Donderdag, 16 Mei 1889.
33ste Jaargang. Uo. 2298.
N H18IS?
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCHAGER, liaan, I>, 5.
Gemeente Scha gen.
Bekendmakingen.
Tot naricht der belanghebbenden dient:
Z'j zouwde de handen in den schoot, legde het hoofd achter-
Binnenlandsch Nieuws.
SCHAGER
I
COURANT.
IttÉ- LuiiflM
pit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater-
fdftgavon<^* inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE-
f JENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
B G4GEZONDF.N STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f0.75; iedere regel meer f 0.16
G-roote letters worden naar plaatsruimte berekend.
1 S C HUTTER IJ.
Burgemeester en "Wethouders van Schagen, roepen mits deze
op, als zoodanige ingezetenen, die op den 1 Januari 1889, huu
25ste jaar van ouderdom zijn ingetreden, benevens de zoo-
danigen, die zich van Buitenlandsch in deze Gemeente gevestigd
hebben, voor zooverre zij nog in een der klassen van de Schut
terij vallen, om zich tusschen 15 Mei en 1 Juni aanstaande, ter
Secretarie dezer Gemeente voor den dienst der Schutterij te doen
inschrijven, zullende tot ontvangst van hun aangifte te dier plaatse
speciaaal worden gevaceerd op alle werkdagen des vcormiddags
van 9 tot 12 ure.
Dat als ingezetenen in deze worden beschouwd, alle Nederlanders,
in het Kijk hun gewoon verblijf houdende, en alle vreemdolingen,
in het Rijk woonachtig, welke hun voornemen om zich aldaar te
vestigen zullen hebben aan den dag gelegd.
Dat de aangifte tot inschrijving in alle gevallen voor de inge
zetenen van den hierboven bedoelden ouderdom behoeven gedaan
te worden, ook dan zelfs, wanneer de belanghebbenden vermeenen
tot de vrijgestelden of uitgestotenen tot den schutterlijken dienst
te behooren; dat zij, die bevonden zullen worden zich niet vóór
den len Juni 1889 te hebben doen inschrijven, door het Plaatse
lijk Bestuur ambtshalve worden ingeschreven, en ter zake van hun
verzuim in een geldboete vervallen, terwijl dezelve daarenboven
zonder loting zullen worden ingelijfd. En worden overigens de
ingezetenen aangtnaamd om zich tijdig van een geboorte-extract
te voorzien, en zich alzoo van hun juisten oudeidom te ver
zekeren, ten einde de inschrijving behoorlijk geschiede, en zij
Roman van IDA BOY-Ed.
32.) XI.
De echtgenooten waren alleen. Dietrich scheen de tegen
woordigheid zijner vrouw vergeten te hebben, ofschoon hij haar
een minuut geleden bevolen had te blijven. Ottilie gevoelde, dat
hare krachten ten einde liepen, het scheen haar toe, als wreekte
3e in het geheim zoo vele jaren moedig verdragen kwelling
zich in dit oogenblik dubbel. Het klopte en bonsde in haar
hoofd geweldig. Hare knieën droegen haar niet meer.
Zij greep naar den leuningstoel, die bij de tafel stond en liet
zich er in valleD, krachteloos en mat, gelijk iemand, wien de
dood welkom is. In haar gemoed daalde nu een zonderlinge
■kalmte neder. Wat er nu ook gebeuren mocht, de last der
geheimhouding, die haar zoo gedrukt had, die last was nu van
haar gevallen en dat was voor haar hart eene weldaad. Zij
fhegreep in dit oogenblik volkomeD, dat een moordenaar zich
®it eigen beweging aan het gerecht kan overleveren. Liever een
henvoudigen dood, dan een bezwaard gemoed,
t En al was het nu juist geen schuld, die zij geheim had
'gehouden, al zeide haar verstand haar ook dat zij door haar
zeventienjarig worstelen reeds ruimschoots vergiffenis had
verdiend voor hare geheimhouding in dit uur begreep zij
*°eh, dat haar het geheim na het verloop van al die jaren,
gedurende welke zij het verborg en met betrekking tot de
personen voor wie zij het verborg, tot een schuldelast was
geworden.
r en sloot de oogen. Een heilige vrede beheerschte nu haar
Bwiioed. Wanneer het geluk en het leven nu uit waren
J dankte God voor elk gelukkig uur, hetwelk Hij haar had
^schonken. 6 8 J
Dietrich von Gemmingen stond nog altijd op dezelfde plaats,
lf' j Selaat me* beide handen bedekt. Het was hem of
11 j ^ciuai mei ueiue uaiiueii ueim&u nei was ueiu ui
duisternis om hem heen was. Maar eindelijk ging hij toch
e angzamen tred naar het venster en met den elleboog op
raamkozijn willende leunen, wierp hij een der voor het
dster staande bloempotten er af.
et gerinkel der scherven deed Gemmingen rillen. Hij keerde
om en keek naar zijne vrouw.
aar lag zij met doodsbleek gelaat en gesloten oogen.
eze vrouw, die hij lief had, gelijk niets meer ter wereld,
en rnoed gehad, zeventien jaar met een leugen naast hem
T? gaan.
Met een leugen? Wat had zij dan gelogen?
►a P neen! Zelfs in dit uur sloeg zijn hart vuriger,
oneer hij aan de waarheid, den gloed en de trouw harer
FWe dacht.
3a, bemind had zij hem boven allen mate. Dat was geen
alzoo Diet komen te vervallen in de strafte bij de Wet bepaald.
Scbagen, den 3 Mei 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Schagen, maken
hiermede bekend, dat naar aanleiding van Art. 186 en volgende
van het politie-rcglement dezer gemeente, betreffende de dienst
plichtigheid bij de Brandspuiten albier, alle geëmployeerden bij
die spuiten den ouderdom van 50 jaren bereikt hebbende en ver
langen uithoofde van lichaamsgebreken of zwakke gezondheid hun
ontslag te bekomen, worden opgeroepen, om zich tot dat einde,
vóór of uiterlijk op den 24en dezer, van 's morgens 9 tot 12 ure,
ter Secretarie der gemeente aan te geven en hunne herkennings
teekenen terug te brengen, zullende na dien tijd, de zich niet
aangemeld hebbende personen, nog voor een jaar worden gecon-
tinuëerd.
Schagen, den 10 Mei 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Cs. DE PATER, Weth.
de Secretaris,
DENIJS.
Schagen, 15 Mei 1889.
Zondag 19 Mei zal bij de Hervormde Gemeente
alhier, geen Godsdienstoefening worden gehouden, vanwege
de vacaturen te Zijpe en Kolhorn.
De feestelijke viering der herdenking van het 40-jarig
leugen geweest.
Wat had zij hem dan voorgelogen? Deugd? O neen. Geen
vrouw is in staat, zeventien jaren lang in het huwelijksleven
deugden te veinzen, die zij niet bezit. Alles wat hij in zijne
vrouw had bewonderd en geacht, was hare werkelijke waarde
geweest.
Neen zij had hem niets voorgelogen. Zij had voor hem
eene gebeurtenis uit haar leven geheim gehouden, wier be
wustzijn hem den moed zou ontnomen hebben, zich zeiven en
haar gelukkig te maken. En hun lange, onbeschrijfelijk geluk
kige echtvereeniging had haar en altijd haar gelijk gegeven
en elke dag van het verleden moest hem bewijzen, dat hij wel
redenen had om haar dankbaar te zijn, doch niet om op haar
verbitterd te wezen.
Zijn blik hechtte zich steeds hartstochtelijker aan dat bleeke
gelaat.
Die lippen hadden dus jegens hem zoolang kunnen zwijgen
O, wat deed hem dat pijnlijk aan
En achter dat voorhoofd had zelfs de hoogmoed gewoond, die
geringschattend op zijn vooroordeel neerzag! Hoe vernederend
zulks voor hem wasHoe hij aan dien hoogmoed zooeven nog
nieuw voedsel had gegeven, door zijne weigering om Sabine,
het kind van Ottmar, in huis te ontvangen
En hoe zouden de afgemeten, beleefde man, Ottmar's broeder,
en de warmbloedige, snel besluitende Erancis te zamen nu wel
er over spreken, dat zijn verzet tegen Erancis' keuze wederom
een getuigenis was, dat Ottilie toenmaals zeer juist had gehandeld.
Gemmingen drukte de nagels zijner vingers in de palm van
zijn hand. Zijn blik bleef gevestigd op het marmerbleeke gelaat
zijner vrouw.
Hoe lag zij daar neder. Doodstil en zoo vermoeid zoo
vermoeid. Ja, zij kon wel vermoeid zijn. Hoe had zij gearbeid
in al die jaren, rusteloos, nachten aaneen. Hoe buitengewoon
zich ingespannen, om haar kind te voeden, het kind van den
misdadiger en ook voor zijne, voor Dietrichs kinderen; hoe
had haar vlijt, hare spaarzaamheid zijn welvaart bevorderd en
het daarheen geleid, dat hij onbezorgder dan zijne ambtgenooten,
zich kon schikken naar de verplichtingen van zijnen stand.
Ja, zij mochten vermoeid zijn die vlijtige handen en dat on
afgebroken denkend voorhoofd.
En daarbij had zij nog de zorg over haar geheim te dragen
gehad
De sterke man huiverde.
Hij begreep het. Dat was bovenmenschelijk geweest. Zulk
een lijdzaamheid en geduld kon slechts eene vrouw hebben.
Maar zoo zeer overspannen krachten breken ook plotseling af.
Zijn hart ontstelde. Ja, Ottilie zag er uit, als iemand die
niet voort kan en ook tevreden is, niet verder te moeten. Mijn
God hare bleekheid scheen onnatuurlijk haar gelaat
was zoo strak -wanneer dit uur haar eens had ter neder
geworpen, zoo onmiddellijk, zoo plotseling, dat dat de
dood
Zijn voet bewoog zich voorwaarts. Zijn hart sloeg geweldig.
Regeerings-jubilé, werd Zondag j. 1. in onze gemeente aange
vangen met de kerkelijke viering, door het houden van feestredenen,
bij welken de zegeningen, in dat regeeringstijdperk aan het
Nederlandsch volk ten deel gevallen, dankbaar werden herdacht.
Te half vier ure ving s' middags de openbare viering aan.
Begunstigd door goed weder, hebben de voorgenomen feeste
lijkheden Zondagmiddag en Maandagmorgen j. 1. plaats gehad
en mogen naar wensch geslaagd heeten.
En dat alles is geschied, dank zij de goed gezinde mede
werking van alle burgers, de een in wat meerderen of mindereu
mate dan zijn buurman, maar ieder werkte gulhartig mee.
De verschillende corporatiën onzer gemeente vereenigden zich
te 3Y2 ure in het lokaal „de Beurs" en werden daar door den
voorzitter der feestcommissie, den heer Jb. Denijs Jz., met
een hartelijk woord welkom geheeten en uitgenoodigd tot fees
telijke viering van het voor ons land en Volk zoo heuglijke
feit.
Na den optocht op de marktplaats Volksconcert door de
Harmoniekapel en openb. Uitvoering der Gymnastiek-ver-
eeniging Lycurgus, waarbij veel volk op de been bleef tot aan
omstreeks half acht.
Toen verspreidde de massa zich allerwege naar de verschil
lende lokaliteiten, waar de feestvieriug werd voortgezet.
's Avonds ten 8 ure, bestond voor het publiek gelegenheid
tot bijwoning van het Concert van Euterpe in het lokaal de
Beurs, en het groot concert Varieé in het Noord-Hollandsch
Koffiehuis.
Op de gedempte gracht bewoog zich den geheelen avond
zeer veel volk, daartoe uitgelokt door de zeer fantastische ver
lichting a la giorno, die tusschen de rijen hoornen gehangen
een aller-verrassendst voorkomen aan de gedempte gracht
Hij haalde diep adem. Hij beproefde te denken helder,
nuchter, gelijk hij altijd dacht, gelijk hij zich altijd tegenover
de dingen stelde, zoo, al was hij er niet bij betrokken. De
gewoonte, zich te beheerschen, zegevierde eenige minuten lang.
Ottmar de naam was hij nagenoeg vergeten. Wie zou zich
dien nog herinneren Wie wist, dat Ottilie ooit dien naam
had gedragen Wie had reden en gelegenheid, Sabine's afkomst
in twijfel te trekken, wanneer zij als Othmer's dochter in
Gemmingen's familie trad? Vergeten en geheim als tot nu kon
alles blijven.
Alleen zijn hart moest het nog leeren overwinnen, dat zijne
vrouw voor hem een geheim had gehad.
Iets in hem verzette zich er nog tegen. Het scheen hem toe
als kon hij het niet, als moest hij er te veel onder lijden.
Lijden? Een blos van schaamte overtoog zijn gelaat. De
woorden die Francis hem had toegevoegd kwamen hem in de
gedachte.
Wat had Ottilie moeten lijden!
En eensklaps ontwaakte zijne liefde weder in al haar kracht
en nu begreep hij hoe zijne vrouw moest hebben geleden.
Hij gevoelde, dat hij aan haar en hare zelfopoffering zijn
geluk en zijn leven te danken had. Het verleden stond hem
nu helder voor den geest: zij had hem een vreeselijken strijd
bespaard. En zij had gezwegen tot heden, om de vele jaren
van zijn geluk als getuigen voor haar en hare grootheid van
ziel te kunnen oproepen.
„Ottilie
Zij opende de oogen, langzaam en als droomde zij.
En was dat niet een droom Haar echtgenoot lag aan hare
voeten, gelijk zij eenige minuten te voren aan de zijnen en
hield haar omarmd en zag vol bezorgdheid en liefde tot haar op.
„Ottilie!"
De kreet vol warme teederheid lokte een mat lachje op haar
gelaat.
„Zie mij aan. Spreek tot mij," smeekte Dietrich, „zeg mij,
dat het leed van zoovele jaren u niet den levensmoed heeft
ontnomen dat gij de mijne, nu eerst geheel de mijne wilt
blijven."
Zij richtte zich een weinig op. Haar oog staarde hem onge-
loovig aan. Hare lippen stamelden iets onverstaanbaars.
Haar hart kon het niet begrijpen, dat hij vergaf zoo
schielijk zoo volkomen.
Hij las het in hare blikken, en omklemde haar vaster, en
fluisterde:
„Mijn vrouwLaat mij de vader zijn ook van uw eerste kind."
Toen kwam er een kreet over Ottilie's lippen een kreet
van geluk en dankbaarheid. Hare armen strengelden zich om
den hals van hare echtgenoot, haar voorhoofd boog zich tot op
zijn hoofd.
En zoo, terwijl hunne lippen bekentenissen, vergiffenissen
en geloften stamelden, vierden zij het begin van een nieuw,
onbewolkt geluk.
JE i n tl e.