b. Tot het doen instellen van een ouderzoek naar de deug
delijkheid van de in den kring der vereeniging bestaande
bliksemafleiders Inleider de heer J. L. T. Groneman.
f. Om bij de regeering wederom aan te dringen op af
schaffing der wik- en weeglooDen en hare aandacht te
vestigen op de hooge marktgelden, welke in de verschil
steden van de marktproducten worden geheven. Inleider
de heer Jhr. Mr. P. van Eoreest.
Wordt Vervolgd.
-I 1 r. ir i 1_ 6 "Wil
J. Boon, te Wieringerwaard, ter behandeling der navolgende
punten van beschrijving:
1. Mededeelingen van verschillenden aard.
2. Ingekomen stukken.
3. Jaarverslag der Vereenigir.g (art. 8 der statuten.)
4. Rapport van de financieele commissie, betreffende de reke
ning en verantwoording over het dienstjaar 1888.
5. Verslag van de vergadering van de afdeeling Noord-Hol
land van het Nederlandsch Paarden-stamboek, uit te bren
gen door den heer W. Teengs.
6. Benoeming van eenen afgevaardigde voor het landhuis-
houdkundig congres.
7. Benoeming vim eenen afgevaardigde voor de vergadering
van het Nederlandsch Paardenstamboek.
8. Benoeming van drie leden van het Bestuur, in plaats van
de heeren E. C. Willekes Mac Donald, S. Zuurbier en
J. Koopman, (art. 15, al. 4. der statuten.)
9. Benoeming van een ondervoorzitter.
10. Bepaling van de plaats, waar de Algemeene Vergadering
in November 1889 zal gehouden worden. (Voordracht van
het Bestuur: Hoorn.)
11. Voorstellen van het Bestuur
a. Om toe te treden tot het lidmaatschap der Heide
maatschappij. Inleider de heer Jn. Zijp Hz.
c. Tot het nemen van proeven met Blunt's Voederpers.
Inleider de beer J. Koopman.
d. Tot aankoop van engelsche rammen. Inleider de heer
S. Zuurbier.
e. Om een onderzoek in te stellen naar de redenen, waar
om melk-export tot heden niet op grooter schaal plaats
heeft. Inleider de heer E. C. Willekes Mac Donald.
12. Bespreking over het onderzoek van melk. Inleider Dr. Graeff.
13. Vaststelling der begrooting voor het dienstjaar 1889,
14. Bespreking van verdere werkzaamheden.
Rijtuigen zullen op dien dag, tegen betaling van 60 cents
voor heen en terug, aan het station Schagen (trein 8.37) beschik
baar zijn, mits men van zijn voornemen, om daarvan gebruik
te maken, vóór 10 Maart a. s. aan P. Peereboom te Wierin
gerwaard opgave doe.
Het Vaderland herinnert, hoe Dr. Schaepman ten op
zichte van den persoonlij ken dienstplicht
schreef
„Voor ieder Katholiek staat het vast, dat de invoering van
den persoonlijken dienstplicht gepaard moet gaan met alle vrij
stellingen, die de Kerk voor de volle en vrije uitoefening van
haar geheelen werkkring noodig acht. Over dezen eisch bestaat
bij geen enkel Katholiek twijfel. Alleen, wanneer aan dezen
eisch ten volle is voldaan, kan de invoering van persoonlijken
dienstplicht een vraag wezen, waarop ook de Katholiek met een
gerust geweten een toestemmend antwoord mag geven."
Alzoo zegt Het Vaderlandde Kerk heeft te beslissen, welke
vrijstellingen zij noodig acht, en de Staat heeft te gehoorzamen.
De Kerk heeft uit te maken, wat voor de volle en vrije uit
oefening van haar geheelen werkkring noodig is, en de Staat
heeft te buigen. Hoever haar werkkring zich uitstrekt en wat
tot die vrije uitoefening behoort, verklaart de Kerk en de Staat
heeft zich daarbij neer te leggen.
Niet anders De lijd, waar zij zich in heftige taal tegen het
beginsel van den persoonlijken dienstplicht aankant. „Dat
beginsel is valsch, is verderfelijk en bedreigt niet alleen maar
schendt feitelijk reeds de onvervreemdbare rechten der Kerk op
haar bedienaren. Als genade, als gave zal zij moeten aannemen,
wat zij als haar rechtmatig eigendom mag vorderen."
De Kerk heeft dus naar die leer onvervreemdbare rechten
op haar bedienaren, waartegenover het recht van den Staat
want ik hoorde hem eenmaal dit thema bespreken, toen zijn
beste vriend een weduwe trouwde, en ik wist dat dit dus geen
hinderpaal zou zijn. Maar dat ik de echtgenoote was geweest
van Robert Ottinar, een hoogverrader en koningsmoordenaar,
dat zou hij niet te boven hebben kunnen komen. Wat heb ik
toen geleden Zou ik hem mijn geheim onthullen en zoo de
bekentenis zijner liefde op zijne lippen terughouden Of was
het waanzin, heimelijk te hopen, dat hij zijne vooroordeelen
overwinnen en toch de mijne worden zou In een noodlottig
uur kwam het gesprek op Ottmar's misdaad. De volkomen
herstelling van den koning, door wien persoonlijk goedgunstig
toegesproken te worden, Dietrich de eer had, gaf de natuurlijke
aanleiding. Dietrich zeide toen, dat hij het besluit van den
luitenant Ottmar begreep en billijkte, om het leger te ver
laten en Europa te ontvluchten, want in ons Koninkrijk, ja
ook in de andere duitsche landen was zijn naam geschandvlekt
en was de mogelijkheid uitgesloten, burgergeluk te vinden
de vrouw van Robert Ottmar was inedegegaan naar Amerika,
heette het. Iemand zeide, dat hij integendeel had gehoord, dat
de ongelukkige vrouw spoedig gestorven was, waarop Dietrich
meende, dat God haar dan barmhartig was geweest. En ik, ik,
Robert Ottmar's vrouw, zat daarbij, stom en versteend."
Ottilie weende. Na een poos liet zij de handen van haar
gelaat wegvallen en sprak zij heftig
„Zeg nu, dat toen het uur voor mij was aangebroken, om te
spreken of te vluchten 1 Mijn hart wilde niet. Het verzette er
zich tegen, dat ik ter wille van een ander, door den vloek
achtervolgd, het geluk zou ontvluchten. Ik, in wier hart wel
de gebreken der jeugd, maar nooit zondige gedachten zijn ge
weest. Neen, neen, duizend maal neen. Dietrich deed aanzoek
om mijne hand. Hij sprak er van, dat ook hij niet rijk was,
dat ik zware plichten op mij nam en dat alleen groote zelf
opofferende liefde dat alles op zich kon nemen. O, ik had wel
gewenscht, dat zijne maatschappelijke zorgen vertienvoudigd
waren geworden. Hoe grooter de lasten, des te meer liefde kon
ik hem bewijzen. Ik zeide hem dit, en dat trots dit ik alles, toch
niets vermag. Zoover de Kerk beweert dat haar recht a
heeft de Staat zich terug te trekken. Zelfs als de Staat in een
wet al de vrijstellingen geeft, die de Kerk vordert, schendt
hij nog de rechten van de Kerk, omdat deze niet als genade
of gave behoeft aan te nemen, wat haar rechtmatig eigendom is.
Kan zoo vraagt Het Vaderland het zuivere clerica-
lisme scherper geformuleerd, on bewimpel der gepredikt worden P
En moet een partij, die dergelijke eischen in haar vaandel
schrijft, iu den vrijen, onkerkelijken Staat der Nederlanden de
wet stellen Tegenover zoo ongehoorde aanmatiging sta het
onwrikbaar „Non possumns" van den modernen Staat, die bij
het vormen zijner wetten alleen heeft te rade te gaan met de
eischen van het recht en met de belangen der gemeenschap;
voor wien kerken niet anders zijn dan corporatiën, gehoorzaam
heid verschuldigd aan de Staatswet; van wien geen pririlegiëu
mogen worden gevorderd en geen rechten erkenning kunnen
eischen, dan die door hem tot recht zijn gestempeld.
De ultramontaansche politiek is zeker, zegt Het Vad., nog
niet oppermachtig en water te doen in haar wijn is haar eigen
belang. Maar dit neemt niet weg, dat zij in de s.oute stellin
gen der pauselijke geschriften haar ideaal ziet nedergelegd, waar
van zij de verwezenlijking zoekt, zij het langzaam, zij het langs
sluip- en kronkelwegen, maar met een vast geloof, dat weet
van wankelen noch bezwijken. Ontkennen kunnen wij het niet,
hoe vriendelijk en gematigd en verdraagzaam de ultramontanen
zich voordoen, dat waar zij de oppermacht in handen hebben,
onderdrukking der vrijheid, oppermacht der Kerk al hun stre
ven moet zijn. En woorden als thans door dr. Schaepman en
De Tijd in misschien onbewaakte oogenblikken van volkomen
openhartigheid zijn neergeschreven onthullen de geheimste ge
dachten, die anders sluimeren op den bodem van het gemoed.
Het Vad. acnt deze uitingen zeer geschikt, om de al te gerusten
in het land wakker te schudden.
Het Venloosch Weekblad (van den heer Haffmans) komt
althans open en rond voor het doel uit. Andere organen der
rechterzijde hebben nog getracht het ware doel der herziening
van de provinciale kiestabel te verbergen; maar de heer Haffmans
acht dat niet noodig.
Ziehier wat het weekblad schrijft:
Om eene Eerste Kamer te bekomen wier meerderheid met die der Tweede
Kamer eene lijn trekt.
Zietdaar het doel der wijziging; van de provinciale kiesdistricten.
Gij ziet, wij winden er geen doekjes om, maar komen er rond voor uit,
denkende aan het vers van Vondel:
„Een goede zaak behoeft
blanketsel noch verbloemen".
De Eerste Kamer moet „om", zoo goed is zij niet. En dit kan niet anders
dan met eerst de Provinciale Staten der verschillende provinciën „om" te
zetten. Dit nu willen wij met éénen slag doen, in plaats van er jaren
mee te tobben. Begrepen? Korte metten willen wij er mee maken, want er is
haast bij. Na de nieuwe indeeling der districten komt natuurlijk terstond de
ontbinding der Provinciale Staten, en dan heet het in alle provinciën tegen Mei:
„Van dik hout zaagt men planken. Er uit met de leden
der Staten die op liberale leden der Eerste Kamer stem
men. Deze heeren zij n niet meer te gebruiken. Wij moeten
lui hebben die anti-liberale leden naar de Eerste Kamer
zenden". Zijn die gekozen, dan volgt de ontbinding der Eerste Kamer, om
de gezuiverde Provinciale Staten aller provinciën in de gelegenheid te stellen
het werk der zuivering der Eerste Kamer in e e n s te voltooien.
Waarschijnlijk voorziende, dat zelfs in Limburg zulk een plan
wat al te kras zal worden geoordeeld, laat het weekblad volgen:
„Welk een moorddadig plan!" hooren wij u uitroepen. „Hoeveel leden der
Staten der verschillende provinciën moet gij niet vooraf doen vallen of liever
afmaken, alvorens uw doel te kunnen bereiken? Het is om van te ijzen."
„'t Is zoo en het spijt ons voor de slachtoffers. Geloof me, wij hadden ze
gaarne verschoond. Maar dat is helaasniet mogelijk De liberalen hebben ons
in de treurige noodzakelijkheid gebracht zoo'n bloedbad in hunne gelederen
aan te richten, 't Is hunne schuld en niet de onze. Wij hebben ons best gedaan,
deze wreedheid te voorkomen, maar de liberalen verijdelden onze poging. Gij
herinnert u zeker, hoe bij de grondwetsherziening door den heer Mackay een
amendement werd voorgesteld, strekkende de leden der Eerste Kamer niet langer
door de Provinciale Staten, maar door de kiezers voor de Tweede Kamer te
doen kiezen, zooals in België gebeurt. De geheele rechterzijde stemde daar voor,
maar het hielp nietde liberalen stemden er als een man tegen, en daar zij de
meerderheid hadden viel het amendement. Ware het aangenomen, de Provinciale
Staten bleven thans ongemoeid. Maai de heeren wilden niet dat de Eerste Kamer
even spoedig zou kunnen omgaan als de Tweede Kamer, en daarom moest de
indirecte verkiezing voor de Eerste Kamer behouden blijven."
De waarheid is, dat niet „de geheele rechterzijde" voor het
bedoelde amendement stemde, maar slechts de helft. Het werd
verworpen met 58 tegen 17 stemmen, en onder de 58 waren
niet de zijne kon worden. Ik sprak van mijne armoede, van
mijnen plicht om nog een hulpbehoevend en onbemiddeld fami
lielid te enderhouden, over de schuldige daad, die een naaste
bloedverwant had begaan. Maar daar mijn naam, de naam van
Warnsdorff, onbezoedeld was, wilde hij ook dit voorwendsel
niet laten gelden en vroeg hij ook niet verder naar de aard
van die misdaad en naar zijn dader, aangezien onwetendheid
in zulke dingen de beste onbevangenheid waarborgt.
„Zoo, in aanhouden en weigeren, streden wij een jaar. In
dien tijd kwam ik echter tot de erkentenis, dat de liefde, die
Dietrich en mij verbond, onsterfelijk was. Dat hij even als ik
voor zijn leven ongelukkig zou zijn, wanneer wij ons niet met
elkander vereenigden, dat de natuur ons voor elkander had
bestemd, om te zamen de heilige plichten van ons leven te
dragen. Wij zouden ons met elkander vereenigen, niet voor
glans en genot, maar tot ernstigen arbeid. Zijne dierbare, zieke
lijke moeder kon ik den levensavond veraangenamen, zijn klei
nen broeder kon ik tot een flink mensch vormen, hem zeiven
en mij den hemel op aarde bereiden. Moesten nu twee men-
schen, die op zooveel geluk een rechtmatige aanspraak hadden,
ter wille van een ellendigen zondaar diep ongelukkig worden?
Welke wet van kerk of staat kon dat willen?
„En Sabine, mijn kind, wat verloor zij Niets. Alles beloofde
ook voor haar voordeel. Haar bestaan was afhankelijk van
mijne verdiensten, die evenwel elk oogenblik konden eindigen
door ziekte of andere toevallige omstandigheden. Als de vrouw
van een man zat ik aan een bescheiden, doch veiligen haard,
had voor mij zelve niet te zorgen, en kon alles, wat ik met
mijn eigen arbeid oververdiende, haar toekomst verzekeren.
Haar alle jaren eenige weken te zien, gelijk nu, dat zou altijd
wel zijn mogelijk te maken. Meer moedervreugde kon ik mij
niet verschaften, ook al was ik ongehuwd gebleven. Zoo rijpte
het besluit, Gemmingen te huwen, zonder hem mijn geheim
te onthullen."
de invloedrijkste leden, zoowel van de anti-revoU-
van de roomsche partij.
Noord-Holland. In de Dinsdag gehouden i
vergadering der Prov. Staten vau Noord-Holland zij"te"
zoek der geloofsbrieven, als leden toegelaten de heer
Hartkamp, gekozen in het kiesdistrict EnkhuiZen J i
van wijlen den heer Bruyn Jz., en den heer H.'c
gekozen in het kiesdistrict Amsterdam, in de plaat'
den heer Joh. C. Zimmerman. ?a[i
Daarna kwam ter tafel het voorstel der Regeerjnw
ziening der kiesdistricten voor de verkiezing der W
Provinciale Staten.
De voorzitter stelde voor de behandeling dezer aan„
te doen plaats hebben in de afdeeliugen.
Door den heer Philips werd voorgesteld eene motie
om Gedeputeerde Staten uit te noodigen de Statest
vari zoodanige consideratiëu en inlichtingen, betreffen/1
de orde gesteld onderwerp, als Gedeputeerde Stat''1
dienstig achten, en voorts het onderzoek in de af/?.1
verdagen, totdat aan die uitnoodiging zal zijn vold3ail
met 58 tegen 9 stemmen (één lid hield zich buit'
en
Deze motie werd, na breedvoerige discussie
-itri- i:J V.:-U 1 "Mgj
'ten
"Si
Dinsdag 12 Maart e. k.
Nadat tot trekking der afdeeliugen was overgegaan
Ter de leden dier afdeeliugen had uitgenoodigd zich
te constitueeren, werd de volgende vergadering
Zuid-Holland. De Provinciale Staten van Zuid ft
hebben, na eene vrij lange discussie, verworpeu eene n
den heer Borret tot dadelijke behandeling van de V
met 52 tegen 17 stemmen, en daarop aangenomen het
van den heer Buys, om het ontwerp te renvoyeeren naar'?
StateD, ten fine van advies, met 47 tegen 22 stemmes
De vergadering werd daarop verdaagd tot Vrijda» 81
te 12 uren, ter behandeling alsdan van het on
geering.
Eriesland. De Provinciale Staten van Friesland hel]*,
Regeerings-ontwerp in handen gesteld eener commisie va
leden, n.1.: de heeren Kingma, Van Hettinga Tromp
Binnerts en M. 11. Tromp. De vergadering is daarop
tot Maandag, 11 Maart.
Gelderland. De Provinciale Staten van Gelderland 1>;
met 32 tegen 27 stemmen besloten, de nieuwe kiestak
renvoyeeren aan Gedeputeerde Staten om advies.
De vergadering is daarop verdaagd tot 12 Maart e.l
Drente. De Provinciale Staten van Drente hebber
eenkomstig het voorstel van den heer v. d. Feltz, de fr
om advies verzonden naar Gedeputeerde Staten, en fe
over veertien dagen weder bijeen te komen.
Noord-Brabant. De ontwerpen kiestabel is door de
ten verzonden naar de afdeeliugen. Heden te 1 uur ko«i
Staten opnieuw bijeen.
Utrecht. Op voorstel van den Commissaris des Kon®
de nieuwe kiestabel verzonden naar de afdeeliugen en fc
op Donderdag 7 Maart a. s., des middags te 12 uren
tweede vergadering te houden.
Tot rapporteurs werden benoemd de heer De Ster, 1
A. van Asch van Wijk en A. C. J. van Eelde. (twee
revolutionairen en één liberaal.
Overijsel. Omtrent het verhandelde in de StateiHt
ring le Zwolle ontleenen wij aan de Zw. Ct. het volgende i
De voorzitter stelde voor de stukken te verzenden
afueelingen.
Dit voorstel werd aangenomen met 31 tegen 12 sta
De commissie bestaat uit de heeren Van Diggelen,:
meester, Stork, E. J. S. van Sonsbeek en Van der
Nadat de afdeelingen waren getrokken en de voorzitter j
kozen, werd de vergadering door den voorzitter tot tui
bepalen dag verdaagd. De commissie zal intusschen baant
opmaken, het zal worden gedrukt en aan al de ledei 11
zonden. Daarna zal de vergadering opnieuw worden j
roepen. i
Zeeland. De Provinciale Staten van Zeeland hebben
Dinsdagavond gehouden vergadering na langdurige disWt
besloten, het voorstel betreffende de kiestabel in handt
stellen eener commissie van 5 leden, en hiertoe benoen
heeren Dronkers, Fokker, Pompe van Meerdervoort,
macher en W aesbergher-Janssen. De volgende bijeenko#
bepaald op 12 Maart. j
Limburg. Met algemeene stemmen (38), en zonder e s
discussie werd besloten, instemming te betuigen met d£ I
gestelde kiestabel.
j|
De jl. Dinsdag avond 26 Februari verschenen
Courant meldt omtrent den toestand van Z. M. den j.
het volgende j
Volgens verklaren van prof. Rosenstein, die bede» j
L. M. bezocht, en de geneesheeren des Koning5) zli' 1
aandoening van het slijmvlies der mond- en keelholte®'g
ten van den Koning niet teruggekeerd. De voeding d
voldoende en de nachten blijven onrustig. Z. T
heeft zijn gewone bezigheden niet kunnen verrichten z
De ongunstige wending, die in den toestand dei u
sedert bet laatst der vorige week is gekomen, u'ilSd
zegt de Haagsche kroniekschrijver der N. Gr. Ct. 1 s
Rosenstein had voorspeld, dat de morphine-inspniW'
pijnen des hoogen Lijders tijdelijk moesten verzacht;
prikkelbaar gestel spoedig een ongunstigen invloed z° T
oefenen. Daar echter het lijden schier ondraagelij* v
tusschen inspuitingen en 't gevaar van reactie gek v
den en na lang overleg besloot men de inspuitingeB
zetten. ,,o
Vóór een dag of tien nu had de kamerdienaar J'i
veeren van het diner de menu's eemgermate verkj1,
dit deed Z. M. in hevigen toorn ontbranden.
blik af is de Koning niet voortdurend opgewond"
maar ,i wisselendde nachtrust was zeer gering) :"'neii
overviel de slaap Z. M. telkens en onverwacht. e
van voor vier weken is als 't ware teruggekeerd,
van e gelukkig weder geweken aandoening in
die geen oogenblik aan diphtheritis heeft doen