Zoo kwam hij in de stad waar hij nog nooit geweest was. In Amsterdam bracht men hem naar het politiebureau der le sectie. Men ondervroeg hem, confronteerde den schipper met ver schillende personen en liet hem vrij. Gelukkig voor den man, gaf de heer Stork, Commissaris van Politie, hem de volgende schriftelijke verklaring mede: fD. Rijmer heeft zich vertoond aan het politiebureau der le sectie. „Jegens hem zijn niet de minste bezwaren gerezen. Wat een teleurstelling voor den braven veldwachter van Koten 1 Gefopt. „Bot, mooie IJbot", galmde een boertje, terwijl hij zijn kruiwagen voortduwde langs de gracht te Am sterdam. Maar 't was al te laat op den dag, het eten was al gekookt en geen bot werd meer gevraagd. Daar komt ons boertje juist voorbij de manége; de deur staat aan waarom zou hij niet eens naar binnen kijken Eenige heeren staan bewonderend om een paard heen, welks goede eigenschappen door den eigenaar worden gezegd en ge toond. Een der heeren wil het overschot zijner sigarette door do openstaande deur op straat werpen en ziet zoodoende den nieuwsgierigen, naar binnen turenden vischboer. „He boertje, kom eens in", en het schaap waagde zich in het wolvenhok. yZoM jij niet eens op zoo'n peerd willen rijden, man Pvraagt een der sportmen. „Dank je wel om den nek te breken, luid het bescheid. Maar als we je nu eens een rijksdaalder gaven, oppert een ander manègelid. „Mijn ribben zijn me te lief, mijnheertje." „En voor vijf gulden dan „Vijf gulden, hm, nou, als je 't niet te bont maakt en 't is een mak beestje, dan wil 'k ze verdienen." Den stalknecht wordt gelast een paard te brengen, en het fluisterend gegeven bevel luidde nu juist niet, wat de boer bedongen had, 'n mak beestje. Het paard werd voortgebracht en de boer zou het bestijgen, toen hij eerst om zijn geld vroeg. Nu, daarin werd geen be zwaar gevonden. Hij werd met veel moeite te paard getild en voort ging het. Het vurige beest draafde en galoppeerde in de rondtezijn berijder maakte de malste bewegingen, schreeuwde van ophouden en klemde zich vol angst om den nek van het dier. De heeren hadden 'n schik van belang en bespotten den zonderlingen piqueur op allerlei wijzen, doch ten slotte kregen zij toch medelijden met den armen drommel en lieten het paard opvangen. Meer dood dan levend zat de botboer in T zadel. Maar toen een der heeren hem zei, nu er maar af te komen, zat de kerel op eens recht als een kaars, wendde den kop van het dier een weinig op zij en met de woorden„eerst heb ik voor jullie pleizier gereden, nou een eindje voor het mijne", drukte hij het paard de hielen in den buik en reed totgroote verwondeing der spotters onverbeterlijk in het rond en vloog eindelijk met den uitroep„die het laatst lacht, lacht het best, ik ben niet voor niks dragonder geweest, de manége uit, de gracht op en ging een rijtoertje maken naar een zijner familieleden die in de Haarlemmermeer woonde. Des avonds keerde hij terug en bracht het paard weder naar de manége. Yolgens verklaring van prof. Rosenstein en de genees- heeren des Konings, is, doordat Z. M. in de laatste dagen meer natuurlijken slaap heeft kunnen genieten, Zr. Ms. toestand eenigs- zins gunstiger. Bij grootere kalmte gevoelt zich de Hooge lijder in het al gemeen aangenamer, ofschoon zeer zwak. Yolgens berichten van het Loo lijdt H. M. de Koningin ontzettend onder den gezondheidstoestand des Konings. Niet alleen heeft Zij voor veel te zorgen, maar vooral is Haar lief hebbend hart diep bewogen met het lijden van Haar Gemaal. En de lieve Prinses Wilhelmiua, die telkens naar het zieken vertrek zich wil begeven, doch daarvan wordt teruggehouden, hoeveel leed zal dat haar doen, nu zij haar Vader niet meer mag zien, wiens oogappel zij was. Geruimen tijd was haar .tegenwoordigheid voldoende om den Koning tot kalmte te brengen, doch eindelijk bleef Z. M. hoogst opgewonden, ook al bevond het bevallig kind zich aan 't ziekbed. De droefheid der Prinses is zeer groot. Zij tobt er blijkbaar over, dat haar Vader haar niet meer begrijpt. De geueesheeren vermoeden, dat het ziekteverloop nog lang zal kunnen duren. Die overtuiging wordt zelf meer en meer bij hen bevestigd. Gelukkig dat Z. M. nog in zijn meer of meer gewone dagen alle beschikkingen genomen heeft, die hij nuttig en noodig rekende voor gemalin en kind. De Koning heeft in deze zaak van dezelfde voorzichtigheid blijk gegeven, welke hem bij der gelijke handelingen steeds onderscheidde. Als Z. M. komt te vallen, dan zullen H. M. en haar dochter, afgescheiden van het inkomen van het rijk te genieten, in zeer gunstige finan- ciëele omstandigheden achterblijven. Daar dit volstrekt niet altijd met vorstelijke personen het geval is, verdient de zaak wel uitdrukkelijk vermelding. Z. M. liet zich, vooral in de laatste jaren, zeer aan het geldelijke beheer gelegen liggen; alles werd persoonlijk door hem nagegaan en geregeld. Tot in de kleinste bijzonderheden moest hem alles worden duidelijk gemaakt. Bij herhaling gaf Hij te kennen, dat Hij zich daartoe verplicht rekende, nu Hij aan Zijn Gemalin en dochter, na Zijn verscheiden, een positie, beider en Zijn Huis waardig, wilde waarborgen. Yolgens de N. Gr. Ct. herkent de Koning zijn omge ving niet meer en vraagt zelfs niet meer naar de prinses; II. M. de Koningin die nog altijd in hetaangrenzend vertrek vertoeft en den Vorst met de liefderijkste zorgen verpleegt, alleen des nachts wordt de verpleging door een ziekenoppasser waargeno men, is de eenige aan wie de Koning zich in zijn betreu- renswaardigen toestand nog gehechtheid toont. Overigens spreekt hij in Zijne onrustige oogenblikken van den Prins van Oranje, dien hij verwacht, wien bij geschreven heeft spoedig over te komen, Het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't Al gemeen heeft kennis gegeven aan de departementen, dat ter vervanging van de heeren WF. Loman te Amsterdam en inr. K. M. de Meyier te Arnhem, die volgens den rooster op 1 Juli a. s. als hoofdbestuurders moeten aftreden, door de commissie, vermeld in art. 45 der wet, zijn opgemaakt de vol gende dubbeltallen Vacature Lomande heeren mr: II. J. Kist en dr. S. Baart de la Faille, beiden te Amsterdam. R t Vacature De Meyierde heeren rar. C. II. B. Bootte Rot terdam en jhr. A. C. Roel te Zierikzee. Een bijna nooit voorkomend geval van overlijden heeft te Eexta plaats gehad. Bij het ontwaken ontwaarde J. Hooijer tot zijn schrik dat zijn vrouw den laatst en adem had uitgeblazen ze lag dood in haar bed. 's Middags daarop ging hn te bed en ontwaakte niet weer, zoodat op één dag beide oudjes e tijdige met het eeuwige verwisseld hebben. Aan zelfmoord mag niet gedacht worden. In de Tweede Kamer heeft in de zitting van Vrijdag, 12 April eene korte gedachtenwisseling plaats gehad over de vraag, of en welke wijzigingen, tengevolge van de ontstentenis des Konings, in het formulier der aanhangige wetsontwerpen noodig zouden kunnen zijn. Daarop zijn achtereenvolgens onderscheidene wetsontwerpen behandeld en goedgekeurd, De arbeidswet is bij eindstemming met 84 stemmen tegen ééne (die van den heer Domela Kieuwenhuis), aangenomen. Men meldt uit Eindhoven aan de Avondpost Gisterenmiddag brak onder de werklieden der lucifersfabriek alhier een ernstig oproer uit, wegens de nu toegepaste loons verlaging. Alles werd vernield. De politie ontruimde de fabriek, die voorloopig gesloten is. De menigte trekt joelende de stad door. Verdere ongeregeldheden zijn te wachten. De bevolking ver keert in groote spanning. Vele huizen zijn gesloten. De politie neemt zooveel mogelijk maatregelen; waarschijnlijk zal verster king worden aangevraagd. Op de klompenmakerij van de weesinrichting te Neerbosch is langzamerhand een nieuwe industrie ontstaan. Het vorige jaar kwamen op Neerbosch Amerikaansche en ook Engelsche dames, die bij haar bezoek aan de klompenmakerij bestellingen deden van heel kleine klompjes. Deze dienen om bloemen en andere knutselarijen in te bergen, nadat ze zijn opgehangen. De laatste weken ontving men ook vele bestellingen uit ons land. De klompjes worden zeer net afgewerkt en beschilderd met bloempjes en mooie figuren, wat voor de weesjongens een nuttige en aangename bezigheid geeft. De opbrengst van deze industrie is bestemd voor den bouw van een nieuw weeshuis. Uit Ooststellingwerf wordt aan de N. R. Ct. geschreven Niettegenstaande het verzoek van den hoofdman der socialisten om in werkstaking te volharden, is alles aan den arbeid. Rijks- en gemeentepolitie is naar hare standplaatsen teruggekeerd, alleen de maréchaussées surveilleeren nog. De werkgevers hebben, evenals de heer Scholten te Sapper- meer, de oproermakers op zij geschoven. De Soc. Dem. Bond lijdt aan hartziekte, de werklieden hebben door de ondervinding geleerd, dat werkstaking een verkeerd middel is om tot verbe tering van toestand te geraken, en nu mogen Domela Nieuwe- huis en zijne gezanten preeken zoo ze willen, de arbeiders gaan aan het werk. In het begin van April sprak Domela te Hem- rik en uit de veenderij waren slechts drie arbeiders komen hooren. Dat teekent. Op eene wandeling in Frieslands Zuidoosthoek kreeg ik overal den indruk, dat het werk van Domela en zijne aposte len gaande weg minder vertrouwen vindt bij het volk, waar zij hunne zaden ook gestrooid hebben. In een vorig jaar leek het, dat het zaad rijpe en overvloedige vrucht zou afwerpen, maar de socialistische leiders zijn zeer teleurgesteld. Opgescho ten is het, maar het verdort, omdat het geen diepte van aarde heeft. En nu de sterke arm zorgt, dat de welgezinde werklieden niet door een handvol socialisten worden belemmerd en belet nu is het met het hier van ouds bekende „bollejagen" (werk- staken) ook uit. Lijst van Bekroningen, op de Tentoonstelling van Bijstieren, Melk-, Pok- en Vet Rundvee, te Alkmaar, op Vrijdag, 12 April 1889. "Vet Rundvee, uitsluitend met hard voeder Vette Ossen, géboren in 1885 of vroeger. gemest. No. No. 2. Inz. D. Schenk, Barsingerhorn. 3. dezelfde. 5. - J. Hoff, Hoorn. Vette Ossen, géboren in 1886. 6. Inz. Jb. Kooij, Wieringerwaard. 7. J. Hoff, Hoorn. 8. dezelfde. Vette Koeienafgewisseld No. 23. Inz. K. Blom Dz., St. Maarten. dezelfde. S. v. d. Hulst, idem. C. Groenewoud, Koedijk. J. v. d. Meer, Beemster. 22. 30. 20. 46. le Prijs. 2e Bestuurapr le Prijs. o2e 3e le Prijs. 2e 3e Bestuuri "pr. Vette Koeien, (niet afgewisseld No. 47. Inz. R. Dz. Kaan, Wieringerwaard. 60. 61. J. Hoff, Hoorn, G. Wassenaar, Hantnm, (Friesland). Vette Kalveren. No. 54. Inz. J. C. Peeck, Schoort. 55. i, P. Kok Jz., Hensbroek. 56. Jb. Smit Cz., Heer Hugowaard. Stieren. le Prijs, 2e Je le Prijs, 2e 3e Bijstieren van inlandsch ras, géboren in 1886. No. 61. Inz. Jb. Smit Cz., Heer Hugowaard, „Karei II"; V.: Karei I", No. 479; M.: „Guurtje", No. 2807. le Prijs, 69. G. Groot, Z.-Schermer, „Prins Frederik Hendrik", No. 413, N. H. R. S. 2e Rijstieren van inlandsch ras, géboren in 1887. No. 73. Inz. J. Bakker Jz., Wieringerwaard, „Riep II", No. 1376; V.: „Riep", No. 1119. le Prija 72. dezelfde, „Apollo", No. 1269; V.: „Presto II", No. 903; M.: „de Kol", No. 944. 2e 70. A. Kooij Dz., Beemster, „Hugo II", No. 1322, geb. 9 AprilV.: „Hugo", No. 858M.: „Wilhelmina II", No. 7074; Grootin. „Wilhelmina", No. 4317. 3e Pinlstieren van inlandsch rasgeboren in 1888. No. 91. Inz. J- Bakker Jr., Wieringerwaard, „Oscar". Dubbel stamboek. leprt qk Jb. Zeeman, Beemster, „Aagjes Arabi geb. 12 April; V.: „Jantjes Arabi No. 1089; van de Beemster Veefokkerij-vereeniging; M.: „Aagje", No. 7152. t 2e 92. J- Bakker Jz., Wieringerwaard, „Boulanger, Dubbel stamboek. 3e 74. J- Wortel, Beemster, geb. 18 April, „Donkerzwart bont kol". 75 Wed T. Heuvel, geb. 10 Maart, „Rcmbrandt III"; V.: „Rembrandt II", No. 620; M.: „Aafje", No. 5463. Melkvee. Melkkoeien, gekalfd na 1 Januari 1889. No. 98a. Inz. A. Heddes, Schagen. Te Koop. leP, 96. Jhr. Mr.' P. van Foreest, Heiloo, „Francisca", fjt 2e No. 6397. 97. S. de Jongh, Oudorp. Melkkoeien, geboren in 1886 twintersgekalfd na 1 Januari No. 100. Inz. P. Cz. Boekei, Schagen, „de Miede". lepri 106. Jb. Zeeman, Beemster, „Miena", No. 7384, gek. 24 Maart. 2e 102. A. Kooij Dz., Beemster, geb. Januari, „Porcelein lila", No. 7347; V.: „Arabi Pacha", No. 294; M.: „Porcelein", No. 1446. Best., Melkvaarzen, die gekalfd hebben na 1 Januari 1889. No. 107. Inz. G. Groot, Zuid-Schermer, „Agnes II", No. 2906 N. H. R. S. geb. 18 Maart 1887. lePj.; 109. P. van Twisk, Beemster, geb. 1 Maart 1887, gek. 24 Maart. 2e 111. S. Akkerman, Heer Hugowaard. 3e rijt inrsp No. 118. In». F. Slot, Twisk. le Prni. 120. R. D. Kaan, Wieringerwaard, „Koningin III"; V.: „Minotaurus", No. 933M.: „Koningin", No. 4973. 2e 116. Jb. Wit Jz., Twisk, „Trijntje III", geb. 4 Februari 1888V.: „Jacobszoon III, No. 916 M.: „Trijntje", No. 6221. 3e Wolvee. Rammen géboren in 1888. No. 135. Inz. K. Baltus, Alkmaar. Koppel van 4 Fokschapen. No. 136. Inz. W. Hartog, Schermerhorn. 1'ot opluistering-. No. 149. Inz. J. Man Cz., Beemster, een zeug met 13 biggen, groot Torkshire ras. lePrii lePrij UIT DE PERS. Dr. A. W. J3ronsveld, zegt in het ApH nummer van //Stemmen voor Waarheid en Vrede," sprekenc over Persoonlijken dienstplicht het volgende „De strijd over den persoonlijken dienstplicht heeft het loop, dat ieder, der zake kundig, had kunnen voorzien. Schee het een oogenblik, dat dit vraagstuk verdeeldheid zou tewees brengen in de gelederen der ultramontanen en tusschen de ts clericale groepen die schijn is thans reeds geweken. „Men zal van den persoonlijken dienstplicht vooreerst na veel hooren. Het rumoer, door de Roomsche pers gemaal' heeft zijn doel bereikt. De minister heeft verklaard, nog te kunnen zeggen, wanneer hij met zijn ontwerp gereed s, zijn. En de anti-revolutionairen blijven natuurlijk van ft persoonlijken dienstplicht warme voorstanders, maar zij zullef het aan de Roomschen overlaten te bepalen, wanneer die zaai aan de orde zal komen, 's Lands weerbaarheid, de eischen it billijkheid en al wat gij goeds kunt noemen het m# wijken voor de wenken der Roomsche Kerk. De Kerk is t autoriteit. „Zelfs heeft de heer Schaardenburg deze week de Roomsct stemmen moeten koopen door zulke geruststellende verzekeris gen omtrent den persoonlijken dienstplicht, dat het RoarnsA bataljon, ingedeeld bij het kiesdistrict Dordrecht, van if bevelhebbers last heeft gekregen, zulk een makken anti-revolr tionair te stemmen. Ook om die reden verheugt het mij, dat; clericalen te Dordt niet hebben gezegevierd. „Wat er echter nu blijkt waar te zijn van 's heeren Lokmiï bewering, dat de anti-revolutionairen volkomen vrij zijn teges over de Roomschen, kan ieder zien. Die vrijheid bestaat daan dat zij mogen doen wat de Roomschen goed vinden." De Tijd wijst op het belang der aanstaande verkiezing® van 14 Mei voor de Prov. Staten, en op het f« dat men met zittende leden te doen heeft, die men zoo lidj geneigd is te laten zitten. Wij lezen in het artikel Indien de Provinciale Staten niet anders dan Proviac® Staten waren d. w. z. indien zij hun zorgen niet verder had^ uit te strekken dan over de belangen van onze wegen en dijW en waterschappen, indien zij geen anderen invloed oefenden dj den zeer bescheiden invloed, dien de wet hun op niet-materi» gebied in het beheer van de verschillende onder hen resS* teerende gewesten toekent, dan zouden ook wij wellicht gen# zijn om te berusten. Want wij begrijpen zeer goed hoe oo$ gcnaam het voor menigeen der tegenwoordige titularissen moet, een gedwongen aftreden in het verschiet te zien- *Ien burgemeester, kantonrechter, notaris, men is een ®sn V8 gewicht en beteekenis in zijn omgeving, een man van 1°^°' ooksinds tien of twintig jaren, misschien nog langer, *e' men trouw door een zeker cijfer van belangstellende «ïenj naar de provinciale hoofdstad afgevaardigd Zoo juist een naar de hand van den gekozeneDe bezigheden niet te druï over het geheel kan hij die halfjaarlijksche vergaderingen t VrwacrMlulr KoenlaAnnr.» _1_ - 1 TT'! voegelijk beschouwen als een deftigen vacantietijd. Hij Mg eens menschen, oude studievrienden wellichthij dineerde ff ze lig en haalde nog eens op van de vroegere jaren; bijlB, meerde zich naar wetenswaardigheden, die, wanneer hij 'n schoot van zijn landelijk gezin was teruggekeerd, soms denlang stof boden tot conversatie. In de vergaderzaal had zijn uitgelezen hoekje; deelnemen aan de discussie, hij '3, er niet aan, een zetel als gedeputeerde verlangde hij niet den heer commissaris des konings stond hij op vriendschap lijken voetvoor geen geld van de wereld zou hij een reeep aan het gouvernementsgebouw verzuimd hebben. Wat het»1 hij 1 men aanging, nu ja, dat was gemakkelijk genoeg, meerde zich een opine op 'tgetuigenis van „knappe inens

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1889 | | pagina 2