A
Mrti- LlllllIM
HIEDVJAABSfiROET,
En vergeef obs onze sclmlöen!
Donderdag, 27 December 1883.
31ste Jaargang. No. 2253.
Gelijk voorgaande jaren,
zal er ook nu in ons blad
van 2 Januari gelegenheid bestaan tot
het plaatsen van Advertentiën als
aan Familie, Vrienden en Bekenden,
tegen 25 Cent per advertentie.
de Red.
PATENTEN.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCHAGKrf. Laan, 5.
Gemeente Sc hagen.
Bekendmakingen.
Binnenlandsch Nieuws.
SCH
J
Dit blad verschijnt tweemaal per week: oensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
TENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger.
POLITIE.
Vermist op de markt alhier van Donderdag, 20 December j.1.,
twee Schapen, (Overhouders.)
beiden gemerkt met een blaauw streepje over bet linkeroor.
Inlichtingen hieromtrent worden verzocht ter Secretarie dezer
gemeente.
De Burgemeester van Schagen brengt ter algemeene kennis, dat
de patenten aangevraagd in de maanden Augustus, September
en October 1. 1., 2de kwartaal, dienstjaar 1888/89, ter gemeente
secretarie door belanghebbenden kunnen worden afgehaald vanaf
Zaterdag den 22en tot en met Maandag den 31 en dezer des
voormiddags van 9 tot 12 ure, de iuvallende Zon- en Feestdagen
uitgezonderd.
Schagen, den 21 December 1888.
De Burgemeester voornoemd,
G, LARGENBERG.
Roman van GEOR GE HöCKER.
82.)
XXXVII.
De ongelukkige gravin had reeds een besluit genomen. Lang
zaam en plechtig richtte zij zich van hare knieën op.
„Nu weet ik alles!" antwoordde zij met doffe stem. //Mijn
arme man, man; in de handen van zulk een schurk hebt
gij van stap tot stap dieper moeten zinken
.Gelooft gij misschien mij zachter te kunnen doen stemmen,
wanneer gij mij beschimpt viel Frans haar brutaal in de
rede. .Ik vraag wel om verschooning, maar ik heb geen lust
nog langer te wachten of mij voor den gek te laten houden."
Ja, gij zult een beslist antwoord hebben," antwoordde de
gravin op beslisten toon. //Des hemels hand rust in vergelding
zwaar op ons, maar gij, de duivel, zult de vruchten van uw
werk niet plukken. Mij wilt gij bezitten, schaamtelooze leuge
naar P Mij, die u veracht en verafschuwt als de zonde zelve
Mij/ die voor uw blik reeds siddert, als voor de aanraking met
een walgelijk gedierte
Dood en duivel!" siste Frans, die van woede over zijn
gehecle lichaam beefde, //gelooft gij mij nog ongestraft te kun
nen beschimpen
ffNeen, het zij verre van mij, dat ik mij zou vernederen,
door een enkel woord meer tot u te richten, dan hoog noodig
js> antwoordde de ongelukkige vrouw met edele waardigheid,
erwijl zij zich fier oprichtte. „Gaat heen en volvoer uwe be
rgingen. Geen medelijden moet u daarvan terughouden
ttijn zoon heeft reeds begonnen te boeten en het zal mijn
b reven zijn, deze boete ten einde te volbrengen terwijl
•jjj 111 ?.nbeschaamde wraaizucht den verrader speelt, zal ik
^ar mijn geniaal gaan en hem den eenigen uitweg toonen,
61 ii°o bestaat, om aan de dreigende schande te ontkomen.
Betalt-U jD6n meer> maar sterven kunnen wij wel
duivel i 6~ dat kan niemand ons beletten, zelfs niet een
misdaden gaat heeD en oogst de vruchten, U* er
'A achteruiteen w^de kreet deinsde Frans eenige schreden
Joofdier i .ge^ee^ in dit oogenblik op het wilde, briesende
at zijn buit, die het zich reeds zeker waande, ziet
De Burgemeester van Schagen, brengt ter kennis van de
ingezetenen, dat het aanbieden van- en het rondgaan met zooge
naamde ,Nieuw jaarswenschen" hetzij gedrukt, hetzij
geschreven, langs de huizon niet zal worden toegelaten alsmede
dat de verschillende armbesturen eene inzameling van vrijwillige
giften langs de buizen zullen houden, teneinde uit de opbrengst,
bij het einde dezes jaars, eene buitengewone bedeeling van levens
middelen aan de minvermogenden te kunnen doen.
Schagen, 24 L'ecember 1888,
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
Schagen, 27 December '88.
De avond van den tweeden Kerstdag was voor den ver
slaggever alhier een lastige avond. Twee uitvoeringen tegelijker
tijd! Naar welke zal men het eerste gaan? Gelukkig bestaan
er spreekwoorden, die als universeel redmiddel dienst kunnen
doen, en het „wie de oudste brieven heeft, wordt het eerste
geholpen" deed het eerst onze schreden richten naar het Noord-
Hollandsch Koffiehuis, alwaar onder dir. van den heer Abr. de
Winter, een gezelschap „ongeëvenaarde artisten," zooals het
programma luidt, inderdaad op het gebied van Komische Voor
dracht en Zang en Kamergymnastiek zijn hoorders zeer veel te
genieten gaf.
Behalve de zeer fijne politieke voordrachten van den heer de
Winter, op welk gebied hij gerustelijk zich ongeëvenaard kan roe
men, en voor de bereiding van welk attisch zout hij alleen het recept
schijnt te bezitten, verdienen niet minder vermelding: de van
verbazende spierkracht getuigende gymnastische oefeningen aan
de riDgen, door Mr. Alfred Silbon; alsmede de verbazende vlug
heid, met welke Miss Carola hare equilibristische proeven op de
globe ten uitvoer biengt, terwijl Mlle Jeanette met haar vier
gedresseerde honden, door hare zeer interessante proeven van
dressuur het talrijke publiek ten zeerste in extase bracht.
Was de opkomst van het publiek in het Noord-Hollandsch
Koffiehuis talrijk, zeer talrijk was het dit in het lokaal Cérès,
alwaar de Rederijkerskamer „Hofdijk" van Hoorn eene opvoering
ontglippen.
„Goed dan, dan kiest gij, wat gij wilt," beet hij haar toe
en liet er op volgen „Ik heb mijn voordeel te verkoopen
gelijk ik het vind sterft gij met den ellendigen lafaard,
in plaats van aan mijne zijde te levendoe, wat gij wilt; ik
was een dwaas, dat ik in waanzinnige verblinding mij verliet
op een vrouw, en zulk een veranderlijk schepsel tot einddoel
mijner plaunen heb gekozen er geschiedt mij recht,
dat ik mij met zulke dwaze gedachten heb ingelaten
maar nu ben ik genezen van mijne liefde en ken alleen nog
de gedachte, mij te wreken 1 Te wreken 1 Hoort gij wel
schreeuwde hij luid en toen hij zag, dat de gravin, hare ont
roering niet meer had kunnen bedwingen en achterover op den
grond neersloeg, liet hij een duivelacbligen lach hooren en
sloop hij met de behendigheid van een roofdier net vertrek uit.
Als door furiën voortgejaagd, snelde de ontnuchterde kamer
dienaar voort over het sneeuwveld, in de richting van het slot
Wolfenstein. Toen hij, geheel in zijne wraakgierige plannen
verdiept, vlak bij Martin's hoeve was gekomen bleef hij onwil
lekeurig staan. Hij herinnerde zich den ouden heerenboer, die
nu in zijn waanzin dagelijks bezig was de bijl te scherpen,
waarmede hij voornemens was den dood zijns zoons op het
Wolfensteiner gebroed te wreken- Dichter bij gekomen, zag hij
nu den ouden kindschen boer werkelijk met dezen arbeid
bezi<». Ha 1 daar schoot hem een gedachte door het
hoofdde majoraatsheer was alleen op het slot achtergeble
ven wanneer hij den gek eens naar hem toezondHaha,
haha 1
Zonder zich bedenken ging hij naar den ouden boer en een
geheime hoop teekende zich af op zijn gelaat, toen de oude man
naar zijne woorden gretig luisterde.
XXXVIII.
Op den zoo gewichtigen dag zat de oude graal Wolf van
Wolfenstein, die van wege zijnen kwijnenden gezondheidstoe
stand alleen op het slof was achtergebleven, eenzaam en ver-
lateD en was ten prooi aan de droevigste gedachten. In zijn
aeest' doorleefde hij nogmaals dat gedeelte van zijn leven, dat
een aaneenschakeling was van logen en bedrog. Helsche pijnen
stond bij uit. Die eenzaamheid, welke hem omgal, was ontzet
tend. Maar wat hielp hem zijn berouw M at baatte het hem,
dat 'hij lichamelijk en geestelijk leed
De majoraatsheer verborg het gelaat in beiue handen en
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
gaf van a. Twee Vrouwen, drama in 3 bedrijven door H.
Peeters, b. Een gevaarlijk Sujet, kluchtspel in 3 bedrijven door
Mart. L. Liket, waarbij de Harmoniekapel de uitvoering op
luisterde, door eenige muzieknnmmers ten beste te geven.
Over het eerste stuk kunnen wij geen oordeel neerschrijven,
oinrede wij de uitvoering er van niet konder, bijwonen.
Met betrekking tot het tweede stuk zijn wij ten deele vol
daan. De uitvoering van het geheel was goed ofschoon niet
vlekkeloos, daarentegen verdienen Kaatje, de huishoudster,
August Kalman en Blommerts, student, een woord van waar
deering voor hunne goede vertolking, der hun toegedachte rollen.
Pimpelstein was o. i. te overdreven, waardoor hij van zijn
rol meer een carricatuur maakte; doch wellicht ligt deze fout
in de creatie des schrijvers. Van Görsen was veel te houterig
in zijn spel, terwijl mejuffr. Henriette niet onaardig debuteerde,
alleen enkele oogenblikken wat nonchalant. Kalman, de scbeeps-
reeder, was ook te weinig actief, er zat in zijn spel geen gloed,
het bleef zoo koud, zoo kil.
Verwoert en van Hall maakten van hunne ondergeschikte
rollen nog zooveel mogelijk.
De geheele uitvoering gaf ons den indruk, dat de krachten
dezer kamer nog te jeugdig zijn voor dergelijke tamelijk veel
eischende stukken.
De Plaatselijke Schoolcommissie alhier heeft naar aanleiding
der benoeming van het Hoofd der O. L. School tot lid van
dat college, en bloc bij den raad haar ontslag ingediend.
Naar aanleiding van bovengemelde benoeming, geschied in de
laatste raadsvergadering, lezen wij in nde Tijd" van 24 Dec.
No. 12598, het volgende:
Onredelijk, ongerijmd en hatelijk!
Van geachte zijde wordt ons geschreven:
De getrouwe lezers van De Tijd herinneren zich nog de houding, door den
„achtbaren" raad der gemeente Schagen aangenomen tegenover de bernchte
schandalen van een fanatiek gepeupel, welke aan dat stadje zoo'n treurige
vermaardheid hebben bezorgd.
Niemand voorzeker zal zich erg verwonderen, wanneer door een college, dat
zich door zulk een eigenaardige opvatting van zijn taak en zijn waardigheid
kenmerkt, maatregelen worden verordend of besluiten worden genomen, die den
toets ecner gezonde critiek niet kunnen doorstaan.
Een bestuursdaad echter die dezer dagen van dat „achtbaar" lichaam is
uitgegaan, verdient m. i. opzettelijk te worden gesignaleerd, wijl zij alles over-
jammerde luide. O, hij gevoelde maar al te goed, dat zijne
levensuren geteld waren, ea hij spoedig zou staan voor zijn
rechter.
Buiten werd het steeds donkerder. De voorraad hout, die
de nalatige bedienden om den haard hadden opgestapeld, was
uitgeput en slechts nog weinige vonken glommen in den haard.
De vensterglazen begonnen reeds te bevriezen, het werd spook
achtig donker in het hooga vertrek, de voorwerpen, die er zich
in bevonden begonnen voor den verlaten man allerlei zonder
linge omtrekken aan te nemen de gordijnen, die voor de deuren
hiugen, schenen als door een geestenhand bewogen te worden.
Wolt von Wolfenstein wist zelveu niet waarom het hem zoo
ontzettend bang om zijn hart was. Het was hem, alsof Neme-
sis, die zoolang reeds zijne dreigende voorboden had gezondeu,
nu ieeds met zijne knokkelige vingers aau de deur klopte. Het
was hem te moede, als voelde hij reeds den adem des doods
over zich heen strijken.
Duisternis om hem, duisternis in hem.
Zoo moest het er eenmaal in het graf uitzien, dacht de van
koude bibberende man. Hij haalde inoeielijk adem en voer met
een lichte kreet op uit zijn stoel„lucht licht," sta
melde hij met bevende lippen. Daarna strompelde hij, ondanks
de hevige pijnen, die hij bij het gaan leed, de kamer rond,
met bevende handen naar de lucifers zoekeude.
Eerst toen hij na veel moeite de lamp had aangestoken, en
derzelver vriendelijk schijnsel het vertrek verlichtte, haalde de
majoraatsheer weer ruimer adem. Met den zijden zakdoek
wischte de door gewetenswroeging zoo gekwelde man zich het
koude zweet van het voorhoofd en zonk daarna uitgeput in
zijn stoel.
Eensklaps weid zijn scherp oor getroffen door een dof ge
stommel, dat steeds nader kwam. Hij huiverde bij de gedachte,
dat het misschien de wraak kou zijn 1
WTat zou het ook anders kunnen zijn, dat nu tot hem kon
doordringen Zenuwachtig zocht de majoratsheer met de uit
geteerde hand op het kleine tafeltje, dat naast hem stond, en
waarop hij gewoonlijk een wapen had liggen. De schurk van
een kamerdienaar moest het zeker heden morgen vergeten heb
ben, het volgens zijn bevel daar weder neder te leggen.
Nu werd het zware zijden gordijn voor de deur, bewogen.
Het koude angstzweet brak den majoraatsheer uit. Met wijd
opengespalkte oogen staarde hij naar het gordijn. Daar werd
het terug geslagen, een schrille kreet ontsnapte aan de bleeke
lippen van den majoraatsheer. Was het werkelijkheid^ ol een