Binnenlandsch Nieuws.
Postkantoor c li a g' e n.
Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden,
zonden in de 2e helft der maand Juli 1888.
als b. v. een honderd jaar geleden nog. Maar in de Am-
sterdamsche volksbuurten is die derde Maandag in Augus
tus toch altijd een dag en vooral een avond en nacht van
onbeschrijflijke „herrie', waarbij uit het oogpunt van eer
baarheid en goede zeden zeer veel te wenschen overblijft.
Vreemd is het dat men in datzelfde Amsterdam, waar
nu reeds bijna 20 jaar geleden de kermis zoo hardhandig
is afgeschaft, de even bedenkelijke pretjes van Vasten-
avondsmarkt en Hartjesdag ongehinderd Iaat voortbestaan.
Misschien vloeit het wel voort uit een gevoel van onmacht
om voor het afgeschafte iets beters in de plaats te geven,
wat inderdaad niet zoo heel gemakkelijk gaat. Ook op dit
gebied is afbreken lichter dan opbouwen.
Een andere eeuwenoude traditie, die van het jaarlijk-
sche trommelspel der Arasterdamsche kinderschaar op de
Beurs, wordt óók onverzwakt gehandhaafd, maar dit zal
wel door ieder waar volksvriend met een onvoorwaarde
lijk „bravoworden toegejuicht. De geheele vorige week,
juist in den tijd der schoolvacanties, heeft het jonge volkje
zijn hart weer kunnen ophalen aan het „Beurstrommelen.
Het is er dan een helsch rumoer, maar ieder haalt er
lachend de schouders bij op. De jeugd moet uitrazen, of
„il faut que jeunesse passé," zooals de Franschen zeggen.
Ik hoop dat die vijf stadhuiswoorden ongeschonden van
mijn papier in de krant komen. Er zitten tegenwoordig
allerlei leelijke druk- en leesfouten in de lucht. Zoo las ik
dezer dagen van iemand, die het vermoeden uitsprak dat
de lezers der courant wel met „teleurstelling" kennis zou
den genomen hebben. Zonderling vermoedendacht ik al
dadelijkwaarom heeft de man zijn geschrijf dan niet lie
ver stilletjes voor zich gehouden Maar den volgenden dag
bleek, dat het „belangstelling" had moeten wezen. Nu ja,
het »stelt" toch, zal de zetter gedacht hebben. Vermake
lijker echter was de vergissing van de Kölnische Zeitung
die een „corbillard" of Fransche lijkwagen voor een per
soon had aangezien, hem bij de begrafenis van generaal
Eudes voor den stoet liet uitgaan, door de menigte het
toejuichen, enz. Och ja, in sommige landen staat de pu
blieke pers onder strenge censuur, en men betreurt dit
toch zou men er bijna toe kunnen komen, eene censuur
te wenschen nog tienmaal zoo streng als die in Rusland
of elders. Ik bedoel een censuur, niet van denkbeelden
dadrin vrijheid boven almaar van taal en stijl, en
vooral van vertalingen. Die zijn taal en zijn verstand lief
heeft, mocht wel wenschen, dat de strenge hand dier cen
suur zich geen oogenblik rust veroorloofde.
Zoo heeft bijvoorbeeld het Handelsblad ons indertijd eens
vergast op het bericht, dat de Fransche schrijver Alfred
de Vigny zijn letterkundigen roem te danken had aan het
werk„5 Maart." Evenals de bekende schilder van uit
hangborden, die het noodig keurde en het w&s noodig
onder twee zijner beste figuren te zettendit is een man
en de andere is een beer, had men er wel bij mogen
voegendit beteekent le Marquis de Cinq-Mars. De bok
deed denken aan anderen van ouder dagteekening. Toen
het lijk van generaal L'Espinasse te Marseille was aange
komen, om van daar naar Parijs te worden vervoerd, las
men in eenige onzer dagbladen de merkwaardige mededee-
ling dat „de divisie L'Espinasse," te Marseille ontscheept,
naar Parijs oprukte 1 Natuurlijk, er stond immers duidelijk
in het Franschle corps du Géneral L'Espinasse est
débarqué Marseille et sera dirigé sur Paris.
Een andermaal vernam men, dat de beruchte S t r o 1 c h
uit de gevangenis was ontsnapt. Niemand had vroeger van
dien gauwdief gehoord, maar wat kunnen eigennamen
toch toevallig vol beteekenis zijn 1 Immers, het Duitsche
woord Strolch beduidt eenvoudigeen landlooper. Bleef
het echter maar bij slechte vertalingenmaar wat dunkt
u van de tijdingdat de Hollandsche Spoorwegmaatschappij
pleiziertreinen zal laten rijden, „om te voldoen aan het
veelzijdig daartoe uitgedrukt verlangen." Hoe zoo'n v e e 1-
»Nu goed, wanneer dat eens zoo ware?" vroeg de kamer
dienaar loerend.
#Nu verstaan wij elkander beter,' antwoordde graaf Albert.
«Het is hier er om te doen, dat wij mijn lieven neef ontmas
keren kunnen; gelukt ons dat door uwe medewerking, dan komt
bet ons op een honderdduizend gulden niet aan.'
Franz lachte minachtend. //Gij spreekt reeds zoo voorbarig,
heer graaf, alsof gij reeds over die som had te beschikken.'
^Drommels ik ben geen man van veel woorden, ja of neen
zeg dat nu eindelijk,* stoof de majoor op.
Maar zich niet bekommerende om deze heftigheid, keek Frans
hem met een welbeteekenend lachje aan; hij had immers reeds
lang geweten, van af het oogenblik waarop hij den eersten brief
van dit paar had ontvangen, wat dezen eigenlijk van hem wilden,
maar hij had niet de minste lust, met hen gemeene zaak te
maken, ofschoon het hem misschien zeer gemakkelijk zou zijn
gevallen, hen te helpen. Maar zijn belang lag aan een andere
zijde; hij hoopte toch, van de hebzucht dezer beiden gebruik
te maken, om een beslisten slag te slaan ten eigen bate.
Daarom ging hij schijnbaar op hun plannen in en ging zelfs
zoo ver, dat hij liet doorschemeren, hoe hij wel in de gelegen
heid was, zijn tegenwoordigen heer het lastig te maken.
Doch hij verzette zich beslist tegen alle verdere ophelderin
gen; Men moest zoo iets niet overhaasten, komt tijd, komt ook
raad voorloopig moest hij met zich zeiven te rade gaan, wat
voor hem te beginnen wel het voordeeligst zou zijn.
Daarbij bleef het en liet hij trots alle beloften en bedreigin
gen van zijn tegenpartij, zich niet van zijn stuk brengen. Zij
moesten hem eindelijk laten gaan, zonder eigenlijk iets bereikt
te hebben, maar toch hadden zij ten minste nu de hoop, dat
in de toekomst Frans misschien mededeelzamer zou worden.
Van een driftige natuur als zij waren, geleken zij op dien
avond, nadat de kamerdienaar vertrokken was, op de mannen,
die de huid van den beer verkochten, voordat zij hem gescho
ten hadden. Zij waren in bizonder goed humeur en spraken
den zuren wijn bovenmate aan. Hadden zij de gedachten kun
nen raden van den naar het woud terugkeerenden kamerdie-
z ij d ig verlangen er toch wel zou uitzien nadat het
gedruktis?
Intusscnen, de dagbladen zijn de eenige zondaars niet.
In een boek over de Christelijke feestdagen, bewerkt (lees:
vertaald) door de hand van een hooggeleerde, komt men
herhaaldelijk en op de meest ongepaste wijze een rustdag
tegen, en eerst later ontdekt men of ook niet dat
dit een vrije navolging is van het Hoogduitsche Rüsttag
of voorbereiding. Maar dit is nog niet zoo erg, als men
lezen kan in een levensbeschrijving van den bekenden
piëtist Spener. In het Duitsch stond, dat »die Glaubiger1'
(de schuldeischers) 't hem bij zekere gelegenheid vrij lastig
maakten. De vertaler vond het beter, die Glaubiger in
Geloovigen te hervormen, en voegde er in een noot de on-^
betaalbaar grappige verzekering bij „dat waren toch zeker
de echte geloovigen niet!"
Een ander fraai vernuft gaf aan het treurspel van Göthe
„Götz von Berchlingen,' in 't Hollandsch den verbeterden
titel vanDe afgod van Berchlingen. Maar het grappigste
staaltje van titelverbetering werd door een der vroegere
Rotterdamsche Tooneelgezelschappen geleverd. Men repe
teerde er een stuk, geheeten „Het ijzeren altaar," en de
tooneelspelers vonden dit opschrift wel een weinig vreemd,
want in 't geheele stuk kwam niets voor, dat met een
ijzeren altaar in verband stond. Toevallig echter, stonden
deze woorden nog eens in het laatste tooneel, en de snug
gere directeur, denkende dat het een toespeling moest zijn
op het decoratief, liet getrouwelijk bij de uitvoeringen een
ijzeren altaar (geschilderd natuurlijk) medespelen. Men had
de oplossing van het raadsel niet zoo diep behoeven te
zoeken. Het stuk heette oorspronkelijk Das eherne Alter,
(de ijzeren eeuw), en de vertaler had een e voor
uit- I paarden, van zessen klaar, te houden.
J n„ nriis zal bedrasen t I U
1 De eerste prijs
een a aangezien
bedragen
H.
en en de tweede f so
M. v. L., hield
naar, dan zou hunne
gedaald zijn.
Dat echter de buitenlandsche dagbladen ook, niettegen
staande de censuur, het van tijd tot tijd erg bont maken, mo
gen wij billijkheidshalve niet vergeten. Zoo kwam een Fransch
blad eens aan met het fraaie bericht: „De groote vlegel
(le grand Flegel) is gestorven." Die arme Hegel, al heeft
zijne philosophie een en ander in de war gestuurd, zulk
een scheldnaam had hij toch niet verdiend
Neen, dan komen onze Amerikaansche bezoekers er
thans beter bij ons af. Wij begroeten hen met allerlei
vleiende namen, onthalen hen feestelijk, laten hun al ons
moois zien, voeren hen naar de schilderachtigste plekjes
in en om Amsterdam. Alles om te doen zien, dat het
oude Holland, zoo al niet even groot, machtig en invloed
rijk, dan toch even gastvrij en joviaal is als twee eeuwen
geleden, toen de voorvaderen van onze tegenwoordige
bezoekers naar Amerika togen en daar Nieuw Amsterdam,
het tegenwoordige New-York, stichtten. Het is nu een
voortdurend gejuich en gejubel ter eere van onze Ameri
kaansche „stamverwanten." Jammer dat die mooie naam
een leelijk bijsmaakje heeft gekregen, sedert wij eenige
jaren geleden onze „Transvaalsche stamverwanten" met
afgodische hulde vereerd en bewierrookt, maar met hunne
spoorwegleening zoo deerlijk gefopt hebbenTrouwens,
Amerikanen en Amerikaansche sporen hebben hier altijd
een streepje voor gehad.
17 Aug. 1888. Grijsbrecht.
Schagen, 18 Augustus '88.
Onder de schriftelijke gelukwenschingen, toegezonden
aan den heer Jb. Denijs Jz., als directeur van Schagen's Man
nenkoor //Euterpe," bij gelegenheid der overwinning te Pur-
merend, komen o. a. voor de volgende dichtregelen, welke in
toepassing zijn gebracht op de beide concoursnummers //Goê
Morgen van ft. Hol en //Avondlied' van Verhuist.
Ja, het licht kwam uit het Noorden,
't Schitterde tot ver in 't Zuid,
't Wierp zijn stralenbundel uit;
Speelde aan des Purmers boorden;
't Volk verstomd' en in 't verschiet -
Klonk een statig Avondlied
't Licht verbleekte en de stralen
Weken voor den zomernacht,
Om in voller, schooner pracht,
En in frisscher glans te pralen,
't Tinteld' aan den hemelboog,
En: i/Goé Morgen" steeg omhoog!
Namen der geadresseerden,
vroolijkheid ongetwijfeld eenige graden
Wordt Vervolgd.
De afdeeling Wormerveer der H. M. v. L., hield den Hen dezer,...
Vergadering, ter bespreking, onder meer, van de ponten die in de e.t AW
meene Vergadering in behandeling zullen komen.
Was men het over het algemeen eens met dè praeadviezen door het Hoofd
bestuur over de verschillende voorstellen gegeven, men was het niet Be,
over het voorstel van de afdeelingen Osdorp, Ouder-Amstel, Sloten en Sloterdijk-
verlaging van de tegenwoordige contributie op het vroegere cijfer van f 2 :q
waarvan f 1.40 te storten in de Algemeéne Kas" waarmee geheel werd ingesteaa
De opmerking werd gemaakt dat het verschil door de mindere ontvangst van
50 cents per lid (ruim f 4000.—) wel door bezuiniging op de voorga,]
Uitgaven (Budget 1889) terug was te vinden, ook door met langer ieder jasr
maar, zooals door het Hoofdbestuur wordt voorgesteld, om de twee jaren tentoon'
stelling te houden. Er werd de volgende berekening gemaakt, die ook te kenne»
geeft waarin hier wel, waarin niet met het Hoofdbestuur werd meegegaan.
Uit de rekening 1887 blijkt dat voor medailles en prijzen is besteed f 5033.51
en de onkosten der algemeene tentoonstelling bedroegen
daarentegen ontvangen was aan entree's,
aan uitgeloofde prijzen, enz.
en nam men aan dat van de „verschillende
sten" op deze rubriek zou behooren
alzoo te zamen
f 2820.50
6485.40
ontvang-
600.-
1H3.10
800.-
500.—
500.-
zegt
ver-
vau Schagen,
plaats van bestemming,
te Amsterdam.
Broeke.
Mauve.
Van Os.
D. Langendijk. te
Mej. E. M. v. d. Meulen te
Blokker Co.
J. Kleinsmit. te
Mej. C. Schmidt. te
Verzonden geweest naar Amerika,
van Dirkshorn, J. Zwager. te Garfield.
van
't Zand,
u
Gouda.
Helder.
Nieuwer Amstel.
Rotterdam.
bijgevolg de tentoonstelling heeft gekost
welke som uitgespaard wordt wordt wanneer de tentoonstelling niet
wordt gehouden.
Voor den wandelleeraar wordt uitgetrokken f 1300.en voor het
houden van voordrachten f 500.Hen twijfelt er zeer aan of wel
ooit iemand zou worden gevonden, die even goed te huia is iu alles
wat tot het landbouwvak behoort, als in zuivelbereiding, kennis van
het vee, enz. enz. en zag meer heil in het houden van voordrachten.
Waarom men die post met f 500.wenschte verhoogd te zien en den
wandelleeraar te doen wegvallen, dan was uitgewonnen,
Ofschoon genegen tot het toestaan eener bijdrage aan de Vereeniging
„Zuid-Hollandsche leerhoeve" achtte men de uitgetrokken som te
hoog voor de krachten der Maatschappij; terwijl f 1000.een niet
te versmaden bijdrage zou zijn, zoo werd daarop uitgewonnen,
de vraag rees: hoe kunnen de werkzaamheden zijn vermeerderd,
bij een zoo groot verschil in ledental (p.m. 14000 tegen nu 8400)
en hoe kunnen de bureau-kosten, enz. nu nog f 1000.bèdragen?
Men berekende dat op deze en andere, ook de „onvoorziene" uitgaven
kon worden uitgewonnen,
terwijl het reserve-fonds voor de algemeene tentoonstelling 1890
moest worden gebracht op f 1000.dus lager800.
bijgevolg was door deze som vanf 4143.10
de mindere ontvangst door verlaagde contributie van 50 cents gedekt.
Mocht de tentoonstelling van 1890 ook eene schade-rekening geven ras
f 1500.dan viel die door het reserve-fonds van 1889 ad f 1000.tot
f 500.terug; lichter te redresseeren dan een verlies van f 1500.—.
Een onderwijzer in Noord-Holland, die sinds 2 jaren in
het bezit van de acte is en, daar hij door den overvloed van
sollicitanten geen benoeming ontvangt, steeds is en blijft sollici-
teeren naar een betrekking, welke hem 5 a 6 gulden per wedt
kan verstrekken, doet nu eiudelijk dienst bij zijn vader op een
torenschip.
Bij gelegenheid van de Haarlemsche kermis, zijn Zondag
avond niet minder dan ruim 60 extra-treinen van het Centraal
station te Amsterdam vertrokken en aangekomen.
Alleen uit Amsterdam werden ruim 9000 personen per spoor
naar Haarlem vervoerd.
De Haagsche briefschrijver der Arnh. Crt. schrijft ouder
anderen over het bezoek van Prins Albrecht van Pruisen en
daarvan o. m.
,/Ik vind dat mijne stadgenooten wel eenige voorzichtigheid
konden in acht nemen, en acht het ten minste hoogst indeli-
caat, dat zij dezen Prins, die in elk geval een Duitsche Prins
is, zonder relatie tot het Nederlandsche volk, niet zoo moesten
naloopen met bedelpartijen en verzoeken, om zuiver Nederland
sche inrichtingen te steunen. Ook in het waarborgfonds van
onze tentoonstelling is prins Albrecht deelhebber. Dit alles komt
mij verkeerd voor. Niet dat ik vrees, dat de Prins ons land op
een kwaden dag zal annexeeren en voor de voeten van Bismarck
leggen, maar ik vrees voor eene toekomstige Prussificatie van
onze dynastie.
Al is onze Prinses en toekomstige Koningin pas acht jaai
oud, men herinnere zich dat de quaestie der Spaansche huwe
lijken ook met zeer jonge prinsessen werd gemoveerd. Manneer
onze Nederlandsche ministers, staatslieden en heeren van hooge
cöterieen, waaronder zelfs journalisten geteld worden, zich
gemakkelijk tot hovelingen en tafelvrienden laten maken
een Pruisisch Prins, die hier te lande meer en meer vasten voet
krijgt en zoons heeft die een carrière te maken hebben, zou ik
zijn, wan
neer de gewichtige quaestie vau een huwelijk der regeeren e
Koningin van Nederland op het tapijt komt.
Omtrent de vrouw uit het Koningshofje te 's-Hage. 9°"
pens wie het gerucht gaat dat haar stiefdochtertje zou overleg
zijn ten gevolge van geweld, door haar op het kind geP'^
valt nog mede te deelen dat het verhoor der politie er uio
heeft geleid haar in hechtenis te houden.
Tot tweemalen toe is zij Woensdag onder politiegeleioe/
haar te beschermen tegen mogelijke mishandeling van de I
zeer vijandig gezinde bewoners van het hofje, naar het po\
bureel aan de Groenmarkt gebracht en tegenover versch
getuigen gesteld.
Zij blijft echter ten stelligste ontkennen, de hand te -
gehad in den plotselingen dood vfcin het meisje. Tegen
"Woensdagavond is zij weder huiswaarts gekeerd-
Van den uitslag der lijkschouwing in het academisch a I
huis in Leiden is mei zekerheid nog niets te melden. q
De koopman B. te Utrecht, kocht eergisteren
Doer aan den Meern een oud bed voor 50 cent. Toen B'
huis kwam en het bed wilde zuiveren, vond hij in de
Bij den kolf- en biljartwedstrijd den 15den dezer te
Barsingerhorn gehouden, hebben de volgende heeren gewonnen;
met het kolven: D. Kist van Kolhorn, J. Harp van Alkmaar'
en A. de Waard van Barsingerhorn, en met het biljarten:
A. Schenk van Barsingerhorn, J. Harp van Alkmaar en K. Groen
van Barsingerhorn.
De heer K. Helder, onderwijzer aan de school te Ho
brede, deed Woensdag en Donderdag voor de commissie te Am
sterdam, met gunstig gevolg examen voor de hoofdacte.
De West-Friesche harddraverij.vereeniging heeft besloten
den 3den September a. s. te Westwoud eene harddraverij van
,a'u cu "ck uea wuae zuiveren, vonu uy
eene tabaksdoos met eenig geld en eln zilveren borlog
Te Kallenkorte kreeg een landbouwer, die zijn P*® u
1- 1,1 (Jier
if>
de weide bracht, zulk een hevigen sla" van dit
buik, dat hij den volgenden dag is o rerleden.
Te Tzummarum, gemeente Bai radeel, liepeQ
voormiddags geruimen tijd een 40tal arbeiders de
met het doel de arbeiders het werk /te doen staken,
hun bij velen is gelukt. De burgeme/ester ie feratond
opgetreden. Hij heeft eene publicatie M
arbeiders wordt medegedeeld, dat zij
arbeid, op bescherming kunnen rek
gemeente-veld wachters en de rijks-pol
dels heeft hij den verkoopers
tot nader order te tappen.
van
waartoe
enen, Iu®11,
ktie ie
sterken drau*