AlEClEd A e Garicatuur fler Koningin. Donderdag, 30 Mei 1839. 33ste Jaargang. ITo. 2302. Uitgever: J. WINKEL. Bureau: SCHAOEUï. laan, D, 5. Honderdtaclitig'duizeiul Bark, Gemeente Schagen Bekendmakingen. een BUS, waarin 5 kan raapolie. Binnenlandsch Nieuws. SCHAGER COURANT. t blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater- aTond. Bij inzending tot 's middags 12 nre, worden ADVEE- TIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. ^ZONDEN STUKKEN èén dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f3.00. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIÉN van 1 tot 5 regels f0.75; iedere regel meorfO.lft G-roote letters worden naar plaatsruimte berekend. rviet liet nummer van Zon dag- 2 .Juni, zullen wij aan vangen met liet feuilleton n zeer boeienden en spannenden ro- an, van Hermann Heiberg. de Red. VERLOREN: Woensdag 29 Mei j.1. uit een wagen rijdende van Schagen I Zijdewind, nlichtingen hieromtrent worden verzocht ter gemeentesecretarie ier. Schagen, 29 Mei 1889. Naar wij vernemen, herdenkt de heer Dr. S. de Boer, Woensdag 5 Juni e.k. den dag, op welken hij veertig IX geleden zich als geneesheer en verloskundige te dezer atse vestigde. De Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in illands Noorderkwartier, zal eene buitengewone vergadering 'den op Zaterdag, 8 Juni 1889, des middags 12 ure, in Park-Lokaal te Hoorn, ter behandeling der navolgende ïten van beschrijving ZWEEDSCHE NOVELLE van E. ROSSI. raai Harecourt verwachtte intusschen zijn val, tenminste ontslag of verbanning. Doch de uren verliepen regelmatig, 5eschiedde hem niets geen leed, en toen hij zells na eenige en bevorderd werd tot eersten luitenant, geloofde hij, dat Koningin de beteekenis zijner beleediging of nooit verno- I tad, of dat zij groothartig genoeg was, om hem uit liefde 'ergeven. Deze gedachte bracht hem in de war en deed hem gevoelen over zijn kleingeestig gedrag. Van ganscher dankbaar der hooge vrouw toegedaan, gestreeld door hare :en die genegenheid verrieden, dong hij door de onbaat- tigste gehoorzaamheid en dapperheid naar hare goedkeuring, loezeer hij zich die verwierf, bewees hem de koningin zijne benoeming tot overste der Amaranth-orde (ontstaan sen galante gril der koningin, daar de leden dier orde huwd moesten blijven). Te vergeefs streed de liefde, de sucht der schoone Elka Steinberg tegen de gunstbewijzen forstinniet in staat, haar leed voor de wereld te ver- verleidde zij door haar gedrag de koningin tot steeds ®e gunstbewijzenbij een eerste bewijs van onverschillig- jegens de eens zoo geliefde vrouw beloonde Christina II gunsteling zelfs met den sleutel van den kamerheer. hij naar het bij de wet gevorderd tijdsverloop gehoor aan den wensch der koningin en zijn recht van fransch j. aan verwisselde voor dat van zweedsch burger, beloonde 11 laatste offer met den rang van generaal bij de caval- was de eerzucht van den graaf niet grooter dan zijne e tot de schoone landgenoote, Elba Steinberg. Hij wist dat oningin maar al te zeer op zijne liefdesbekentenis wachtte, iem geheel en al toe te belmoren. Aan de eene zijde het zame geluk naast een trouwe geliefde, aan de andere zijde a macht, de koning eener koningin. toeval zelfs dwong hem tot eene beslissing bij deze - in een en hetzelfde uur ontving hij een teeder briefje lem tot de gravin riep, die afscheid wilde nemen daar C 1 T ^ar0 goe^eren begaf; en een schrijven der koningin 8 e hem uit, „ter wille van een gewichtige persoonlijke 'e^ een Z6er 8e'le'm onderhoud met haar te hebben." aelijk dus was de gelegenheid er, naar welke hij sedert ar smachtte; het oogenblik, in hetwelk hij aan die ko- zijne liefde mocht bekennen. Zonder aarzelen liet hij de afreizen en begaf zich tot koningin Chistina. zat in haar cabinet bij den verzamelden ministerraad, ere blos steeg haar naar de wangen, toen zijn naam 1. Mededeelingen van verschillenden aard. 2. Ingekomen stukken. 3. Voorstellen van het bestuura. om van wege de vereeniging eene collectie vee te zenden naar de in April 1890 te Bneuos-Ayres te houden vee-tentoonstelling. Inleider de heer J. Zijp Kz.b. om den heer G. Shout te Tiel uit te noodigen, om in de herfstvergadering inlichtingen te geven omtrent Dr. Ryders patent Amerikaansche droogtoestellen. In leider de heer J. Zijp Hz. 4. Nadere bespreking omtrent den aankoop van Engelsche fokrammen. 5. Bespreking van verdere werkzaamheden. Jongstleden Vrijdag heerschte boven West-Graftdijk en omstreken een hevig onweder, vergezeld van een Hinken regen, die een welkome besproeiing mocht genoemd worden voor de door het aanhoudende mooie weer, dorstende weilanden. In de Starnmeer sloeg de bliksem eene koe dood, terwijl hij op Assendelft de geheele nok van een huis afsloeg, zonder dat er brand ontstond. Verleden week had te Krommenie een ongeluk plaats, dat droevige gevolgen kon gehad hebben. Bij de fabriek van den heer Kaars Sijpestein werd een diepe kuil gegraven, waarin een groote regenbak moest verplaatst worden. Door 't „schuiven" van den grond stortte echter de kuil en ook de bak in. Gelukkig was niemand der arbeiders aanwezig. Door den schok werd een nabijgelegen huis van zijne heipalen afgestooten. Het vee uit de omstreken van Purmerend oorspronkelijk bestemd voor de tentoonstelling te Windsor, wordt door Ame rikaansche kooplieden opgekocht. De heer J. Clay, landbouwer in de Baarsdorpermeer (gem. Berkhout), verkocht aan hen twee melkkoeien, eene vierjarige, boog 147, Jang 17 L en breed 60 duim. („Groote Mavke", N. R. S.) en eene driejarige, hoog 125, lang 155 en breed 60 duim, te zamen f 750. werd uitgesproken; zij wenkte de vergadering toe, zich te ver wijderen en haar met den graaf alleen te laten. De ministers bogen zich eerbiedig voor den nieuw opgaan- den zon en de graaf gevoelde zich betooverd, als hij haar de hand mocht kussen als zat reeds de kroon op zijn hoofd. Beiden bewaarden een diep stilzwijgen, maar hunne blikken spraken des te duidelijker. Eindelijk verbrak Christina het stilzwijgenterwijl zij een portefeuille met haar wapen greep, het teeken der hoogste waardigheid, welke zij had weg te schenken, sprak zij, terwijl zij hem haar overhandigde „Wilt gij ze hebben En haar lach bij deze vraag scheen den gelukkige toe te roepen„Spreek, bemint gij mij Hij wierp zich aan hare voeten en stamelde„Ja, ja ik bemin u, ik bemin u evenzeer als ik u bewonder en vereer. Ja, mijn hart gevoelt zich groot en machtig in uw hart, aan u alleen behoor ik, gij alleen zult mijn geheele leven belieerschen.// „Zoo, zijt gij nu gereed?" viel de koningin hem met ijzige koelheid in de rede. Hij beproefde op te staan, haar blik hield hem aan den grond genageld. „Eindelijk, eindelijk," barstte zij woedend los, „eindelijk heb ik u, gelijk ik het zoo lang reeds verlangde het uur der wrake is gekomen." Het werd den graaf zwart voor de oogen, hij klemde zich vast aan een stoel; koningin Christina ging onbarmhartig voort: „ik wist wel, dat gij mij bemindet, doch gij zelve moest het mij bekennen. Goed, dat is nu geschied Nu ben ik te vreden en beken u mijnerzijds, dat ik u veracht." Zij wachtte een oogenblik, om zich aan zijne verslagenheid te vergasten. „Ja, ik veracht u en daarom heb ik u zoo hoog verheven. Herinner u het bal in het vorige jaar, graaf Essex en Elizabeth, die op madame Laura gelijkt. Wij hebben beiden onze rollen gespeeld en dat wel ten einde toe. De koningin van Engeland verhief haren minnaar eerst tot kapitein, daarna tot garde-overste, zij verleende hem de kouseband- orde, verhief hem tot cavallerie-generaal en had zich voor genomen, hem de waardigheid van minister te verleenen en daarin de macht met hem te deelen. Ik, de carricatuur der koningin, handelde met u insgelijks; tel maar uwe bevorde ringen. Eerst waart gij kapitein, daarna overste, later kreegt gij de Amaranth-orde en het brevet van generaal bij de cavallerie, ten slotte overhandigde ik u zelfs de portefeuille. Er ontbreekt nog één zaakGij kent het einde van graaf Essex „Dood!" antwoordde Harecourt en sloeg voor het eerst de oogen tot de koningin op. „Ja, Robert Devereux, graaf Essex, stierf een ontijdigen dood. Ik zou u insgelijks op het schavot kunnen brengen, want ik was voorzichtig genoeg, u het zweedsche burgerrecht te laten aannemen, waardoor gij geheel in mijn macht zijt geraakt. Maar gij zult op een andere wijze ophouden te leven madame Laura wreekt zich beter dan Elizabeth. Het eerste In de dezer dagen gehouden vergadering te Hoorn, van het aldaar gevestigde departement der Maatschap-pij tot Nut van 't Algemeen werd, na afdoening van eenige werkzaamheden, besloten dit jaar geen afgevaardigde te zenden naar Amsterdam, en tegen het einde der maand Juni a. s. eene vergadering te houden ter opzettelijke bespreking van de wenschelijkheid om het bestaande departement op te heffen en door een soortge lijke meer zelfstandige inrichting te vervangen. Van Terschelling wordt d. d. 25 Mei gemeldEen zware hoos heeft een gedeelte van dit eiland geweldig geteisterd. Zij werd gevolgd door een hagelbui, die bijna al het te veld staande gewas tegen den grond sloeg, waardoor vooral de wintergranen veel geleden hebben. H. M. de Koningin heeft heden ochtend omstreeks 10 l/i uur de reis naar Nieuwied aanvaard, alwaar H. M. des namid dags 4<1/2 uur verwacht werd en tot 5 of 8 Juni denkt te verblijven. Zaterdagmiddag ontlastte zich boven de gemeente Loos- drecht zulk een hevige hagelbui, dat bijna alle tuinvruchten en een groot gedeelte der in de Loosdrechtsche Eng zoo mooi te veld staande rogge en aardappelen werden vernield. Ook de vruchtboomen en de boekweit bekwamen veel schade. Hagel- steenen ter grootte van knikkers behoorden niet tot de zeld zaamheden. De landbouwer L. Boonstra te Haulerwijk ging Zaterdag met 9 biggen naar de markt te Bakkeveen. En daar gebeurde iets, waarop men in de maand Mei niet zou rekenen! Alle 9 biggen bezweken door de warmte! Een groot verlies voor den man, die even te voren acht gulden per stuk kou krijgen. Over het ongeluk, dat Vrijdag bij het onweder in het kamp van Oldebroek plaats had, wordt aan de Zw. Ct. nader deel van het treurspel is ten eindehet tweede deel zult gij alleen afspelen Met deze woorden opende zij de deur naar de voorkamer en wenkte een kamerdienaar, „Deze inensch," zeide zij tot den binnentredende, „is vol slagen krankzinnig geworden; in zijn waanzin heeft hij mij met liefdesbetuigingen bespot. Men brenge hem naar een krank zinnigengesticht en houde hem streng in het oog." Twee lijfwachts droegen den bewusteloozen graaf de zaal en het slot uit. De muren van Elingarden, het toenmalige rijks—krankzinnigengesticht, scheidde den ongelukkige van de wereld. Twee maanden later, toen zij zijn vreeselijk lot vernam, snelde Elka Steinberg naar Stokholm en verzocht eene audiëntie hij de koningin. Zulks werd haar toegestaan; Christina was goed geluimd, haar nieuwe gunsteling, graaf Lagardie, had haar door zijn aangenamen kout in de gunstigste stemming gebracht. „Wat wilt gij, gravin Steinberg!" vroeg zij vriendelijk. De ongelukkig gravin deed een voetval„Vorstin, ik smeek u om de vrijheid van graaf Harecourt, ik zal hem naar mijn landgoed geleiden, onze tegenwoordigheid zal uwe Majesteit niet meer vertoornen, wij zullen in eeuwige ballingschap leven." „Gij schijnt te gelooven, gravin Steinberg, dat de arme graat geestelijk gezond isik weet, dat hij krankzinnig is tot in het dolzinnige; luister, ga hem zien en blijft gij dan nog bij uw verzoek," zeide zij met eigenaardigen glimlach, „dan sta ik u uw verzoek toe De gravin stond op, boog zich zwijgend en ging heen. Na een uur keerde zij weder, zij scheen gebroken. Wat zij beleefd had, moest iets vreeselijks zijn. Toch boog zij wederom de knie. „Vorstin, ik herhaal mijn bede Christina keek haar aan, bewondering, misschien ook schaamte en berouw doortrilden haar ijdel hart; voor de grootheid dezer liefde scheen haar haat haar klein toe. Zij richte de smeekende op en kustte haar op het voorhoofd, daarna schreef zij een bevel tot invrijheidstelling. Op den avond van dien dag reed een gesloten rijtuig met de trouwe vrouw en haren waanzinnigen geliefde door Stokholm's poortzij keerden nimmer naar het hof terug. Graaf Harecourt stierf kort daarna in hare armen; hij ligt aan hare zijde in het Stembergsdal begraven. Het protocol omtrent madame Laura en de caricatuur der koningin, zoowel als een bijvoegsel over koningin Christina's wraak liggen in het archief te Stokholm. Van daaruit vond het zijn weg in de oude zweedsche kroniek, die eindigt met de woorden„Haar doen zal God richten haar laten het nageslacht EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1889 | | pagina 1