Donderdag, 14 Maart 1889.
I
33ste Jaargang. Ho. 2230.
d
N LEUQ1N?
ZEEMILITIE.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCHAGEI, Laan, D, 5.
Gemeente Schagen
Bekend m a k i n g e n.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHAGE1
COURANT.
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater-
ag avond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE-
'ENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden aaar plaatsruimte berekend.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen naar aan-
iding van art. 150 der Militiewet, ter kennis van de lotelingen
3zer gemeente, dat zij, welke genegen zijn, om bij de Zeemilitie
i dienen, zich daartoe moeten aanmelden ter Gemeentesecretarie
hier, vóór den len April a. s.
Schagen, 12 Maart 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
K C. DE PATER, Weth.
de Secretaris,
j DENIJS.
Schagen, 13 Maart '89.
'V Het Nederlandsch Tooneelgezelschap, onder directie der
seren Gebr. B. en A. Wylaeker, gaf jl. Zondagavond alhier
het Noord—Holl. Koffiehuis een opvoering, met het blijspel
.jobert en Bertram of de twee lustige vagebonden.
Met de wetenschap, dat dit blijspel alleen volgens de eischen
an opgevoerd worden op een groot tooneel, dan moeten wij
kennen dat met betrekking tot de beperkte ruimte, de mis-
i—scène vrij gelukkig geslaagd is.
De hoofdrollen, Robert en Bertram, werden door de heeren
Roman van TDA BOY-Ed,
15.) VI.
In de tegenover het gerechtshof gelegen ministrieele-bureaux
•as het opmerkelijk stil. Hier en daar in de kamers stonden
e lessenaars ledig en die, aan welke beambten arbeidden,
agen er kaal en opgeruimd uit. Het scheen wel, als waren
behalve de akten, die nog doorgezien of gekopieerd werden,
'een stukken meer af te doen. En hoe langzaam bewogen
ich de pennen over het papier, hoe dikwijls werden zij ter
-jde gelegd, wanneer de schrijver door het venster naar het
itte wolkje staarde, hetwelk hoog aan het blauwe hemelgewelf
üngzaam voortdreef.
Stoffig en droog was de lucht in de kamers, het rook naar
ipier. Tegen de wanden stonden de groote lessenaars; in
'auwe portefeuilles, lagen de akten gerangschikt en de boeken
londen netjes naast elkander geschaard. De deuren die in de
.genover elkander liggende wanden waren aangebracht, gaven
«egang tot even zoo vele vertrekken, die op dezelfde wijze
aren ingericht. Ook in Gemmingen's arbeidsvertrek zag het
bijna niet anders uit. De dubbele lessenaar had hier meer
in vorm van een dubbele schrijfbureau en behalve de lessenaars
:e langs den wand stonden, bevond zich in dit vertrek ook
og een tafel met vier leuningstoelen.
Maar ook hier was de lucht droog en duf en ook hier scheen
echte werklust het venster uitgevlogen. De oude klerk der
inselarij, die tegenover Gemmingen op een hoogen bank zat,
heen niet beter te weten zijn ledigen tijd te dooden, dan
)or eenige inktvlekken te vormen op het vloeicarton, dat op
jn lessenaar lag.
De zon, de pinksterzon, scheen ook zoo verleidelijk in de
ireaux.
Eindelijk deed de man eenig gekuch hooren.
«Mijnheer de regeerings-raad," begon hij. Zijn stem, die
echts gewoon was, hier steeds op gedempten toon opmerkingen
den beleefdsten vorm te maken, beefde een weinig, en dat
if aan zijne woorden een onvrijwillige tint van komisch pathos.
Gemmingen lachte bij het eerste woord. Hij wist letter voor
*V* er volgen zou. Elk jaar, eiken pinksterzaterdag op
dzelfde uur, na lange pauze, zeide de goede oude man
«Zal mijnheer de regeeringsraad het niet onbescheiden vin-
in, wanneer ik het waag den wensch uit te spreken, mij
iden een uur vroeger verlof te willen geven Mijn broeder,
i predikant llubler in Murnau, heeft mijne huisgenooten en
9. uRgenoodigd, de pinksterdagen bij hem door te brengen. De
3in gaat om vijf uur. Natuurlijk reis ik morgen met den
rsten trein, wanneer u mij niet missen kan."
Lachende antwoordde Gemmingen
Ga gerust, oude vriend, ga gerust. Die paar dagen in de
rglucht zullen u goede doen. Teel genoegen
En vergenoegd sloot de oude man zijne boeken weg en ver
Hart,
handig
en met veel actualiteit
A. Wylaeker en W.
opgevoerd.
Naar wij vernemen zal bovengenoemd gezelschap a.s. Zondag
alhier ten tooneele voerenJacob de Zeeheld".
Maandagavond hield de Liberale Kiesvereeniging te Schagen,
hare vergadering in het Noord-Holl. Koffiehuis alhier.
Door den voorzitter, den heer v. Kluijve, werd na opening
medegedeeld, dat ook Dirkshorn was toegetreden tot de vrijwillige
extra-storting in de kosten van het afgeloopen Vereenigingsjaar
van den Bond.
Terder, dat punt A. van het convocatiebiljet: benoeming van
een lid van het bestuur, verviel, omdat de heer Kloeke alleen
wenschte te bedanken voor het secretarisschap, hetgeen evenwel
niet uitsloot dat hij lid van het bestuur bleef. In de later
gehouden bestuursvergadering, is dan ook de heer Ph. de Heer,
benoemd tot secretaris der vereeniging.
Daarop werd bij acclamatie besloten, gehoor te geven aan de
uitnoodiging van de heeren: Jb. Stammes, J. Breebaart en H.
v. Calcar, om toe te treden tot eene Centrale Liberale Kies
vereeniging, tot het stellen van Candidaten voor de Provinciale
Staten, en werden tot afgevaardigden der op Donderdag a.s.
dienaangaande te houden vergadering benoemd, de heeren
P. Buis Jz. en C. Kos Pz., nadat de eerstbenoemde heeren
v. Kluyve en Kloeke bedankt hadden, de heer van Kluyve
omdat hij dien dag in een andere provincie moest zijn, en de
heer Kloeke omdat zijne bezigheden hem niet toelieten dien
dag de vergadering bij te wonen.
trok. Maar nu ontstond er ook onder het andere bureau
personeel, een ware pelgrimstocht naar hun afdeelingschef.
De een wilde met den sneltrein naar Weenen, de andere
wilde een voetreis door het hooggebergte maken, een derde
verwachtte bloedverwanten uit den vreemde.
„Ga maar," zeide Gemmingen tot allen. En ten slotte, toen
het sluitingsuur der bureaux was aangebroken, waren nog alleen
hij en de bureaubediende aanwezig.
De zon brandde nog schitterend op de daken; het zag er
in de natuur zoo opgewekt uit.
„Ja, ja, mijn oude Passinger," zeide Gemmingen tegen het
grijze, onderdanige mannetje, die hem zijn demi-saison hielp
aantrekken, „wij beiden blijven altijd het langst op onze post.
Maakt gij met uwe huisgenooten 'nooit een pinksterreisje
„Mijn oudje meent," antwoordde de aan ouderdanigheid ge
wende man, „dat het bier op andere plaatsen nooit zoo goed is.
Daarom gaan wij een dag naar Löwenbrau en den anderen dag
naar Bürgerbrau, en van avond naar Sedlmayer."
Gemmingen stelde zich de zwaarlijvige, roodwangige echt-
genoote van den diensvtaardigen man voor, en onderdrukte een
lachje.
„Nu dan, veel genoegen. En ziehier iets voor uwe kinderen.
Gemmingen had tweemaal als peet moeten dienen en toonde
bij feestelijke gelegenheden steeds een milde hand voor de kin
deren van den bureaubediende.
„Mijnheer de regeeringsraad is te goed. Welk eene verrassing.
Ik neem de vrijheid met de meeste onderdanigheid u en uwe
familie een recht genoeglijk pinksterfeest toe te wenschen."
Passinger, wiens vrouw reeds gerekend had op de gift van
den regeeringsraad, deed zijn chef geleide tot aan de voordeur.
Daar stond Gemmingen nu op straat en het was hem wonder
baarlijk wel te moede.
De huizen en straten waren toch precies dezelfde als
alle dagen en ook op andere tijden scheen de zon zoo op
gewekt.
Maar er lag heden iets in de lucht iets opgewekts, iets
levenslustigs. Alle menschen hadden haast en zagen er verge
noegd uit. Jonge knapen togen in troepen door de straten
Studenten of scholieren, die den ransel op den rug en den
langen bergstok in de hand droegen men zag het hen aan,
dat zij naar het gebergte trokken. Aardige dienstmeisjes, die
op de platte handen een bedekte koekenplaat en aan den arm
een hengselmand droegen, onder het deksel waarvan de groente
te voorschijn kwam, verpraatten met elkander den tijd en
stremden het verkeer op de loopstraat. En platsch daar
wierpen de sfraatremigers eenige emmers water over de loop
straat en dreven de maagden uiteen, die gillend, elk haar's
weegs nu gingen.
De geheele stad scheen niets anders te doen te hebben, dan
zich voor te bereiden op den dag van morgen.
Het lachende voorjaar trok met pinksterwijding door het land
en deed zijn betooverenden invloed gevoelen tot zelfs in de
onaanzienlijkste wijken der stad. Hij zond de groene berken
twijgen als voorboden en plantte ze voor de deuren. Hij wekte
in verdroogde zielen een fabelachtige herinnering aan den geur
der jonge dennen, aan het geroep der meerle. Hij deed de door
Tevens werd door de vergadering bij acclamatie aangenomen,
art. 1 van het reglement te wijzigen in dier voege, dat de
vereeniging ook tot doel heeft: het stellen van candidaten voor
de Provinciale Staten.
Door de leerlingen der parochiale school alhier is ten
bate der loodsweduwen en weezen te Tlissingen, bijeengebracht
het bedrag van f 5.50.
Staat uit het verslag der Holl. Spoor over 1887,
betreffende het vervoer van vee, enz. langs eenige stations
In
1887.
Rotterdam,
Delft,
Den Haag,
Haarlem,
Amsterdam,
Zutplien,
U trecht,
Schagen,
Alkmaar,
Purmerend,
Hoorn,
Leiden,
Paard,
os of
s.ier.
1103
362
192
227
722
1284
90
147
72
157
93
946
Koe, veu
len, vaars
of hok-
keling.
11705
1631
174
204
5946
3852
869
2199
2333
3131
2583
7414
Kalf, var
ken, bok
of geit.
8704
190
22
77
2251
1801
281
430
4253
3164
992
3089
Schaap of
varken
beneden
50 kilogr.
529
2054
615
1306
9813
215
66
14674
4862
16428
6660
39486
Opbrengst
vervoer,
paarden, vee
en rijtuigen.
f 15398—
f 2977—
f 3364—
f 3435—
f 14736—
f 8003
f 2446—
f 7227—
f 7372.
f 9108—
f 5776—
f 17038—
arbeid vereelte handen het werktuig neerleggen en maakte de
vreugde tot aller koningin. En hij nestelde zich in de jonge
harten en zong een jubelend lied van onuitputtelijk verlangen
naar liefde.
Het hart der gelukkigen wordt door den glans van dien tijd
plechtig getroffen.
Dietrich von Gemmingen gevoelde ook nu den plechtigen
indruk van het naderend christenfeest en gelijk iemand, die
reeds de lentes telt, die nog voor hem liggen.
Zijn zoon kwam hem te getnoet. Ook opgeruimd in feeste
lijke stemming, als iedereen.
„Papa," zeide hij, „Mary en ik sterven bijna van nieuwsgie
righeid. Terbeeld u, mama heeft een geheimzinnig bezoek, dat
reeds langer dan een uur duurt. Wij gelooven, dat het de
oom uit Amerika is."
Een onaangenaam gevoel verstoorde nu Gemmingen's feeste
lijke stemming. Een vreemdeling viel als storende gast in de
anders zoo gelukkige stilte en kalmte der feestdagen
„Zoo zeide hij op gerekten toon.
Dergelijke karige antwoorden was Axel van zijn vader niet
gewoon.
„Het schijnt papa niet aangenaam te zijn," dacht hij ont
nuchterd, want hij had geloofd de brenger van een aangename
tijding te zijn.
Gemmingen wandelde in ernstig gepeins verzonken met zijn
zoon naar huis en vertoefde buitengewoon lang in het portaal.
Een zonderling gevoel hield hem terug, tot hij om zich zei ven
moest lachen.
„Elke verandering doet den gelukkige verschrikken," zeide
hij tot zich zeiven, „en Ottilie was tot nu zoo geheel de
mijne, dat het mij bijna jaloersch maakt, wanneer nu nog
andere menschen in haar hart een plaatsje willen bezitten."
En hiermede opende hij de deur. Hij zag, dat zijne vrouw
het hoofd geleund hield tegen den schouder van den vreemden
man.
Maar nu wendde zij zich snel tot hem, vloog hem te gemoet,
vatte zijne beide handen en zeide
„Dietrich, hier is Talentein Othmer, mijn bloedverwant, op
wiens bezoek wij immers waren voorbereid."
Othmer greep de aarzelend aangeboden rechterhand van den
regeeringsraad.
„Neem het mij niet kwalijk, mijnheer von Gemmingen,"
zeide hij met eenvoudige hartelijkheid, „dat ik geen weerstand
heb kunnen bieden aan het verlangen, Ottilie op te zoeken.
Mijn verlangen is bevredigd ik zie Ottilie gelukkig. Het
was niet mijn plan mij in uw familiekring in te dringen."
„Ottilie heeft geweend," zeide Gemmingen, het hoog ge
kleurde gelaat zijner vrouw gadeslaande.
„Treugde tranen," zeide Ottilie met hartelijkheid, „want ik
sprak over u en de kinderen."
Gemmingen trok zijn vrouw aan zijn borst.
„Mijnheer," zeide hij, Ottilie naast zich houdende, „ik ben
in de gelukkige jaren van ons huwelijk zoo volkomen er aan
gewoon geraakt, Ottilie alleen in mij en de mijnen te zien
belangstellenvergeef mij dus, wanneer ik nu eenigszins met
mijn houding verlegen ben." Wordt Vervolgd.