Sinnenlandsch Nieuws.
Wordt Vervolgd.
een langdurige opsluitingsperiode te beginnen; doch geheel
vreemd is het dezen veroordeelden niet, want zij genieten de
twijfelachtige eer van tot de „oude bekenden" der justitie te
behooren, en als zoodanig heeft elk hunner reeds vroeger met
het gevangenisleven kennis gemaakt. Moge hun treurig lot nu
voor andere waaghalzen een afschrikkend voorbeeld zijn
om zich niet met zulke winstgevende maar gevaarlijke
industriën in te laten! Een ander veelbesproken misdadiger,
de tramconducteur Van Horn, die uit pure wraakzucht een
hoofdconducteur der Omnibus-Maatschappij doodschoot en
daarna het pistool op zichzelve richtte, schijnt teaen alle
verwachting te zullen herstellen en zal dan natuurlijk voor
zijn snood bedrijf zwaar moeten boeten, 's Mans voorbeeld
schijnt intusschen reeds aanstekelijk te werken. Aan de
politie werd althans dezer dagen kennis gegeven, dat een
hoofdopzichter bij de Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij
door een ontslagen werkman bij die Maatschappij ernstig
bedreigd was, omdat hij dezen geen certificaat wilde geven;
de politie houdt den man natuurlijk in 't oog. Maar onder-
tusschen toont het geval opnieuw, hoe het verschaffen van
eigen recht onder zekere volkskringen meer en meer in de
mode begint te komen.
Verbeeld u eens, waar het heen moest, als die „mode"
algemeen ingang vond en ieder maar uit den weg ruimde wat
hem naar zijne meening in den weg stondWat zouden
we dan gemakkelijk kunnen komen tot de afschaffing van
de haven- en kanaalgelden op het Noordzeekanaal, die
zulk een ernstigen hinderpaal voor Amsterdams bloei op
leveren. Wij zouden ze dan eenvoudig ingetrokken kunnen
verklaren, met ingang van heden. Doch dit gaat zoo maar
niet: de heeren in Den Haag hebben in deze zaak ook een
woordje mee te spreken. Daarom is jl. Maandag onze Bur
gemeester, vergezeld van twee Wethouders en den Directeur
van publieke werkeD, op audiëntie geweest bij den Minister
van Waterstaat, om mondeling te pleiten voor een adres
van de Kamer van Koophandel omtrent de afschaffing
van bovengenoemde kanaalrechten. De op deze conferentie
gevoerde besprekingen, waaraan ook door den Minister van
Financiën werd deelgenomen, moeten bij de Amsterdamsche
heeren een niet ongunstigen indruk gemaakt hebben. De
Regeering heeft beloofd, deze zaak tot een punt van ernstige
overweging te maken; maar de grootste moeielijkheid
is natuurlijk altijd hierin gelegen, of de Minister van
Financiën een behoorlijk equivalent voor het gemis van
de af te schaffen kanaalgelden zal weten te vinden.
Dat ze zeer drukkend zijn en belemmerend op de scheep
vaart werken, blijkt genoegzaam bij eene vergelijking van
de toestanden hier en te Rotterdam. Yoor een schip van
200 tonnenmaat bedragen de kosten te Rotterdam aan
havengeld, loodsgeld en scheepsloon f 106.16, en te Am
sterdam f 155.63, of 46V2 meer, terwijl bij winterdienst
het verschil nog grooter wordt en soms circa f 90 bedraagt.
Hoewel de tarieven bij schepen van 1000 ton eenigszins
gewijzigd zijn, bedragen de meerdere kosten zeker onge
veer f 350 op een klein schip; daarentegen zijn de kosten
nog drukkender dan op een groot schip, dat ook grootere
vrachtcijfers heeft. Een en ander is zelfs oorzaak geworden,
dat een onzer grootste stoomvaart-ondernemingen onze
haven niet meer begeert aan te doen, in welk geval ook
de meeste zeilschepen verkeeren. Dit heeft natuurlijk een
voor Amsterdam allernoodlottigsten invloed op het verkeer
van en naar deze koopstad. Zoo werden op Rotterdam in
1887 ingeklaard 4153 stoom- en zeilschepen met een ton
nenmaat van 2.488.284; op Amsterdam slechts 1600
stoom- en zeilschepen, met een tonnenmaat van niet meer
dan 1.305.210. Deze cijfers zijn welsprekender dan de
krachtigste vertoogen. Geen wonder dus dat men aandringt
op vrijstelling van het Noordzee-kanaal, waardoor de kan
sen voor Amsterdam en Rotterdam gelijk zofïden staan.
21 September 1888. Gijsbrecht.
Schagen, 22 September 1888.
Bij gelegenheid van de vergadering der afdeeling „Scha-
gen en omstreken/' der Hollandsche Maatschappij van Land
bouw, op Zaterdag, den 29 September a. s., ten huize van den
heer C. Huiberts, alhier, zal bij diens huis eene keuring en
bezichtiging van Ramlammeren worden gehouden.
gezongen, toen op het terrein bij de roomsche kerk de keien door
van de pastorie vlogen, enz. enz.
Men zii van de zijde onzer geloofsgenooten niet beschroomd u
gelijks gebeurt, wanneer gij maar slim en bedachtzaam zijt.
Het is wel is waar het beste, dat gij het vrouwtje de een of
andere ontzettende geschiedenis voorliegt, die hare edelmoedig
heid wakker maakt en haar er toe beweegt, van u af te
zien Gij geniet toch in alle kringen der maatschappij
de eer van een volmaakt cavalier te zijn" daarbij boog Frans
zich voor den jongen graaf, die van toorn zich de tanden in
de onderlip drukte „en aan een cavalier kan het liegen
toch niet moeielijk vallen. Het is immers tegenwoordig de
gewoonte elkander wat wijs te maken. Maar neem eens
aan, dat de jonge vrouw hemel en aarde in beweging brengt,
dat zal haar weinig helpen. Volg slechts bedaard mijn raad
op en waag het niet, u in eenig opzicht aan mijne leiding te
willen onttrekken Ik ben immers maar een eenvoudig
mensch en draag geen hoogklinkende graventitel, maar ik bezit
een goede dosis menschenverstand en koelbloedigheid."
,/Dat weet de hemel," beet graaf Wolf hem toe.
„Nu dan, wat moet de vrouw tegen ons kunnen uitrich
ten Eerstens is zij in een vreemd land, en het is natuurlijk,
dat gij haar een klein jaargeld moet vermaken, waarvan zij
karig kan leven, zoodat zij er niet aan kan denken, ooit weder
naar haar vaderland terug te keeren zij weet boven-
dien, dat zij door haar vader vervloekt is geworden
Geloof mij, ik ben een oud menschenkennerwanneer de
t ^Trouw ten slotte het blinkende goud ziet en erkennen moet
dat haar geen anderen uitweg overblijft, wanneer zij in de
toekomst met haar kind niet wil verhongeren, dan willigt zij
uw voorstel in en blijft zeer gaarne op het kleine landhuis
aan het kleine Comomeer wonen Hoe zij wel over u
denkt, dat moet u geheel onverschillig zijn Natuurlijk
zou men niet ver komen, wanneer men zich veel stoort aan
de meeningen van andere lieden Ik zou bijvoorbeeld
in den grond moeten verzinken, wanneer ik mij bekommerde
om de goede meening, die gij, heer graaf, ongetwijfeld jegens
mij koestert." Daarbij lachtte hij zeer spottend en verachtelijk,
zonder te letten op den toorn van den jongen graaf. „Veron
derstel echter eens, dat de vrouw niet tevreden is met de af
koopsom, maar hemel en aarde in beweging zal zetten, om
haar goed recht te verdedigen
„Nu, wat dan vroeg Wolf met sidderende lippen.
„Dan laat gij haar stil schreeuwen en jammeren, zooveel
het haar slechts belieft. Wat kan zij eigenlijk doen Zij heeft
er niet het minste vermoeden van, in welken hoek van Londen
zij getrouwd is Daarbij heeft zij noch aanhang noch
beschermers, die haar bereidwillig helpen zouden, om haar
recht te herkrijgen Neem eens het geval aan, dat het
haar zou gelukken, die kleine kerk der voorstad te vinden
de geestelijke die haar getrouwd heeft, is overigens gestorven,
naar ik reeds een jaar geleden vernam nu, wat zou
dan het loon zijn voor de vele moeite Men zou vinden, dat
eene gravin van Wolfenstein in het Kerkboek daar niet staat
opgeteekend.
Wolf werd rood in het gelaat. „Ook dat was een schurken
streek, waartoe gij mij verleid hebt," riep hij uit, „maartrots
dat alles heb ik geen enkelen dag Antje anders dan als mijn
wettige vrouw beschouwd."
Aan het nummer van gDe Tijd", van Maandag, 17 Sept.
No. 12515, eerste blad, ontleenen wij het volgende:
Amsterdam, 15 September.
HET SCHANDAAL TE SCHAGEN.
Hetgeen wij nader vernamen omtrent de ongeregeldheden, die deze week te
Scbagen plaats hadden, is maar al te zeer geschikt om ons te versterken in
de meening, gisteren reeds met een enkel woord door ons uitgesproken.
„Respect voor het gepeupel" op geen andere wijze kunnen wij de houding
qnalificeeren, die in deze werd aangenomen ook door sommigen van hen, van
wie men met grond anders mocht verwachten. Wat men van onkatholiek stand
punt moge denken omtrent de wenschelijkheid der overbrenging van een minder
jarige naar een gesticht, door religieuzen bestuurd, een feit is het dat
krachtens de wetten des Lands de inrichtingen van dien aard recht hebben op
bescherming van overheidswege; een feit evenzeer, dat de bevoegdheden der
vaderlijke macht in ons Burgerlijk Wetboek omschreven worden op een wijze,
die maar zeer weinig overeenstemming vertoonde met de houding van hen, die
in de eerste plaats geroepen waren te Schagen het recht van een vader te
verdedigen. Dat door kwaadaardige en talrijke uitstrooisels een zekere klasse
van onze landgenooten zich laat opwinden, valt gemakkelijk te begrijpen.
Treuriger achten wij het feit, dat sommige leden uit de zoogenaamd meer
beschaafde klasse te Schagen aan het gebeurde niet onschuldig mogen heeten.
We hebben het Donderdag-nummer van het lokale blaadje de Schager Ct.
slechts in te zien, om verbaasd te staan over de wonderlijke begrippen omtrent
recht en betamelijkheid, die in sommige noordhollandsche hoofden vastgroeiden.
De mishandeling, in den avond van Maandag den van het station terugkeerenden
vader aangedaan, heet daar eenvoudig een „tuchtiging". De volkomen wettige
daad, waardoor een ouder zijn gezag doet gelden tegenover zijn kind, heet een
„ergerlijke ontvoeiing"; de schandelijke pressie, door middel van een dronke-
mans-fnrie tegen de schagensche Katholieken, op den rechthebbende uitgeoefend,
en die hem dwingt zijn vaderlijk gezag oogenblikkelijk uit de handen te geven,
doet dezen voorlichter der openbare meening uitroepen, dat „aan de gerechtig
heid ten opzichte der ontvoering is voldaan". Het walgelijk gelol van volgezopen
zwijnen wordt „een houding van het publiek opgewekt en kalm", en er ontbreekt
maar weinig aan, of deze slijmerige bewonderaar van wat in ons oog slechts
laf' en vies is stort tranen van aandoening bij het tafreel, dat de terugkeerende
schoone met haar galant en familie in het door jongens en meisjes voortge
trokken rijtuig aanbood!
Is deze houding zonderling en geeft o. i. de in de Schager Ct. betoonde
sympathie den met de instructie belasten ambtenaar aanleiding om den heer
uitgever van dat blad eens eenige nuttige wenken te geven, zonderlinger
nog, ja onverklaarbaar, komt het ons voor, dat in een plaatsje als Schagen
zooveel moedwil kon worden gepleegd vóórdat de openbare macht krachtig
tusschenbeide trad. Maandag in den avond reeds had het hoofd der politie
kunnen weten dat een talrijke menigte zich met booze voornemens naar het
station begaf, om den terugkeerenden vader af te wachten. Waarom toen niet
dadelijk kalmeerend tusschenbeide getreden? Te zeven uur kwam de trein; de
man werd den stationsweg overgesleurd, getrapt, zijn wonden worden met
bijtend poeder ingewreven; in de woning van een Katholiek gevlucht, wordt
hij daar belegerd door het gepeupel, dat de alleenstaande eigenares der woning
dreigt, haar huis in brand te steken. Langs een achterdeur ontvlucht, wordt
hij opgewacht, als een wild dier vervolgd en weer mishandeld.
De schandelijkheden duren een uur lang bijna, vóórdat de bevoegde autoriteit
daar is, om den man te beschermen, d. i. hem als een dief in den toren op te
sluiten! En daarna? Toegegeven eens, dat een dergelijke maatregel
dringend geboden was, rustte dan bij de den burgemeester bekende volks
stemming op dezen geen andere en geen hoogere plicht dan met de sabel ge
wapend de wacht te houden vóór den toren? De dronken bende, de jongens
voorop, de meiden met het voorschoot vol keien en klinkers achter hen, trekt,
onder begeleiding van, gelukkig! eenigszins bekende raddraaiers, het dorp door,
vernielt de eigendommen, en van den burgemeester is niets te zien. Twee
uur lang ruim, van 9 tot 11 uur ongeveer, is het terrein bij de roomsche kerk
het tooneel der schandelijkste losbandigheid; de voorgevel van de pastorie wordt
tot een ruïne gemaakt, het liefdegesticht der weerlooze Zusters wordt niet
gespaard, en de gelukkige bewoners der vernielde perceelen zijn wel
gedwongen, zich urenlang te beschouwen als vogelvrijverklaarden! Van een poging
zelfs om 't geweld te keeren, is geen schijn waar te nemenAlleen de aankomst
en het kordaat optreden van het alkmaarsche parket maakte Maandag-avond
te elf uur ruim aan het rumoer een einde.
Toegegeven echter, dat de verwarring, de schrik Maandag-avond genoegzame
verontschuldiging aanboden, voor Dinsdag was dit zeker niet het geval. Het
gebeurde des avonds te voren moest reden genoeg wezen om samenscholingen
te doen verbieden. Niets ervan weder! De katholieke ingezetenen hebben Maandag
hun eigendom zien vernielen. Zij moeten zich Dinsdag in hun ongeluk nog
laten bespotten! Men dwingt hen, de vlag uit te steken. De autoriteit die
militairen tot haar beschikking had, belet die gewelddadigheid niet; in plaats
van alle vlaggen te doen binnenhalen en de samenscholingen streng tegen te
gaan, laat zij toe, dat op geen zeven minuten afstand van het gemeentehuis
een aan een buitenlaudsch eigenaar behoorend perceel op de meest baldadige
wijze aan de vier kanten letterlijk wordt belegerd. Omdat de oude knecht de
vlag niet spoedig genoeg kan vinden, worden de schandelijkheden van Maandag
avond hier en nu h la larbe van de soldaten in ergerlijke mate nog
herhaald. Het hek om de woning wordt verbrijzeld, de ruiten en de zonne
blinden met keisteenen en zeker ook nog op andere wijze vernield
Aan dit geweld wordt een eind gemaakt door de komst der militairen
zou men zeggen? .-Neen, omdat een welbekende stem waarschuwde dat
het te laat zou worden voor de ovatie aan de terugkeerende liefhebbende
dochter van een om harentwil half doodgeslagen vader. Bahl
Onder deze omstandigheden vooral kunnen wij niet anders dan onze veront
waardiging uitspreken over de behandeling, den volgenden avoud den terug
komenden pelgrims uit Kevelaar ten deel gevallen.
Naar onze innige overtuiging heeft de overheid niet gezorgd voor een be
veiliging van persoon en eigendom als waarop iedere burger van Nederland
recht heeft. Wij vreezen dat aan het ontbreken van die zorg niet vreemd
geweest is een misschien onbewust gevoel, dat wij meenen niet beter te kunnen
noemen dan „respect voor het gepeupel". Voor gepeupel van hooger of laver
stand. Zulk respect achten wij bij de overheden een ware ramp. Immers het
vorctprfct Ha nlpfrprs van <*.vtirAlH rtf Ha it i
eet
volks in haar uitspraken weerklank vindt I
Ofschoon op het eiland Texel vele hectaren grond
aardappelen zijn bezet, verneemt men er gelukkig weinio-
de gevreesde ziekte. De kwaliteit dezer aardvruchten is
op de zandgronden en langs den duinrand, zeer br.vr^00^
Nauwelijks een jaar geleden waren alle berichten
de landverhuizing naar Amerika verspreid, huiteugewoon
stig. Die goede tijdingen deden honderden het moederland^
laten, om naar de Nieuwe Wereld te vertrekken. Vooral
het eiland Texel vertrokken er velen, van wie sommigen v*?11
overtocht was verstrekt door familieleden uit Amerika.
Sedert eenigen tijd komen van daar minder gunstige beffck
ten en werd door enkele landverhuizers zelfs alles iB u
werk gesteld, om middelen te vinden tot terugkeer naar a!
geboortegrond. De lust tot landverhuizing is door dit alles
het eiland niet weinig bekoeld.
De Vereeniging tot bevordering en verbetering der
bereiding in Noordholland, heeft zich per adres tot Z. E,
Minister van Financiën gewend, ter verkrijging van vrijstélU
der belasting op het zout, benoodigd bij de zuivelbereiding
Een 400 tal afdrukken van dit adres zijn verzonden aan'jt'
le en 2e Kamer der Staten-Generaal en aan alle besturen én
afdeelingsbesturen van Maatschappijen en Vereenigingen op het
gebied van den landbouw.
Zekere J. V. te Enkhuizen, 18 jaar oud en
goede bekende van de politie, werd eergisteren door den rijk
veldwachter te Hoogcarspel in hechtenis genomen, als verdack
van zich te hebben schuldig gemaakt aan het stelen van een®
zilveren voorwerpen. Bij een ingesteld onderzoek werden de
miste voorwerpen onder den grond verborgen gevonden. In eg
voorloopig verhoor heeft de beklaagde alles bekend; teven
kwam hij tot de erkentenis van den diefstal van eene som
door hem eenige dagen geleden gepleegd, welken hij eerst'bari
nekkig ontkend had.
Te Enkhuizen is eene vereeniging opgericht onder is
naam van A. B. G. Vereeniging. Zij stelt zich dit jaar ten dos
den kinderen der mingegoeden een St. Nicolaasfeest te bereiden
Elk lid betaalt slechts eene jaarlijksche bijdrage van 10 ets.
doch neemt tevens de verplichting op zich, twee andere leis
te werven; gelukt dit niet, dan betaalt men het drievoud J
gewone contributie.
Donderdag had te Egmond-aan-Zee eene eenvoud®
doch indrukwekkende plechtigheid plaats. Een der oudste l>
woners uit de Prins Hendrik-stichting werd door zijne mei-
verpleegden op eenigszins martiale wijze grafwaarts gedrag?.
De kist, gedekt door vlag en waardigheids-teekeningen
overledene het kruis voor belangrijke krijgsverrichtingen,!
Atjehmedaile en die voor 30 jarigen trouwen dienst, omsta
en gevolgd door koopvaardijmannen zoowel als „jongens vat!
marine" tusschen de 70 en 90, sukkelde op de oude schooi
slechts langzaam verder.
Het is ongeveer eene halve eeuw geleden, sedert
in zijne bekende „Veteranenklacht" in de bres sprong voord
arme drommels, die na een leven lang het land en den lom
trouw gediend te hebben, als invaliden worden afgescheept!
een pensioen van „10 centen daags". Welnu, in diei
jaren zijn wij toch wat overuitgegaan de hier begravene i
zestien centen per dag. Ware dus de Prins HendrikiticM
er niet geweest, dan had de man den hongerdood moeten si!
veu. Te betreuren is het daarom, dat deze zoo zegenrijke J
stelling, wegens gebrek aan middelen, nog altijd zich
breiden kan, als met het oog op de telkens toenemende behoeft
wenschelijk en noodig is.
Binnen enkele dagen zal het eerste deel verschijnen
nieuwe geïllustreerde uitgave der werken van J. Van den 'Jj
del, indertijd uitgegeven door mr. J. Van Lennep,
langrijk herzien en bijgewerkt door den heer J. H, W. W?
archivaris te Rotterdam.
Dit deel bevat, behalve eenige kleinere gedichten (n® j
-1639), de „Gysbregt van Aemstel", „Elektra" en „Maegh®1
zoomede net en duidelijk uitgevoerde reproducties van
behoorende prenten en handschriften, te zamen vormende
bladzijden.
Zoowel op letterkundig als op typographisch gebied i-
deze uitgave de meeste zorg besteed, zoodat het geheele
in beide opzichten den dichtreuvorst tot een nieuw mono»-;
zal strekken en in de bekende Sijthoff's „Vijtig-cents er
naast de werken van Van Lennep, Cremer en Luiken
volkomen waardige plaats zal vullen.
Tevens is voor hen, die dien verlangen, tegen eveneen^-
ringen prijs, een fraaie band vervaardigd, in den stijl
dels tijdeene aan deze uitgave verbonden eigen®*11
waarop hier insgelijk de aandacht mag gevestigd wordf
dat ze mede getuigt van een streven tot bezorging eeB f
WM bij alle ingezetenen den eerbied en bet besef voor
t geen recht is en wet.
Wij herhalen met nadruk den wensch, reeds eergisteren door ons nito-e
sproken: de schandelijke feiten, te Schagen gepleegd, mogen niet Onbestraft
blijven. Vóór alles evenwel hopen wp dat de bevoegde macht het oog vestiveon
hetgeen had kunnen gedaan worden, om de gepleegde wandaden te voorkomen
en evenzeer op hetgeen sommigen gedaan hebben, om ze uit te lokken Er
worden te Schagen namen genoemd; er wordt gevraagd wie den sterken
betaald heeft, vooral Maandag-avond geschonken, wiens „lange leven" werd
ardig^'
gave, waarop men, niettegenstaande den lagen prijs, trols
zijn.
Bij de verkiezing van een lid der Tweede fa®®
hoofdkiesdistrict Bergum zijn uitgebracht 2595 geldige
Gekozen is de heer L. W. de Vries antirevolP'to
1340 stemmen. Op den heer E. B. Kielstra
1125, op den heer dr. V. Bruinsma (radicaal) 1"
uitgebracht.
Te Harlingen viel Zaterdag van een Neder^11^
een matroos te water. In de nabijheid lag een N°°.r
Een der matrozen van dien bodem, ofschoon nie
zwemmen, sprong in zijne.Zondagsche plunje dadel1.!"
greep den drenkeling en wist hem boven te h°u
hulp kwam, waarna beiden werden geholpen. 'l°en
Nederlander den helper een gulden aanbood, ant«
in het Noorsch„Neen, wat ik deed, deed ik 111
schap, maar niet om iets te verdienen.'