Elke ondervinding, door den overledene eenmaal opge
daan, is thans ijdele klank; elke herrinnerig, eens in die
hersenen vastgeketend, heeft zich thans verloren in het
niet, en slechts het ziellooze overschot ligt daar nog en
schijnt te spotten met vreeze en hoop, met illusies en
idealen
Een oogenblik herinneren we ons, dat de inenscb, die
daar rust en als wij eens werkte en ijverde, slechts één
nagel was aan het reusachtig maatschappelijk getimmerte;
dat, al hielp hij het schragen, men zelfs niet zal bemerken,
dat zijn steun in 't vervolg ontbreekten 't is ons of dat
lijk op eemnaal ontzettend klein en nietig wordt
Maar dan weer zien we den ijverige door het leven gaan;
kalm, bedaard, maar flink en krachtig, eene symphatieke
figuur. We zien hem hier arbeiden, ginds feestvieren, elders
troosten, en 't is of hij de spil wordt, waarom alles draait,
of de wereld op eens een ander aanzien heeft verkregen,
nu hy haar verlaten heeft. En als we een oogenblik naar
buiten zien, dan blijven we onwillekeurig staren of ginds
in de verte zijne gestalte nog niet nadert, en zijne hand
ons toewenkt ten groet.
En dan „Nooit, nooit weer!" snikken we, en verkoe
len het brandende voorhoofd tegen de vochtige glasruit.
Neen, de man die daar ligt, tot de eeuwige ruste gedoemd,
was geen nieteling, wiens hulpe niet zal worden gemist.
Met zijn rijk zielsleven was hij een wereld op zich zelf
en die wereld is thans ondergegaan in den ontzettenden
strijd met den dood!
Maar de herinnering blijft voortleven en gaat over opeen
later geslacht, tot ook dat vernietigt wordt en de dood
uitwischt, wat het zoolang als eene heilige reliquie in het
geheugen had bewaard.
En dan niets meeralleen wat gebeente bij de wor
men op het kerkhof.
Wèl hem wiens leven zóó schoon en zegenrijk was, dat
de herinnering niet uitsterft, maar als een warme gloed
voortbrandt en voortleeft, eeuwen en tientallen van eeuwen
door.
Hij vindt zijne voldoening in de vreugde, die hij reeds
hier mocht verspreiden en in de liefde en den eerbied, die
zijn overgaan gemakkelijk deden zijn.
Binnenlandsch Nieuws.
J. v. d. B.
Schagen, 22 Augustus 1888.
Aan den gisteren alhier gehouden harddraverij, door paar
den ingespannen voor tweewielige rijtuigen, namen de volgende
16 paarden deel
De Leerling, br. merr. v. P. Best, Lambertschaag; ber. P. Best.
Wilhelm, br. ruin v. T. Schilder, Spierdijk; ber. Jb. Schilder.
David, vos ruin v. P. J. do Wit, Zij pe; ber. P. J. de Wit.
Concurrent, br. merr. v. B. Schippers, Charlois; ber. B. Schippers.
Snijboon, br. merr. v. W. Brom, Utrecht; ber. P. Ellerbroek.
Kroonpiins, br. hl. ruin v. A. C. de Wit, Zijpe; ber. K. de Wit.
zijt geestelijk zoo zeer ontstemd,
belangrijk onderhoud hebt gehad
kigen of blind verliefde," zeide hij met een dubbelzinnig
lachje. „Hoe nu, mijnheer de graaf moet toch redenen hebben,
zoo eensklaps van gevoelen veranderd te zijn."
Toen Wolf wederom geen antwoord gaf, maar zich er mede
vergenoegde, mismoedig de schouders op te halen, boog Frans
zich nog dieper over hem heen. „Mag ik het wagen, ueenige
openhartige, welgemeende woorden te zeggen, mijnheer de
graaf
„Spreek dan, wat wilt gij toch eigenlijk?'
De kamerdienaar zweeg een oogenblik. Hij haalde diep
adem en zijn gelaat nam toen zulk een besliste uitdrukking
aan, alsof het nu gold, den beslissenden slag te slaan. „Goed
dan," fluisterde hij, „Gij
heer graaf, omdat gij een
met mijnheer uw vader."
„Wat weet gij daarvan
„Niet meer en niet minder," ging Frans onderdanig voort,
„dan dat mijnheer uw vader u heeft medegedeeld, dat volgens
zijne meening uw toekomst onzeker is, ja, dat de dag zou
kunnen komen, op welken gij niet meer graaf van Wolfenstein
zoudt heeten."
„Ongehoordstamelde Wolf, terwijl een donkerrood zijn
gelaat kleurde. „Dan hebt gij geluisterd, ellendelingGraaf
Wolf sprong van zijn stoel op en stond met gebalde vuisten
voor den kamerdienaar.
Maar deze behield zijn onverschillig lachje. „Bah, maak u
niet warm, mijnheer de graaf," meende hij, „ik behoef niet te
luisteren, want mijnheer uw vader heeft voor mij geen geheimen."
„Bespottelijke mensch 1" antwoordde Wolf onwillig, terwijl
hij een schrede achteruit week en den vermetele met verwon
derden blik mat van het hoofd tot de voeten.
„Neen, dat is de rechte wijze niet, opwelke wij met elkan
der spreken kunnen zeide Frans", spottend. „Neem weder bedaard
op den stoel plaats, mijnheer de graaf en luister naar mij. Mijn
heer uw vader heeft u gezegd", ging hij voort, toen Wolf weder
had plaats genomen „dat er een vreeselijk geheim in zijn leven
bestaat Hij heeft het intusschen vermeden, u daarover
eene verklaring te gevenmaar zich er mede tevreden gesteld,
u eenige algemeene aan wijzigingen te geven Nu goed,
ik ben in de gelegenheid en ook willens, uitvoeriger met u
daarover te spreken."
Wolf staarde hem met verglaasden blik aan, terwijl hij van
hevige ontroering bijna geen geluid kon geven. „Mensch, gij
stamelde hij slechts.
„Ik ben de medeplichtige of wanneer dat beter klinkt,
de vertrouwde vriend, van mijnheer uw vader," antwoordde
de kamerdienaar gelaten.
Geruimen poos was het stil in het vertrek. Wolf haalde
met moeite ademhet angstzweet brak hem uit; want hij ge
voelde, dat de volgende oogenblikken voor hem eene beslissing
moesten brengen, die noodlottig kon zijn voor zijn toekomst.
Onbevreesd had Frans een stoel bijgeschoven en nam
Baast den jongen graaf zeer vertrouwelijk plaats.
Wordt Vervolgd.
Helena, br. merr. v. H. Dalen berg, Alkmaar; ber. H. Dalenberg.
Proponent, zw. ruin r. J. Hof, Hoorn; ber. C. Bier.
Sofie, br. merr. v. J. de Jong, Hensbroek; ber. J. d. Jong.
Emma, zw. bl. merr. v. H. Dalenberg, Alkmaar; ber. H. Dalenberg.
Prinses, br. bl. merr. v. J. Dalenberg, Schoorl; ber. C. Dalenberg.
Rosa, 1. schimm. merr. v. J. J. de Wit, Zijpe; ber. K. de Wit.
Amator, br. bl.merr. v. wed. Liefhebber, Zijdewind; ber. Jb.Schilder.
Mazeppa, br. ruin v. H. Bakels, Beemster; ber. C. Bier.
Koningin, zw. merr. v. D. J. Florijn, Rotterdam; ber. C. Bier.
Blesje, br. bl.merr. v. J. Bakker Jz., Wier.waard; ber. J. Bakker Jz.
De prijs f 200.werd behaald door Kroonprins, de 1ste
premie f75.door Koningin en de 2de premie f25.door
Concurrent. i j
Jammer was het, dat de aanhoudende regen nadeeligen invloed
uitoefende op de komst van het publiek in onze gemeente.
Dreigde de aanhoudende regen het vuurwerk te doen mis
lukken, gelukkig klaarde het weder in den loop van den dag
op, en kwam tegen den avond van heinde en ver nog een zeer
talrijke menigte in onze gemeente. Gelijk te verwachten, was
de invloed van het vochtige weder bij het ontsteken van het
vuurwerk merkbaar en benam de zware kruitdamp veel van
het schoone en schitterende er van. De inrichting van de hoofd
nummers was frappant en vooral het slotnummer maakte uit
stekend succes.
Na afloop der Harddraverij en Vuurwerk vond het publiek
in de verschillende localen ruimschoots gelegenheid zich te ver
maken.
Behalve de gelegenheden tot dansen, noemen wij de Matinee
in het Noord-Hollandsch Koffiehuis, alwaar het gezelschap onder
Dir. van den heer Abr. de Winter optrad. Dit gezelschap hetwelk
zich mocht verheugen in een stampvolle zaal, verwierf zich herhaal
delijk den luiden bijval van het publiek. De heer de Winter
won door zijne geestige, politieke voordrachten aller harten en
handhaafde schitterend zijn naam als eerste Hollandsche Karakter-
komiek! Eveneens verwekten de werkzaamheden van Mr. Paul
Dagard, als telegraafdraadlooper en Mr. A. Dewell als equili
briste—Arëien onverdeeld aller bewondering door hunne keurige,
nette werkzaamheden, terwijl de dames—Zangeressen van dit ge
zelschap herhaaldelijk den luiden bijval van het publiek ver
wierven.
Naar wij vernamen heeft de heer de Winter, op verzoek
van vele heeren, beloofd, in den loop van den aanstaanden
winter met een specialiteiten-gezelschap hier weder eene soiree
te zullen geven. Nu, Schagen heeft voor hem, gelijk hij ook
zong, wel degelijk „gouden eieren gelegd."
Verder noemen wij het gezelschap onder Directie van den
heer Stroober, optredende in het Koffiehuis „de Beurs," alwaar
o. m. Mr. Cawelly of het Slangenmensch, door zijne verbazing
wekkende toeren, door het wringen van zijn lichaam in allerlei
bochten en kronkelingen, aller verbazing en bewondering ver
wekte.
Met veel lof hoorden wij ook spreken over de heeren Antoon
Vattar, harpspeler en Dughi Salvator, harmonicaspeler, die
schoone muziek ten gehoore brachten, in het hotel „'t Centrum".
Naar wij vernemen zal de commissie, die zich verleden
jaar heeft belast met de regeling van een Vliegerwedstrijd, ook
nu weder gelden inzamelen, die haar in staat zullen stellen,
nog in deze vacantiedagen een Vliegerwedstrijd te houden.
De inrichting en de rubrieken van den wedstrijd zullen dezelfde
zijn als vorig jaar. De belangstelling, die door onze jongens
telken jare voor dHsdanigen wedstrijd is aan den dag gelegd,
zal zeker een woord van aanbeveling overbodig maken.
nu.
van Schoorl,
Bij de jongstleden Maandag te Schagerbrug gehouden
tentoonstelling van Runderen en pluimgedierte zijn de volgende
prijzen toegekend
RUNDVEE.
Voor de beste Melkkoe van 37 jaar, vóór 1 Mei ge
kalfd hebbende, le prijs G. Kant. Schagen, 2e pr. N. v. Leeuwen,
Eenigenburg.
Melkgevende V aarzen, geboren in 1886, le en 2e prijs
A. Bakker, Schagen.
Hokkelingen, geboren in 1887, le prijs J. Buis, 2e
pr. W. Frans, beiden te Schagen.
Kui kalveren, geboren in 1888, le en 2e prijs J. L. T.
Groneman, Wieringerwaard.
De beste Herfstkalfkoe, moetende kalven tusschen 1
September en 1 December, le en 2e prijs G. van Os. Schager
brug.
Stieren, geboren in 1886, le prijs J. L. T. Groneman,
2e pr. D. Sleutel, beiden te Wieringerwaard.
Stieren, geboren in 1887, le prijs J. Bakker, Wieringer
waard, 2e prijs J. J. de Wit, Zijpe.
PLUIMGEDIERTE.
Het mooiste toom Kippen, le prijs W.
St. Maarten. 2e pr. J. Sijbrands, Eenigenburg.
Het mooiste toom Eenden, le pr. J. J. de Wit, 2e pr.
A. Stam; beiden te Zijpe.
Het mooiste paar duiven, le pr. N. T. Teengs, Wierin
gerwaard, 2e pr. D. Tromp te Zijpe,
Na afloop der tentoonstelling werd eene harddraverij gehou
den, waaraan 14 paarden deelnamen. De prijs, een compleet
span tuigen, werd gewonnen door het paard „Goliath" van
J. J. de Wit te Zijpe, berijder C. J. de Wit. De le premie,
een drummeldek met singel, door het paard „Aafke" van dé
wed. J. Liefhebber te Zijdewind en de 2e premie, een paar
teugels met zweep, door het paard „Susanna" van D. Kroon te
Zijpe.
Door de Utrechtsche Algemeene Brandwaarborg-Maat
schappij is aan de Brandmeesters van het le branddistrict te
Barsingerhorn toegezonden eene som van f 20, bestemd ter uitrei
king aan die personen onder hunne spuitgasten, welke zich bij
den laatst plaats gehad hebbenden brand ten huize van A. Kos-
sen, bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt.
Men meldt van het Loo
Z. M. de Koning is, waarschijnlijk door gevatte koude, onge
steld en moet reeds sedert een paar dagen het bed niet ver
laten hebben, ür. Vinkhujzen is op het Loo aangekomen
De toestand is niet gevaarlijk, maat de leeftijd desKo:
eischt bijzondere zorg,
Een der verpleegden aan de rijkswerkinrichtingen te Vee
huizen, scheen eene veete tegen den ziekenvader J. BussclT
te hebbeu. Toen deze Zaterdagavond, bij afwezigheid van de'
betrokken ambtenaar, ook de functie van zaalopziener waarnam11
werd hij door een der verpleegden welke hem om een bont!
rok had gevraagd, en, om aan dat verzoek te voldoen, met hem
naar het magazijn was gegaan aldaar met een mes aanee-
vallen. Den op hem gerichten stoot ontwijkende, onlviné
Busscher slechts eene geringe verwonding. Een onder zijn bereik
liggend stuk ijzer grijpende, gaf Busscher den verpleegde daar.
mede een zoodanigen slag tegen het hoofd, dat hij spoedig dooi
Busscher en de inmiddels toegeschoten politie kon worden
overmeesterd en in arrest gebracht. (Asser Ct.)
Het Handelsblad verneemt, dat door den minister Tsa
waterstaat een maatregel is genomen, welke ongetwijfeld bet
postverkeer hier te lande ten goede zal komen. Tegen 1 October
zullen nl. van wege de postadministratie verkrijgbaar gesteld
worden gesloten briefkaarten, een block-notes, met daarop ge.
drukten vijfcents-postzegel en voorzien van gegomde, geperfo.
reerde randen. De grootte dezer kaarten verschilt, wanneer zij
gesloten zijn, niet veel van die eener briefkaart, maar de in.
houd er van is aan de oogen van nieuwsgierigen onttrokken.
Het openen der dichtgevouwen kaart geschiedt door afscheu
ring der geperforeerde, met de gom aan elkander gehechte
randen.
Uit Zwolle wordt van 17 Augustus gemeld
De reizigers en het dienstdoend personeel van den locaal-
trein uit Almeloo, die heden avond te 6.55 het station alhier
binnenstoomde, zijn gelukkig aan een groot gevaar ontkomen.
De trein stopte niet op zijne gewone standplaats, maar bleef
tot veler schrik en angst doorrijden en kwam met een hevigen
schok terecht tegen de bij het middenperron aanwezige stop-of
veiligheidsbuffertoestellen, die daardoor aan den voet afbraken.
De trein sprong daardoor terug, stond stil en bekwam betrek
kelijk weinig schade. De in den trein aanwezige reizigers ea
conducteurs kwamen er gelukkig met den schrik af.
Bij een onmiddellijk ingesteld onderzoek, beweerde de machinist
op tijd te hebben geremd, maar den trein niet bijtijds tot stilstand
te hebben kunnen krijgen.
Te Wieuwerd een klein dorpje in de gemeente Baarderadetl'
aan de lijn Leeuwarden Sneek, vindt men in de kerk een
eigenaardigen grafkelder, waarin de lijken niet tot ontbinding
overgaan, maar geheel opdrogen. Men vindt er verscheidene
zeer zware lijkkisten, waarin de lijken, zeker een paar eeuwen
oud, geheel opgedroogd, maar overigens ongeschonden liggen,
Vroeger meende men dat een dezer lijken het stoffelijk omhul
sel was van Anna Maria Schuurman, gestorven in 1678, ei
beweerde dat het linnengoed gemerkt was met de letters A. M.S.
Thans echter zegt men dat haar lijk niet in, maar onder
vloer van den grafkelder rust. Ook vindt men in den kelder
een haan, die voor 69 jaren moet opgehangen zijn, en nog gt-
heel gaaf is, zoodat de kam nog duidelijk zichtbaar en evei
groot als vroeger is.
Eene dame te Kralingen, die des avonds vóór het naar
bed gaan vergeten had aan hare dienstbode te zeggen hoe las:
zij des morgens moest gewekt worden, herinnerde zich omstreek)
middernacht haar verzuim, en bevreesd zich te verslapen, stapte
zij het bed uit en begaf zich naar de dienstbodenkamer,
meisje, wakker wordende en bij het flikkeren van een nachtlichtjf
eene gedaante, in het wit gekleed, voor haar bed ziende
verschrikte daarvan zóó hevig, dat zij hare spraak verloor. 6
werd terstond geneeskundige hulp ingeroepen. De toestand v»
de dienstbode moet echter niet gunstig zijn.
Droogmaking der Zuiderzee. Volgens het Utr. Dagbl. doe!
de heer De Quartel, ingenieur, die reeds vroeger
raamde en pogingen aanwendde om, gesteund door Nederlandschf
en Engelsche kapitalisten, het grootste deel der Zuiderzee droof
te maken, thans een beroep op zijne stad- en landgenootenoi
hunne medewerking te verkrijgen tot bereiking van dit groot»
doel.
Na eene opsomming van de verschillende waterwerken doo.
hem zoo hier te lande als elders of met zijne mi
tot stand gebracht, gaat hij nagenoeg aldus voort
„En thans, mannen van handel en scheepvaart! kom ik
u allen met een voorstel
1. Tot verbetering van het kanaal van Amsterdam naar
Noordzee bij IJmuiden;
2. tot droogmaking, inpoldering en bebouwing van hei gro*
ste gedeelte der Zuiderzee, der Friesche Wadden en der Lauwer2
Sedert 1885 ben ik bezig met het opmaken der plannen
berekeningen, en zal nu weldra met eenige kapitalisten atf
Nederlandsche regeering concessie vragen om dat grootse
allernuttigste werk aan te vangen onder toezicht van
nister en zijne ingeueurs Van Diesen, WellaD, Michaehs,
en Leemans.
Het voornemen is, in Amsterdam en Londen eene
ait te schrijven met premiën. De aandeelen zullen ZIJD
f 1000, f500 en f100, rentende 4 pet.
Alle werken sub 1 en 2 kunnen binnen tien i®reD.^
voltooid worden opgeleverd. De algeheele kosten worden
naar de eisehen en voorwaarden, die onze regeering z#
en opleggen.
De paal- en steenendijk, met spoorweg tus»
en Kampen, langs Urk en Schokland, heb ik
len kosten f 30.000.000. Zij heeft eene lengte van 4
Het scheepvaartkanaal van Amsterdam door den
polder naar Eukhuizen acht ik vooreerst onnoodig-
De IJsel wordt verlengd van het Keteldiep t°t a
zen, langs den afsluitdijk.
Het Vlie blijft vooreerst open, als te diep zeeg3^
Bij Schel!ingwoude wordt een
Gedep0'
van de sluizen aldaar, enz. enz.
De stukken zijn nu ter visie bij de heeren
Staten van Utrecht.
In Amsterdam zal ik eene openbare voord rat
voorlichting mijner projecten en opheldering geTt