waarbij verboden wordt, eetwaren in gebruikt papier te wikkelen. Te recht wordt er in dat stuk op gewezen, dat men op vleesch, kaas, boter, spek enz. dikwijls den afdruk van boek- ot schrijf letters vindt. Indien de verbruiker wist, uit welke bestanddeelen inkt wordt gemaakt, zou hij zijn leverancier zeker bedanken. Maar Dog een ander gevaar is aan dergelijk gebruik van oud papier verbonden. Herhaaldelijk is het immers reeds voorgekomen, dat besmet ting door een leesboek, dat uit een gezin kwam, waar besmette lijke ziekte heerschte, is overgebracht. In boevele gevallen zal dus zeker een krant, die vrij wat meer rondslingert dan een boek, en overbrengster der smetstof zijn geweest door middel van de eetwaren, die er roekeloos in verpakt worden. Een verbod, om oud papier voor dat doel te bezigen, zou te vens een waarborg te meer opleveren, dat schrifturen van ver schillenden aard, aan den opkooper verkocht met uitdrukkelijk beding dat ze onmiddellijk vernietigd zullen worden, werkelijk rechtstreeks naar den papiermolen gaan. De onzinnigste lichaams-misvorming, ooit door vrouwen uitgedacht, is wel de gewelddadig verkregen voetverminking bij de vrouwen uit de hoogere standen in China, die eigenlijk met het verlies van den voet gelijk te stellen is. Zij werd door de oude volbloed Chineezen in lang verloopen tijd uit vleierij uitgevonden, om eene Prinses, die mot klompvoeten geboren was, te doen gelooven, dat alle vrouwen zulke voeten hadden. De zoo kunstmatig vervormde voeten der Chineesche vrouwen maken haar het loopen bijna onmogelijk en het op- en afgaan eener stoep zoo moeieljjk, dat Chineesche vrouwen ge woonlijk slechts gelijkvloers wonen, als zij zich de weelde van een drager niet kunnen veroorloven. Een in Tschusau gevestigd arts verhaalt bet volgende omtrent de wijze waarop zij die verminking tot stand brengen. De operatie geschiedt in twee periodes. De eerste periode begint in den loop van het tweede levensjaar van het kind. Do teenen worden door lange, in allerlei richtingen om den voet getrokken banden, tegen de voetzool naar beneden gedrukt. Alleen de groote teen wordt gespaard. De steeds vaster en vaster aangetrokken banden maken, dat de kinderen eindelijk met de rugvlakte der teenen op den grond komen te staan. Langzamerhand beginnen de teenen hunne eigenschappen als zelfstandige ledematen te ver liezen en vormen een met de voetzool vergroeide, onverdeelde massa. Dit is reeds in het volgende jaar het geval. Nu begint bet tweede deel der operatie. Deze heeft bijna uit- sluitind plaats bij kinderen uit den hoogeren stand, daar de min deren zich reeds met het eerste deel tevreden stellen. De voet, met den grooten teen, wordt nu door de banden langzaam zoo gekromd, dat do groote teen zoo dicht mogelijk bij den biel komt. Dit is veel pijnlijker dan het eerste doel en brengt vele zwakke kinderen ten grave. De banden worden nooit losser gemaakt, maar integendeel van maand tot maand steeds vaster aangetrokken, totdat de voet den begeerden vorm heeft aangenomen. Bij meisjes uit het volk, die, om den voet nog eenigszins te kunnen gebruiken, den grooten teen niet zoo dicht bij den hiel getrokken hebben als dit bij de rijken het geval is, en dus vol gens Chineesche begrippen een niet volkomen fraaien voet bezit ten, wordt dit gebrek bij feestelijke gelegenheden daardoor gemas keerd, dat men onder den voet een stuk kurk, dat den vorm van den zeer kleinen voet heeft, bevestigt en dat dan in plaats van den voet in den schoen gestoken wordt. In het jaar 1842 werd in de nabijheid der Duitsche stad Berlinchen het lijk gevonden van de dochter van den houtvester Ostow. De ongelukkige was gruwelijk mishandeld en daarna op onmenschelijke wijze om 't leven gebracht. Zekere Rostin, een jong boschwachter, met wien het meisje verloofd was geweest, maar dien zij om zijn lichtzinnig gedrag zijn afscheid had gegeven, werd van het misdrijf verdacht maar er was geen enkel bewijs van schuld te vinden. Eenigen tijd larer werd hij wegens het doodschieten van een strooper"tot tien jaren tuchthuisstraf veroordeeld. Toen zijn straftijd was afgeloopen en hij eone nieuwe betrekking had verkregen werd de verdenking dat hij bet jonge meisje zou hebben vermoord opnieuw opgewektde man verscheen weder voor zijne rechters en werd in 1854, tot levenslange tuchthuis straf veroord. eld. Zekere vrouw Gtündline, bij wien hjj tijdens den moord aan huis woonde en die aanvankelijk door 'haar ge tuigenis oorzaak was geweest, dat hij buiten vervolging bleef, deed thans verklaringen die zijn schuld overtuigend schenen aan te toonen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1888 | | pagina 2