AMSTERDAMSCHE KRONIEK. Wordt Vervolgd. Met den strijd tegen de prostitutie begint het hier thans meenens te worden. Trouwens, het werd tijd, meer dan tijd! Sommige buurten zijn door de gedragingen der pu blieke vrouwen als 't ware verpest, niet alleen 's avonds en 's nachts, maar zelfs op klaarlichten dag. Als een treu rig staaltje uit velen behoef ik er slechts aan te herrinneren, dat de verpleegden uit het Burgerweeshuis in de Kalver- strpat, die tot vóór korten tijd in de Oudezijds-kapel aan het einde van de Warmoesstraat ter kerk gingen, thans de godsdienstoefeningen in een ander kerkgebouw bijwonen, eenig en alleen om de weezen (waarbij meisjes en jongens van 20 jaar) geen ooggetuigen te doen zijn van de onzede lijke tooneelen, welke des Zondagsmorgens op den Zeedijk en in de verdere omgeving der Oudezijds- kapel voorvallen. Het naspel van den Zaterdagnacht is daar dan nog in vollen gang. En nu is het op den Zeedijk, wemelend van matrozenkroegen enz., wel het ergst, maar andere buurten genieten toch de niet benijdenswaardige eer, dat het er bijna even erg is. Er zijn straten en grach ten, in de onmiddellijke nabijheid van den Dam, dus in het hart der stad, die men met een dame 's avonds niet passeeren durft, wegens de schandelijke dingen die de voor bijgangers er te zien en te hooren krijgen. De onzedelijkheid neemt er hand over hand toe. En moet dit nu maar zoo voortgaan Op die vraag zal de burgerij thans een stellig antwoord zien te bekomen. Eenige wakkere mannen, bewoners van de Warmoesstraat, die vergiftigd is door de vele cafés- chantants of tjingeltjangels, welke men er vindt, hebben daartoe de handen ineengeslagen. Onder hunne leiding is onlangs een voorloopige Commissie benoemd, die een eerste poging heeft gedaan om aan den thans aangebonden strijd vasten vorm te geven. Zij zijn begonnen met een kort maar zakelijk adres aan den Raad op te stellen, dat in de zitting van jl. Vrijdag is ingekomen en ter fine van onder zoek in handen van Burg. en Weth. werd gesteld. In eenige breede trekken en met goedgekozen argumenten hebben zij in dat stuk de voornaamste grieven van hen en hunne medebewoners der verontreinigde buurten opgesomd. De overlast waarover zij te klagen hebben, bestaat volgens dit adres in de eerste plaats hierin, „dat bij het vallen van den avond tot laat in den nacht geheele benden pu blieke vrouwen zich op den openbaren weg bewegen, de voorbijgangers aanhouden en aanspreken en hare zedelooze taal uiten op een zoo luidruchtige wijze, dat de aan den openbaren weg gelegen gedeelten der woniDgen van adres santen des avonds en des nachts feitelijk onbewoonbaar zijn, terwijl zelfs in sommige gedeelten van genoemde buur ten die schandelijke tooneelen den ganschen dag zijn waar te nemen." Wat zegt men buiten de hoofdstad wel van dit Amster- damsche zedenschetsje, van dit kijkje op de moraliteit in „Nu, wat zegt gij van mijn idee vroeg graaf Albert, „dat noem ik liet doel treffen Zijn zoon knikte nadenkend met het hoofd. „Het verbleeken van den vertrouwden kamerdienaar van mijn oom heeft zeker iets te beteekenen/ antwoordde hij toen, „maar het zal ons trots dat alles onmogelijk zijn, achter het zorgvuldig bewaakt geheim te komen denk aan de verloren moeite, die wij reeds hebben aangewend „Rome is niet op een dag gebouwd/ antwoordde graaf Albert. „Wat ik tot heden slechts vermoedde, is voor mij nu zeker heid geworden Het onvoorzichtige ontstellen van den kamerdienaar heeft het mij verraden, dat er werkelijk een duis ter geheim bestaat, waarvan ik den sluier wil oplichten, het koste, wat het wil Wie weet, Egon" riep hij met glin sterende oogen uit, „misschien is de dag niet meer ver af, op welken wij als rechtmatige gebieders in dit slot onzen intocht zullen houden." Daar de kamerdienaar in dit oogenblik binnentrad, werd den jongen graaf het antwoorden belet. Frans had zich nu weder geheel hersteld en was even be daard als te voren. »Het spijt mijnheer de graaf zeer, u niet te kunnen ontvangen," antwoordde bij onderdanig, „hij is ook te lijdend, om naar waanzinnige spookgeschiedenissen te kun nen luistereu" daarbij boog de dienaar zich spottend voor den oudsten graaf „voor het overige heeft hij mij opge dragen, u mede te deelen, dat hij bij zijn eenmaal genomen besluit blijft volharden, en het den heeren uitdrukkelijk ver biedt, in het vervolg het slot weder te betreden." De beiden mannen verbleekten en wendden zich toen, om heen te gaan. „Dan is ons werk hier afgedaan," antwoordde graaf Albert bedaard. „Zeg mijn neef, dat hij nu niet moet ontstellen, wanneer wij openlijk tegen een misdadig bedrog zullen te velde trekken." Hij liet zich door het spottend lachen van den kamerdienaar niet van zijn stuk brengen, maar verliet, gevolgd door zijn zoon, zonder te groeten, de kamer. Frans keek hen na, tot de zware vleugeldeuren achter hem wareu toegevallen; toen haalde hij diep adem en staarde in diep gepeins naar den grond. Duivels, uu is het mij duidelijk, waarom die twee reeds de geheele week in deze streek rond dolen", zeide hij in zich zeiven„zouden zij werkelijk te weten zijn gekomen, dat neen, neen, het is niet mogelijk," ging hij haastig voort, onafgebroken met het hoofd schuddende. „Maar wanneer het toch het geval ware? Hm, hm! Wees op uw hoede, Frans, oude slimme vos, opdat men u niet te slim af is deze beide personages kunnen voor u ge vaarlijk worden, want zij hebben het recht aan hunne zijde het geldt nu een strijd op leven en dood, maar, de duivel hale mij, ik en geen ander zal als overwinnaar uit het strijd perk treden." Hij rekte zich fier in de hoogte en zijn hatelijk gelaat kreeg zulk eene beslissende en dreigende uitdrukking, dat zelfs de onverschrokken mannen, als de beide graven het "waren, er roor zouden ziju teruggeschrikt. de eerste koopstad des Rijks ia onze fijnbeschaafde negen tiende eeuw Maar er komt nog meer „Verder blijkt het, dat die vrouwen zich niet ontzien den toegang tot de woningen, van rustige burgers te ver sperren, door zich op hunne stoepen te legeren, zooüat net, bijzonder voor de vrouwen en dochters dier burgers, niet doenlijk is na zonsondergang hare woningen te verlaten, terwijl vooral de kooplieden, winkeliers en hotelhoudeis onder de adressanten van die versperring in hooge mate de nadeelige gevolgen ondervinden." Om hierin verbetering te brengen, worden ten slotte eenige practische wenken gegeven „De adressanten hebben vaak eenige hulp van de politie ondervonden, maar altijd slechts tijdelijk, wijl er eigenlijk geene verordening te dier zake bestaat. Zij vragen daar om de invoering van een verordening bijv. zooals te Brus sel bestaat. Deze bepaalt o. a., dat publieke huizen niet door uitwendige teekenen de aandacht mogen trekkende vrouwen mogen zich niet aan do deuren of vensters der bordeelen vertoonen, en derhalve geen personen aanroepen zij mogen niet paarsgewijze of bij troepjes op straat loopen en geen opzichtige noch onwelvoegelijke kleeding dragen zij mogen op straat niet stilstaan, noch heen en weer dreutelenzij mogen op straat niemand aanspreken de ramen der huizen moeten steeds gesloten zijn met gordij nen, en na half éon 's nachts mogen publieke vrouwen zich niet meer op straat bevinden." Of nu juist al die maatregelen voor Amsterdam, waar vele toestanden en verhoudingen weer zooveel anders zijn dan te Brussel, toepasselijk en wenschelijk zouden zijn, kan voor 't oogenblik in 't midden gelaten worden en is een quaestie van nadere bespreking. Voorshands is een algemeen en eenparig optreden der geheele burgerij nood zakelijk. Daarom heeft de commissie van initiatief het niet bij de indiening van een adres gelaten, maar tegen gisteren avond half negen in het gebouw „Werkenden Stand" op den Kloveniersburgwal een openbare vergadering bijeenge roepen van allen, die belangstellen in het aan den gemeen teraad gericht verzoek tot het maken eener verordening ter beteugeling van de openbare onzedelijkheid in het Centrum der stad." Zij werd geleid door den heer D. A. van Waalwijk, boekdrukker en uitgever in de Warmoes straat, de man die deze geheele beweging georganiseerd heeft. Toen ik te kwart over achten de zaal binnentrad, was er reeds veel publiek, maar bij de opening mocht zij inder daad „zeer talrijk bezocht" genoemd worden. ISlamededee- ling der besprekingen, die aangaande het onderwerp in den boezem der commissie zijn gehouden, waaruit het boven vermelde adres aan den Raad is voortgevloeid, zette de Voorzitter uiteen, daar geene speciale maatregelen voor bepaalde buurten worden verlangd, maar voor de geheele stad. Geen maatregelen van sanitairen of staathuishoud kundigen aard, of om het kwaad van de eene buurt te verplaatsen naar de andere, maai bepalingen die der onze delijkheid niet meer vrijheid geeft dan den gewonen burger is geschonken. En dat de vrijheid der onzedelijkheid groo- ter is, toonde spreker aan door verscheidene voorbeelden. Elk eerbaar bedrijf is hier ter stede onderworpen aan tal van soms zeer lastige en belemmerde bepalingen maar het oneerbare is vrij. Bij dag en bij avond zijn de bewoners van het centrum der stad getuige van schanda len, waartegen de politie wel waakt in bijzondere geval len, maar slechts repressief (bedwingend) niet preventief (voorkomend) kan de politie optreden. Geen wettelijke rege ling der ontucht wenschte hij, maar een verordening die der ontucht op den openbaren weg belet te worden een hinder, een schiik, een schade, een gevaar, zooals te Brussel een verordening bestaat. Om daartoe te geraken, is het adres gericht aan den Raad. Allen nu, die daarmee instemmen, worden uitgenoodigd adi essen van adhaesiete teekenen van den volgenden inhoud „De ondergeteekenden in ervaring gekomen zijnde, dat door bewouers van eenige straten in het centrum der stad tot Uwen Raad het verzoek is gericht, om de prostitutie hier ter stede aan verordeningen te onderwerpen, die haar kun nen beletten een hinder te zijn voor rustige burgers, betuigen gaarno hunne instemming met dit verzoek, dat zij ten dringendste ondersteunen." De openingsrede van den voor zitter werd zeer toegejuicht, en daarna de voorloopige commissie door het algemeen applaus der vergadering als zoodanig in hare functie bevestigd. Daarna hadden verschillende besprekingen plaats. Een der aanwezigen merkte op, dat te Arnhem reeds zulk een beperkende verordening bestaat; doch de secretaris der Amsterdamsche vereeniging tot bestrijding der prostitutie deelde mede, dat op een gelijksoortige poging dezer ver eeniging van het Gemeentebestuur ten antwoord werd ontvangen: „dat het in Hamburg nóg erger is." Schrale troost, voorwaarDe Christelijke Jongelings-vereenigingen alhier zullen binnen kort in gelijken geest zich tot het Gemeentebestuur wenden, met bepaald geformuleerde wen- schen. Een ander medebestuurder der Vereeniging voerde het woord, om te verklaren dat indertijd niet werd gezegd dat het in Hamburg erger is, maar dat het na genomen maatregelen te Hamburg erger is geworden. De voorzit ter deelde nog mede dat de gemeeDte reeds een onder zoek heeft begonnen. De onderteekenaars van het nu ingediende adres (30 a 35) zijn namelijk uitgenoodigd, bij den Commissaris van politie te komen, om een reeks vragen te beantwoorden. Zij, die de adressen van adhsesie teekenen, zullen daartoe wel niet worden uitgenoodigd, maar dit kon eens het geval zijn en daarom werd vooraf medegedeeld, hoe het onderzoek is begonnen. Een der gekozen (er waren ook andere Raadsleden aanwezig,) ver klaarde zich tegen een verordering als die te Brussel, waar van de eerbare vrouw wellicht 't meeste last zal hebben daar de Politie niet hoog staat, zooals te 's-Hage eens is gebleken. Doch de voorzitter noemde al dergelijke bezwa- ren van theoretischen aard -en zeide dat na de invoering der drankwet, die de persoonlijke vrijheid be perkt, het beginsel, dat daaraan ten grondslag ];-* eene gemeentelijke verordening als.de Du mogelijk maakt. Er zijn bezwaren, ja, maar ondanW i.„.. ir,^h wel eene verordening komen. Tah „i... 5 die kan er toch wel eene verordening komen. Ten slotte» dan ook bij acclamatie besloten, tot het zenden van sen van adhsesie, door bewoners buiten het centrum j stad. De vergadering had dus het zeer belaqgrijke resuG dat de beweging tegen de onzedelijke tooneelen 0D i' Amsterdamsche straten thans van de geheele L f 1- TAH l-> .Y-vni f\ nr)»Anr./<n "JUT- Amsterdamsen» auawu uo goueeie h„ gerij zal uitgaan. De adhaesie-adrossen zullen nu verschillende plaatsen der stad ter teekening gelegd W(!p den. Moge het handteekeningen stroomen, en het aeJen tebestuur daardoor genoopt worden, om eindelijk eens i handen te slaan aan de reiniging van dezen Augiasstal! In een volgende kroniek weer iets over onzen optocht die voortreffelijk belooft te slagen. 'i 27 Juli 1888. GHjsbrecht. Schagen, 25 Juli '88. Algemeene Vergadering van aandeelhouders der Laubouw- Sociëteit „Cérès", te Schagen, gehouden op Woensdag, 25 Juli j l., waarbij 45 aandeelen waren vertegenwoordigd. Daar de directeur-president, de heer Jb. Stammes, bij kennis- geving afwezig was, werd de vergadering geleid door den direc teur—penningmeester, den heer J. Buis. Onder de ingekomen stukken kwamen voor, missieves van de heeren Jb. Stammes, Jn. Bikker Juz. en van Mevr. de Wed, de Meer, welke missieves voor kennisgeving werden aangenomen. Nog was ingekomen een schrijven van de Hypotheekhouders meldende dat zij zich bereid verklaarde, eene aflossing van f 500.te accepteeren. Uit de nu volgende rekening en verantwoording, loopende over de laatste 16 dienstmaanden, bleek, dat de ontvangst beliep f 1255.65, de uitgaaf f 789.52, alzoo sluitende met een batig saldo van f 466.15. Hierna kwam in behandeling een voorstel van het Bestuur: op het hypotheek af te lossen een som van f 500. Na toelichting van het Bestuur, werd door den aandeelhouder, den heer Prins, voorgesteld, de aandeelen die op f 100.— h Pari staan, te brengen op f 50.en dan van de voorhanden kasgelden uitloting te doen, waardoor thans 9 aandeelen zouden kunnen worden uitgeloot. Bij batige saldo's wilde de heer Prins dit telkenmale herhalen. Hierop stelde de aandeelhouder, de heer C. Kos Pz., voor, het batig saldo een- of tweepercents dividend onder de aandeel houders uit te keeren. Immers er is nu eenmaal toch reeds afgeweken van het doel der Exploitatie, volgens acte van oprich ting 1. Het houden van vergaderiugen en bijeenkomsten tot het bevorderen van den Landbouw, handel en nijverheid. 2. het hebben van eene marktplaats voor den handel in granen en andere landbouwproducten. Daarentegen was Cérès geworden een gewoon café. De uitkeering van een dividend zou de waarde der aandeelen doen rijzen, terwijl volgens de geraamde hypotheekaflossing op deze manier het ruim honderd jaar zou duren voor het hypo theek van f7000 zou zijn afgelost, indien volgens verklaring van den heer Buis, in eene vorige vergadering gedaan, de pacht van f 650 per jaar rijkelijk voldoende is om een pachter te doen bestaan. Bij de discussie werden beide amendementen verworpen en het Bestuursvoorstel aangenomen met 32 tegen 13 stemmen, Tot directeur-penningmeester werd herbenoemd de heer I Buis en tot commissarissen werden verkozen, de heeren Dk, Spaans en J. Govers. Bij de rondvraag werd nog door den heer Kos gewezen op alinea 5, art. 11 der acte van oprichting en werd de vraag gesteld, of het Bestuur ook in staat was, een schriftelijk verslag van zijne handelingen te geven, over het afgeloopen jaar, en of het kon overleggen een balans der goederen, behoorende tot de ven nootschap. Ten opzichte van dit laatste gaf het Bestuur te kennen, da' zulks tot dusver nog nooit door de directie was gedaan en men nu, met het oog op het groote kapitaal der stichting en de thans bestaande waarde der onroerende en roerende goederen een minder goed figuur zou maken, terwijl er tevens te vee moeite aan verbonden was, om dit nog aan de Directie te kunnen opdragen. Het voorstel, om dan een Commissie van drie Leden uit de Aandeelhouders te benoemen en ileze met dit werk te belasten) werd verworpen met 6 tegen 4 stommen. Door H. H. van Os, te ëchagerbrug is met gu7| gevolg examen afgelegd voor kweekajiug aan de Rijkskweeksc voor ouderwijzers te Haarlem, j Uit Tessel meldt men: Vermoiedlijk door dé sterke versching door de menigvuldige regbms van het water, in sommige binnenwateren de palinsj ,zjo benauwd te *ort7 dat zij uit het water kruipt tusschen het gras der oevers. leen met een mesje gewapeud, slaagdfc in de vorig wedt visschersfamilie er in, 300 pond paling',buit te maken, die38 het troebele water poogde te ontkomen/ Door de politie te Haarlem zijn aaangehouden en naar huis van bewaring overgebracht een 18-k. en een l7-jarl?eJ gen, die den avond te voren aan het Prinsen Bolwerk 3 eene diestbode hebben aangerand, op défm grond g^f^as- van hare porteomunaie beroofd, waarin /uim tien gnn6"efj}D. De beide knapen hebben reeds vroeger 'wegens diefst3' o genisstraf ondergaan. ver- dezer zich Het tweejarig dochtertje van dr. PJ. te So-st «as d igen met de kindermeid op een zoli 4ii:rkamerlje' hare" gelijkvloers een rond vlaggeraam bevindDe kleine zie e(1 vader op den straatweg aankomen, loopt ü3ar -7u ur«o stort van eene hoogte van 10 Meter naar „beneden- Eenig daarna was het kind dood. h

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1888 | | pagina 2