KRONIEK VAN DE WEEK. Wordt Vervolgd. Binnenlandsch Nieuws. sloten den 28sten Februari e. k, met zonsondergang 2. dat de jacht op ander waterwild aal worden gesloten den 15den April o. k. met zonsondergang 3. dat het weispel van kwartelen met steekgaren of vliegnet zal mogen worden uitgeoefend van 1 Mei tot 15 Juli e. k. 4. dat de visscherij mot uitzondering van die mot don hengel in de hand, van dio met aalkorven, aaldobbers en palingfuiken, van die met het schepnet ot de gebbe om kleine vischjes te vangen voor de aaldobbers, en van die op snoek in de gemeente Texel, zal worden gesloten van 1 April tot 1 Juni e. k. En zal deze in het Provinciaal blad worden geplaatst ea voorts in elke gemeente der provincie worden aangeplakt. Haarlem, 28 Januari 1889. De Commissaris des Konings voornoemd, (Get:) SCHORER. Schagen*, 8 Februari 1889. De Burgemeester voornoemd, G. LANGENBKRG. 8 Februari. Het is voor den maatschappelijken toestand van ons volk en met name van onze arbeidende standen zeer te wenschen, dat er een meer dan gewone aandacht geschonken worde aan de nu en dan in de dagbladen voorkomende mededeelingen van Nederlandsche landver huizers naar Brazilië en Argentina. In de laatste helft van het vorige jaar heeft men overplaatsing naar die Zuid- Amerikaansche gewesten voorgesteld als een afdoende veiligheidsklep tegen een groot deel onzer sociale nooden en ellenden, en de uitkomst zal nu moeten toonen of die schildering werkelijk op waarheid gegrond was. Toch zij men voorzichtig met de beoordeeling van die stemmen uit den vreemde. „Niet alle hout is timmerhout," en zoo zijn ook niet alle Nederlanders geschikt om plotseling van de oevers der Noordzee naar die der Rio-Plato te wor den overgebracht. Menigeen had beter gedaan met stille- kens thuis te blijvengebrek en ellende te lijden in den vreemde is toch nog erger dan er mede te worstellen in het vaderland, waar men al thans zijn taal en zijn men- schen kent. Maar met dat al zijn de ongunstige getuige nissen omtrent het lot onzer Argentijnsche landverhuizers tah ijker dan de gunstige, zoodat menigeen zich nog wel eens tweemaal zal bedenken eer hij hier zijn inboedeltje aan kant doet en de groote reis aanvaart. Middelerwijl is deze tak van landverhuizing een voorwerp van algemeen onderzoek gewordenzoowel de regeering als de particu lieren verzamelen gegevens om het publiek zoo goed mo gelijk in te lichten, en in de pers wordt het pro en contra van de zaak druk besproken. Intusschen moet landverhuizing slechts het uiterste red middel blijven, waartoe men slechts in den hoogsten nood overga. En daarom is het de taak der pers, voortdurend te wijzen op de middelen tot lotsverbetering, die den ar beidenden standen op eigen bodem ten diensto staan. Hoe meer die middelen in het licht gesteld worden, hoe beter land en volk er bij varen zullen. Dat dit geschiedt, is op zich zelf reeds een verblijdend teeken. Het behoort tot de zeer gunstige karaktertrekken van onzen tijd, dat men meer en meer de aandacht vestigt op den toestand der zoogenaamd lagere volksklassen en de middelen om haar lot te verbeteren. Wordt ieder welgezinde daartoe reeds opgewekt door de zucht om zijne minder bevoor rechte natuurgenooten voort te helpen, een helder inzicht in de samenstelling der maatschappij en de behoeften Oh," zeide Ottilie pijnlijk getroffen, „en zulk een persoon is het onderwerp van den eersten liefdesdroom mijner dochter?" „Wat wilt gij," meende de regeeritigsraad geruststellend, //in hare jaren maken een paar mooie zwarte oogen en een paar goed gezegde complimenten meer indruk, dan edele karak tertrekken Daarvoor heeft Mary immers hare waakzame, ver standige, goede moeder, die haar voor ernstig leed zal be waren." Deze woorden moesten zekerlijk eene herinnering in Ottilie's ziel wakker geroepen hebben, want met zeer veel nadruk sprak zij ze na „Ja, zij heeft eene waakzame moeder." Maar Gemmingen nam zich toch voor, bij de eerste gelegen heid zijn zwager of zijn zuster te verzoeken, dat zij Bentheim uit hun vriendenkring zouden verwijderen. Hij zocht Mann- hardt's woning alleen op, wanneer het niet te vermijden was. Met zijn zwager had hij geenerlei punt van aanraking, de overgroote weelde in de leefwijze van het echtpaar mishaagde hem. Abigail was hem altijd vreemd geweest en het eenigste gevoel, dat hem wel tot haar trok, was dat van een dikwijls opwellend medelijden. Wanneer hij zijne tengere, bleeke zuster koortsachtig opge wonden op de partijen zag, wanneer zij zwijgend en afgemat in Ottilie s kamer zat, dan overviel hem een onbegrensde barmhartigheid. Troostend had hij haar dan wel in de arm kunnen nemen en haar willen toeroepen, toch goed en geluk kig te zijn. Maar Abigail was als een aal. Zij liet zich niet vatten, volstrekt niet door gevoeligheid. Zij lachtte alles en alles uit. Maar zij kwam zoo dikwijls, zonder doel en reden, en zette zich dan op de zijleuning van een stoel, in een hoek der sofa, op de vensterbank, en sprak geen woord en ont roofde zoo Ottilie's zoo nauw bezetten tijd. Men mocht haar niet vragen „wat wilt gij," men mocht haar niet zeggen „gij hindert." Eenmaal toch, als Mary op kinderlijke wijze vroeg„tante, wilt gij iets van mama had Abigail geantwoord „Neen. Maar bij u schijnt de zon en bij mij vriest het altijd." Dat had Ottilie zeer getroffen. En in der daad bemerkte zij eerst sedert dat oogenblik, dat Abigail zich altijd in den zonneschijn plaatste, die den geheelen voormiddag de woon kamer der hooggelegen woning verwarmde. harer ontwikkeling werkt krachtig mede, om T stelling in dit onderwerp te verhoogen. In allo la de meest beschaafde en welvarende, bestaat ven e g grootste gedeelte der bevolking uit dezulken, handenarbeid hun brood verdienen en van_ hun ag leven moeten. Tengevolge hunner inspanning wor maatschappij voortdurend voorzien van alle stoffelijke v werpen, die zij noodig heeft, van levensmiddelen, kleei ren, woningen, huisraad, artikelen van gemak en weel e. Zij vormen als het ware de onderste en breedste lagen, den grondslag der maatschappijen het kan die maat schappij alleen dan goed gaan, wanneer bij hen gezondhei en degelijkheid, een krachtige arm en een helder hoofd, energie en gezond verstand worden aangetroffen. Al wordt er door de hoogere standen nog zooveel rijkdom en weelde ten toon gespreid, de maatschappij mag nog niet op wel vaart bogen, zoolang die niet tot de lagere standen is doorgedrongen. Hen naar Argentina, naar de Kaap, naar Oost- of West-Indië te laten gaan, is niet genoeg, is zelfs betrekkelijk nadeeüg, want komen de gewezen landge- nooten daar in den vreemde tot welvaart en voorspoed, dan trekt het vaderland hier geen partij meer van. Landverhuizing, philanthropische ondersteuning en derge- lijken, zijn niet de meest gewenschte middelen om den arbeidenden klassen de noodige vermeerdering van inkom sten te verschaffen. Aan zulke redmiddelen zullen zij altijd meer schaduw- dan lichtzijden vinden. Maar gelukkig heb ben zij zeiven het beste middel in de hand om zich die gewenschte verbetering in hun lot te verschaffen. Het bedrag hunner inkomsten tóch staat in het nauwste ver band met hun ijver en hunne bekwaamheid. In dezelfde nijverheidstak, in dezelfde fabriek b. v., of in dezelfde werkplaats is het loon niet hetzelfde voor allen, die daarin arbeiden, maar is het hooger of lager, naarmate de arbeider beter en meer werk levert, en dit is inzonderheid het geval, waar niet bij den dag maar bij het stuk gearbeid wordt. De ondernemer kan en wil natuurlijk des te meer loon betalen, naar mate de werkman hem meer dienst bewijst. De voornaamste reden, waarom het loon in ons land over 't algemeen nog zoo laag is en nog zoo weinig gedeeld heeft in de trapsgewijze verhooging, die in Enge land en in Frankrijk sedert de vorige eeuw in de dagloo- nen heeft plaats gegrepen, ligt juist voor een groot deel in de omstandigheid, dat kennis en ijver bij ons arbeiden de standen nog in vele opzichten zoo hoogst onvol doende zijn. Waar kennis en ijver aanwezig zijn, daar vindt men ook bij ons een voldoend, soms een ruim loon; maar die gevallen zijn nog verre van algemeen. En wie genieten dan nog in de werkplaatsen die zooveel hoogere loonen? Vreemdelingen, Duitschers, Franschen of Engelschen, die als meesterknechts fungeeren en die men op schitterende voorwaarden heeft laten overkomen. Op vele drukkerijen waar kunst werk vervaardigd wordt (platen, kleurendruk, etc. druk, ondergronden, enz.) leidt een Duitscher of Franschman de technische werkzaamheden en heeft hij er soms tienmaal meer verstand van dan met eerbied gesproken de patroon. Op het gebied van het machine wezen is het nog veel erger gesteld. Ontwikkeling en alge- meene kennis ziedaar wat den werkman verder kan brengen. Als hij goede oogen en ooren aan het hoofd heeft, kan een verblijf van een paar jaar in d< n vreemde goud waard zijn voor hem. Onze ouderwetsche maar nu reeds dikwijls betreurde gilden sloegen den bal nog zoover niet mis, als zij den aankomenden werkman een tijdlang op zijn ambacht lieten reizen. Geschiedde dat wat meer, dan zou men nu niet voor grof geld hulp uit Engeland of Frankrijk moeten laten komen. De werkman moet, niet alleen voor zich zei ven, maar vooral ook voor zijne kinderen inzien, dat bekwaamheid, natuurlijk gepaard met zedelijkheid, overleg en ijver, de beste ladder is om tot onafhankelijkheid en welvaart op te klimmen, en daartoe een getrouw gebruik maken van alle middelen, die hem worden aangeboden, om kennis op te doen. Daarentegen is het een dure plicht van Staat en maatschappij om te zorgen, dat het nergens aan gelegenheid daartoe ontbreke. Door mede te werken aan de verbetering en uitbreiding van het o n d e r w ij s, aan de invoering van schoolplicht, aan de invoering van ambachtsscholen, teekenscholen en industriescholen, bewijst men aan de arbeidende standen een veel grootere en meer duurzame weldaad, dan door het uitdeelen van liefdegiften of het aanmoedigen van landverhuizing. „De Duitsche schoolmeester heeft de Fransche kanonnen overwonnen 1" zei men in 1870 met bemin nelijke overdrijvingmaar het feit dat de Duitsche werk lieden de onzen op menig gebied zoo ver vooruit ziin en dat in Duitschland schoolplicht bestaat, geeft te denken Aan het onderwijs zelf behoort zich voorts alles aan té sluiten, dat kennis verspreiden, beschaving en zedelijkheid bevorderen kan, zooals volksvoordrachten, leesinrichtingen voor den arbeidenden stand, gelegenheden tot gepaste en ontwikkelende uitspanningen, en bovenal een goede volks letterkunde. Heugelijk is het verschijnsel, dat de leden dor Volksvertegenwoordiging, van wie men toch in de eerste plaats verwachten mag dat de volksverlichting hun na ter harte gaat, hier en daar als spreker optreden en de be ginselen van vrijheid en vooruitgang helpen verspreiden In al deze opzichten hebben de, ook uit intellectueel oog' punt „meer gegoede" standen een taak te vervullen die nog lang niet ernstig genoeg ter harte genomen wordt Naast de genoemde middelen tot verbetering van don toestand der arbeidende klassen, heeft men in den laatsten tijd in den vreemde en ook ten onzent met voortreffeliikon uitslag een ander middel beproefd, dat naar wij honen insgelijks wel algemeen zal worden. Wij bedoelen de coöne- ratie en de daaiop gebaseerde wiukelvereenigingen Een goede veertig jaar geleden in 1843, zaten op een donkeren Novemberavond een twintigtal arme wevers te Rochdale in het noorden van Engeland, bijeen, om over de middelen tot verbetering van hun toestand te beraadslagen. Daar deden eenigen het voorstel om gemeenschappelijk een winkel van levensbenodigdheden op te richten, die hun door aan- loot koop in het groot zou in staat stellen voor prijs in hunne behoeften te voorzien. Men bs 1 doel wekelijks een geringe bijdrage, aanvaï, stuivers, bijeen te leggen. Het getal leden hfl, vankelijk slechts 28, doch het klom allengs tot U lOden November 1844 werd de winkel »«»- - §0opend. 4a beginselen, uit wier vaststelling de betrekkeïbH van ontwikkeling der deelnemers blijkt, bleef m aanvang getrouwde verkoop van sterken uitgesloten, en zoowel bij inkoop als bij verkorf contante betaling plaats hebben. Bovendien werd°P den winkel verkocht voor den gewonen winkels winst, die na uitbetaling van 5 pCt. intrest aaJj deelhouders overbleef, in verhouding van hetL hunner gekocht had, verdeeld. Boven alle de vruchten geweest, die deze soort van sarner""' heeft opgeleverd. Na voortdurend en geregeld te zij„!i: gegaan, telde de genoemde maatschappij, uitslJJf werklieden bestaande, in 1860 reeds 3450 leden toen een kapitaal van vier en een halve ton g0'3 haren winkel was gedurende dat ééne jaar een J bijna twee millioen gulden omgezet, waarop eejl winst van bijna twee ton was behaald. Ook ten? zijn winkelvereenigingen georganiseerd, maar zij: zeer te klagen over geringe belangstelling. Ons j?,t is voor het grootste gedeelte nog te bevooroorttee; het practische en finantieele nut van zulke instelt beseffen, te traag en te veel aan onderstand en hit allerlei aard verwend, om zelf de handen uit te j Intusschen, het ontbreekt gelukkig niet aan zonderingen, aan bekwame en spaarzame door wier tusschenkomst men veel invloed op deo* kan oefenen, en wier voorbeeld en aansporing reeji krachtige spoorslag ten goede zou zijn. Moge de oven dat men aan de arbeidende standen geen grooter kan bewijzen, dan hun te leeren zich zelf te helpet en meer bij allen doordringen, die in staat zijn e; geroepen gevoelen om in het belang der lagere volksï: werkzaam te zijn Schagen, 9 Februari 1889. Postkantoor Scliagen, Lijst vail brieven, geadresseerd aan onbekenden, zonden in de le helft der maand Januari 1889, Namen der geadresseerden, plaats van besta van Schagen, K. Mulder, Beverwijk, van Oudesluis, C. Oosterman, Schagerbrug, van 't Zand, N. Bas, Amsterdam. Op Zondag, 17 Februari. Mr. W. van «Ier li AAÏ, u Noord-Hollandsch Koffiehuis alk des avonds spreken over het o n deri „Verduisterde uitzichten,! vend vertrouweu De Kiesvereeninging „Schagen en Omstreken", rc stellen van candidaten voor leden der Provinciale Stata, jl. Donderdag alhier hare vergadering. Uit de rekening en verantwoording bleek, dat de ontra hadden bedragen f 65.03 en de uitgaven t 55.60. Met het oog op de in den laatsten tijd in verf gemeenten opgerichte plaatselijke kiesvereenigingen werlte dat het bestuur der vereeniging een schrijven zou riekt' alle liberale kiesvereenigingen in het HoofdkiesdistrictSo: nitnoodigende 2 afgevaardigden uit hun midden te Mik eene over 14 dagen te Schagen te houden vergadering, spreking over de wenschelijkheid van centralisatie dertt lende plaatselijke kiesvereenigingen, voor het stellen van voor het lidmaatschap der Provinciale Staten. Bedoelde vergadering zal gehouden worden op 5® 21 Februari, des morgens ten 11 ure, in Noord-Ho- Koffiehuis alhier. De vergadering van de afdeeling Schagen, d« Maatsch, v. Landb., tegen hedenmorgen uitgeschrw® uithoofde de geringe opkomst der leden, veroorzaakt stormachtige weder, niet doorgaan, doch werd uitgesk Zaterdag, 23 Febr., terzelfder uur en plaatse. Men schrijft ons uit Wieringerwaard Noor een paar jaar werden hier pogingen aangew- ziekenfonds op te richten, doch deze mislukten. Fo nemen zal eerstdaags getracht worden, om alhier zulk' tot stand te brengen. De contributie is zoo laag V, het nu onder ieders bereik valt. Het is voorden werk® alhier te hopen, dat men zijn eigen belang nu g grijpen en zich algemeen zal aansluiten, want zonde' aantal leden kan zulk een inrichtiug niet bestaan. In een Maandag j. in het logement Anna-Paulowna gehouden vergadering der vereenigi'k betering van het paardenras voor Wieringerwaard en is besloten, den hengst Norman II voor het jaar bij den heer G. Geerligs te Anna Paulowna te s j Een voorstel van het bestuur, om het dek geld TaDorn(i 7.50 te stellen werd met groote meerderheid ver y het afgeloopen jaar werden 65 merriën ter dekking Hel aftredende bestuur werd wederom slotte is besloten, in den aanstaanden zomer, F* i palen tijd en plaats, eene tentoonstelling te stommelingen van Norman, geboren in 1887. r fd* - In de raadszitting der gemeente Zijpe, op 'er Van de Hondenuelasting, in hooldsom 8oedgekeurd. w u te« crworpen werd een voorstel van den heer 0

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1889 | | pagina 2