AllCDlCCD 1
Donderdag, 7 Maart 1889.
El
33ste Jaargang. Ue. 2273.
8
s
Uitgever: J. WINKEL,
ftureaii: SCHAGtü, Laan, 1), 5.
Binnenlandsch Dliei/ws.
•i
SCHAGE
COURANT.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE-
TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
I INGEZONDEN" STEKKEN èén dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.1»
G-roote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Te Valkkoog heeft een 16-jarig meisje, A. N., een speld,
•welke als oorlepeltje werd gebruikt, in 't oor gekregen.
Zelfs met aanwending van geneeskundige hulp, zoo hier als
Je Amsterdam gezocht, is men er nog niet in geslaagd, het
Ikoorwerp, dat reeds pijnlijk begint te worden, te verwijderen.
Eene waarschuwing voor velen!
Ij ln den laten avond van Maandag brandde te Anna Pau-
lowna, ten gevolge van het vallen eener petroleumlamp, de
boerderij De Hoop af, toebehoorende aan den heer Keuter te
"Alkmaar en bewoond door K. de Goede. Het vee is gered.
icDveiigeüs is nagenoeg alles verbrand.
Hoor het hoofd der school te Warmenhuizen is in zijne
school in eene daartoe rondgaande bus, ten behoeve der nage
laten betrekkingen van de verongelukte loodsen te Vlissingen,
Ontvangen een bedrag van f 6.60, hetwelk aan de commissie tot
eniging van den nood der loodsweduwen en weezen is overgemaakt.
Moge dat goede voorbeeld elders navolging vinden.
t Twee oude vrouwtjes te Krommenie leefden altijd vreed
zaam en gelukkig van wat haar winkeltje opbracht, totdat daar
Eensklaps verandering in kwam en zij hoe langer hoe armer
werden. Toch bleef de nering dezelfde. De oorzaak bleef dan ook
een raadsel, totdat jl. Zondag licht in de duisternis doorbrak
,n den persoon van een 14-jarigen dief, die met behulp van
een valschen sleutel zich iederen Zondag toegang tot de woning
verschafte en van de afwezigheid der oudjes gebruik maakte
am de lade te lichten. Doordat een der vrouwtjes verhinderd
was uit te gaan zag de deugniet zich op heeterdaad betrapt.
Hij schijnt van tijd tot tijd p. m. 150 gulden ontvreemd te
lebben.
Eoman van IDA BOY-Ed.
13.)
Y.
^Mevrouw Mannhardt is in het salon en musiceert, mijnheer
on Bentheim is er ook/' berichtte de bediende, „ik geloof
iat u kunt binnentreden."
Hij wist, dat Mary niet behoefde aangediend te worden en
et allerminst, wanneer zijne meesteres piano speelde.
Zwijgend gingen Mary en Heimburg naar boven, beiden
achten aan den naam Bentheim.
„Zou die man haar toch het hof maken dacht Heimburg.
lij wierp in het voorbijgaan nog een blik in den spiegel.
'/Kranig," dacht hij, „zeer kranig." Deze zelf—kritiek stelde
em weder gerust.
Mary's hartje klopte. Zij vreesde zich weder onhandig te
sdragen, te blozen, „hem" stof te geven tot een zijner lange,
jotachtig verbaasde blikken.
Zij nam den bekenden weg door de voorzaal, voorbij de
wensgroote beelden van Milo. Heimburg volgde haar. Onder
e portière van de muziekzaal bleef zij staan. Abigail speelde
ormachtig bijna worstelend klonk het, daarna stierf het
eg in zacht gefluister. Abigail speelde een rapsodie van Liszt.
Mijnheer von Bentheim stond naast haar zeer dicht naast
lar.
Mary zag het en dacht, dat hij voor Abigail de bladen
□sloeg en tegelijk verbeeldde zij zich, dat hare vingers op
s toetsen verlammen zouden, wanneer iemand en vooral wan-
ier „hij" zoo dicht naast haar stond.
Zoo onschuldig dacht Heimburg er niet over, dat Abigail's
houder den arm van mijnheer von Bentheim aanraakte, als
unde zij er tegen; terwijl er volstrekt geen bladen omgesla-
'n werden. En nu, midden in het spel, hief Abigail haar
TT 'lem °P> en '"J boog zich tot haar over.
Hennburg kuchte veelbeteekenend. Over deze verbazende tegen-
jordigheul van geest, van welker verhoedende kracht hij
3 i overtuigd hield, was hij zeer trots. Dat zou een ander
In" f ëedachte zijn gekomen.
ïgail liet de handen op de toetsen vallen, dat het dreunde,
larop keerde zij zich op de tabouret om en keek Heimburg
;t een onbeschaamd lachje van het hoofd tot de voeten aan.
3.°'e(ieTLNu.) mijnheer de referendaris, lijdt gij aan
e pijn )t bedreigde mij eenig gevaar, dat gij mij wildet
«schuwen F Op dezelfde wijze kuchten wij op kostschool,
nneer mademoiselle in aantocht was."
Heimburg voelde het koude zweet op zijn voorhoofd. Zou
Gisteren gaf de Rederijkerskamer ,/t Madeliefje" teWest-
grafdijk eene voorstelling van 't drama „De erfgename van
Brompton Hall" en 't blijspel „De Erfoom" welke stukken
blijkbaar zeer aan de goed bezochte vergadering voldeden. „T
Madeliefje" heeft dan ook hare jonge krachten in aanmerking
genomen, eer van haar werk en streeft hare oudere zuster
„O. V." waardig op zij.
Blijkens officieele mededeeling der Britsche regeering aan
's Konings gezant te Londen, zal van l Juni e. k. af Neder-
landsch hoorn- en wolvee, zonder slachting aan de losplaats in
Groot-Brittannië toegelaten worden.
(Staats-Courant.)
Men schrijft uit Den Haag aan de Zutph. Ct.:
De officiceele berichten luiden dagelijks, dat de gezondheids
toestand van Z. M. den Koning onveranderd blijft, maar dat
de krachten niet weer bijkomen en het lichaam zeer weinig
voedsel tot zich neemt. Waarheid is, dat de toestand langzaam
achteruitgaat, en dat geneesheeren van meening zijn, dat het
zoo niet lang meer kan duren. Den 16en Eebruari heeft Z. M.
het laatste regeeringsstuk geteekend. Sinds dien tijd stapelen de
besluiten en rapporten zich in het Kabinet op. Er zijn reeds
burgemeesters buiten functie gekomen, omdat zijniet tijdig zijn
herbenoemd, en ook tal van andere gewichtige en urgente
zaken wachten op afdoening. Zoo wacht, naar mij is meegedeeld,
ook de sluiting van een paar huwelijken op 's Konings hand-
teekening. De regeering zal dus, als deze treurige toestand
lang voortduurt, bijzondere maatregelen moeten nemen, en ben
ik goed ingelicht, dan is daarover tusschen de regeering en den
Raad van State reeds eene correspondentie gevoerd.
De Staatscourant bevat het volgende bericht omtrent den
toestand van Z. M. den Koning
Volgens verklaring van prof. Rosenstein en van de genees-
hij misgezien en zich aan een dwaasheid schuldig gemaakt
hebben
Intusschen kuste Bentheim Mary de hand. Hij keek het
jonge meisje diep in de oogen en zeide, dat hij in den laatsten
tijd driemaal in de hoop was bedrogen geworden, haar te ont
moeten. Natuurlijk wist Mary niets te antwoorden, want een
bedwelmend gevoel van geluk kneep haar de keel toe.
„Is Erancis gekomen P Neen, morgen zal hij er wel zijn.
Gij komt natuurlijk allen bij ons eten. Gij, mijne heeren ont
vangt geen uitnoodiging het is een treffend familiemaal.
Gij kent zekerlijk wel het stil genot bij zulke feesten au sein
de sa familie. La - la la - la - la la," zong zij dan in scher
pe accentueering van den rijthmus. „Ik zal de rapsodie ten
einde spelen. Trek uw nieuwe handschoenen uit, Heimburg,,
die nu eenmaal bij uwe kleeding niet passen wist ik niet,
dat gij een tamelijk nette referendaris zijt, dan zou ik u voor
een kapper hebben gehouden en keert gij voor mij de bladen
om. Bentheim heeft zich daarbij reeds genoeg verveeld. La -
la la la la la."
Het duizelde den armen referendaris voor de oogen. Deze
vrouw met de kwaadaardige tong en de verleidelijke oogen, kon
iemand razend maken. En daar stond hij nu op dezelfde plek,
als Bentheim zooeven, en de sierlijk gevormde sehouder der
schoone vrouw raakte nu zijn arm aan, en nu keerde zij hem
op dezelfde wijze haar gelaat toe. Welk een zotskop was hij
geweest, met zijn dom, waarschuwend kuchje; hoe had hij ook
zoo iets knnnen droomen, als zou Bentheim deze bekoorlijke
lippen hebben willen kussen!
Hij werd beurtelings koud en heet, hij werd geheel en al
verward en sloeg verkeerd om; maar Abigail, de meesteres,
speelde even zeker door, met de toetsen zoowel als met hem.
Bentheim verveelde zich intusschen geducht bij zijne pogingen
om met Mary het gesprek gaande te houden. Complimenten
beantwoordde zij met stilzwijgen, over het theatre en bekende
kunstenaressen kon men met haar niet spreken, zij was nog
maar slechts driemaal in het theatre geweest. Personen uit den
kring der kennissen critiseeren, was eveneens niet mogelijk.
Reizen had Mary ook nog niet gemaakt. En Bentheim kon
alleen een gesprek voeren met dames, die de wereld kenden.
Een eenvoudig gesprek met een argeloos meisje, ging boven
zijn sfeer.
Maar Mary nam nog de afgesleten beleefdheden voor ware
munt. Haar was alles nieuw en zij was volkomen tevreden
over den inhoud van haar gesprek met Bentheim. Hij bemerkte
dat zeer goed en lachte om het dwaze, verliefde meisje.
Tot Bentheim's verlossing verscheen de bediende met de
boodschap, dat" mejuffrouw von Gemmigen spoedig naar
huis zou komen, want de oom uit Amerika was erDat dit
alleen eene toevoeging was van Mina, bleef natuurlijk on
bekend.
heeren des Konings is de toestand van Zijne Majesteit, ofschoon
de krachten niet opvallend verminderen en geen onmiddellijk
levensgevaar dreigt, toch zorgwekkend. Bij den Hoogen Lijder
doen zich lichte verschijnselen van bloedvergiftiging (uraemische
symptomen) voor.
Eergisteren is te Scheveningen officieel bericht ontvangen
van de komst van Z. K. H. Prins Albrecht van Pruisen met
HD. gemalin en gezin gedurende het a. s. badseizoen. Z. K. H.
is voornemens van omstreeks 15 Juli tot 15 Augustus zijn in
trek te nemen in het Hotel „d'Orange".
Zondag morgen, te vijf uren ongeveer, is aan het station
Weesp een steenkolentrein, van Winterswijk naar Amsterdam,
dwars tegen een stilstaanden goederentrein gereden. De laatste
stond op verkeerd spoor en de komende trein reed den stil
staanden trein doormidden, terwijl de locomotief een der wagens
honderd meters ver medesleurde en in het zand boorde. De
machine was geheel in het ongereede en een achttal wagens
van den stilstaanden trein werden min of meer beschadigd.
Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor.
Volgens de N. Prov. Gr. Ct. is de heer W. A. Schol
ten voornemens een blijvend aandenken te schenken aan de
stad Groningen, dat hij 50 jaar in haar midden vertoeft. Dat
aandenken zou bestaan in eene overdekte markt, welke aan den
Noordkant van den Turfsingel vóór de Bloemstraat zou wor
den geplaatst, en waar in de eerste vier jaren geen steêgeld
zou mogen worden geheven. Hier zou dan de markt kunnen
gehouden worden van boter en eieren, wild en gevogelte, fruit
en groenten, enz. De kosten worden op f 50 a 70.000 geraamd,
Op het kantoor van een der voornaamste iuduslrieelen
te Tilburg werd door den directeur voordurend geld ver
mist uit zijn gesloten lessenaar. Ondanks alle nasporingen
Mary sprong als geëlectrisierd op. Dien had zij geheel en
al vergeten. Haastig nam zij afscheid en zij hoorde het ter
nauwernood, dat Abigail zeide, dat men den vreemdeling morgen
mede moest brengen.
„Dus werkelijk," zeide de referendaris eenigszins opgewonden,
„ik dacht zooeven, dat mejuffrouw Mary schertste. Een bloed
verwant van u Onverwacht uit de nieuwe wereld teruggekeerd
Ik herinner mij niet, ergens gehoord te hebben, dat
„In geval gij deze gebeurtenis in de verschillende kringen
wenscht bekend te maken," viel Abigail hem in de reden,
duidelijk haar afkeer te kennen gevende over die babbelzucht,
„dan wil ik u, gedienstig als altijd, de noodige inlichtingen
geven. De vreemdeling is een bloedverwant van mijne schoon
zuster en komt met ontelbare millioenen, die hij ons cadeau
wil geven. Misschien krijg ik er ook één van. Ziezoo, nu weet
gij er alles van."
„Heimburg was volkomen overbluft en beschouwde de laatste
wending als een grap. Zijn hoofd was oogenblikkelijk door eene
menigte van overwegingen vervuld, waarvan drie hem zoodanig
beheerschten, dat hij zwijgend en gedachteloos in AbigaiPs
muziek bladerde. Ten eerste was het onder deze omstandighe
den lichtzinnig, den tijd te verspillen met de tante het hof te
maken, terwijl de nicht hem beminde; ten tweede was Mary
niet alleen wegens haar hoog geplaatsten vader, maar ook voor
zich zelve wegens het tastbare voordeel, een goede partij, en
ten derde viel het niet te ontkennen, dat het een leelijken
indruk zou maken, wanneer men om de hand van Mary aanzoek
deed, nadat de geschiedenis van den rijken oom reeds alge
meen ruchtbaar was geworden. Wie nu flink de kunst verstond
van op tijd op te treden nu, een kranige kerel als, nu ja,
als de referendaris Heimburg, mocht dat wagen.
„Waarover denkt gij na," vroeg Abigail hem.
„Over de sociale kwestie," antwoordde Bentheim voor hem,
„en de noodzakelijkheid, die voor zijn persoon eenmaal door
een schitterend huwelijk op te lossen."
Heimburg wierp hem een blik toe, die von Bentheim moest
te kennen geven, dat hij zich zulk een scherts tegen een ko
ninklijk referendaris en toekomstig regeerings-assessor niet mocht
veroorlooven. Hij greep naar zijn strooien hoed en nam afscheid
van Abigail, met de bijtende opmerking, dat hij een andermaal
hoopte op een gemoedelijk praatuurtje.
Toen hij vertrokken was, greep Bentheim stormachtig Abi
gail's beide handen.
„Eindelijk," zeide hij.
„Mij verschaft die Amerikaansche oom veel vreugde/' zeide
Abigail, hem ongeduldig hare handen ontrukkende, „Mary zal,
naar ik hoop, daardoor vergeten, dat zij u hier heeft aan
getroffen
„Waarom moet zij dat?"
„Mijn broeder heeft mij verboden, ontmoetingen tusschen