Slot volgt.
W. van Vollenhoven I, Botterdam, 1 min. 364/5 sec.
G. Jurrjens, Amsterdam, 1 min. 352/g sec.
J. N. de Jong, Westzaan, 1 min. 40 sec.
Green, Engeland, 1 min. 38. sec.
J. Leveday, Engeland, 1 min. 34 sec.
Om een 1, 2 en 3 prijsmedaille moest dus worden gestreden
door de 4 volgende
A. von Panschin te Petersburg. in 1 min. 248/5 sec.; door
K. Pander uit Haarlem, in 1 min. 30 sec.; door Leveday, in
1 min. 31 sec.; door L. Tebbut, in 1 min. 33 sec.
Laatstgenoemde had om tot de eindrace te worden toegelaten,
nog een rit te doen met Couvée uit "Delft, die ook een record
van 1.33 gehaald had. Tebbut versloeg Couvée toen met */-
seconde daardoor viel Couvée af. Bij den beslissenden rit
verkreeg von Panschin 1.258/5, Pander 1.304/s en Leveday
1.34 zoodat den Kus de 1ste prijs, den Haarlemmer de 2de,
den Engelschman de 3de ten deel viel. Voor Tebbut, die wegens
vermoeidheid aan den eindkamp geen deel nam (hij had reeds
tweemaal moeten rijden, ook met Couvée) bleef toen de 4de
prijs over. De afwezigheid der Eriesche rijders wordt hierdoor
verklaard, dat geen professional-rijders waren toegelaten. Dat
de uitslag van een wedstrijd, ingericht als deze, ook al geen
zuiveren maatstaf ter beoordeeling oplevert, blijkt uit het vol
gende. De eerste rit tusschen P. Buitinga uit Amsterdam en
Jos Donoghue uit Newburgb, U. S., viel zoo ongelukkig uit,
doordien de kampioenen herhaaldelijk vielen dat de Amerikaan
voor de baan 1.35 min. noodig had en Buitinga het halverwege
opgaf.
Ook G. Jurrjens uit Amsterdam, op wiens vlugheid ons
nationaliteitsgevoel hooge verwachtingen grondde, bleef in de
minderheid. Louter om de eer, reden Donoghue en Jurrjens
later een extra nommer, en daarbij bleek, dat eerstgenoemde
de baan afleggen kon in 1.273/s en de tweede in 1.30 min.
Maar deze rit telde met het oog op de uit te deelen
medailles natuurlijk niet mee.
De wedstrijd werd door heerlijk helder weder begunstigd en
had eene vrij talrijke menigte naar het terrein gelokt. Het ijs
was fraai, hoewel niet hard genoeg voor de schaatsen van Dono
ghue, dien wij bezig zagen zijne ijzers met puimsteen af te
stompen. In elk gevalde Hollanders zijn niet zonder succes
tegen de andere groote mogendheden in het strijdperk getreden,
en hebben hunnen rang als tweede hardrijdersnatie ook dezen
keer weten te handhaven.
Als eene bijzonderheid kan nog worden gemeld, dat de heer
"W. Leveday, die den 3en prijs won, als prijswinner te Cam-
bridge het champion-schap van Engeland verwierf.
Verder nog, dat op het terrein behalve de redacteur van
The ïield, het voornaamste Engelsche sportblad, eene teeke
naar van The Graphie aanwezig was. N. B.
Een lange tong kan lastig worden. Een juffrouw, uit de
Tuinstraat te Amsterdam, liet zich onder het gebruik van een
kommetje koffie met een paar buurvrouwen, ontvallen, dat zij
al een maand van te voren geweten had van den aanslag op
de heeren Van Tienhoven, Jolles en Stork.
Een paar dagen later klopte een mijnheer aan haar woning,
met het vriendelijk maar zeer dringend verzoek, eens bij den
commissaris van politie te komen.
Het mensch dacht niet meer aan het gezellig babbeluurtje
en stapte, zich van geen schuld bewust, naar het bureau.
Maar jawel, daar moest zij opbiechten.
Weldra bleek, dat de juffer gejokt had, maar tot strat bracht
zij eenige zeer onaangename uren door en kreeg bovendien de
vermaning mede naar huis, in het vervolg geen praatjes meer
uit te strooien, die zulke gevolgen konden hebben.
Naar men nog meldt, heeft de juffrouw gedurende eenige
dagen geen woord gesproken, maar gelukkig bleek deze kwaal
niet blijvend!
Een oogenblik scheen Martin met zich zei ven in strijd. //Kus
haar dan nog eenmaal, die mij toch in het leven geheel alleen
heeft toebehoord," zeide hij met bevende stem. ffKus haar en
smeek haar dat zij voor u bidde."
Met slependen tred begaf Wolf zich nog eenmaal naarAntje's
stoffelijk overschot. //Vaarwel, Antje, vaarwel sprak hij op
doffen toon. #Bid voor mij, daar boven, want ik heb uw voor
spraak noodig, en Antje", voegde hij er fluisterend aan toe,
z/neem mij vriendelijk op daar boven, wanneer ik spoedig tot
u kom 1" Nog eenmaal boog hij zich over de lippen der ge
storvene en kustte haar plechtig ten afscheid. Daarna stond hij
langzaam op. Vaarwel!" zeide hij nu ook tot Martin, dezen
de hand toestekende. „Het is een heilig, ernstig oogenblik ge
weest, in hetwelk wij elkander hebben leeren kennen
Daar is geen ruimte voor menschenhaat en -afkeer.
Vaarwel en vergeef mij alles, wat ik jegens u heb misdreven
en zorg voor dat kleine schepsel, daar, gelijk gij het haar
gezworen hebt; zorg voor haar kind, want ik zal het niet
kunnen doen
Martin streed een zwaren strijd met zich zeiven; daarna
vatte hij krampachtig Wolffs hand en drukte die tegen zijn
borst.
z/Ik vergeef u alles, wat gij gedaan hebt en jegens mij hebt
misdreven Vaarwel en God zij met ul"
Nog een oogenblik staarden de beide mannen elkander in de
oogen, daarna verliet "Wolf de hoeve van Martin Katzenberger.
Martin zelve bleef achter. Hij nam op een stoel plaats naast
het stoffelijk overschot der dierbare overledene, en staarde naar
het gelaat van Antje. Nu was de droom ten einde! Daar lag
zijn geluk gestorven en doodEren lang zat de brave man
naast het sterfbed der dierbare, die in haar leven hem niet
had mogen toebehooren. Maar zij had hem toch een heilige
erfenis nagelaten.
Op de knieën bij het lijk nedervallende, fluisterde hij met
bevende lippen: //Ja, Antje, nu begrijp ik u volkomen. Gij
hebt mij in het afscheidsuur een zonnestraal vermaakt; uw
kind, het zal mijn kind zijn, ik zweer het u, gij lieve
doode Zoolang ik leef, zal ik werken en leven voor uw
kind. Hij zal een goed mensch worden en hij zal eenmaal uwe
nagedachtenis zegenen, Antje Langzaam stond hij op.
Het had hem toegeschenen alsof de doode hem voor zijn eed
bad toegelachen.
In de vergadering der Kiesvereeniging //Burgerplicht" te
Amsterdam, op Dinsdagavond 8 Januari 1.1. werd onder meer
de vraag gesteld of het bestuur ook iets kou mededeelen om
trent de werking van de Liberale Unie en de organisatieplannen,
die bij haar aan de orde mochten zijn. Men heeft gezegd, dat
het wel goed was, dat de liberale partij eens in de minderheid
kwam, opdat zij zich eens flink zou kunnen organiseeren. Nu
is spr. belangstellend te vernemen, wat wij van de Liberale
Unie iu deze richting te wachten hebben.
Betreffende de eerste vraag van den heer Jolles, antwoordde
voorzitter, dat dit een quaestie was van huishoudelijk beheer,
die ook al in den boezem van het bestuur ter sptake werd
gebracht. Nu er uit de vergadering zelf eene stem is opgegaan,
zal de zaak natuurlijk opnieuw ter tafel komen. Wat aangaat
de werkzaamheden der Liberale Uniespr. gelooft niet, dat men
recht heeft op de werkzaamheden der Liberale Unie zoo laag neer
te zien als algemeen geschiedt. Spr. weet, dat de Liberale
Unie wel degelijk werkzaam is, al geven die werkzaamheden
niet de schittering van een vuurwerk. De heerMartin Wolf
moet er toch op wijzen, dat van het nut der Liberale Unie
nog niet veel gebleken is. Spr. wijst er op, dat twee jaren na
hare stichting de liberale partij in de minderheid is gekomen.
In elk geval geen bewijs véér den invloed der Liberale Unie.
Mr. S. Katz kan zich niet begrijpen, wajrom over den
arbeid der Liberale Unie altoos met zooveel geheimzinnigheid
gesproken of liever gefluisterd wordt. Spreker hoopt, dat de
Liberale Unie den sluier, die over haar //invloedrijk optreden"
gespreid ligt, voor het vervolg wat zal willen wegtrekken. De
liberale partij volge in het algemeen niet te zeer het stelsel
van geheimzinnigheid, en handele steeds, zooveel het diplo
matisch beleid velen kan, in het openbaar. Ook de heer
Armand Sassen acht het niet goed, dat de Liberale Unie de
besturen der kiesvereeuigingen, die zich bij haar hebben aan
gesloten, onbekend laat met hetgeen in hare boezem geschiedt.
Spreker zou wenschen, dat aan de Liberale Unie officieel kennis
worde gegeven van hetgeen dezen avond over de Unie is in het
midden gebracht.
In dezeifde vergadering werd overgegaan tot verkiezing van
vijf afgevaardigden ter Liberale Unievoor het tweejarig tijdvak
ingegaan 1 Januari 1889, in de plaats van de periodiek af
tredende (herkiesbare) heeren mr. G. A. van Hamel, mr. I. A. Levy,
mr. F. S. van Nierop, Armand P. Th. Sassen en mr. C. M. J.
Willeumier. Alle aftredende leden werden met bijna algemeene
stemmen herkozen.
Aan de schietbaan //Claudius Civilis", aan de overzijde
van het IJ te Amsterdam, is achter den laatsten kogelvanger
gevonden het lijk van een melkslijter, oud 59 jaren, wonende
in de Westerstraat aldaar. Volgens den zoon was zijn vader
gisteren naar Schellingwoude gegaan, ten einde aldaar f 40 te
ontvangen, eergisteravond te 6 uur in beschonken toestand te
Nieuwendam gezien. In de nabijheid van het lijk, dat voorloo-
pig aan de schietbaan is geborgen, is een bankbiljet van f 25
gevonden en op het lijk t 14.
Het laatst voltooide gedeelte van de trambaan Hoorn—
Enkhuizen is goedgekeurd. De geheele lijn zal Dinsdag 15
Januari voor het publiek verkeer worden opengesteld.
Uit Den Haag wordt gemeld
De toestand van Z. M. den Koning liet inderdaad in de
laatste dagen wel eens te wenschen over. Nu en dan open
baart zich bij Z. M. zekere matheid en behoefte aan slaap,
zoodat de Koning vaak in en uit het bed gaat. Z. M. gebruikt
nog altoos medicinale dranken.
Over het algemeen wisselt de toestand den eenen dag met
de anderen af. Sedert 31 December houdt Z. M. wederom
voortdurend zijne kamer en vereenigt hij zich niet meer met
H. M. de Koningin en de Prinses aan tafel.
De werklust in de voormiddaguren blijft echter onverzwakt,
gelijk nog dezer dagen uit] tal van maatregelen, op 's Konings
initiatief genomen, kon blijken. De nachten zijn niet altijd
rus dg.
Men leest in de Staatscourant
Volgens verklaring van de geueesheeren des Konings heeft
Zijne Majesteit de laatste weken meer last gehad van Zijn
chronisch lijden.
De spijsvertering is in intensiteit achteruitgegaan, waardoor
de bloedmaking minder gunstig is.
De krachten van den Hoogen Lijder nemen in den laatsten
tijd niet toe.
Gelukkig echter blijft een voldoende eetlust het behoud der
lichaamskrachten van den lijder bevorderen.
Terwijl de dagelijksche bezoeken van den hofarts dr. Vlaan
deren in den laatsten tijd menigvuldiger dan anders zijn ge
weest, hebben die van 's Konings lijfarts, slechts bij grootere
tusschenruimteu plaats. Men meent daaruit te mogen afleiden,
dat men ook in de naaste omgeving des Konings geen reden tot
ernstige ongerustheid ziet.
Op uitnoodiging van H. M. de Koningin geeft de photograaf
E. A. Kerkmeijer, te Apeldoorn, aan H. K. H. prinses Wilhelmina
les iu de photografie.
Deze lessen hadden reeds eenige dagen, dagelijks een paar
uren, plaats in tegenwoordigheid van H. M. en eene hofdame,
in de vestibule van het paleis of in de speelkamer der Prinses,
welke tallooze poppen en eene groote menigte speelgoed op elk
gebied bevat.
De Prinses betoont in deze lessen zeer veel genoegen en
evenzeer weetgierigheid.
De door den minister Keucbenius uit Indië opgevraagde
stukken in de bekende zaak van den eervol ontslagen kapitein
Willink Ketjen zijn thans aan het departement van koloniën
ontvangen.
De heer Ketjen, daartoe ontboden door den minister, werd
in de laatste dagen bij het onderzoek der stukken herhaalde
lijk door den minister in zijn kabinet gehoord.
Het was Maandag tien jaar geleden dat Z. M. de Koning
te Arolsen in het huwelijk trad met prinses Emma van Wal-
deck-Pyrmout.
Het volgend eigenaardig staaltje van moederliefde kwam
in den Haag voorMoeder zou even en men weet wat in
den regel dat ,even" beduidt aan de gasfabriek cokes gaan
halen. °Een paar scheppen natte kolen werden in de kachel
geworpen en een aantal luiers hingen daarom heen te drogen.
Het jongste kind van 7 maanden lag in zijn wiegje, een ander
van ruim anderhalf jaar dwarrelde door bet vertrek en een van
drie jaar zou op de beide anderen passen.
De kachel ging gloeiend staan, de luiers ontwikkelden een
verstikkenden°damp, de kinderen begonnen te schreien en mede-
liidende buren trapten de deur open, rukten de smeulende
luiers weg en brachten de kinderen in veiligheid. De moeder
komt thuis, overziet met een oogopslag het gevaar waarin hare
lievelingen verkeerd hebben en met een Goddank wendt zij
zich tot hen, die nog bijtijds een verschrikkelijk onheil voor
kwamen Mis. Het schepsel begon te razen, dat men hare
woning was binnengedrongen, waarin men niets te maken had
De doleerende kerkvoogden van het dorpje Hijlaard zijn
er leelijk ingeloopen. Tijdens het verblijf van cis. Sikkel, thans
in Den Haag, hadden de drie kerkvoogden eene boerenplaats,
aan de kerk behoorende, verhuurd aan een jong gehuwd paar
te Welsrijp woonachtig. De jonge lui zouden »boer" worden
zooals men in Friesland zegt, en deden hunne inkoopen. Nu
deed zich echter het geval voor, dat de tegenwoordige bewoner
het erf niet verkoos te verlaten, aangezien hij, niet doleerende,
de wettigheid van het doleerende college van kerkvoogden niet-
erkende, evenmin als de classis. De nieuwe huurder verscheen
op tijd en plaats met een deel zijner nieuw aangekochte have,
maar vond huis en erf bewoond. Natuurlijk stelde hij de do
leerende kerkvoogden aansprakelijk voor de gevolgen. Een rechts
geding volgde, de teleurstelde jonge man maakte op raad van
zijnen advocaat eene lijst op van kosten, schaden, renten, enz.,
en het gevolg is geweest, dat de doleerende kerkvoogden eene
belangrijke som hebben moeten betalen. Intusschen was de man
met zijne adviseerende stem in het college, die alles op touw
heeft gezet, maar de hofstad vertrokken. Bitter beklagen zich
nu de lieden die het gelag hebben moeten betalen.
Een woordje over Algemeen Stemrecht
De Haagsche correspondent van den Delftschen Opmerker
wijst de voorstanders van het algemeen stemrecht op de werking
daarvan in het buitenland.
Hij vraagt:
Weten de heeren Domela Nieuwenhuis en Bruinsma niet, dat
in Frankrijk en in het Duitsche rijk, waar het algemeen stem
recht heerscht, de belastingen voor de minst bemiddelde klassen
der bevolking veel duurder zijn dan hier?
Weten zij niet, dat in beide landen de verbruiksbelastingen
in verhouding aanmerkelijk meer bijdragen tot de inkomsten
der schatkist dan hier?
Weten zij niet wat het recht betreft dat vervolgingen,
zooals de socialist Singer en anderen te Berlijn ondervonden,
schandalen zooals te Parijs met Wilson en zijn bende voor
vielen, hier ongekende dingen zijn?
Eindelijk: //geluk voor allen" is van het algemeen stemrecht
te wachten.
Jammer, dat de praktijk ook op dit punt zoo traag is zich
naar de uitspraken van die heeren te voegen.
Het mag betwijfeld worden of onder onze Duitsche naburen
velen worden aangetroffen, die zich in de achttien jaren, ge
durende welke zij het algemeen stemrecht bezitten, veel, zelfs
iets nader gebracht voelen tot dien algemeenen heilstaat, die
geluk voor allen heet.
Integendeel.
Vrij algemeen zullen zij zeggen, dat zij er even ver van
verwijderd zijn als ooit te vorenen ongelijk hebben zij daarin
niet.
Welk een onschatbaren zegen Frankrijk van het algemeen
stemrecht ondervindt, is zonneklaar.
Het politieke leven is er zoo opgewekt en zoo gezond, dat
bij een van de laatste verkiezingen 66.123 van de 83.962 thuis
bleven en dat de commune-beid Cluseret naar de Kamer ge
zonden werd met 14.776 stemmen.
De orde in de financien is er zoo voorbeeldig, dat tekorten
op tekorten en leeningen op leeningen gestapeld worden en dat
belastingbiljetten in steeds ruimer schakeering en tot steeds
hooger bedrag den goeden lieden in 't verschiet toelachen.
Op Nieuwjaarsmorgen viel er in de kerk derOudGeref.
gemeente te Goes een niet alledaagsch feit voor.
De predikant had van een der leden een brief ontvangen,
waarin hij, de predikant, geïnterpelleerd werd over het over
bodige van het bouwen eener nieuwe kerk. De schrijver had
den dominee in overweging gegeven genoemden brief openlijk
in de kerk voor te lezen, doch zoo hij dit niet deed, zou de
brief in de courant worden gezet. Daar de leeraar niet van
courantengeschrijf hield, zou hij het eerste opvolgen. Toen de
predikant den brief van den kansel voorgelezen °had, ontspon
zich tusschen den schrijver en verschillende personen debat
ook een dame voerde het woord. Velen verlieten het kerkgebouw
en eindelijk het debat moede, stelde een kerkeraadslid (voor
lezer) voor, om er een eind aan te maken, een vers te zingen
en heen te gaan. Ct
In de schuur van den landbouwer B. onder Ha'
heeft een tragisch voorval plaats gehad. a
Er had tussehen twee knapen, van 14 en 17 jarrig
gesprek plaats over zeker persoon, die zich in een
dorp had opgehangen. en
De jongste vroeg den oudste, hoe dat „ophangeite de
toen de oudste daarvan een duidelijke verklaring t manier
14-jarige den wenssh, dat hij wel eens iemand J
zou willen zien hangen. £n
Dat kan best gebeuren, werd ten antwoord^ kan een
Een strop werd vlug in gereedheid gebr?
balk bevestigd.
Met de waarschuwing „zoodra je mij Lord om dén
moet je mij losmaken," deed de 17-jarigee„ was de on-
hals, en. slechts na een paar ooge{n 0m de levens-
voorzichtige, ondanks alle aangewende p
geesten weder op te wekken, een lijk.
-p i i»i voor de Zwolsche
°,u ?1S6^i Tls w ®°B'.sen moest verschijnen,
rechtbank behandeld. Een vrouw uit'